• No results found

H. Vis signale qu’une aide financière extérieure pourra être obtenue pour cette publication

In document MEDEDELINGEN DER ZITTINGEN (pagina 140-175)

Stern Layer Diffuse Layer

TOP SOIL ON SCHIST (ZAIRE)

M. H. Vis signale qu’une aide financière extérieure pourra être obtenue pour cette publication

— 236 —

«Croissance, maturation osseuse et performance physique des enfants zaïrois de Bunia âgés de 6 à 20 ans»

Tijdens de zitting van 14 december 1993, heeft de H. Ch. Susanne een verhandeling van de H. Nkiama Ekisawa voorgesteld, getiteld als hierboven.

Het verslag van de H. H. Vis over dit werk, dat door de mening van de H. Ch. Susanne bevestigd wordt, werd op 22 februari 1994 aan de Klasse meegedeeld.

Na het verslag van de H. I. Beghin gehoord te hebben, beslist de Klasse dit werk in de vorm van een samenvatting met enkele grafieken als illustratie in de M ededelingen der Zittingen te publiceren.

Jaarlijkse wedstrijd 1996

De Klasse legt de tekst van de derde en vierde vraag van de jaarlijkse wed­

strijd 1996 als volgt vast :

Derde vraag : Er wordt een experimentele studie gevraagd in verband met de parasieten van mens en/ of dieren in de tropen.

Vierde vraag : Er wordt een studie gevraagd over de genese en de karakterisering van recente en subrecente zoutafzettingen in de warm-aride en semi- aride gebieden.

Voorzitter van de Academie

Bij koninklijk besluit van 10 februari 1994 werd de H. R. Leenaerts, lid van de Klasse voor Technische Wetenschappen, tot Voorzitter van de Academie voor 1994 benoemd.

Bestuurscommissie

Bij ministerieel besluit van 3 februari 1994, werd de H. G. Stoops tot lid van de Bestuurscommissie van de Academie benoemd en dit voor een mandaat van driejaar, met ingang van 1 januari 1994.

Erelidmaatschap Bij koninklijk besluit van 4 februari 1994,

Werd bevorderd tot erewerkend lid : De H. M. Reynders.

Bij ministerieel besluit van 31 januari 1994,

Werden bevorderd to t eregeassocieerde leden : De HH. J. Bolyn, R. Dudal en R. Marsboom.

Werden bevorderd to t erecorresponderende leden : De HH. M. Bose, F. Gatti, J. Rioux, C. Subramanian en A. Van Wambeke.

Croissance, maturation osseuse et performance physique des enfants zaïrois de Bunia âgés de 6 à 20 ans

À la séance du 14 décembre 1993, M. Ch. Susanne a présenté un mémoire de M. Nkiama Ekisawa, intitulé comme ci-dessus.

Le rapport de M. Vis sur ce travail, appuyé par l’avis de M. Ch. Susanne, a été communiqué à la Classe le 22 février 1994.

Après avoir entendu le rapport de M. I. Beghin, la Classe décide la publi­

cation de ce travail, sous forme résumée et illustré de quelques graphiques, dans le Bulletin des Séances.

Concours annuel 1996

La Classe arrête comme suit les textes des troisième et quatrième questions du concours annuel 1996 :

Troisième question : On demande une étude expérimentale sur les parasites de l’homme et/ ou des animaux en milieu tropical.

Quatrième question : On demande une étude sur la genèse et la caractérisation de dépôts salins récents et subrécents dans les régions arides chaudes et semi-arides.

Président de l’Académie

Par arrêté royal du 10 février 1994, M. R. Leenaerts, membre de la Classe des Sciences techniques, est nommé Président de l’Académie pour 1994.

Commission administrative

Par arrêté ministériel du 3 février 1994, M. G. Stoops est nommé membre de la Commission administrative de l’Académie pour un mandat de trois ans à partir du 1er janvier 1994.

Honorariat Par arrêté royal du 4 février 1994,

A été p ro m u m em bre titulaire honoraire : M. M. Reynders.

Par arrêté ministériel du 31 janvier 1994,

Ont été p ro m u s m em bres associés honoraires : MM. J. Bolyn, R. Dudal et R. Marsboom.

Ont été p ro m u s m em bres correspondants honoraires : MM. M. Bose, F. Gatti, J. Rioux, C. Subramanian et A. Van Wambeke.

— 238 —

«Aquatic Ecosystems — Ecology, Conservation and Management»

De «Southern African Society of Aquatic Scientists» organiseert van 13 tot 16 juli 1994 zijn jaarlijkse conferentie over het thema «Aquatic Ecosystems — Ecology, Conservation and Management». Deze Conferentie zal op het «SAB Institute for Coastal Research» van de Universiteit van Port Elizabeth (Zuid- Afrika) plaatsvinden.

Inlichtingen en inschrijvingen : Dr. Eileen Campbell Congress Secretariat

SAB Institute for Coastal Research Botany Department

University of Port Elizabeth

P.O. Box 1600, Port Elizabeth 6000 (South Africa) Tel. (041)5042397 — Fax (041)532317

Internationaal Colloquium

«Invasive Mycoses in AIDS Patients»

Het Prins Leopold Instituut voor Tropische Geneeskunde organiseert te Antwerpen op 8 en 9 december 1994 het 36ste Internationaal Colloquium over het thema «Invasive Mycoses in AIDS Patients».

Inlichtingen en inschrijvingen : Mej. D. Van Melle

Instituut voor Tropische Geneeskunde Nationalestraat 155

2000 Antwerpen

Tel. (03)247 62 06. — Fax (03)216 14 31.

«Water as a Limiting Resource : Conservation and Management»

Het «XXVI Congress of the International Association of Theoretical and Applied Limnology», dat aan het thema «Water as a Limiting Resource : Conservation and Management» gewijd is, zal in Sâo Paulo (Brazilië) van 23 tot 29 juli 1995 plaatsvinden.

Inlichtingen en inschrijvingen : R. Henry

General Secretary

University of Sâo Paulo State — UNESP

Dept, of Zoology — Institute of Biosciences, C.P 502 CEP 18618-000 — Botucatu — SP, Brazil.

«Aquatic Ecosystems — Ecology, Conservation and Management»

La «Southern African Society of Aquatic Scientists» organise du 13 au 16 juillet 1994 sa conférence annuelle sur le thème «Aquatic Ecosystems — Ecology, Conservation and Management». Cette conférence aura lieu au «SAB Institute for Coastal Research» à l’Université de Port Elizabeth (Afrique du Sud).

Informations et inscriptions : Dr. Eileen Campbell Congress Secretariat

SAB Institute for Coastal Research Botany Department

University of Port Elizabeth

P.O. Box 1600, Port Elizabeth 6000 (South Africa) Tél. (041)5042397 — Fax (041)532317

Colloque international

«Invasive Mycoses in AIDS Patients»

L’Institut de Médecine tropicale Prince Léopold organise à Anvers les 8 et 9 décembre 1994, le 36e Colloque international sur le thème «Invasive Mycoses in AIDS Patients».

Renseignements et inscriptions : Mlle D. Van Melle

Institut de Médecine tropicale Nationalestraat 155

2000 Antwerpen

Tel. (03)247 62 06. — Fax (03)216 14 31.

«Water as a Limiting Resource : Conservation and Management»

Le «XXVI Congress of the International Association of Theoretical and Applied Limnology», consacré au thème «Water as a Limiting Resource : Conservation and Management», aura lieu à Sâo Paulo (Brésil) du 23 au 29 juillet 1995.

Renseignements et inscriptions : R. Henry

General Secretary

University of Sâo Paulo State — UNESP

Dept, of Zoology — Institute of Biosciences, C.P. 502 CEP 18618-000 — Botucatu — SP, Brazil.

— 240 —

«First African Fisheries Congress»

De «Fisheries Society of Africa» organiseert van 1 tot 5 augustus 1995 het

«First African Fisheries Congress» in het «Kenyatta International Conference Centre» te Nairobi (Kenya).

Inlichtingen en inschrijvingen : The Chairman

Local Organizing Committee First African Fisheries Congress P.O. Box 81 651

Mombasa (Kenya)

Tel. (011)475 570. — Fax : (011)477 215.

De zitting wordt om 17 h 00 geheven.

«First African Fisheries Congress»

La «Fisheries Society of Africa» organise du 1er au 5 août 1995 le «First African Fisheries Congress» au «Kenyatta International Conference Centre»

à Nairobi (Kenya).

Renseignements et inscriptions : The Chairman

Local Organizing Committee First African Fisheries Congress P.O. Box 81 651

Mombasa (Kenya)

Tél. (011)475 570. — Fax : (011)477 215.

La séance est levée à 17 h 00.

Bull. Séanc. Acad. r. Sci. Outre-Mer Meded. Zitt. K. Acad, overzeese Wet.

40 ( 1994-2) : 243-270 ( 1995)

Een halve eeuw tropische geneeskunde *

door

P. G . J a n s s e n s **

TR E F W O O R D E N . — «Tropical Diseases Research» ; Tropische geneeskunde ; Wereld­

gezondheidsorganisatie.

Sa m e n v a t t i n g. — De wisseling van de jaren dertig-veertig heeft de aanvangsperiode van de tropische geneeskunde afgesloten. De bestrijding van de endemische ziekten en de uitbouw van de medische en hygiënische voorzieningen ten behoeve van de inlandse bevolking was op kruissnelheid. Dit was mogelijk dank zij een bekwaam medisch corps, betrouwbare diagnostische technieken en een doeltreffende chemo- therapeutica. Wereldoorlog 11 bezorgde, als een zeldzaam voordeel, een aantal nieuwe zeer werkzame geneesmiddelen en pesticiden. Er volgde bovendien een grondige ver­

andering in de beleidsopties die voortaan steunden op programmatie en planning, wat een nieuwe bloeiperiode inluidde. De Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) speelde hierbij een zeer nuttige rol. In de jaren zestig begint een terugval gebonden aan politieke ontwikkelingen en aan een onzekere aanpak in de overschakeling naar coöperatie die vooral gericht was op het in werking houden van het bestaande. Deze aanpak heeft ten slotte schipbreuk geleden, zonder duidelijke nieuwe opties in het licht te brengen.

De evolutie van de aanwinsten in de moleculaire biologie, immunologie, genetica, epidemiologie en in diverse disciplines (bacteriologie, entomologie, helminthologie, mycologie, protozoölogie, virologie) die het huidige beeld van de tropische geneeskunde bepalen, zullen worden besproken.

R é s u m é . — Un demi-siècle de médecine tropicale. La charnière des années trente et quarante marque la fin de la période initiale de la médecine tropicale. Elle a été caractérisée par la mise sur pied de la lutte contre les grandes endémies, la mise en place et le développement des services médicaux et d ’hygiène en faveur des populations autochtones. Cette évolution aura été rendue possible par la présence d ’un corps médical compétent, l’existence de techniques de diagnostic fiables et de traitements chimiothérapeutiques efficaces. La seconde guerre mondiale a apporté au moins un bénéfice, à savoir la découverte de médicaments et pesticides nouveaux et très actifs.

Elle a été suivie en outre par un changement fondamental dans la gestion qui s’appuyera désormais davantage sur la planification et la programmation, ce qui annonçait un nouvel essor. L’Organisation mondiale de la Santé (OMS) a joué dans ce domaine

* Lezing gehouden tijdens de zitting van de Klasse voor Natuur- en Geneeskundige Weten­

schappen van 22 m aart 1994. Tekst ontvangen op 22 m aart 1994.

** Erewerkend lid van de Academie. «Sparrenkrans», Vogelsanck 12, B-2970 ’s Gravenwezel (België).

un rôle très stimulant. Les événements politiques des années soixante ont marqué le début d ’un déclin et la mise en activité d ’une coopération hésitante et axée trop ex­

clusivement sur une suppléance visant à maintenir en activité les programmes existants.

Cette politique s’est soldée par un échec, et n ’a pas pu fournir des éléments utiles à un réajustement des objectifs. L’évolution des progrès très conséquents en biologie moléculaire, immunologie, génétique, épidémiologie et dans les diverses disciplines qui déterminent l’image actuelle de la médecine tropicale : bactériologie, entomologie, helminthologie, mycologie, protozoologie, virologie, sera évoquée.

S u m m a r y . — H a lf a century o f tropical medicine. — The turning point of the thirties and forties marks the end of the initial period of tropical medicine. The fight against endemic diseases and the setting up of medical and hygienic services to serve the native population had reached their cruising speed. A competent medical staff, reliable diagnosis techniques and efficient chemotherapies made this progress possible.

World War II brought about a rare benefit, i.e. the discovery of new and very active medicines and pesticides. It was followed by a fundamental change in management which, from then on, would rely on planning and programming, heralding a flourishing new period. The World Health Organization (WHO) played a very useful role in this change. In the sixties the situation started to lose ground as a result of political develop­

ments and of an unsure approach to the change towards cooperation based mainly on maintaining existing programmes. This policy ended in failure and was unable to provide new clear alternatives. The evolution of im portant progress in molecular biology, immunology, genetics, epidemiology and the different disciplines which deter­

mine the current image of tropical medicine, i.e. bacteriology, entomology, helmin­

thology, mycology, protozoology, virology are discussed.

* **

Tropische geneeskunde is een bijprodukt van de kolonisatie. De grondleggers van de koloniale gezondheidsdienst hebben dit beleid dermate ten goede van de bevolking ontwikkeld dat de koloniale geneeskunde positief werd beoordeeld.

Doch tropische geneeskunde omvat tenslotte slechts een gering aantal echte

«tropische» ziekten. Om dit terrein beter af te bakenen werd gezocht naar meer passende woorden zoals uitheem se of exotische ziekten en geografische pathologie. Deze terminologie bleek zeer nuttig wanneer in de dekolonisa- tieperiode, ook en misschien vooral in de westerse landen, tropische genees­

kunde het odium moest delen van de uitdrukking «koloniaal».

Sedertdien heeft tropische geneeskunde haar waardigheid terug verworven, o.m. dank zij de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) en haar programma

«Tropical Diseases Research» (TDR), die de tropische medische wetenschap opnieuw haar rechtmatige plaats in de hoofdstromingen van de medische wetenschap en in de noodzakelijke aanpassing aan de nieuwe toestanden hebben toegekend. Haar traditie van wetenschappelijk onderzoek, van een gemeenschap-gerichte aanpak met grote aandacht voor de zwakste schakels en van haar leidende rol en ondervinding op het gebied der overdraagbare en voedingsziekten heeft het belang van haar medewerking doen uitschijnen.

— 245 —

Aldus werd de succesvolle pokkeneradicatie in ruime mate in de hand gewerkt door het inschakelen van artsen met tropische ervaring en vertrouwd met het uitvoeren van vaccinatie-campagnes op grote schaal. Deze bijdrage tot het doen accepteren door de betrokkenen en een efficiënte uitvoering in de moeilijkste omstandigheden hadden voor gevolg dat het laatste geval van pokken werd geregistreerd in 1978 !

Gedurende deze halve eeuw heeft de tropische geneeskunde een belangrijke evolutie ondergaan, aansluitend bij de algemene evolutie van de medische wetenschap op de vele gebieden die haar opdracht doorkruisen : moleculaire biologie, immunologie, genetica. Sommige verwekkers van haar pathologieën zijn unicellulaire eucaryoten die handige modellen zijn voor de studie van de celstructuur, van de organellen, van de celwand en zijn aanhangsels, van de oppervlakkige en somatische antigenen en dergelijke meer. Deze aanwinsten hebben eveneens een nuttige invloed gehad op de moleculaire farmacologie en op het verkennen van de resistentie. Vele grondproblemen van de algemene pathologie, o.m. koorts, eosinofilie, anemie, voedingsstoffen en voedingsge­

woonten, zijn eveneens fundamentele problemen in de tropische pathologie.

Een overzicht in vogelvlucht van de veranderingen die zich hebben voorgedaan gedurende deze periode is, mij dunkt, zeer leerrijk.

De bloedcellen

De erytrocyten werden in eerste instantie beoordeeld op hun morfologisch uitzicht na May-Grunwald-Giemsa-kleuring en op hun normaalwaarden : aantal, hemoglobinegehalte, MCV, bloedbezinking, aanwezigheid van para­

sieten (plasmodia, babesia). Deze schijfvormige biconcave bloedcellen zonder kern, ribosomen, nucleotiden, leven gemiddeld 120 dagen gedurende dewelke zij enorme afstanden afleggen in het bloedvatenstelsel. Deze beweeglijkheid kan afgeremd worden door vormveranderingen zoals spherocytose. Zo hun morfologie beter bekend is dank zij de elektronenmicroscopie, zijn hun func­

tionele eigenschappen het eveneens op grond van biochemische analyse. Deze vinden hun oorsprong in genetische informatie. Dit is het geval voor de G6PD- deficiëntie, waarvan het gen gelegen is op de X-chromosoom en aldus vooral voorkomt bij het mannelijk geslacht, die hemolytische crisissen veroorzaakt na inname van oxyderende stoffen zoals sommige bonen, sulfamiden, sulfonen, primaquine.

De hemoglobine is wat de samenstelling van de 4 polypeptide kernen van de globine betreft, eveneens genetisch gecodeerd. De 3 fysiologische A, A2, F bestaan alle drie uit twee paar alpha-ketens en respectievelijk uit twee paar beta-, gamma- of deltaketens. Er bestaan meer dan een 100-tal hemoglobines ; ook zij staan onder een dubbele genetische controle : een structurele, die de kwaliteit, en een regulerende, die de kwantiteit bepaalt. Onder de structurele

hemoglobinosen kan men de S, D, E, M als de bijzonderste vermelden, met als belangrijkste de HbS bij wie in de beta-kern glutamine wordt vervangen door valine. In zijn homozygote vorm is zij de oorzaak van de sikkelcelziekte of drepanocytose gekenmerkt door chronische hemolytische anemie en aan­

vallen van infarcten in milt, nieren, gewrichten en botten die zeer pijnlijk zijn.

De thalassemie is een andere erfelijk bepaalde kwantitatieve afwijking met sterk vertraagde of afwezige aanmaak van een globineketen. Het aangetaste type : alpha, beta, gamma, delta bepaalt de naam van de thalassemie, waar­

onder de eerste twee en vooral de beta-thalassemie belangrijk zijn. Dit is een cosmopolitische aandoening, vooral frequent in het Middellandse-Zeegebied en Zuidoost-Azië en sporadisch in Zwart Afrika, waar de alpha-afwijkingen talrijker zijn (15-20%). Aldaar wordt het deficit in HbA gecompenseerd door HbA2 en HbF ; deze laatste kan voor 100% aanwezig zijn bij beta-homo- zygoten. Naarmate de ernst van de afwijking spreekt men van een major- of minor-type. De m ajor beta-thalassemie of ziekte van Cooley is het prototype van deze aandoeningen.

De membraan van de rode bloedcel is eveneens grondiger gekend dank zij de elektronenmicroscopie en de biochemie. Haar selectieve permeabiliteit, kanaalsystemen, zakjes, blaasjes zijn zeer belangrijke nieuwe elementen.

De aard van de mononucleairen en granulocyten, waarvan de morfologische differentiëring vaststaat sinds de kleuringsmethode van Ehrlich, waardoor hun onderling verband en betekenis werden toegelicht, is zeer nuttig. In deze context werd de lymfocyt een rol van «assepoester» toegeschreven. Inmiddels is het duidelijk geworden dat het in feite gaat om een complex lym focytair systeem , morfologisch niet te onderscheiden, waarvan de B-cellen gebonden zijn aan lymphoïd-weefsels equivalent aan de Bursa Fabricius van de kip en de T-cellen die voor hun maturatie thymus-gebonden zijn. Beide spelen een belangrijke rol in de cellulaire immunologie. De T-cellen zijn op hun beurt onderverdeeld in Tc of cytotoxische dodercellen, Th of helpercellen, Ts of suppressorcellen en de reeks gaat verder. De monocyten hebben, behalve hun fagocytaire rol, een lymfocyten-activerende rol bij het aanbieden van antigenen aan T-cellen ; zij komen ook tussen bij interleukine en TNF-activiteit en produceren tevens schadelijke zuurstof-radicalen.

De eosinofielen zijn, bij aanwezigheid van worminfecties, duidelijk verhoogd in aantal onder controle van T-cellen en mediatoren, die misschien bepalend zijn voor het parallellisme met het IgE-gehalte. Eosinofielen zijn aanvalcellen en kunnen geactiveerd worden, o.m. door wormsecreties. De hierop volgende degranulatie van de korrels rijk aan enzymen en aan andere componenten kan immuuncomplexen doen ontstaan ter hoogte van de celmembraan. Deze is drager van receptoren voor IgG-, IgE- en C3-fragmenten. Sommige afschei- dingsprodukten van de eosinofielen zijn dodelijk voor parasieten.

Basojielen en de zeer heterogene mestcellen-populaties zijn, respectievelijk in het bloed en de weefsels, korrelrijke cellen die receptoren dragen o.m. voor

— 247 —

het IgE. Hun binding met antigenen leidt tot degranuleren met vrijkomen van enzymen, histamine, serotonine en een bloedplaatjes activerende factor.

Zij spelen een rol bij overgevoeligheidsreacties en bij inflammatoire en fibro- tische reacties.

Neutrofielen bezitten receptoren voor IgG en C3b en kunnen zich aldus door brugvorming met antistoffen of complementderivaten vastzetten aan het oppervlak van parasieten ; dit membraansignaal beïnvloedt het celmetabolisme.

Bij degranulatie geven zij sterk oxydatieve metabolen vrij.

Bloedplaatjes worden eveneens geactiveerd door parasieten, door eosino- fielen, neutrofielen en sommige mestcellen. Zij scheiden dan produkten af die tussenkomen bij de weefselreacties. Zij spelen een rol bij het ontstaan van antiparasitaire beschermende immuniteit. Op hun aggregatie of adherentie volgt de welgekende afscheiding van factoren die de vasculaire permeabiliteit verhogen en het complement activeren met als gevolg het aantrekken van neutrofielen en andere leucocyten.

Bacteriologie

Een halve eeuw terug was men ervan overtuigd dat alle bacteriële ziekte­

verwekkers gekend waren. Nieuwere cultuurtechnieken, doch voornamelijk serologische analysetechnieken, hebben deze zekerheid doen wankelen. Goede voorbeelden zijn de snelle vermenigvuldiging van de serotypes onder de sal­

monella’s, een nochtans morfologisch en biochemisch vrij homogene groep, en het ontdekken van serogroepen bij Escherichia coli met duidelijk verschil­

lende pathogene varianten : enteropathogene EPEC, enteroïnvasieve EIEC, enterohemorragische EHEC en enterotoxische ETEC.

De Vibrio cholerae en zijn biotypes, Ogawa, Inaba en Hikojima, zijn goed gekend. Zij tellen meer dan 130 «O» serogroepen met de klassieke epidemi­

sche 0 : 1 als prototype. Het biotype El Tor werd algemeen aangezien als niet pathogeen. Deze opinie werd betwistbaar wanneer El Tor, in 1938, plots op Celebes (nu Sulawesi) als verwekker werd gevonden van een kleine lokale epidemie. Deze begrenzing werd doorbroken in 1961 en El Tor begint aan een pandemische uitbreiding waardoor cholera zich waarschijnlijk definitief endemisch heeft gevestigd in Afrika en nadien in Zuid-Amerika. Een nieuwe variant is verschenen in 1992 te Madras, Calcutta en in Bangladesh onder epidemische vorm (> 10 000 gevallen) en verspreidt zich snel. De symptomen zijn deze van de 0 : 1, doch de vibrio wordt door geen enkele van de 138 serotypes geagglutineerd. Deze O : 139 verspreidt zich in dit gebied van de 0 : 1 , hetgeen wijst op een andere aard. Importgevallen van O : 139 werden reeds vastgesteld in Estonië, Duitsland en de U.S.A. en zijn inderdaad resistent aan furazolidone, tetracyclines, cotrimoxazole. Is dit het begin van een nieuwe pandemie? Het antwoord kan tijd vergen. Bovendien groeit de belangstelling

voor de pathogene rol van de niet agglutineerbare N G A vibrio's, o.m. in schaaldieren, b.v. Vibrio vulnificus in oesters.

Als darmbesmetters kwamen de vroeger onbekende Yersinia enterocolitica, een enterobacteriacea, Helicobacter p ylo ri en Cam pylobacter coli zich aan­

melden. Oud bekenden zoals Listeria m onocytogenes komen af en toe plots

melden. Oud bekenden zoals Listeria m onocytogenes komen af en toe plots

In document MEDEDELINGEN DER ZITTINGEN (pagina 140-175)