• No results found

Men verwerpt dikwijls godsdienst en zedekunde, eer men de betekenis dezer waarden regt verstaat. Men vindt in de meeste huizen de schoonst gewerkte fortepiano's141

,

doch slechts zelden diegenen, welke dezelven bespelen kunnen. Men doet op vele

scholen de dochter des handwerkers dezelfde opvoeding als die van den rijken

koopman genieten, en doet dus bij (haar) de eerste behoeften ontwaken welker

voldoening zij nooit verlangen kan. Men wil zich eindelijk tot eene beschaving

verheffen voor dewelke de behoorlijke vatbaarheid nog niet daar is. Men zoekt

vergeefs de vervulling dier droomen van voorspoed en geluk, welke men zich na de

vernietiging der Fransche heerschappij voorgesteld had en vergeet, dat de rijkdom

eens door eenen bijzonderen en verboden handel herwaards gevoerd niet met

algemeene welvaart en geluk bestaanbaar is. Als volk blijft Pruissen nog steeds

belangrijk voor Europa en als scheidsmuur tusschen Frankrijk en Rusland belet

hetzelve de terugkering van het eens reeds beleefde tijdpunt, waarin twee ontzettende

monarchiën geheel Europa onder hun magt beheerschten en onder hunne wapenen

ten strijde deden trekken.

Eindnoten:

108 Bij de tweede deling van Polen (1793) kwam Danzig aan Pruisen. In 1807 (25 mei) moest de commandant Kalckreuth het zwaar belaagde Danzig overgeven aan de Franse maarschalk Lefebure (sedert dien hertog van Danzig). Danzig werd een ‘vrije stad’ met Franse bezetting. Op 30 december 1813 gaf het Franse garnizoen zich over aan de Pruisen. Bij de slotacte van het Congres van Weenen (9 juni 1815) werd Danzig bij Pruisen gevoegd.

109 Q. Horatius Flaccus (65 v. Chr.-8 v. Chr.) Romeins lierdichter. Hij bracht de Griekse maten over op Latijnse bodem.

110 Augustus I of Sigismund II Augustus van Polen (geb. 1520, reg. 1548-1572); onder hem bereikte Polen zijn grootste uitgestrektheid en zijn hoogste bloei.

111 Actaeon, groot minnaar van de jacht, waarvoor hij 50 honden bezat. Hij bespiedde de godin Artemis (Diana) toen zij in het dal Gargaphia bij Plataeae baadde. De godin veranderde hem tot straf in een hert en als zodanig werd hij door zijn eigen honden verscheurd.

112 Vrede van Oliva in 1660 gesloten tot beëindiging van de Zweeds-Poolse oorlog (1655-1660). Karel X van Zweden drong Polen binnen, maar dwong bij het verdrag van Königsberg ook de keurvorst van Brandenburg het hertogdom Pruisen als een leen van Zweden te aanvaarden. Bij de vrede van Oliva moesten echter én Polen én Zweden de souvereiniteit van Pruisen erkennen. 113 De Cachouben, bedoeld worden de Kaschuben of Kasjoeben, een West-Slavische stam, die een gebied bewoonde, dat zich uitstrekte van de Oostzeekust bij Danzig tot links van de Weichsel.

naar Leiden geroepen voor universitair werk. In septemebr 1797 hield hij als buitengewoon Hoogleraar in de Vaderlandse Taal- en Letterkunde zijn oratie Over het openbaar onderwijs in

de Nederduitsche Welsprekendheid. In 1804 verscheen zijn verhandeling: Over den invloed der welluidendheid op de spelling. In 1810 verscheen zijn bekroonde: Betoog van den rijkdom en de voortreffelijkheid der Nederlandsche taal, en opgave der middelen, om de toenemende verbastering van dezelve tegen te gaan.

120 James Thomson (1700-1748). Engels dichter, beroemd geworden door zijn cyclus in blank verse: The Seasons (1726-1730); waarin natuurbeschrijvingen, meditaties enz.

121 Vermoedelijk spelen hier verschillende begrippen door elkaar, nl. een gedachte aan het lyrische gedicht der oudste dichteres (Sappho, de sapphische versmaat) en aan het zgn. onzedelijke leven van Sappho.

122 Nicolaus Copernicus (1473-1543), rechtsgeleerde, medicus en astronoom. Zijn beroemde werk:

De revolutionibus orbium coelestium werd pas kort voor zijn dood in druk gegeven, al was het

reeds in 1507 zo goed als klaar. Hierin zette hij uiteen hoe niet de aarde, maar de zon het middelpunt van 't heelal vormt. In 1616 werd dit boek op de index geplaatst.

123 Hubert Cornelisz. Poot (1689-1733). Boerenzoon uit Abtswoude, hielp al vroeg mee op het land, oefende zich in zijn vrije tijd in rekenen, lezen en schrijven. In 1716 gaf hij zijn eerste dichtbundel: Mengeldichten uit. In 1723 trok hij naar de stad, vestigde zich te Delft. Het stadsleven bracht hem tot drank en ongebondenheid, na een jaar keerde hij terug naar het land. Van zijn gedichten verscheen in 1727 een nieuwe uitgave, terwijl na zijn dood hierop een vervolg uitkwam.

124 Pieter Langendijk (1683-1756) wever van garen-damast en servetten naar eigen patronen, patroontekenaar, kantoorbediende en daarnaast toneelschrijver. In 1712 verscheen zijn Don

Quichot op de Bruiloft van Kamacho en de kluchtspelen: De Zwetser en Het Wederzijds Huwelijksbedrog. Langendijk vertaalde ook veel en schreef zelf nog enkele treurspelen. Zeer

beroemd werd zijn Quincampoix of de Windhandelaars, geschreven in het beruchte jaar van de windhandel 1720. Een ander stuk over hetzelfde onderwerp was: Arlequyn, Actionist. 125 De Doopsgezinden of Mennonieten stonden van oudsher een volkomen scheiding van Kerk en

Staat voor. Zij predikten een afgescheidenheid van de wereld, namen geen overheidsambten aan, legden geen eed af en weigerden in krijgsdienst te gaan. Dit alles bepaalde ook hun houding tegenover de machthebbers in de Franse tijd.

126 Zie noot 16.

127 De Muzen beminnen de beurtzang.

128 Giovanni Boccaccio (1313-1375). Humanist, dichter en proza-schrijver. Beroemd is zijn

Decamerone, een serie vertellingen, alle handelende over de liefde in welke vorm ook.

129 Theodor Körner: Die Gouvernante (1812); Der Vetter aus Bremen (1813).

130 Immanuel Kant (1724-1804) leefde in Königsberg. In 1781 verscheen zijn Kritik der reinen

Vernunft, later gevolgd door Kritik der praktischen Vernunft en Kritik der Urteilskraft. In deze

geschriften gaf hij zijn kennis-theoretische en -wijsgerige inzichten, zowel als zijn zedeleer, zijn theologische en aesthetische inzichten.

131 J. Heinrich Schönherr (1771-1826) studeerde rechten en philosophie in Königsberg. Kant kon hem niet bevredigen, hij meende dat deze hem geen positieve conclusies kon geven. Hij studeerde achtereenvolgens in Greifswald, Rostock, Rintelen en Leipzig. In Rintelen zag hij als door inspiratie of door een vizioen de grondbeginselen van zijn philosophie voor zijn ogen oprijzen. Hij voelde zich profeet. Hij verklaarde dat het principe van alle zijn (Elohim) gevormd wordt

omstandigheden naar Königsberg verhuisd; 1820 terug in het professoraat in Halle. In Halle en Königsberg was Vater tevens bibliothecaris van de Universiteitsbibliotheek. Vater was theoloog, Hebraïcus en algemeen taalkundige, zo gaf hij in 1807 uit: Praktische Grammatiek der

Russischen Sprache.

134 Albrecht van Brandenburch-Ansbach (1490-1568) in 1512 grootmeester van de Duitse Orde, ging over tot het Protestantisme en herschiep het gebied van de Orde tot het wereldlijk hertogdom Pruisen; hij was van 1528-1568 hertog van Pruisen. Hij stichtte in 1544 de universiteit van Königsberg.

135 Sedert 1774 was Wasianski particulier secretaris van Kant. In 1794 nam hij ook de leiding van het huishouden op zich.

136 Willem Frederik George Lodewijk van Oranje-Nassau (koning Willem II) (1792-1849). Hij huwde in 1816 Anna Paulowna, dochter van wijlen Tsaar Paul I van Rusland. De Prins van Oranje ging, nadat in 1815 het huwelijkscontract was opgesteld, in 1816 naar Petersburg, waar het huwelijk met grote feesten gevierd werd. Het jonge paar bleef een half jaar in Rusland en ondernam toen de reis naar Nederland, op 16 september werd de terugkeer en tegelijkertijd de intocht met een feest te 's-Gravenhage gevierd.

137 Jan Luyken of Luycken (1649-1712). Opgeleid voor de schilderkunst ging Luyken al spoedig over tot het etsen van prenten voor de boekhandel. Zijn etsen kregen grote vermaardheid, het beroemdst werden zijn bijbelse prenten. Luyken, die ook schreef en dichtte, kwam onder invloed van Jacob Boehme en Antoinette Bourignon, waardoor zijn gedichten een mystiek-piëtistische inslag kregen.

138 De vrede van Tilsit in juli 1807 gesloten tussen keizer Napoleon en tsaar Alexander I. Rusland erkende het hertogdom Warschau, samengesteld uit Pruisische gebieden geregeerd door de koning van Saksen. Danzig werd een vrije stad met Frans garnizoen.

139 Zie noot 96.

140 De Zevenjarige oorlog 1756-1763 werd gevoerd door Oostenrijk (Maria Theresia), het Duitse Rijk (met uitzondering van Hannover, Hessen, Braunschweig, die Pruisen trouw bleven), Rusland, Frankrijk en Zweden tegen Pruisen (Frederik II de Grote) dat gesteund werd door Engeland.

141 Forte-piano, oude benaming voor piano, in de betekenis van een instrument dat harde en zachte klanken voortbrengt.