• No results found

Vermeld duidelijk bij het artikel dat het om een allegorie gaat, zodat de lezer weet dat de allegorie zelf fictie is en iets vertelt over daadwerkelijke feiten.

In document Geschreven schaduw (pagina 36-38)

Bovenstaand stappenplan is bedacht op de analytische manier. Naast de analytische manier om een allegorie te bedenken, kan dit ook spontaan en door inspiratie van buitenaf gebeuren. Bij de

36

Reflectieonderzoek

Met het zweet al op haar voorhoofd zet ze de helm op. Nog even denkt ze aan de instructies, die aan de kant een stuk simpeler klonken dan nu op het moment suprême. Het begint haar een beetje te duizelen. In haar achterhoofd hoort ze het een vriendin nog zeggen: “Je moet er ook van genieten. Ik kijk altijd met veel plezier terug op mijn ritje.” Anderen waren halverwege al kotsend uitgestapt of hadden de eindlijn wel gehaald, maar met de tranen nog steeds in hun ogen. Even zucht ze. Het komt wel goed, houdt ze zichzelf voor. Voorzichtig drukt ze het gaspedaal in, niet te hard, even zien hoe dit werkt. Een kleine glimlach verschijnt, haar handen houden het stuur nog wat steviger vast, ze heeft het onder controle. Sierlijk rijdt ze haar eerste rondje, netjes volgens de regels. Dan kijkt ze omhoog, op de klok. O, help. Haar rechtervoet maakt een directe beweging naar beneden, de wind waait langs haar helm en even voelt het alsof ze de controle verliest, maar dan houdt ze zich stevig vast aan het stuur en rijdt ze soepel door de bochten. Meestal dan, soms komt er een hoekige of ongelukkige bocht aan te pas, maar het autootje blijft rijden. Met een laatste sprint haalt ze de finish, kijkt op de klok en glimlacht: op tijd. Achter haar ziet ze de rem- en rijsporen van de gereden race en denkt ze: op wat botsingen tegen de rand aan en een slippertje hier en daar, was het een bijzondere rit.

Bovenstaande allegorie laat het proces van mijn ‘scriptie-ritje’ zien. Het autootje blijft rijden. En dat deed hij. Ook wanneer niet helemaal duidelijk was welke kant het verstandigst was of de benzine bijna op was. Wanneer ik met studiegenootjes sprak over de voortgang van de scriptie herkende iedereen het gevoel van de dood of de gladiolen. Stug doorgaan en hopen dat het genoeg is. Dit is een gevoel dat me van de afgelopen tijd erg bijgebleven is én een gevoel waar ik een les uit getrokken heb.

Lange tijd heb ik het ontkend, maar ook ik ben een perfectionist. Dat maakt dat ik dingen waarover ik iets zeg tot op de bodem wil uitzoeken. Over het algemeen een goede eigenschap voor een

journalist, maar niet handig wanneer er veel uitgezocht moet worden in een relatief korte tijd. In het begin las ik dan ook het liefst hele onderzoeken door om er zeker van te zijn dat ik echt alles precies begrepen had. Al snel voelde ik de weken wegtikken en wist ik dat het anders moest. Het moest sneller. Daarnaast kon ik het niet alleen en moest ik anderen om hulp vragen. Een eigenschap die me niet als gegoten zit. Ik vroeg mensen of ze mee wilden kijken naar allegorieën en vroeg op twee Facebookgroepen om hulp. Iets wat ik stiekem aardig spannend vond, bang dat er een journalistieke discussie over dat fictie en feiten niet samengaan zou gaan losbarsten. Dat ging goed en het leverde me uiteindelijk drie goede voorbeelden op. Dat gaf me lucht. Iets wat namelijk het meeste tegenviel bij het uitvoeren van dit onderzoek was het vinden van goede voorbeelden. Daar komt een volgend leerpunt in naar voren: realistische uitdagingen aangaan.

Aan het begin van mijn onderzoek was ik er van overtuigd dat het vinden van ‘die allegorieën’ wel goed moest komen. Bleek dat even anders. Achteraf gezien had ik aan dit onderdeel meer aandacht mogen besteden in mijn plan van aanpak. Het interviewen van journalisten die een allegorie

geschreven hebben, is een belangrijk onderdeel in mijn onderzoek. Ik had eerst moeten kijken of het realistisch was hier genoeg mensen over te spreken. Uiteindelijk ben ik veel tijd kwijt geweest met het zoeken van goede voorbeelden, tijd die ik wellicht beter had kunnen besteden. Een les die ik zeker meeneem in mijn journalistieke leven.

Verrassend genoeg ben ik toch tevreden met mijn gekozen onderwerp. Het was niet het makkelijkste onderwerp, maar wel een onderwerp dat mij aan het denken heeft gezet. Ik vond het inspirerend om met journalisten te spreken over hun artikel. Mooi om te horen hoe zij bepaalde keuzes hebben gemaakt en de feiten altijd het belangrijkste vinden. Iets waarvan ik aan het begin niet had verwacht dat het zo’n belangrijk onderdeel zou zijn van een journalistiek allegorisch verhaal.

37

Over mijn onderzoeksresultaat is een publicatie verschenen op Medium (zie bijlage 7). Dit heb ik via LinkedIn gedeeld met journalistieke collega’s. Veel van hen reageerden dat ze dit een verfrissende manier van journalistiek vinden, een manier die ze bovendien allemaal nog niet kenden.

Verschillende experts hebben laten weten interesse te hebben in dit onderzoek.

Wetenschapsjournalist Jop de Vrieze, wetenschapsjournaliste Icona Smeets en assistent professor Gudrun Reijnierse ontvangen graag een exemplaar van het afgeronde onderzoek. Villamedia heeft daarnaast interesse getoond, maar aangezien het zomernummer al vol is, komen ze hier later op terug. Vanuit experts, collega’s en media wordt dus interesse getoond in het resultaat van dit onderzoek.

In document Geschreven schaduw (pagina 36-38)