• No results found

De Verloren Zoon

In document SHELF NUMBER MICROFORM: (pagina 60-69)

Hendrik's brief voldeed niet aan 't geen ze er van verwacht had. Het was de tweede, dien ze sedert haar aankomst in Indië ontving. Ze hadden afgesproken elkander niet zoo heel dikwijls. te schrijven. Hij zou haar geregeld, om de veertIen dagen, met de Fransche mail, van zich doen hooren en ze zou hem met de Duitsche ant-woorden.

Na een paar banale begin-woorden, schreef hij:

, En nu over iets heel ernstigs. Jack is terug ... c

Gonne huiverde en keek angstig om zich heen.

als verwachtte ze den verloren zoon, bij zich in de voorgalerij, te zien.

, Voor een paar dagen kwam hij hier, in tame-lijk berooiden toestand, aan. Het verhaal, dat hij

1 IS

deed van zijn wedervaren, sedert hij Wageningen verliet, was zóó verward en blijkbaar zóó met onwaarheden vermengd, dat er niets uit op te maken viel.

• Hij scheen zeer ontroerd toen ik hem van den dood van je arme moeder vertelde en zei, niet zonder gevoel: • Is ik dat geweten had, zou ik een paar maanden eerder zijn terug gekomen, ik had de oude vrouw nog graag even de hand gedrukt.«

• Maar 't geen hij er op volgen liet. verzwakte wel enigszins de mate van mijn medelijden .

• En ik had den ouwen heer ook wel graag hier aangetroffen van w ge de duiten-quaestie· zoo bij een sterfgeval zijn de lui nog al ·week en goedgeefsch.«

De uitdrukking op Gonne's gelaat werd hard en bijna dreigend.

.Mijn arme Gonne,« dus had Hendrik zijn brief vervolgd, .het doet mij zielsleed je dit te moeten schrijven .... , mijn eerste opwelling was dan ook deze mededeeling aan je vader te doen, doch tijdens zijn verblijf alhier, toonde hij niet genoegzaam toenadering om mij thans te veroor-loven hem over zulke intieme familie- aangelegen-heden te spreken.

, Het is mogelijk verkeerd van mij, maar juist

116

het feit, dat je vader mij eenig zins uit de hoogte behandeld, maakt mij schroomvallig om met zulk slecht nieuws aan te komen.

, Het zou zoo iets van een triomf schijnen ....

, Begrijp-j dit, Gonne? f vind-j het laf van mij? Ik ben, in vele opzichten niet zoo st rk en niet zoo flink als jij. Jij ziet teeds j doel recht voor oogen n gaat er op af, het kost , wat het wil ...

.Doch om op Jack terug te komen .. . , zijn positie i all r- Uendig t; hij kwam hi r aan, zon-der én cent op zak en haast zonder kleer n.

Ook zag hij er slecht en "crmaererd uit. Hij wilde zoo :po dig mog lijk naar Indi" eraan en verzocht mij hem 't g ld voor de pas age t voorschieten.

, Nu, j kent den staat mijn r finantiën; uit eig n middelen zou ik hem het benoodigde niet kunn n verstrekken en dan ook ... hij is minder -jarig, hij mag geen verplichtingen aangaan.

, Ik weet wel. dat je ader een man van eer is en mij later het passag -geld zou hebben teruggegeven. . . maar toch aarzelde ik het te doen' te meer, daar ik niet weet of je vader zijn overkomst goed keurt. Wil-je hem nu vragen de Maatpij· .Nederland lof ,Lloyd« telegraphisch te machtigen hem passage te geven, of beter nog mij de machtiging te zenden. Ja, natuurlijk, anders

I 17

zouden wij 't toch niet weten. Ik ben toch in 't geheel geen zakenman' gelukkig voor later dat jij praktisch bent. Zelfs Liekie zou slimmer zijn geweest.

,Zeg aan je aardi<r mooi zusje, dat ze hier erg wordt gemist en dat er, door de Wageningsch jongelui, menige zucht aan haar adres wordt

opge-zonden.

, Moeder was heel blij met het portret, dat ze haar uit Lucern zond; ze vindt het net een fan-tasietje. Pas maar goed op haar, anders wordt ze nog eerder de bruid dan jij en dat zou schande zijn.

, Haar zotte invallen en vroolijke lach worden nog vaak door ons herdacht; ze was heusch al een zonnestraal in ons somber Ie en.

, En, jij mijn liefste, je waart als een stil ver-warmend haardvuur ....

,O! ja, maar Jack.

, Laten we nu dit afspreken.

, Als je vader t legraph ert • eerste, dan betee-kent dit, dat hij willens is Jack's pa sage Ie klasse te betalen i vindt hij 't beter dat hij 2e klasse reist, dan seint hij eenvoudig: I tweede,.

Doch is hij, om de een of andere reden, tegen zijn overkomst, verzoek hem dan: .Brief, te tele-grapheeren, dat wil dan zeggen, dat wij zijn brief

moeten afwachten. ~

118

• Ik zal wel zien het geld voor de passage en nog wat zakgeld, te krijgen. Jack zal hem dan wel opgeven, ho veel 't was, en hij zal mij dat wel per wi . I overmaken.

Jack zelf wil niet chrijven, ofschoon ik 't h~m

herhaaldelijk verzocht.

• Hij is vrij lastig en geeft zich atrs.

.Ik heb hem nu zoowat in de kleeren gestoken, maar lang niet fraai g noeg naar zijn zin.

.O! Gonne, het is zoo hard zoo ov r je eig n broer t mo t n spreken, maar je bent zelve te oprecht dan dat je iets ander dan de zuivere waarheid zoudt willen hooren.

.Jack zag er. bij aankomst. slecht uit maar moed r's versterkende kostj s hebben hem al heel wat opgeknapt n de Geldersch eieren hel-pen trouw mee.

I Je lieve, lan JUIst op den

hij wilde dien toch niet.

bri f uit Port· aïd kwam hier avonu van Jack's aankomst; absoluut lez n maar dat ging .Ik af hem wel het briefje van Liekie, met haar beschrijving van het reisgezelschap op de mailboot, dat moeder hartelijk lachen deed.

I Ik geloof dat moeder veel meer aan haar gehecht was dan ze zelve wist.

I Vr emd, twee zulk tegenstrijdige naturen, maar

119

Liekie's vroolijkheid deed moeder steeds prettig aan en deed haar heur zorgen vergeten. Ze zendt jelui beiden haar hartelijkste groeten, zoo ook Jack.

• Ik voeg er de mijne bij en nog iets .... een innigen kus voor mijn lief zacht meisje van

Haar eeuwig trouwen Henk, Jack terug!

God, dat ontbrak er nog aan. Nog me rellende ...

Gonne maakte er zich zelve een verwijt van, dat ze er zoo over dacht, dat er niet de minste vreugde, over zijn weder·opdagen in haar hart was. Maar och, ze kende hem zoo.,.. en dan ook; ze kon hem 't d el niet vergeven dat hij aan 't lijden hunner moeder had gehad.

Hij was een slechte zoon voor haar geweest en had haar, op alle manieren afgezet. en bedrogen.

Liekie kwam thuis, opgewonden·lachende' als altijd, enkel en alleen vervuld van haar eigen persoontje.

,Zoo vreeselijk leuk, Gon. Ik heb met Mary en haar broer getoerd, een aardigen man. Heele-maal niet jong, zeker wel 29, maar vreeselijk galant, kwam zoo pas van Bornëo, waar hij al een jaar of vier woont. Was dus verrukt van Batavia, dat hem een wereldstad voorkwam. We

120

zijn bij Versteegh geweest en hebben er heel gezellig op 't voorerf gezeten. 't Was er zalig-ik kon me niet begrijpen dat het nu, in Holland, winter is. Weet-je nog, hoe we verleden jaar. met Henk schaatsen hebben gereden?

• H', ik ben moe en zoo warm.

• Zou ik nog durven mandiën?»

.Nee Liekie, zeker niet, zoo laat op den avond.

Ik zou maar gauw naar bed gaan.»

.Ga jij ook al? ' nders blijf ik nog wat hier zitten. »

.Nee. ik blijf ook niet langer op .•

e Wat zeg-je dat weer op een toon zoo melan-coli k, zoo ouwe-juffers-achtig. Je bent tegenwoor-dig in een voortdurende stemming van lichtge-raaktheid en ... . je do t je altijd beleedigd voor.

Niemand doet je toch wat .•

Gonne zweeg, ze kon 't nu niet over zich ver-krijgen om met Liekie over Henk's brief en Jack's terugkomst te spreken. 't Onderwerp was nog te teer, ze moest 't eerst in eigen gedach-ten verwerken en dan ook.... Liekie was moe en 't zou haar toch zeker uit den slaap houden.

Meisjes van ] 7 jaar behoeven nog geen slape-looze, zorgvolle nachten te hebben.

Dat zij ze had, nu ja ....

Maar zoolang ze kon, zou ze haar zusje sparen.

12 I

Er was geen teederheid of liefde in dat voor-nemen, want Gonne koesterde noch 't een noch 't andere gevoel voor Liekie. Het was enkel het instinkt van oudere zor<Tende vrouw, die 't zwak-kere om zich heen, tegen de ruwe aanraking met 't noodlot bescherm n wilde. En Liekie was te zeer met zich zeh-e vervuld om op te letten, dat Gonne iets bizonders had.

Maar den volgenden ochtend aan 't ontbijt sprak ze er, in Liekie's bijzijn, met haar vader over heel kort en zakelijk.

cPapa, gi teren avond heb ik, met de Fransch mail, een bericht gek reg n, dat u noO" meer be-treft dan mij. Jack is nl. in Wageningen teru<Y-gekomen, denkende dat wij r nog met Mama woonden .•

-Jack terug,> juichte Lieki , zich blijkbaar niet herinnerende hoe ze steeds m t hem gekibbeld had en hoe weinig zij zich zijn verdwijnen had aangetrokken.

cHeb-je een brief van Jack zelf! Heeft hij j geschreven? vroeg meneer Roodhuyzen, ietwat geagiteerd.

cNee .... Hendrik de Berg schreef 't mij, Ol verzoek van Jack en tevens ....

Volgde de hoofd-inhoud van Henk's schrijven.

c Hm tamelijk praktisch van dien vriend van

je. . Is 't nu maar O'een wichtig-makerij van zijn kant is om een wit " etje bij jou, en zoodoende bij mij. te krij en.'

• Ni mand, die de mo it had genomen, Hen-drik te leeren kennen, zooals hij is, zou hem van zoo i ts verdenken" m rkte ze, scho der-ophalend, op. e Zeg nu zelf, Li kie. Is Henk er de man naar. om goed te zijn uit berek ning?

elk begrijp niet waaromj zoo'n drukte maakt,.

z i Lieki bedaard. e Henk heeft niets bizonders gedaan. Hij kon onz n armen Jack toch niet weg-jag n al een landlooper n hij is s cuur omtrent zijn c nt jes ook .•

c aarin heeft hij gelijk" gaf meneer Rood-huyzen to. eJa, 't be te is natuurlijk Jack over te laten komen. En welk klasse? Hm, wat d nk-jij, Gonne?»

eH'.. Papa,» viel Lieki in. ,Zoudt u er ov r denken om Jack. uw eigen zoon, tweede klasse te laten reizen, terwijl wij all maal eerste zijn

egaan ?,

, Ik zou st rk ,"oor lw ede zijn,» antwoordde Gonne, gewoon, al had z Liekie's uitval niet gehoord. ,Hij zal u toch genoeg kosten. e

e Waarom ben-jij toch zoo hard "oor j eenigen broer?» vroeg haar vader streng.

e Omdat ik hem ken. weet niet, hoe hij Mama

123

en ons, al die jaren, heeft afgezet. Mama vroeg u toch, al heel kort; nadat w bij de familie de Berg in huis woonden, om het geld voor ons pettszon direct aan mevrouw te zenden dat was alle n, omdat Jack Mama anders niet O'enoeg had g laten om het te betalen.'

eZOO .... hm hm ... , was 't zoo erg?'

eJack heeft nooit ged ugd,» hernam onne treurig. eEn voor Mama had hij helemaal geen ontzag. Hij had onder streng to zicht mo ten staan.

Hij was geen jong n om zonder vader te worden opgevoed. De dag, dat wij dit huis h bben \'er-laten, was 't begin \'an all ellend , voor Jack

't meest, 't allermeest nog meer dan voor onz arme moeder. zij i ten minste dood ... , maar Jack ....

Zacht, bijna geluidloos, sprak ze. ltijd waar en oprecht, maar niet m r met de onstuimigh id die haar als kind gekenm rkt had.

Eenvormig \ erdri tig was 't in haar geworden' de scherpe kanten waren er af.

Meneer Roodhuyzen wist niet wat te zeggen ....

als Gonne zóó was - als ze hem vernederend duidelijk d waarheid voor oogen hield, dan waren ze niet me r vader en dochter doch schuldige en rechter.

En dan \ oeld hij het vreeselijke r van om

124

zoo iets JO zIJn leven te hebben, zoo n ono er-kornelijk iet·, waarvoor <Teen verontschuldiging was te \'inden of vergiffenis te hopen.

En toch zij, Catherine, de meest verongelijkte, had h m verg ven, had medelijden gehad met zijn zwakh id, waarom Gonne dan niet?

Was zij dan zóó sterk in haar deugd?

Je doet net, alsof 't voor Jack ook gelukkiger zou zijn om dood te gaan,. viel Liekie, met haar hooge stem in.

« Voor hem zeker ... ik kan me niet voorstellen, dat Jack's leven ooit goed of gelukkig zou kunnen zijn, Een last voor zich zelf, een schrikbeeld voor zijn om<Teving, en een bron van ang t en verdriet voor ons.

Kom, nu overdrijf je,. begon meneer Rood-huyzen, p gemoedelijken toon. «Je bent een tob-stertj geworden, Gonne, dat heb-je van je arme moeder ....

• We hadden er allebei wel reden toe ....

«En toch moet je er niet aan toegeven. Je moet trachten 't leven lichter, gemakkelijker op te nemen; je moet er over heen glijden. 't Helpt immers toch niet. Denk toch op zijn Indisch:

«Alles komt terecht .•

.Jack is toch ook terecht gekomen,. lachte Liekie.

( 25

« Is je dat ter cht no mt ....

c Jack kan er nog best komen, geloof m ,kind.

Hij schijnt 't, tijd ns zijn vrijwillige ballingschap, niet te b st te hebb n g had, des te beter voor hem. Er zijn jong ns di zo 'n I j noodig hebb n. En, laten w toch niet t hard zijn; zoo dol amu ant \ as 't nu niet in \ \ a<Tening n n dat voor en Indischen jong n, zooals Jack.

• J moet d nken, hier had hij het altijd ruim en lekker, woals h t h t, n dan is de ov rgan wel wat kras.

• Enfin, pi ker n h 11 t niet. Ik zal van ocht nd nog aan dien de B rg t le<Traphe ren en Jack .e rst c lat n kom n. Ik geloof toch, dat't beter i. Aan hoord n em je zoo'n ander pOSItIe in en dat op de Holl:mdsche Mail. 't Kan altijd eens goed zijn voor later. En dan zal ik meteen aan mijn ertegenwoordig r in Amst rdam schrij -ven, dat hij terstond mijn schuld aan d B rg afdoet .•

,En zoudt u hem niet bedanken, vader?«

.Zeker, zeker. f ... dat kun jij wel doen, maar niet te innig hoor. Laat 't mij maar eerst eer:s lezen .•

't Laatste werd bij wijze van scherts gezegd, 't geen hem heel slecht afging.

Liekie proestte 't uit.

126

Gonne werd nog bleeker dan ze al was, doch zei niets.

Meneer Roodhuyzen stond van de ontbijttafel op klapte even in de handen en beval den ver-schijnenden spm om den koetsier te roepen.

,Gaat u met de bmdy? vroeg Liekie.

, Ja, waarom?

,Als ti soms met een ander rijtuig ging, was ik mee gegaan. Ik heb een paar boodschappen. e ,Ik zal wel met je mee gaan, Liekie. Over een uur ben ik klaar,. zei Gonne.

,Nu, overleggen jelui dat maar samen, adieu.e , Waarom heb-j ij je der weer mee bemoeid? e was Liekie's snibbige vraag, toen haar vader weg was.

, Maar, Liekie, t is toch natuurlijker dat wij met ons beiden uitgaan dan jij alleen. e

, 't Zou wat in Wageningen ging ik altijd alleen .•

, Toen kon 't niet anders ' ik moest bij Mama blijven en dan ook, Liekie, daar was je een kind, hier ben je een jong meisje. Ik wou zoo graag, dat je dat, in den goeden, rein en zin, begreep. e

,Reinen .... ha I ha!.

,Lach niet, Liekie. Toe, spot niet met alles.

Je hebt geen moeder, ik ben aansprakelijk voor Je. Ik wou je zoo graag hoog en rein houden. e

127

, 't Is alsof... ik wonder wat zou misdoen, als ik alleen ging .•

elk zie 't toch veel liever niet. Je bent heusch te vrij in je manieren. Je moet meer de vormen in acht nemen.'

Liekie slaakte eenige overdreven harde zuch-ten en zei toen, luchtig: • Toch eigenlijk wel leuk, dat Jack komt. Zou Papa 'm op kantoor nemen?,

• Ik denk niet, dat hij van groot nut zou zijn. c e Al jij maar kwaad kunt spreken.,

Toen ging ze naar de binnengalerij, opende de piano, haalde een massa muziek om, speelde een minuut of tien en sprong weer op, om zich, door de overdekte gaanderij, naar de bijgebouwen te begeven.

• Liekie, toe, ruim eerst je muziek op., ,Och! doe jij 't ik heb 't zoo warm.'

• Dan moest je niet buiten loopen. ,

Liekie deed alsof ze 't niet hoorde en liep door.

Gonne was intusschen naar het vroegere bou-doir van haar moeder, nu haar zitkamer, gegaan.

Ze opende haar schrijf tafelt je en Hendrik's brief uit haar zak nemende, maakte ze zich ge-reed er op te antwoorden.

Nauwelijks was ze de lezing er van begonnen, of Liekie vertoonde zich voor het geopende raam.

,

,Heb-je daar den brief van Henk?, Ja waarom?,

,Ma ik'm lezen?,

e Wel née, hoe kom-je er op?' ,Er staan toch geen geheimen m.'

,Dat nu niet, maar hij is toch niet voor jou bestemd .•

, chrijft Henk iets an mij?, ,Niets bi zond rs.»

Li kie lachte.... een pottend, valsch lachje.

e ok niet,> over mijn portret?,

! ja, dat wel. Wacht, dat zal ik je voorlezen .•

e n ook ni t of zijn mo der mij mist en hoe z mijn bri f vond . . .. dien ik op reis had g -schreven re

e Lieki ... God .... hoe weet-Je dat alles?, vroeg onne ontsteld. ,Je hebt mijn brief toch niet gel zen?,

e Toch wel" antwoordde ze sarrend. ,Van och-tend, toen jij naar de mandi-kamer was, kwam er zoo'n verleidelijk puntje van onder uit je hoofd-kussen kijken.,

e En heb-je daarvan gebruik gemaakt om mijn brief te lezen? riep Gonne driftig. ,Hoe kon-je zoo iets laags, zoo iets gemeens doen?,

Toen, in snikken uitbarstende: e Liekie, wat ben-j toch slecht.,

129

e En wat ben jij overdreven. Wat is er nu aan, dat ik een brief van mijn aanstaanden broer lees? Als 't er een van Jack was gewee!\t, zou ik 't ook gedaan hebben. En ik heb er. in 't O'eh el, geen spijt van, want jij hadt me toch al di a ar-dige zinn tjes niet overg bracht. H nk vi I me rg mee. Is ik niet te lui ben, zal ik h m en erg li f epist I schrijven om er hem voor t b -danken.,

,Dat zul-je w I laten . z i Gonn , door haar tranen h en. ,Trouwens, je zoudt je wel schamen .•

dk ho f er toch niet bij te z tten, dat ik 'm weggenom n heb, al blijf ik ook b weren dat er niets aan was. Jou kan men 't nooit naar den zin maken. Als ik vertel, dat j g n ag rd bent, word-je woedend en als ik Henk al n vriend, als een broer, be chouw, b n-je ook boos.

Ik wou heusch, dat jij j zelf e ns in een piegel kon zien, je karakter en j hum ur dan, ni t je gezicht. Ik wed, dat je moeite zoudt hebben:

,aangenaam kennis te maken, te zeggen., En Liekie lachte en zong en paar maten van een Maleisch liedje, dat ze de kinder n van Nomta Pien wel eens had hooren zingen.

Daarop verdween ze weer van voor 't open

Daarop verdween ze weer van voor 't open

In document SHELF NUMBER MICROFORM: (pagina 60-69)