• No results found

Verloop structurele overige bijdragen gemeenten

In document Vergaderbundel 14-03-2017 (pagina 90-115)

Overzicht verloop structurele overige bijdragen gemeenten. incl index (blauw gearceerd is de specificatie van 2018)

Gemeente Inwoners Bijdrage Bijdrage Bijdr. Ehv Bijdr. Ehv Bijdr. Ehv Bijdr. Ehv Bijdr. Ehv Totaal Totaal Totaal Totaal Totaal Totaal Totaal Totaal Totaal Totaal Totaal Totaal Totaal Totaal per soc. plan onderzoek Harmoni- huis- ambulance personele uitloop

1-1-2016 reorgan. locaties satie vesting zorg frictie schalen

fusie '96 JGZ fusie '08 fusie '08 fusie '08 fusie '08 fusie '08 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021

1) 1) 1) 1) 1)

Asten 16.584 1.091 3.000 6.471 6.530 7.009 5.745 6.161 5.064 4.558 4.803 4.341 4.091 4.091 4.091 4.091 3.000

Bergeijk 18.256 1.201 4.386 4.278 5.270 3.697 3.618 3.002 1.727 1.446 1.488 1.201 1.201 1.201 1.201 0

Best 28.988 1.908 7.036 6.879 8.458 5.919 5.772 4.753 2.719 2.266 2.332 1.908 1.908 1.908 1.908 0

Bladel 19.971 1.314 4.621 4.524 5.575 3.921 3.875 3.243 1.863 1.570 1.616 1.314 1.314 1.314 1.314 0

Cranendonck 20.662 1.360 4.917 4.795 5.909 4.163 4.085 3.383 1.933 1.614 1.661 1.360 1.360 1.360 1.360 0

Deurne 31.871 2.097 13.000 16.224 16.195 17.739 15.616 15.193 15.015 13.014 12.509 15.582 15.097 15.097 15.097 15.097 13.000

Eersel 18.553 1.221 4.372 4.280 5.270 3.718 3.635 3.010 1.729 1.441 1.483 1.221 1.221 1.221 1.221 0

Eindhoven 224.794 48.000 116.000 1.013.500 908.020 740.584 584.839 500.484 460.024 421.500 267.959 194.000 161.000 164.000 149.000 150.000 151.000

Geldrop-Mierlo 38.886 2.559 13.500 19.175 19.824 21.687 19.437 19.335 18.044 12.682 15.578 16.668 16.059 16.059 16.059 16.059 13.500

Gemert-Bakel 29.653 1.951 10.500 14.762 16.276 18.895 18.324 15.709 14.836 9.762 11.822 12.890 12.451 12.451 12.451 12.451 10.500

Heeze-Leende 15.653 1.030 3.675 -43 4.424 3.121 3.062 2.543 1.463 1.217 1.252 1.030 1.030 1.030 1.030 0

Helmond 90.109 5.930 24.000 114.870 124.189 133.630 70.127 40.242 37.211 31.454 30.072 30.778 29.930 29.930 30.930 30.930 25.000

Laarbeek 21.961 1.445 5.272 5.155 6.329 4.420 4.306 3.579 2.067 1.728 1.778 1.445 1.445 1.445 1.445 0

Nuenen c.a. 22.751 1.497 5.504 5.347 6.540 4.555 4.454 3.734 2.148 1.790 1.843 1.497 1.497 1.497 1.497 0

Oirschot 18.196 1.197 4.329 4.225 5.184 3.634 3.571 2.958 1.702 1.424 1.466 1.197 1.197 1.197 1.197 0

Reusel-De Mierden 12.809 843 2.999 2.922 3.620 2.567 2.524 2.095 1.203 1.008 1.037 843 843 843 843 0

Someren 18.913 1.245 4.400 4.303 6.741 5.965 5.068 4.597 1.768 1.481 1.524 1.245 1.245 1.245 1.245 0

Son en Breugel 16.427 1.081 3.711 3.658 4.521 3.177 3.135 2.621 1.531 1.285 1.322 1.081 1.081 1.081 1.081 0

Valkenswaard 30.260 1.991 16.000 22.496 23.031 24.369 21.791 20.787 20.674 17.903 17.903 18.473 17.991 17.991 17.991 17.991 16.000

Veldhoven 44.322 2.917 10.497 10.183 12.530 8.839 8.735 7.269 4.186 3.497 3.599 2.917 2.917 2.917 2.917 0

Waalre 17.027 1.121 4.008 3.956 4.818 3.388 3.306 2.732 1.587 1.328 1.366 1.121 1.121 1.121 1.121 0

TOTAAL 2008 126.000 66.000 356.500 151.000 263.000 72.000 243.000 1.277.500 TOTAAL 2009 123.000 68.500 265.000 153.000 263.000 77.000 229.000 1.178.500

TOTAAL 2010 151.500 71.500 159.000 155.000 263.000 85.500 163.500 1.049.000

TOTAAL 2011 106.500 76.000 0 150.000 136.000 169.500 159.000 797.000

TOTAAL 2012 105.000 72.000 0 64.000 140.000 141.000 155.000 677.000

TOTAAL 2013 87.000 117.000 0 0 122.000 145.000 149.000 620.000

TOTAAL 2014 44.500 119.000 0 0 93.500 143.000 138.500 538.500

TOTAAL 2015 41.500 119.500 0 0 72.500 27.500 122.500 383.500

TOTAAL 2016 43.000 126.000 0 0 27.500 0 120.000 316.500

TOTAAL 2017 35.000 127.000 0 0 0 0 114.000 276.000

TOTAAL 2018 35.000 128.000 0 0 0 0 116.000 279.000

TOTAAL 2019 35.000 130.000 0 0 0 0 100.000 265.000

TOTAAL 2020 35.000 131.000 0 0 0 0 100.000 266.000

TOTAAL 2021 132.000 0 0 0 0 100.000 232.000

1) Deze bijdragen worden achteraf afgerekend obv de werkelijke kosten

Bijlage 5 Indexering

(uit beleidsnota kaders P&C 4 GR’en, najaar 2016)

De indexering van de begroting van de vier gemeenschappelijke regelingen was per GR

verschillend. Drie van de vier gebruikten al de percentages uit de Macro Economische Verkenning.

Voorgesteld wordt dan ook om de volgende standaard methode voor indexering te gebruiken:

“De percentages die worden gehanteerd voor de begroting van het jaar t zijn de percentages die in de Macro Economische Verkenning t-1 (uitgebracht in jaar t-2) zijn opgenomen voor het jaar t-1.

Het gaat om de “Loonvoet sector overheid” voor de index van de lonen en de “Prijs netto materiële overheidsconsumptie (imoc)” voor de index van de prijzen.”

Bijvoorbeeld: Als de begroting 2017 volgens deze afspraken zou zijn opgesteld dan wordt de Macro Economische Verkenning 2016, die uitgebracht is in 2015, gehanteerd. Hier staat in bijlage 8 “kerngegeven collectieve financiën” de index “Loonvoet sector overheid” voor het jaar 2016 op 2,3% en de “Prijs netto materiële overheidsconsumptie (imoc)” voor 2016 op 0,9%.

Met het gebruiken van deze index wordt geaccepteerd dat de indexering een jaar achter loopt en hierdoor een verschil kan ontstaan tussen werkelijke ontwikkeling van lasten en de gebruikte indexering. Er wordt geen nacalculatie toegepast op indexering.

De loonindex en de prijsindex zijn voor de 4GR op deze manier aan elkaar gelijk, maar de gewogen index kan verschillen per GR.

De gewogen index (gemiddelde van de loonindex en de prijsindex) wordt berekend over de totale bijdrage van de collectieve taken voor de 21 gemeenten. Op basis van de verdeelsleutel die per GR is afgesproken wordt de bijdrage per gemeente bepaald. Er wordt geen autonome groei van budgetten (bijv. voor inwoners) meegenomen. Op die manier is voor de gemeente inzichtelijk wat het verband is tussen de index en de gewijzigde gemeentelijke bijdrage.

De bijdrage per inwoner is het resultaat van de totale geïndexeerde bijdrage gedeeld door het totaal aantal inwoners. Dit houdt in dat bij een stijging van het aantal inwoners de bijdrage per inwoner daalt.

De lastenkant van de begroting van de gemeenschappelijke regeling wordt aangepast aan de reële ramingen. Dit geldt ook voor de lonen, eventuele rentebaten en lasten en raming van benodigde investeringen. Een eventueel verschil dat ontstaat tussen de te ontvangen baten van de

gemeenten en de lasten in de begroting van de gemeenschappelijke regeling valt binnen de begroting van de gemeenschappelijke regeling. Indien hierdoor (op langere termijn) taken voor de gemeente niet meer of met een lagere kwaliteit wordt uitgevoerd dan wordt dit teruggelegd bij de gemeente. Verschillen per jaar worden zoveel mogelijk geëgaliseerd via de algemene reserve.

De wegingsfactor van de indices wordt bepaald door de verdeling van de totale lasten in de begroting van de GR over prijzen en lonen.

45

Dit kan zeer organisatie-specifiek zijn en wordt door de eigen organisatie bepaald. Door de wegingsfactor te vermenigvuldigen met de index wordt een gewogen index verkregen.

In de tabel hieronder is de wegingsfactor per GR opgenomen, waarbij dit voor ODZOB geldt voor de collectieve budgetten en voor de GGD niet geldt voor de ambulancezorg:

Lonen Prijzen

MRE 90,0% 10,0%

ODZOB 82,0% 18,0%

VRBZO 62,5% 37,5%

GGD 70,0% 30,0%

Enkele bijzondere ontwikkelingen uitgelicht (Kadernota 2018)

Een brede visie op gezondheid als uitgangspunt voor (lokaal) gezondheidsbeleid

De GGD ziet gezondheid als het vermogen van mensen om zich aan te passen en eigen regie te voeren in het licht van de lichamelijke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven (Machteld Huber, 2013). Gezondheid is dus niet “afwezigheid van ziekte”. Gezondheid is een waarde op zich, maar ook een voorwaarde om actief deel te nemen aan de samenleving. Deze visie op gezondheid wordt steeds meer overgenomen en is naar onze mening een goed vertrekpunt voor lokaal gezondheidsbeleid.

Het komt bovendien tegemoet aan de eigen verantwoordelijkheid van burgers.

Bevorderen van gezondheid is niet alleen een taak van spelers in het publieke gezondheidsdomein.

Door gezondheid te verankeren in het sociale domein, het ruimtelijke domein en het veiligheidsdomein wordt de kans op daadwerkelijke gezondheidswinst vergroot. De GGD wil als verbinder fungeren tussen het publieke gezondheidsdomein en voornoemde andere domeinen.

Betere spreiding en beschikbaarheid van ambulances

Om te kunnen blijven voldoen aan de stijgende zorgvraag en om beter te kunnen voldoen aan de normen ten aanzien van aanrijtijden van ambulances, gaat de GGD extra ambulances inzetten en deze beter spreiden. Samengevat komt de uitbreiding op het volgende neer:

- Uitbreiding met 5 extra ambulances

- Uitbreiding formatie met 15 formatieplaatsen verpleegkundigen en 15 formatieplaatsen chauffeurs.

- Een aanpassing van de spreiding van de standplaatsen zodat er een geografische dekking ontstaat waarbij 98 % van de inwoners binnen 12 minuten rijtijd kan worden bereikt (dit laatste is een rekenmodel).

Voor de realisatie van dit plan wordt 3 jaar uitgetrokken, waarna we uiteindelijk aan de norm van 95%

van de spoedritten (bereik de patiënt binnen 15 minuten), denken te voldoen.

De meerkosten van het plan worden grotendeels gedekt vanuit de middelen van zorgverzekeraars en VWS, naast een beperkt deel uit eigen efficiencymaatregelen.

In de raadsinformatiebrief die in december 2016 naar gemeenteraden is gestuurd treft u meer achtergrondinformatie aan over dit plan.

Ontwikkelingen Jeugdgezondheidszorg (JGZ)

Het sociaal domein verandert. Gemeenten beseffen dat preventie en vroege signalering noodzakelijk zijn om de transformatiedoelstellingen te realiseren die de decentralisatie van de Jeugdwet met zich meebracht. JGZ is van oudsher een basisvoorziening met preventie, monitoring en vangnet als kernfuncties. Kernfuncties die centraler komen te staan in de jeugdzorgketen.

2 JGZ gaat deze kernfuncties inzetten met als doel:

- Alle kinderen krijgen de zorg die is vastgelegd in het landelijk professioneel kader, daarnaast is er ruimte voor (kwetsbare) kinderen die meer zorg nodig hebben.

- JGZ, sociale wijkteams en scholen maken meer gebruik van elkaars expertise en werken meer samen.

- Het bereik van JGZ wordt verder verhoogd, waarbij ouders en pubers vanuit een positieve insteek kiezen voor JGZ.

- Voorkomen dat kinderen in de knel of in nood komen.

De uitvoering van het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) wordt per 1 januari 2018 gedecentraliseerd naar gemeenten. Het algemeen bestuur van de GGD heeft de uitgangspunten met betrekking tot het RVP vastgesteld:

- Gestreefd wordt naar een hoge vaccinatiegraad (minimaal 95%).

- Het RVP is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van de 21 gemeenten in onze regio dat op basis van het solidariteitsprincipe wordt uitgevoerd.

- De uitvoering van het RVP is een gemeenschappelijke basistaak die wordt belegd bij GGD, Zuidzorg en Zorgboog, waarbij de GGD als hoofdaannemer wordt gezien.

- De rijksmiddelen die naar de 21 gemeenten komen vormen het maximale taakbudget voor dit uitvoeringsprogramma.

Een werkgroep bestaande uit voornoemde instellingen werkt deze uitgangspunten uit in een concreet regionaal uitvoeringsplan RVP en legt dat medio 2017 ter besluitvorming aan het bestuur van de GGD voor. In het programma krijgt ook voorlichting een plek.

Een gezonde leefomgeving

De GGD streeft naar een gezonde en veilige woon- en leefomgeving voor alle burgers. Een gezonde leefomgeving stimuleert gezond gedrag en in een dergelijke omgeving zijn risicofactoren als

luchtvervuiling en geluidshinder zoveel mogelijk beperkt. In de nieuwe omgevingswet heeft gezondheid een belangrijke plek gekregen. De GGD wil samen met gemeenten de kansen die de nieuwe

omgevingswet biedt, benutten. Daarbij is het van belang dat gezondheid in een vroeg stadium wordt meegewogen in de omgevingsvisies en omgevingsplannen van onze gemeenten. Dat belang geldt zowel voor de stad als het platteland.

Gezondheid van statushouders

De afgelopen jaren zijn veel vluchtelingen naar Nederland gekomen om zich hier tijdelijk of permanent te vestigen. Onze gemeenten staan voor de opgave om statushouders een plek te geven in de

samenleving. Statushouders lopen extra gezondheidsrisico’s en vragen om extra zorg. Vanuit de ervaring die de GGD al jaren heeft bij de asielzoekerscentra, kan de GGD die ervaring ook inzetten om een verbindende en preventieve rol te spelen met betrekking tot gezondheid van statushouders.

3

De aanwezigheid van statushouders vraagt een extra inspanning van de GGD op het gebied van de jeugdgezondheidszorg, infectieziektebestrijding (o.a. TBC screening) en gezondheidsbevordering.

Deze extra inspanning kan gedeeltelijk binnen de GGD begroting worden opgevangen.

Depressie- en suïcidepreventie

Het aantal zelfdodingen ligt in onze regio hoger dan in de rest van Nederland. Gemeenten en professionele organisaties in onze regio hebben de handen ineen geslagen om dit aantal te laten afnemen via een brede programmatische aanpak. Het programma bevat de volgende vijf pijlers:

interventies, scholing, publiekscampagne, ketensamenwerking en monitoring. De GGD heeft in het programma een coördinerende en uitvoerende rol.

Drugspreventie

Onder jongeren en jongvolwassenen is het gebruik van softdrugs steeds meer “normaal” geworden, met name in het uitgaanscircuit. Het is een uitdaging om in het landelijk en lokaal beleid een balans te vinden tussen repressieve en preventieve maatregelen ten aanzien van drugsgebruik. De GGD wil gezondheidsschade van drugsgebruik voorkomen. Samen met gemeenten en professionele instellingen (waaronder Novadic Kentron) wordt een programmatische aanpak ontwikkeld met de volgende pijlers:

jongeren informeren, ouders ondersteunen, versterken van de samenwerking tussen gemeenten, uitgaanssector en gezondheidsprofessionals, intensiveren van de monitoring. Hierbij willen we onze regio positioneren als een pilotregio voor de implementatie van het rijksbeleid.

Financieel perspectief

De inwonersbijdrage van gemeenten in 2018 wordt berekend op € 12.102.000,-, bestaande uit

€ 640.000 bijdrage voor uitvoering van het JGZ-pubercontactmoment, dat via de VWS-verdeelsleutel wordt bekostigd, en € 11.462.000,- dat via een bedrag per inwoner (€ 15,09) wordt verrekend.

Deze bedragen zijn iets hoger dan in 2017 als gevolg van indexering met 1,22 %.

In deze inwonersbijdrage zijn de financiële gevolgen van de decentralisatie van het

Rijksvaccinatieprogramma en de extra inspanningen van de GGD met betrekking tot gezondheid statushouders niet meegenomen. Hiervoor worden in de loop van 2017 begrotingswijzigingen aan het bestuur van de GGD voorgelegd.

De algemene reserve van GGD bedraagt ultimo 2016 voor het programma Publieke Gezondheid naar verwachting ca. € 450.000,- en voor het programma Ambulancezorg ca. € 1.200.000,- .

De risico-inventarisatie laat bij Publieke Gezondheid een aanzienlijk hoger bedrag zien (ca € 1,9 miljoen).

170001017*

Voorstel over zienswijze kaderbrief 2018 Senzer -2- 14 maart 2017 17.03.06 JH

de raad

van de gemeente Asten

Samenvatting

Op basis van de Gemeenschappelijke Regeling van Senzer heeft u jaarlijks de mogelijkheid om uw zienswijze te geven op het voorgenomen beleid en begroting. Senzer heeft op basis van de

resultaten van de najaarsconferentie van oktober 2016 een kaderbrief opgesteld. Deze kaderbrief omschrijft de hoofdlijnen van het beleid voor 2018 en is richtinggevend voor het opstellen van het Ondernemingsplan en de Begroting van Senzer voor 2018.

Voorgesteld wordt om in de zienswijze aan te geven dat:

1. De raad positief is over de gekozen onderwerpen in de kaderbrief;

2. De raad voor een aantal onderwerpen richting wenst te geven aan de uitwerking van het beleid en concrete uitvoering.

De zienswijzen worden door Senzer meegenomen naar de voorjaarsconferentie. Tijdens deze conferentie worden het Ondernemingsplan en de Begroting voor 2018 verder vorm gegeven.

Beslispunten

1. Kennisnemen van de Kaderbrief 2018 van Senzer;

2. Instemmen met de in dit voorstel geformuleerde concept zienswijze.

Inleiding

Senzer voert voor de gemeente Asten de taken uit op het gebied van de Participatiewet. De basis voor deze uitvoering is de gemeenschappelijke regeling Werkbedrijf Atlant De Peel. Jaarlijks worden door Senzer een Ondernemingsplan en Begroting opgesteld. Dit gebeurt via een vaste beleidscyclus. De kaderbrief is het eerste document in deze beleidscyclus waarop de

gemeenteraden van de aangesloten gemeenten hun zienswijze kunnen geven.

Het algemeen bestuur van Senzer heeft op 21 december de kaderbrief 2018 vast gesteld. In de kaderbrief zijn de resultaten van de najaarsconferentie van 10 oktober 2016 opgenomen. De najaarsconferentie wordt jaarlijks gehouden en is een bijeenkomst van het Dagelijks Bestuur, Algemeen Bestuur, partners werkbedrijf en wethouders Sociaal Domein. Het doel van de

najaarsconferentie is te komen tot een richtinggevende kaderbrief voor het ondernemingsplan voor het jaar t1+2. Het hoofdthema tijdens de afgelopen najaarsconferentie was bejegening. Dit

onderwerp liep als een rode draad door alle thema’s heen. Het resultaat van de bijeenkomst is door Senzer samengebracht in de nu voorliggende kaderbrief 2018, bijgevoegd als bijlage. Hierbij is

1 t = jaar van de najaarsconferentie. In dit geval 2016.

2/4 Wat gaan we daarvoor doen

De raad wordt gevraagd een zienswijze te geven op de Kaderbrief 2018 van Senzer.

Concept zienswijze:

In de kaderbrief zien we een aantal positieve en door onze gemeente ook gewenste ontwikkelingen terug, zoals:

- Ruime aandacht voor bejegening en deregulering.

- Formele start van het werkbedrijf per 1 oktober 2016, waardoor de organisatie beter in staat is zich door te ontwikkelen.

- Slag naar gebiedsgericht werken wordt gemaakt. Samenwerking met lokale ketenpartners wordt verstrekt en mogelijk dat meer personeel lokaal

gehuisvest wordt (inkomensconsulenten).

- Meer aandacht voor maatwerk, waarbij ingespeeld wordt op eigen kracht en motivatie.

Voor een aantal onderwerpen uit de kaderbrief stellen wij u voor richting te geven aan de verdere ontwikkeling ervan.

1. Gebiedsgericht werken:

Voldoende aandacht moet uitgaan naar het ontwikkelen van een adequate infrastructuur en informatievoorziening. Hierbij is een sterkere en persoonlijkere matching op het gebied van vraag en aanbod (lokaal) wenselijk. Voor Asten betekent dit een verdere uitbouw van de

Basisvoorziening, van waaruit lokaal gewerkt wordt, contacten met werkgevers worden gelegd en werkzoekenden begeleid worden. Gemeente Asten geeft hieraan een extra impuls, waardoor werkzoekenden vanuit het lokaal netwerk (veelal jongeren die uit beeld zijn bij het werkbedrijf) worden opgepakt en begeleid. Dit in sterke samenhang met lokale partners.

2. Jeugdwerkloosheid:

Niet elke jongere lukt het om een diploma te halen. Op dit moment worden deze “uitvallers” via twee projecten begeleid: “Het Portaal” en “Uitstroom naar werk”. Onderzocht wordt of er nog meer mogelijkheden zijn om deze doelgroep te ondersteunen. Onduidelijk is nog in hoeverre hiervoor op termijn extra middelen in de begroting vrij gemaakt kunnen worden. Wij willen hiervan in het concept Ondernemingsplan 2018 graag een uitwerking zien. Reden voor Asten in ieder geval om (in samenwerking met Someren) via een eigen lokaal project vanuit de Basisvoorziening deze jongeren op te pakken en te begeleiden.

3. Blijvend op bijstand aangewezen:

Hoe om te gaan met uitkeringsgerechtigden die geen enkel perspectief meer hebben op de

arbeidsmarkt en blijvend zijn aangewezen op een bijstandsuitkering? Opgenomen in de kaderbrief is dat Senzer deze personen loslaat en overdraagt aan andere voorzieningen zoals de WMO.

Wij zijn echter van mening dat Senzer degenen die blijvend zijn aangewezen op een

bijstandsuitkering juist niet loslaat. Feit is dat niet iedereen richting werk of vrijwilligerswerk (tegenprestatie) begeleid kan worden. In dat geval willen wij dat Senzer insteekt op een brede invulling van de maatschappelijke deelname. Gedacht kan dan ook worden aan het zoeken van de juiste hulpverlening of lidmaatschap vereniging. Belangrijk is dat burgers zo veel mogelijk

zelfredzaam zijn en niet in een sociaal isolement terecht komen. Ook Senzer heeft hierin een rol.

3/4 Op dit moment is er bij Senzer voldoende weerstandscapaciteit (buffer) om risico’s op te vangen wanneer zij zich voordoen. Om een sluitende begroting te presenteren moeten er komende jaren echter (forse) onttrekkingen uit de reserve Participatiewet worden gedaan. Hierdoor daalt de weerstandscapaciteit. Het risico bestaat dat er op enig moment onvoldoende weerstandscapaciteit is om risico’s op te vangen. Daarom de vraag aan Senzer om dit risico in het concept

Ondernemingsplan 2018 verder uit te werken en de beheersbaarheid in beeld te brengen.

Andere items die aandacht moeten blijven krijgen zijn: verbeteren managementinformatie, invulling garantiebanen, beschut werk, deregulering, het solidariteitsbeginsel en het inperken van de mismatch (discrepantie tussen vraag en aanbod).

Mogelijke alternatieven

Alternatieven zijn niet uitgewerkt. De voorgestelde zienswijze is een concept, die afhankelijk van de discussie in de commissie Burgers kan worden bijgesteld.

Risico’s

Er spelen diverse factoren die buiten de invloedsfeer van Senzer liggen. Dit zijn onder andere de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, wet- en regelgeving, hoogte rijksbudgetten en de naweeën van de economische crisis. Opvallend is dat Senzer verwacht dat het bijstandsvolume in 2018 (net als in 2017) zal stabiliseren. Het CBS daarentegen voorspelt dat gemeenten de aankomende jaren nog te maken blijven houden met een stijgend bijstandsvolume. Dit streven betekent dan ook een stevige uitdaging voor Senzer en houdt een reëel aanwezig financieel risico in.

Communicatie

Na besluitvorming wordt voornoemde zienswijze schriftelijk toegezonden aan het Algemeen Bestuur van Senzer.

De P&C-cyclus van Senzer sluit echter niet helemaal aan bij die van de gemeente Asten. De raadsvergadering in maart vindt namelijk plaats ná de voorjaarsconferentie. Dit kan worden opgelost door de reactie van de commissie Burgers op de concept-zienswijze in te brengen tijdens de voorjaarsbijeenkomst, vooruitlopende op de definitieve zienswijze van de raad. Ook eventuele discussiepunten tijdens de commissievergadering zullen worden meegenomen.

Wat mag het kosten

De informatie in de kaderbrief is met name beleidsmatig. Een cijfermatige onderbouwing wordt pas opgenomen in de ontwerpbegroting 2018. Dan worden ook pas de financiële risico’s duidelijk.

Bijlage(n)/ter inzage (incl. AST-nr) Kaderbrief 2018 Senzer (AST/2017/1011)

d.vandijck@asten.nl

Onderwerp: Dagtekening: Agendanummer:

Voorstel over zienswijze kaderbrief 2018 Senzer 14 maart 2017 17.03.06

De raad van de gemeente Asten;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 januari 2017 met zaaknummer AST/2017/001012;

gehoord het advies van de commissie Burgers van 20 februari 2017;

besluit:

1. Kennis te nemen van de Kaderbrief 2018 van Senzer;

2. In te stemmen met de geformuleerde concept zienswijze.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Asten van 14 maart 2017.

De raad voornoemd,

griffier, voorzitter,

mr. M.B.W. van Erp-Sonnemans mr. H.G. Vos

Onderwerp: Bijlage(n): Vergadering

Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost heeft de Kadernota 2018 aan de gemeenten aangeboden als opmaat naar de Begroting 2018. Wij leggen de

kadernota voor aan uw raad om een zienswijze in te dienen.

Beslispunten

De gemeenteraad dient de volgende zienswijze in :

• De gemeenteraad kan instemmen met de kadernota 2018 zoals die is voorgelegd.

Inleiding

Conform de Wet Gemeenschappelijke Regelingen is het bestuur van de

Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (VRBZO), verplicht om ieder jaar de Kadernota toe te zenden aan de raden van de deelnemende gemeenten. De Kadernota 2018 bevat de uitgangspunten voor de Begroting 2018. Het Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost heeft op 8 december jl. met de Kadernota ingestemd.

De Kadernota is gebaseerd op het Meerjarenbeleidsplan 2015-2019 en de Toekomstvisie Brandweerzorg. In de Kadernota staan de onderdelen benoemd uit het

Meerjarenbeleidsplan die in 2018 aan de orde komen. De ontwerpbegroting 2018 wordt in april 2017 aan gemeenten aangeboden. Het Algemeen Bestuur heeft besloten om de Kadernota 2018 niet gelijktijdig met de begroting, zoals voorheen het geval was, maar al in een eerder stadium aan de gemeenten aan te bieden als opmaat voor de

programmabegroting. Deze kadernota wordt nu aan u voorgelegd.

Wat willen we bereiken

We willen de gemeenteraad tijdig betrekken bij de Kadernota en de programmabegroting van de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost.

Wat gaan we daarvoor doen

Wij leggen uw gemeenteraad de Kadernota 2018 Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost voor.

Hierop kunt u een zienswijze formuleren die wordt gecommuniceerd met het Dagelijks- en Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost.

Hierop kunt u een zienswijze formuleren die wordt gecommuniceerd met het Dagelijks- en Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost.

In document Vergaderbundel 14-03-2017 (pagina 90-115)