letterkundigen. - P.H. Ritter beoordeelt deSprookjes voor grote mensen van Anton
Coolen; G. Stuiveling hetEiland van Circe van Max Dendermonde (Het menselijk
tekort). Gerard van Eckeren
schrijft, onder het opschriftVan pauwen en pauweveren over het Verzameld werk
van Top Naeff. - G. Stuiveling wijst opNieuw licht op Boutens, naar aanleiding van
Boutens en Bijbel door Hk Mulder.
Tijdschrift voor Levende Talen XIV, afl. 5. Albert de la Court schrijft overHet
Nederlands als vreemde voertaal in Indonesië. In de Kroniek van de Nederlandse
letteren bespreekt Fr. Closset een aantal werken o.a. van S. Vestdijk.
Levende Talen. Dec. Naar aanleiding van Ramecker's proefschrift schrijft Antal M.
Sivirsky uitvoerig overDe ontdekking van de Hongaarse literatuur en haar ontdekster
A.S.C. Wallis. Hij bespreekt haar vertalingen uit het Hongaars en prijst haar roman
Een Hongaarsche samenzwering, waarin Hongaarse motieven verwerkt zijn. - A.J.
de Jong beoordeelt de uitgave van deLegende van Sint Servaes door J. Notermans;
J.F. Buisman Jr beoordeeltTaal en Volk van Twente door H.L. Bezoen.
Dietsche Warande en Belfort. Sept.-Okt. P. Sobry publiceert een voordracht over
Literatuurstudie en universiteit. - Anton van Duinkerken vervolgt en besluit zijn
beschouwing overDe Peel-romans van Antoon Coolen. - In de Kroniek der Poëzie
bespreekt Hubert vanHerreweghen Werk van jongeren, namelijk van A.K. Rottiers,
Firmin van der Poorten, Jos. Coveliers, Remy C. van de Kerckhove en Erik van
Ruysbeek. - In deKroniek van Nederland geeft L.C. Michels zijn Nijmeegse
herdenkingsredeIn memoriam B.H. Molkenboer O.P. - Onder de Boekbesprekingen
vermelden wij de beoordeling van Van Mierlo's uitgave vanHadewijch's Brieven
door St. Axters en de beoordeling van Overdiep'sVolkstaal en Dialektstudie door
J. Leenen.
Nov. In deKroniek van het Nederlands proza bespreekt André Demedts Werk
van West-Vlamingen, nl. de jongste roman van Stijn Streuvels: Beroering over het
dorp, en van F.R. Boschvogel: Niet wanhopen, Maria Christina. - Albert Westerlinck
(Mijmerend over Ernest Claes) wijst op twee geschriften, aan deze auteur gewijd,
nl. door Louis Sourie en door A. Boni. Hoewel hij het tweede belangrijker acht,
ontwikkelt hij ook daartegen ernstige bezwaren. OnderBoekbesprekingen geeft
dezelfde schrijver een overzicht van Literatuur en wetenschap in Nederland. Hij
bespreekt deVerzamelde letterkundige opstellen van C.G.N. de Vooys, de Inleiding
tot de stylistische interpretatie van literaire kunst van W. Kramer, het proefschrift
overHet Nederlandsche Kwatrijn van J.D.Th. Warners, de uitgave van Vondel's
Leeuwendalers door A. van Duinkerken, de verzamelde werken van Jan Greshoff
en van H. Gorter, en noemt ten slotte nog enkele andere werken.
Nieuw Vlaams Tijdschrift. Okt. In een uitvoerigeKroniek schrijft Julien Kuypers
een beschouwingNa twee jaar culturele samenwerking tussen Noord en Zuid.
Nov. Herman Teirlinck (Pointering 48) geeft een Bestek voor een dispuut over
tooneelkunst en tooneelletterkunde in Vlaanderen. De zeventigjarige Top Naeff
wordt gevierd in een huldigingsgedicht van Johan Daisne en een artikel (Een grote
dame) van Maurits Roelants, terwijl zij zelf een uitvoerig overzicht geeft van de
ontwikkeling der letterkunde sedert 1880 (Vluchtige balans).
De Vlaamse Gids. Dec. Gerard Walschap huldigt de vijftigjarigeVest dijk. - L.
Mantiers schrijft overHet Willems-fonds heden en morgen, om te betogen dat er
op sociaal en economisch gebied voor de Vlaamse beweging nog een omvangrijke
taak bestaat. - J. Greshoff geeft een uitvoerige kritische beschouwing overNieuw
Nederlands proza: over de laatste roman Naar de eenzaamheid van de z.i. niet
genoeg gewaardeerde P.H. van Moerkerken. Minder gunstig is zijn oordeel over
J.C. van Schagen (Flarden van den wind) en over Dola de Jong (En de akker is de
wereld), over de te vroeg gestorven J.W.G. Verhage (Het onverbreekbare zegel)
en over B. Rijdes (Twee tegen een). - In de Critiek van de Vlaamse dichtkunst geeft
M. Rutten een grondige studie overHerwig Hensen, met de ondertitel ‘de zegen
van het moeilijk dichterschap’. Na zijn vroegere studie over J. Daisne en B. Decorte
is dus de trits van dichters voltooid, die hij onder het levende geslacht als de
belangrijkste beschouwt. - M. de Vroede publiceert twee brieven uit 1881 van
Conscience en Beets.
Ons eie boek. Sept. Gerhard Beukes herdenktJ.F.W. Grosskopf, als mens en
kunstenaar. Groot is zijn verdienste als ‘die heraut van die kunsspel in Afrikaans’.
Hij wijdde zijn volle aandacht aan ‘die Ideedrama’, maar slaagde het best in het
realistische drama, waarvoor hij een degelijk fundament gelegd heeft. - P.C.
Schoonees schrijft over de vrouwelijke auteur M.E. Rothmann, die sinds vijf-en-twintig
jaren werkzaam is, maar eerst onlags haar verspreide schetsen en vertellingen
gebundeld heeft. - De rubriekOp Taalwag geeft een studie over A.H. Jonker's
taalgebruik (Op taalbesoek by A.H. Jonker). - Het Kritiese Bulletin geeft een lange
reeks beknopte besprekingen van Afrikaanse en Nederlandse boeken. Uitvoeriger
is een bespreking van F.E.J. Malherbe'sWending en inkeer, door S.P.E. Boshoff,
en van Totius' laatste bundelSkemering, door Tj. Buning.
Ad interim. Sept.-Okt. In deCritische Bijlagen schrijft Miep van der Bom - Luitingh
een opstelOver de Zuid-Afrikaanse dichter W.E.G. Louw. - Jan Spierdijk schrijft
overF. Bordewijk. Een romantisch rationalistische bouwmeester.
Podium. Okt. Deze aflevering is geheel samengesteld uit bijdragen ter huldiging
van de vijftigjarige S. Vestdijk, o.a.L. Vroman: Het spoor van de oude heer Visser;
V. Varangot: Vestdijk als romancier; A.J.W. Kaas: S. Vestdijk en Anton Wachter; D.
Opsomer: Bij een halve eeuw Vestdijk.
Wending. Nov. P. Minderaa geeft in deKroniek over poëzie een samenvatting van
wat in het laatste halfjaar verschenen is.
Museum. Aug.-Sept. C.B. van Haeringen beoordeelt Overdiep'sVormleer van het
Middelnederlandsch der XIIIe eeuw, waarin hij ‘défauts en qualité's’ van Overdiep's
werkwijze aantoont. - A. Weynen beoordeeltTaal en Volk van Twente van H.L.
Bezoen.
It Beaken. Des. Chr. Stapelkamp vindt in de Friese verbindingenbliken dwaen, gjin
lichten dwaen, writen dwaen aanleiding om het gebruik van doen (hulpwerkwoord
of zelfstandig) en allerlei Germaanse dialekten en talen na te gaan.
Acta linguistica IV Fasc. 3. Deze aflevering bevat o.a. een artikel van Alan S.C.
Ross overThe fundamental definitions of the theory of language, en een van Alan
H. Gardiner overDe Saussure's Analysis of the signe linguistique. In de Kroniek
bespreekt Louis HjelmslevLa comparaison en linguistique van J. Vendryes.
Persoon en Gemeenschap. Nov. Willem Prée publiceert een kongresvoordracht
van 1946 overStandaard-uitspraak van het Nederlands in België, waarin hij het
In document
De Nieuwe Taalgids. Jaargang 42 · dbnl
(pagina 81-84)