• No results found

voorontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het Bodemdecreet van

8 Vergelijking van de opties

In de hierboven vermelde vier wijzigingsvoorstellen van het wijzigingsdecreet waarvoor een RIA werd uitgevoerd, wordt als volgt beslist:

(1) Opdeling van de saneringsplicht en vrijstelling van saneringsplicht in de tijd

De opdeling wordt uitdrukkelijk in het Bodemdecreet voorzien,omdat dit de grootste rechtszekerheid aan alle potentieel saneringsplichtige personen biedt en er op die manier een belangrijke onbillijkheid wordt

weggewerktwaardoor de naleefbereidheid van de regeling verhoogt en de handhavingslast vermindert en zo de verontreinigingsproblematiek versneld kan worden aangepakt.

(2) Vermengde bodemverontreiniging

Er wordt gekozen om het beleidsinstrument van de vermengde bodemverontreiniging in het Bodemdecreet op te nemen, omdat dit de meeste garantie biedt om in complexe gevallen van vermengde bodemverontreiniging te

168 Stuk 2427 (2013-2014) – Nr. 1

7_WIJZIGING BODEMDECREET RIA.DOCX 20

komen tot een effectieve en doelmatige aanpak van de bodemverontreiniging (oplossingsgericht) en bijgevolg een versnelde verbetering van de bodemkwaliteit te realiseren.

(3) Onteigening van risicogronden

De bodemonderzoeksplicht (oriënterend bodemonderzoek en beschrijvend bodemonderzoek), meldings- en rapportageplicht in het kader van de onteigening van risicogronden in het Bodemdecreet wordt afgeschaft,omdat die optie de grootste administratieve vereenvoudiging en lastenverlaging oplevert waarbij ook nog ruimte blijft voor maatwerk.

(4) Overdracht van risicogronden

Er wordt gekozen voor de afschaffing van de meldingsplicht voor de overdragers van risicogronden en de afschaffing van de procedure voor het vestigen van de saneringsplicht,omdat die aanpassing van de

overdrachtsregeling van risicogronden in het Bodemdecreet zorgt voor de grootste administratieve lastenverlaging en vermindering van beheerskosten zonder afbreuk te doen aan het belang van dit instrument in de realisatie van de bodembeleidsdoelstellingen.

9 Uitvoering

- Afstemming VLAREBO

De voorgestelde wijzigingen aan het Bodemdecreet hebben ook tot gevolg dat het uitvoeringsbesluit bij het Bodemdecreet, meer bepaald het besluit van 14 december 2007 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming (VLAREBO), op een aantal punten moet worden aangepast. Ook het milieuhandhavingsbesluit van 12 december 2008 moet worden aangepast, in het bijzonder de bijlage met oplijsting van de milieuinbreuken inzake het Bodemdecreet en het VLAREBO.

- Communicatie

De OVAM zal voorafgaand aan de inwerkingtreding van het wijzigingsdecreet zorgen voor de communicatie van de wijzigingen naar de diverse actoren. Specifiek voor een aantal thema's zal de OVAM een informatie- en

sensibiliseringscampagne richten tot de rechtstreeks betrokken doelgroepen. Bijvoorbeeld over de schrapping van de verplichting om voorafgaand aan de onteigening van een risicogrond bodemonderzoeken uit te voeren en de mogelijke gevolgen van zal uitgebreid geïnformeerd worden naar onteigenende overheden.

- Beheerskosten

De volgende wijzigingen van het wijzigingsvoorstel geven aanleiding tot een relevante vermindering of toename van de beheerskosten voor de overheid:

(1) Schrapping van de procedure tot aanwijzing van prioritair te saneren gronden met historische bodemverontreiniging

Ingevolge de voorgestelde opheffing van artikel 19, §3 van het Bodemdecreet zal de Vlaamse Regering (bij delegatie, de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid) niet langer de gronden aanduiden met een ernstige historische verontreiniging die prioritair moeten worden gesaneerd. De OVAM zal dus zonder deze tussenstap op basis van de resultaten van het beschrijvend bodemonderzoek de saneringsplichtige persoon kunnen aanspreken om over te gaan tot bodemsanering voor een ernstige historische bodemverontreiniging. Deze ingreep houdt een tijdsbesparing in voor de dossierhouders van de OVAM die niet langer een gemotiveerd voorstel en ontwerp van ministerieel besluit moeten opmaken (dossierhouder: 1 dag per dossier) en voor de administratief medewerker die de documenten niet langer moet afprinten, laten ondertekenen, verzenden naar het kabinet, uitschrijven bij uitgaande post en terug inschrijven bij de inkomende post. Verder moet de secretariaatsmedewerker niet langer de kennisgevingen opmaken en verzenden (administratief medewerker: 0,5 dag per dossier). Jaarlijks

Stuk 2427 (2013-2014) – Nr. 1 169

7_WIJZIGING BODEMDECREET RIA.DOCX 21

worden ongeveer 35 dossiers op deze manier verwerkt. De voorgestelde wijziging resulteert dus in een besparing van 52,5 mandagen (35 x (1 + 0,5)).

(2) Nieuw beleidsinstrument van de vermengde bodemverontreiniging

Er wordt aangenomen dat de OVAM jaarlijks in acht dossiers van vermengde bodemverontreiniging die geblokkeerd zijn omdat de saneringsplichtige partijen onderling niet overeenkomen, onderhandelingen zal opstarten met de betrokkenen. Het instrument van de vermengde bodemverontreiniging zal hierbij als drukkingmiddel gebruikt worden. De voorbereiding en het voeren van dergelijk overleg vraagt naar schatting zestien werkdagen per dossier. Er wordt verwacht dat de helft van dergelijke onderhandelingen effectief zal uitmonden in de vaststelling van een vermengde bodemverontreiniging (dus jaarlijks vier dossiers). In die gevallen zal de OVAM de vermengde bodemverontreiniging moeten omschrijven en de kwalificatie ervan moeten motiveren.

Dit zal een inspanning vragen van twee werkdagen per dossier. Verder wordt aangenomen dat de initiële vaststelling van de vermengde verontreiniging na verloop van tijd één keer zal moeten gewijzigd worden per dossier (bijvoorbeeld op basis van nieuwe onderzoeksresultaten), wat ongeveer één werkdag vraagt. De extra beheerskost van het voorbereiden en voeren van onderhandelingen en van het vaststellen van vermengde verontreiniging wordt voor de OVAM dus geraamd op jaarlijks 140 extra werkdagen (= (8x16) + 4x(2+1) ).

De OVAM zal de verdeelsleutel voor de vermengde verontreiniging moeten vaststellen en motiveren op basis van de beschikbare informatie. Er wordt verwacht dat jaarlijks vier verdeelsleutels vastgesteld moeten worden, en dat voor de berekening van de initiële verdeelsleutel vijf werkdagen moeten uitgetrokken worden. Per dossier zal de initiële vaststelling van de verdeelsleutel één keer moeten gewijzigd worden, wat ongeveer drie werkdagen vraagt.

De extra beheerskost van het vaststellen van verdeelsleutels wordt voor de OVAM dus geraamd op jaarlijks 32 extra werkdagen (= 4 x (5+3) ).

(3) Aanpassing van de procedure van overdracht van risicogrond

De schrapping van de meldingsplicht bij overdracht van risicogronden houdt een daling in van de beheerskosten voor de OVAM.Uit een periode van tijdschrijven in juni 2012 blijkt dat de registratie, beoordeling en administratieve behandeling van meldingsformulieren de inspanning van 1 VTE vraagt. Als de meldingsplicht voor de overdracht van risicogronden vervalt, daalt de beheerskost met 1 VTE of 210 mandagen en kan deze mankracht elders binnen de organisatie ingezet worden.

De schrapping van de procedure om de saneringsplicht bij de overdracht van risicogrond te vestigen middels een aanmaningsbrief van de OVAM heeft eveneens een vermindering van de beheerskosten voor de OVAM tot gevolg.

Jaarlijks worden ongeveer 220 van dergelijke aanmaningen door de OVAM verstuurd met een werklast van 0,25 mandagen per aanmaning. Ingevolge de voorgestelde wijziging kunnen dus 55 mandagen bespaard worden.

(4) Afschaffing van de procedure voor onteigening van risicogronden

De afschaffing van de melding van een onteigening en de verplichting tot uitvoering van een oriënterend

bodemonderzoek en eventueel een beschrijvend bodemonderzoek leidt tot een daling van de beheerskosten bij de OVAM. Gemiddeld worden in het kader van de procedure tot onteigening van risicogronden jaarlijks 37 oriënterend bodemonderzoeken en 11 beschrijvende bodemonderzoeken ter beoordeling aan de OVAM voorgelegd. De beoordeling van een oriënterend bodemonderzoek en een beschrijvend bodemonderzoek vraagt gemiddeld de inzet van respectievelijk 1 en 1,5 mandag. Met de schrapping van de onteigeningsregeling voor risicogronden wordt dus een daling van de beheerskosten gerealiseerd van 92,5 mandagen.

Decreetswijziging Werklast

Vlaamse Regering wijst prioritair te saneren historische verontreiniging niet meer aan – 35 mandagen

Nieuw beleidsinstrument vermengde verontreiniging + 172 mandagen

Aanpassing procedure overdracht van risicogronden (afschaffing melding en aanmaning) – 265 mandagen Afschaffing meldingsplicht en uitvoering OBO bij onteigening van risicogrond – 92,5 mandagen

TOTAAL – 220,5 mandagen

170 Stuk 2427 (2013-2014) – Nr. 1

7_WIJZIGING BODEMDECREET RIA.DOCX 22

Wat de weerslag op het personeelskader en de personeelsbudgetten betreft, wordt geraamd dat de voorgestelde wijzigingen een vermindering van personeelsinzet voor de OVAM van jaarlijks 220,5 werkdagen/jaar of ongeveer 1 VTE met zich brengt.