• No results found

Onder evenmenselijk pastoraat verstaat Ganzevoort (2007) een vorm van medemenselijke aandacht voor de ander die uitgaat van gelijkwaardigheid tussen de pastor en de ander. De pastor is dus geen bijzondere bemiddelaar namens God (kerymatische benadering), geen professional met de juiste gesprekstechnieken (therapeutische benadering) en geen hermeneut die de verbinding moet leggen tussen ervaring en traditie (hermeneutische benadering). Ook ligt de kracht van de pastor er niet in dat deze zelf een stukje verder is op die geestelijke weg (geestelijke begeleiding). In deze vorm is de

pastor vóór alles een gelijkwaardige gesprekspartner. Iemand die ruimte kan bieden aan het verhaal van de ander zonder met dat verhaal een agenda te hebben. In mijn optiek beoefenen pastores op de Camino weliswaar aandacht voor het persoonlijk verhaal van pelgrims die ze ontmoeten, maar is hun inzet te zeer gericht op geloofsontwikkeling om als evenmenselijk pastoraat getypeerd te kunnen worden.

Deze vergelijkingen overziend is pastorale zorg op de Camino het best te plaatsen als een vorm van hermeneutisch pastoraat en meer specifiek als geestelijke begeleiding of mystagogisch pastoraat. Dit sluit aan bij mijn eerdere analyse dat de pastorale zorg op de Camino mystagogisch van aard is.

BESLUIT

Conclusie

Een van de bekendste pelgrimsroutes in Europa is de Camino de Santiago. Jaarlijks lopen zo’n 300.000 mensen naar het katholieke bedevaartsoord in het noordwesten van Spanje. Langs de route proberen katholieke gemeenschappen, kloosterordes en parochies pelgrims een vorm van pastorale zorg te bieden. In deze scriptie heb ik onderzocht wat de aard en het eigene van deze pastorale zorg is. Mijn onderzoek heeft geleid tot een beschrijving van de dagelijkse praktijk van pastorale zorg binnen drie pelgrimsherbergen. Nadere analyse van mijn observaties, interviews, documenten en andere bronnen stelde me in staat om een belangrijke rode draad in hun werk te herkennen.

Er wordt – terecht in mijn ogen – aangenomen dat veel hedendaagse pelgrims op de route naar Santiago van het christelijk geloof verwijderd zijn. Velen zijn een christelijk referentiekader kwijtgeraakt of hebben dit nooit gekend. De pastores op de Camino (priesters, religieuzen en enkele leken) zien het als hun rol om pelgrims op een pad naar geloofsontwikkeling te brengen. Vanuit die intentie bieden zij pelgrims onderdak in pelgrimsherbergen. Vanuit deze intentie geven zij vorm aan gastvrijheid, gaan zij in gesprek met pelgrims en nodigen hen uit voor liturgie. In al hun doen en laten dragen zij op verschillende manieren een herkenbaar religieuze identiteit uit.

Achter het pastorale werk op de Camino gaan theologische ideeën schuil. Deze worden expliciet gemaakt tijdens conferenties en bijeenkomsten van het netwerk Acogida Cristiana en el Camino en in publicaties van betrokken theologen en geestelijken. In mijn analyse (hoofdstuk 3, deel III) stel ik vast dat de in het netwerk gehuldigde pastoraal-theologische visie raakvlakken vertoont met mystagogie, het proces van inwijding in het geloof via religieuze ervaring. Ideeën over het pastorale handelen van pastores past in het schema van een mystagogisch proces. Pastores reiken pelgrims een religieuze werkelijkheidsvisie aan; wekken of faciliteren spirituele ervaring en spelen een rol in het duiden van spirituele ervaring. Omdat het verblijf van een pelgrim in elke herberg maar kort is, zullen pastores in de meeste gevallen geen volledige mystagogische cyclus met de pelgrim kunnen doorlopen. De inzet moet dus vele malen bescheidener zijn. Een pastor kan slechts een aanzet geven of een schakel vervullen in een langer proces. Tijdens mijn onderzoek stuitte ik op de titel van een lezing door de plebaan van de kathedraal van Santiago de Compostela: “Wek de ontvankelijkheid voor het transcendente.” In deze titel lijkt het meest onderscheidende van de pastorale zorg op de Camino te zijn gevat. Alles is erop gericht om bij pelgrims ontvankelijkheid te wekken voor het hogere, voor de ontmoeting met God.

Aanvullend heb ik gekeken hoe de pastorale zorg op de Camino zich verhoudt tot andere vormen van pastoraat. Ik heb de bestudeerde praktijk vergeleken met vier stromingen die in de literatuur worden onderscheiden (vgl. Heitink 1998 en Ganzevoort 2007). Uit die vergelijking blijkt dat pastoraat op de Camino het beste te plaatsen is als mystagogisch pastoraat (c.q. geestelijke begeleiding). Mystagogisch pastoraat heeft de inwijding in het geloof en de begeleiding op een weg van spirituele ervaring en geloofsontwikkeling voor ogen. Door middel van geestelijke oefeningen en reflectie op de eigen ervaring wordt gezocht naar Gods aanwezigheid in het leven van het individu. Mystagogisch pastoraat wordt gezien als een vorm van hermeneutisch pastoraat (Heitink 1998). Centraal staat hierin de taak van de pastor om de ervaring van het individu in verbinding te brengen met de religieuze traditie. Wat is de aard en het eigene van pastoraat op de Camino? Samenvattend concludeer ik dat de pastorale zorg op de Camino een vorm van mystagogie is, gericht op het wekken van ontvankelijkheid voor het transcendente, voor de spirituele betekenis van de pelgrimstocht. Opdat de pelgrim onderweg naar Santiago ook stappen zet op de weg van geloofsontwikkeling. “Ultreia et Suseia” klinkt het in het traditionele pelgrimslied. Voorwaarts én opwaarts willen de pastores pelgrims leiden. Of met de woorden van één van de zusters in Carrión de los Condes: “Wij willen als een gele pijl zijn op jullie weg. Een pijl die omhoog wijst naar God.”