• No results found

Verdiept in voor-en nadelen assocatieovereenkomst Ja

Nee Neutraal

75

ongewis blijft op basis van de peilingen of de opkomstdrempel gehaald zal worden (I&O Research, 2016a; I&O Research, 2016b; I&O Research, 2016c).

Tabel 13 Opkomstintentie Oekraïne-referendum in % van Nederlandse bevolking

Bron: (I&O Research, 2016c)

Het voorgenomen stemgedrag is tijdens deze maanden ook gepeild zoals in tabel 14 is weergegeven. Deze vraag is alleen voorgelegd aan de kiezers die aangaven zeker of waarschijnlijk te gaan stemmen. Hieruit blijkt dat gedurende de hele periode het aandeel dat van plan was tegen te gaan stemmen groter was dan het aandeel dat van plan was voor te gaan stemmen. Het percentage mensen dat nog geen beslissing heeft gemaakt ligt gedurende de eerste drie maanden rond een derde van de stemmers en is in de laatste maand gedaald naar 23%. In de eerste maand van de peiling is het volgens de onderzoekers cruciaal voor de uitslag of de voorstanders of de tegenstanders deze groep weten te overtuigen (I&O Research, 2016a). Als er gekeken wordt vanaf januari blijkt dat de voorstanders wel enigszins zijn ingelopen op de tegenstanders maar niet genoeg. Bij de laatste peiling is het percentage dat van plan is tegen te stemmen weer gestegen ten opzichte van de maand ervoor (van 38% naar 44%). De onderzoekers laten ook de uitslag van het referendum zien als de categorie ‘weet ik niet’ wordt weggelaten. De tabel laat zien dat een meerderheid tegen het associatieverdrag zou stemmen als het referendum op dat moment zou worden gehouden. De percentages voor en tegen komen iets nader tot elkaar in januari en vanaf dan is er nog maar weinig verschil. Daarnaast blijkt uit de resultaten van maart dat de groep die van plan is ‘zeker’ te gaan stemmen meer neigt naar tegen namelijk 59% en 41% voor. Van de groep die had aangegeven ‘waarschijnlijk’ te gaan stemmen is 53% tegen en 47% voor.

Dec.2015 Jan.2016 Feb.2016 Mrt.2016

Zeker wel 28% 34% 32% 37%

Waarschijnlijk wel 33% 33% 32% 28%

Waarschijnlijk niet 14% 15% 13% 16%

Zeker niet 6% 6% 6% 7%

Weet ik niet / wil ik niet zeggen 17% 13% 17% 12%

76

Tabel 14 Voorgenomen stemgedrag Oekraïne-referendum in % Nederlandse bevolking

Bron: (I&O Research, 2016c)

Er wordt ook gevraagd naar de redenen waarom mensen voor of tegen willen gaan stemmen. Dit is door I&O Research in de maanden december 2015 en maart 2016 gedaan. Er wordt bij het rapport van december geen percentages weergegeven en bij het rapport van maart wel. Eerst worden de motieven besproken van de mensen die van plan zijn om nee te gaan stemmen. Kiezers zien hun stem als de ‘enige mogelijkheid’ om de uitbreiding van de EU te stoppen. Daarnaast wordt er vaak als reden aangegeven dat Oekraïne corrupt is en dat het logischer is als het land zich naar Rusland richt. In begin maart 2016 wordt aan de kiezer gevraagd de uitspraken aan te kruisen die een reden zijn om voor te stemmen. Hierbij konden meerdere uitspraken worden aangekruist. Onderstaande tabel geeft hiervan de uitslag aan. Als grootste reden wordt aangegeven dat Oekraïne corrupt is (61%). Daarna volgen redenen zoals ik zie helemaal geen voordelen van deze overeenkomst (46%), dit is een stap tot toetreding van Oekraïne tot de EU (43%). Op de vierde plek wordt de angst voor een provocatie van Rusland genoemd met 40%. In tabel 15 zijn alle redenen weergegeven.

Tabel 15 Redenen om NEE te stemmen (basis: zou zeker of waarschijnlijk gaan stemmen)

Reden %

Oekraïne is een corrupt land, waar we beter niet mee samen kunnen werken 61%

Ik zie helemaal geen voordelen van deze overeenkomst 46%

De overeenkomst brengt toetreding van Oekraïne tot de EU dichterbij 43% De overeenkomst tussen Oekraïne en de EU is een provocatie voor Rusland 40% De overeenkomst brengt geen economische voordelen voor Nederland 29% Met deze overeenkomst wordt het Oekraïners te makkelijk gemaakt binnen de EU te reizen 29% De overeenkomst brengt geen economische voordelen voor de EU 26%

Ik ben tegen de EU, dus ook tegen deze overeenkomst 23%

Oekraïners zijn zelf verdeeld over de overeenkomst 21%

Dec.2015 Jan.2016 Feb.2016 Mrt.2016 Dec.2015 Jan.2016 Feb.2016 Mrt. 2016

Inclusief Exclusief

Voor 25% 31% 32% 33% 38% 44% 45% 43%

Tegen 43% 38% 38% 44% 62% 56% 55% 57%

Weet ik niet 34% 31% 30% 23% - - - -

77

De overeenkomst wakkert de tegenstellingen tussen groepen in de Oekraïense samenleving aan 20% De overeenkomst brengt alleen economische voordelen voor grote bedrijven, niet voor kleine ondernemers 20% Mijn tegenstem bij dit referendum is een stem tegen de Nederlandse regering 18%

Oekraïne kan beter (meer) met het Rusland samenwerken 13%

Ik kan het niet goed overzien, maar stem voor de zekerheid tegen 9% De overeenkomst brengt geen economische voordelen voor Oekraïne 4%

Weet ik niet 0%

Bron: (I&O Research, 2016c)

In het onderzoek van Ipsos is aan de deelnemers die negatief staan tegenover het associatieverdrag gevraagd waardoor dat wordt bepaald. De grootste reden die hier wordt aangegeven is wantrouwen tegenover Oekraïne met 59%. Verder wordt ook het toetredingsargument vaak genoemd (34%), het is slecht voor de Nederlandse economie (30%) en het kan de verhouding tussen de EU en Rusland verstoren (26%). Daarnaast heeft Ipsos aan alle deelnemers van het onderzoek gevraagd of zij het eens of oneens zijn met de stelling: het associatieverdrag is een eerste stap naar lidmaatschap van Oekraïne bij de EU? Hiervan geeft 46% aan het eens te zijn met deze stelling, 17% is het hiermee oneens en 37% is oneens of neutraal. Dan nu de redenen die de mensen hebben aangegeven om voor te gaan stemmen. In december 2015 worden volgens de onderzoekers het vaakst redenen genoemd die te maken hebben met Rusland en het niet meer in de steek kunnen laten van Oekraïne. Er wordt bijvoorbeeld aangegeven: “ze moeten (Oekraïne) niet meer zo afhankelijk van Rusland” en : Ik vind dat we Oekraïne een kans moeten geven om democratischer te worden en de mensenrechten beter te handhaven” (I&O Research, 2016a, p. 19). De percentages waren in december dus niet voorhanden. In maart 2016 is er door I&O research een zelfde tabel gemaakt waar werd gevraagd de reden(en) aan te kruisen om voor te gaan stemmen. Hieruit blijkt dat de meest gegeven reden is dat de overeenkomst economische voordelen brengt voor Oekraïne met 51%. Tabel 16 Redenen om JA te stemmen (basis: zou zeker of waarschijnlijk gaan stemmen)

Reden %

De overeenkomst brengt economische voordelen voor Oekraïne 51% De overeenkomst zal de democratie in Oekraïne versterken 48% De overeenkomst brengt economische voordelen voor de EU 41%

Ik ben voor de EU, dus ook voor deze overeenkomst 39%

De overeenkomst brengt economische voordelen voor Nederland 39% De Oekraïners willen graag meer bij de EU horen, daar moeten we ze bij helpen 37%

78

De overeenkomst zal de mensenrechten in Oekraïne verbeteren 34% De overeenkomst creëert een buffer tussen de EU en Rusland 33% De overeenkomst zal de corruptie in Oekraïne verminderen 23% Ik kan het niet goed overzien, maar stem voor de zekerheid voor 14% Mijn voorstem bij dit referendum is een stem voor de Nederlandse regering 11% De overeenkomst brengt meer eenheid in de Oekraïense samenleving 10% De overeenkomst zal de tegenstellingen tussen groepen in de Oekraïense samenleving verminderen 8%

Ik zie alleen maar voordelen van deze overeenkomst 7%

Met deze overeenkomst wordt het Oekraïners makkelijker gemaakt binnen de EU te reizen 7%

Weet ik niet 1%

Bron : (I&O Research, 2016c)

In het onderzoek van Ipsos van eind maart wordt gevraagd aan de mensen die positief staan tegenover het associatieverdrag waardoor dat wordt bepaald. De voornaamste reden hiervoor is dat het de handel tussen Nederland en Oekraïne gemakkelijker maakt met 49%. Daarna volgen het is goed voor de Nederlandse economie (41%), Oekraïne staat sterker tegenover Rusland (33%) en het is goed voor de economie van Oekraïne (30%). I&O research heeft in haar onderzoek ook gekeken of er verbanden zijn tussen het voorgenomen stemgedrag en houdingen ten opzichte van de EU, Rusland en de regering. Er is de respondenten stellingen voorgelegd zoals ‘de Europese integratie is te ver gegaan’ en ‘Rusland vormt een bedreiging voor de EU’. Hierop moesten zij aangeven eens, oneens, neutraal, of ik weet niet aan te geven. Als er daarna wordt gekeken naar de correlatie tussen de stellingen en de voorgenomen stemintentie dan blijkt dat de houding ten opzichte van de EU de meeste invloed heeft (I&O Research, 2016a). Een grote meerderheid (85%) van de kiezers die het eens is met de stelling ‘de Europese integratie is te ver gegaan’ is van plan tegen te gaan stemmen. Kiezers die het oneens zijn met de stelling, zijn bijna altijd voorstander van het verdrag (82%).

Tabel 17 Houding ten aanzien van de Europese Unie in % Nederlandse bevolking

Eens Oneens

Voorgenomen stemgedrag Ja Nee Ja Nee

De Europese integratie is te ver gegaan 15% 85% 82 15%

Bron: overgenomen van I & O Research (2016a)

De correlaties tussen het voorgenomen stemgedrag en de tevredenheid over de regering én de opinie ten aanzien van Rusland zijn er wel maar een stuk minder sterk. Bij het onderzoek

79

van Ipsos eind maart wordt er aan de kiezers zelf gevraagd of hun mening over de EU meespeelt bij het stemmen. Hiervan geeft bijna de helft aan van wel 48%, waarvan 20% zegt dat het een stem vóór de EU is en 28% tegen de EU.

Als er op 6 april 2016 wordt gestemd, heeft 32,8% van de kiesgerechtigde bevolking een stem uitgebracht. Hiervan had een meerderheid van 61% tegen gestemd. De ja-stemmers bedroegen 38,21% en 0,79% had blanco gestemd. Het resterende percentage van 0,92% van de stemmen was ongeldig verklaard. Al snel werd er in de media afgevraagd waarom er zoveel mensen waren thuis gebleven aangezien 67,2% van de kiesgerechtigde bevolking geen stem had uitgebracht. Van de opgekomen kiezers waren GroenLinks het vaakst gaan stemmen met 62%. Daarna volgen de D66 (49%), de PVV (45%), het CDA (42%) en de SP (37%). opdracht van NOS heeft Ipsos een onderzoek gedaan na het referendum. Hierin werd gevraagd waarom mensen niet waren gaan stemmen. Er konden meerdere redenen aangegeven worden. Als de belangrijkste reden werd aangegeven: de regering doet toch niets met de uitslag met 27% en gelijk daarop volgde ik weet niet wat ik moet stemmen met 26%. Twee andere vaak gegeven redenen waren ik ben tegen dit referendum (26%) en omdat ik hoop dat de uitkomst niet boven de 30% komt (16)%.

Er is ook gevraagd of de kiezer vond dat hij/zij zich goed had geïnformeerd over het associatieverdrag met Oekraïne, zie tabel 18 hieronder. Van alle Nederlanders, wel of niet

27%

26% 23%

16%

15%