• No results found

Verderop volgt een korte toelichting op enkele van de andere plannen. Allereerst de stappen die gezet zijn om de nieuwe prioriteiten te bepalen

Katinka van der Hooft,

programma Dreigingen en Capaciteiten, directie Nationale Veiligheid, NCTV

Hoe zijn de prioriteiten gekozen?

Om tot een keuze van prioriteiten te komen, maakt het kabinet gebruik van de Strategie Nationale Veiligheid (NV). Dit is een werkwijze waarbij onderzocht wordt wat er op Nederland afkomt, welke dreigingen relevant zijn en hoe erg de impact zou zijn van deze dreigingen (risicobeoordeling). Vervolgens wordt gekeken naar wat burgers, bedrijfsleven en overheid kunnen doen om deze dreiging te voorkomen en ons er op voor te bereiden (capaciteitenanalyse). Deze werkwijze maakt het mogelijk dat er prioriteiten worden gesteld door te focussen op de meest relevante dreigingen en deze onderling te vergelijken. We kunnen ons immers niet op alles voorbereiden. Het is belangrijk keuzes te maken in de inzet van mensen en middelen.

Nationale Risicobeoordeling

De strategie NV begint met de jaarlijkse Nationale Risico Beoordeling (NRB). De NRB is dit keer voor het eerst opgesteld door het Analistennetwerk Nationale Veiligheid (ANV), een breed netwerk van gerenommeerde kennisin-stituten en organisaties. Het ANV heeft dit jaar zeven scenario’s uitgewerkt en daarvan de risicobeoordeling opgesteld. De resultaten van de NRB zijn voor elk scenario grafisch weergegeven in het risicodiagram (pag. 30). In dit diagram heeft elk scenario een positie op grond van door de experts geschatte waarschijnlijkheid (horizontale as) en impact (verticale as). Bij elkaar vormt dit de relatieve risicopositie van een scenario. De scenario’s die in 2011 zijn ontwikkeld zijn met een rode kleur en onderstreept weergegeven. De scenario’s uit eerder uitgevoerde risicobeoordelingen zijn in zwart weergegeven.

Opvallend is dat het scenario Cyberspionage hoog scoort op waarschijnlijkheid en impact. Volgens het ANV kunnen gedeelten van het scenario zich voordoen of hebben zich zelfs al voorgedaan.

Het scenario Ernstige grieppandemie scoort nog steeds hoog, zij het dat de impact door verhoogde alertheid en door implementatie van continuïteitsplannen, nu lager is ingeschat. De impact van het milde grieppandemie scenario is door de ervaringen van de grieppandemie in 2009 aanzienlijk lager.

Bij de uitwerking van het scenario Satellietuitval door een zonnestorm is gekozen voor een grote, maar niet maximaal ernstige zonnestorm. De impact is geschat op ernstig. De waarschijnlijkheid is geschat op mogelijk, zij het dat het ontbreken van kennis en gegevens deze scoring onzeker maakt.

In het scenario Crisis buiten de EU leidt een interstate-lijk conflict vooral tot een forse aantasting van de integriteit van de internationale positie van Nederland.

Daarnaast heeft het mogelijk ernstige gevolgen voor de handel.

In het scenario Onrust over salafisme binnen het thema polarisatie en radicalisering is vooral sprake van aantasting van de democratische rechtsstaat en onrust in de samenleving. Hoewel de impact aanzienlijk en de waarschijnlijkheid beperkt is blijft het volgens het ANV van belang alert te blijven op ontwikkelingen op dit vlak. Ook in het scenario Reactie op exogene jihadistische dreiging is sprake van aantasting van de democratische rechtsstaat en angst en woede in de samenleving. Het scenario wordt onwaarschijnlijk gevonden zij het dat de verwachte impact ernstig is.

impact kan beperken.

Op basis van de uitkomsten heeft het kabinet een integrale afweging gemaakt welke capaciteiten versterkt moeten worden om de beschreven risico’s te reduceren, en dus onzekerheden beter hanteerbaar te maken.

Nieuwe prioriteiten

De ontwikkelde scenario’s hebben geleid tot verschil-lende te versterken capaciteiten. Hieronder ga ik in op vier van de geïdentificeerde prioriteiten.

Versterken vertrouwelijkheid bij aanbesteden

De NRB heeft mede aan de hand van het nationale Cyber Securitybeeld Nederland en de Kwetsbaarheidsanalyse Spionage (KWAS) duidelijk gemaakt dat digitale spionage een ernstige dreiging kan vormen, zowel voor de overheid als voor het bedrijfsleven en de wetenschap. Het laat zien dat het belangrijk is om op een zorgvuldige manier om te gaan met gevoelige kennis en informatie. Verbeteringen op dit terrein zijn noodzakelijk en intussen ook al ingezet. Een belangrijk aandachtspunt bij het blijvend veilig stellen van deze kennis en informatie is dat ook wanneer een nieuwe opdrachtgever-opdrachtnemer relatie wordt aangegaan zorgvuldig wordt omgegaan met de manier waarop de kennis en informatie in dat kader gedeeld gaat worden. Belangrijke kennis en informatie kan ‘lekken’. Het kabinet wil dat er bij aanbesteders meer kennis komt van de risico’s en de mogelijkheden om eventuele kwetsbaarheden af te dekken. Ook zal zij expliciete voorwaarden stellen aan

aanbestedings-We maken in toenemende mate gebruik van informatie-systemen voor opslag, verwerking en uitwisseling van informatie. Tijdige detectie van aanvallen op informa-tiesystemen en mogelijk ontvreemding van gevoelige gegevens is van groot belang om de aard en impact van die aanvallen te kunnen beoordelen en op basis daarvan adequaat en slagvaardig te kunnen handelen. Het monitoren van informatiesystemen is daarvoor een hulpmiddel. De rijksoverheid start met het ontwikkelen van criteria en waarborgen om te bepalen voor welke onderdelen van de nationale ICT infrastructuur monitoring nodig is en welke voorzieningen nodig zijn voor detectie en respons. Verder ontwikkelt zij plannen voor detectie van cyberaanvallen op de informatiesyste-men van het rijk. Volgend jaar start een pilot om de detectie te toetsen.Mogelijke dreigingen of risico’s beperken zich echter zeker niet tot de rijksoverheid alleen. Ook private partijen en wetenschap hebben belang bij goede detectie van aanvallen op informatie-systemen. De rijksoverheid gaat in samenwerking met deze partijen modelafspraken maken over monitoring en start begin 2013 met een pilot om uitwisseling van monitoringsinformatie met deze organisaties te toetsen.

Nadere uitwerking aanpak gewelddadige eenlingen Gewelddadige eenlingen zijn een relatief nieuwe dreiging, die zich echter in de afgelopen periode in meerdere ernstige incidenten heeft voorgedaan. Het gaat om “personen die zonder medewerking van

31 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing juni 2012

anderen een dreiging vormen in woord of gedrag als gevolg van een individueel doorlopen proces richting geweld”. Van belang is dat potentieel gewelddadige eenlingen al in een vroeg stadium worden gesignaleerd om incidenten te kunnen voorkomen. Het kabinet treft maatregelen om de bewustwording te verhogen van eerstelijns professionals om hen in staat te stellen afwijkende signalen bijtijds te herkennen, te duiden en te melden.

Belangrijk aandachtspunt bij deze capaciteit is het risico dat ‘afwijkende’ meningen en gedragingen ten onrechte als verdacht worden gezien. Bij de versterking van deze capaciteit moet dan ook nadrukkelijk de balans worden gezocht tussen alertheid en onnodige alarmering.

Vermogen om internationaal de nationale veiligheidsbelangen te beschermen

Het kabinet wil stelselmatig de ontwikkelingen in de wereld en de implicaties daarvan op de nationale veiligheid in kaart brengen. Eén van de maatregelen hierbij is de inrichting van een strategische monitor-functie. Hier zijn verschillende departementen bij betrokken.

De overige prioriteiten zijn:

• communicatie;

• versteviging van de implementatie van de (informa-tie)beveiligingskaders bij het Rijk;

• Vergroten van de weerbaarheid tegen de gevolgen van satellietuitval veroorzaakt door een zonnestorm;

• Verbetering van het vermogen om (potentiële) sociale calamiteiten effectief te beheersen.

Met de uitvoering van deze prioriteiten worden opnieuw stappen gezet om de weerbaarheid van de Nederlandse samenleving tegen maatschappelijke ontwrichting te versterken. Belangrijk is daarbij dat nationale veiligheid een vraagstuk is waarbij veel aankomt op het adequaat omgaan met onzekerheden.

Dit gebeurt door gebruik te maken van de kennis, expertises en vaardigheden in de samenleving en doordat alle partijen invulling geven aan hun eigen verantwoordelijkheid voor veiligheid.

De voortgangsbrief en de bevindingenrapportage zijn te downloaden via www.rijksoverheid.nl.

Spionage is van alle tijden en komt soms uit onver-wachte hoek. De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en het Ministerie van Veiligheid en Justitie hebben in 2010 binnen enkele sectoren van het bedrijfsleven en de overheid onderzocht hoe kwetsbaar deze organisaties zijn voor spionage (heimelijke inlichtingenactiviteiten).

Daaruit blijkt dat spionage een bedreiging vormt voor vitale belangen van Nederland. Denk hierbij aan economische, technisch-wetenschappelijke en strategische spionage. Tegelijkertijd bleek dat de bescherming en beveiliging van de informatie, vanuit het gezichtspunt van nationale veiligheid versterkt kon worden. Het is daarom van belang dat de weerbaarheid tegen spionage wordt vergroot.

Om dat te bereiken is de handleiding Kwetsbaarheids-analyse Spionage (KWAS) ontwikkeld als hulpmiddel om de weerbaarheid binnen organisaties te verhogen.

De volgende stappen worden daarbij doorlopen:

1) stel vast wat de cruciale belangen van de organisatie zijn (denk aan lange termijn strategieën, drukken, klantgegevens, etc.);

2) stel vast wat de kwetsbaarheden zijn in de bescherming van die cruciale belangen;

3) stel vast hoe deze zijn beveiligd.

De laatste stap is uiteraard het nemen van maatregelen om eventueel vastgestelde kwetsbaarheden weg te nemen.

Om ervoor te zorgen dat iedereen binnen de organisatie het belang hiervan inziet, heeft de overheid een e-learningmodule ontwikkeld die vanaf juli 2012 op aanvraag beschikbaar is. Deze e-learningmodule is ontwikkeld voor security managers en beveiligings-ambtenaren van bedrijven en organisaties met een verhoogd risico op spionage. Zij kunnen de dvd binnen hun organisatie gebruiken om de medewerkers bewust te maken van de risico’s van spionage. Als u de module binnen uw organisatie wilt inzetten of de AIVD wilt vragen om een presentatie te geven over spionage kunt u contact opnemen met de afdeling Communicatie van de AIVD (079-3205050).

Kijk voor meer informatie over spionage op www.aivd.nl en www.nctv.nl de website van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid. Daar kunt u ook het rapport Kwetsbaar-heidsanalyse Spionage Nederland (KWAS) en de handleiding KWAS vinden.

E-learning KWAS

Projectteam KWAS

Maatschappelijke onrust die ontstaat zonder dat er een klassieke ramp aan voorafgaat, komt regelmatig voor en kan hele heftige vormen aannemen met veel materiële en immateriële schade tot gevolg. Denk aan de rellen die er in het Verenigd Koninkrijk plaatsvonden in de zomer van 2011 of, dichter bij huis, onrust in de wijk Ondiep in Utrecht. Het rampen-plan treedt pas in werking op het moment dat er sprake is van rellen. Een sociaal calamiteitenplan treedt eerder in werking en weet idealiter de onrust zelfs te voor-komen. Een ander verschil met een klassieke ramp is dat er bij een sociale calamiteit vaak ook groepen zijn die er belang bij hebben om de onrust te vergroten. Zeker in deze tijd waarin snelle communicatiemiddelen voor iedereen beschikbaar zijn, is het dan ook zaak om zeer snel en effectief op te treden bij dreigende onrust.

De basis van het sociaal calamiteitenplan is dat je bij dreigende onrust heel snel relevante spelers aan de juiste overlegtafel zet om met elkaar te bespreken hoe de onrust kan worden voorkomen/beheerst.

Om dat te kunnen doen wordt er een kernteam in het leven geroepen waarin in ieder geval de burgemeester, de hoogste politievertegenwoordiger in de gemeente en vertegenwoordigers van bijvoorbeeld welzijnsorganisaties of woningbouw-corporaties zitten. Als een van deze kernleden signalen krijgt van dreigende onrust wordt de kerngroep bij elkaar geroepen om de signalen te bespreken en om te beoordelen of het nodig is om het sociaal calamiteitenplan in werking te laten treden. Als dat het geval is wordt het kernteam uitgebreid met leden die voor die specifieke situatie van belang zijn. Denk aan vertegenwoordigers van groepen waar de onrust broeit of wijkvertegenwoordigers.