• No results found

4.1 Evolutie 2000-2010

Tabel 4 Evolutie per gewest van de populatie UVW-WZ volgens leeftijd tussen 2000 en 2010 (fysieke eenheden)

Gewest

Vlaanderen Wallonië Brussel Land

Leeftijd

2000 2010 verschil 2000 2010 verschil 2000 2010 verschil 2000 2010 verschil

<20 j 2 646 2 287 -13,6% 2 549 2 929 +14,9% 506 510 +0,8% 5 701 5 725 +0,4%

20 - <25 j 18 326 19 862 +8,4% 29 810 30 766 +3,2% 7 132 7 638 +7,1% 55 268 58 266 +5,4%

25 - <30 j 19 645 22 344 +13,7% 33 515 30 396 -9,3% 9 674 12 434 +28,5% 62 834 65 174 +3,7%

30 - <35 j 20 077 19 313 -3,8% 28 226 24 006 -15,0% 8 998 12 368 +37,4% 57 301 55 686 -2,8%

35 - <40 j 20 401 17 339 -15,0% 25 227 22 767 -9,8% 7 929 10 603 +33,7% 53 557 50 708 -5,3%

40 - <45 j 20 225 18 055 -10,7% 22 247 21 432 -3,7% 6 925 9 457 +36,6% 49 398 48 945 -0,9%

45 - <50 j 22 577 18 509 -18,0% 20 576 20 780 +1,0% 6 457 8 152 +26,2% 49 610 47 441 -4,4%

50 - <55 j 7 504 23 349 +211,1% 6 029 24 910 +313,1% 2 101 8 299 +295,0% 15 634 56 557 +261,7%

55 - <60 j 4 042 21 006 +419,7% 2 332 19 256 +725,7% 1 021 6 313 +518,6% 7 394 46 575 +529,9%

60 j 885 817 -7,6% 603 1 855 +207,5% 331 676 +104,4% 1 819 3 348 +84,1%

Totaal 136 328 162 882 +19,5% 171 116 199 096 +16,4% 51 074 76 448 +49,7% 358 518 438 426 +22,3%

Voor het land stellen we vast dat er zich tussen 2000 en 2010 in de leeftijdscategorieën jonger dan 30 jaar een lichte stijging heeft voorgedaan. De leeftijdscategorieën van 30 tot 49 jaar noteren een lichte daling. Het zijn echter de 50-plussers die in het oog springen. Deze leeftijdscategorieën kenden een zeer sterke stijging, met zelfs meer dan een vervijfvoudiging in de leeftijdscategorie van 55 tot minder dan 60 jaar (van 7 394 naar 40 222 personen). Dit komt doordat de vrijstelling voor 50-plussers langer dan een jaar werkloos, ingevoerd in 1995, gradueel teruggeschroefd werd vanaf 2002. Vanaf 2002 is een vrijstelling voor oudere werklozen enkel nog mogelijk indien men de leeftijd van 58 jaar overschreden heeft tenzij men 38 jaar beroepsverleden kan voorleggen.4 Daarnaast heeft ook het optrekken van de pensioenleeftijd voor vrouwen sinds 1997 een rol gespeeld (61 jaar in 1997, 62 jaar in 2000, 63 jaar in 2003, 64 jaar in 2006 en 65 jaar in 2009).

Ook wanneer we de vrijgestelde (niet in de populatie UVW-WZ) en de niet-vrijgestelde oudere werklozen (wel in de populatie UVW-WZ) samentellen, stellen we een stijging vast tussen 2000 en 2010. Deze toename is in relatief opzicht weliswaar kleiner dan de toename van de totale bevolking tussen 50 en 64 jaar.5 Ter illustratie: in 2000 waren er 24 848 UVW-WZ van 50 jaar en ouder en 140 763 vrijgestelde ouderen, tegenover respectievelijk 106 480 en 89 193 in 2010. In totaal is er dus een toename van 30 062 oudere (vrijgestelde en niet-vrijgestelde) werklozen of +18,2 %.

Figuur 13 laat zien dat deze reglementaire wijziging tot op heden nog steeds een invloed heeft op de evolutie van het aantal oudere werklozen. Door de grote instroom van UVW-WZ tussen 50 en 57 jaar sinds 2002 (zie punt 1.2) gaat de curve van de leeftijdsklasse van 55 tot 60 jaar nog steeds in stijgende lijn. Een groot deel van deze instromers maakt immers nu deel uit van deze groep.

4 Deze regeling werd gradueel ingevoerd. 58-plussers kunnen sinds 2002 een onvoorwaardelijke vrijstelling krijgen, personen van 56 jaar pas na 312 werkloosheidsdagen (57 jaar vanaf 1/7/2003). Personen tussen 50 en 55 jaar kunnen sinds 2002 pas een vrijstelling krijgen na 312 werkloosheidsdagen en indien ze 36 jaar beroepsverleden kunnen bewijzen. Vanaf 1/7/2003 werd de leeftijd van 55 jaar op 56 jaar gebracht en werd 36 jaar beroepsverleden op 37 jaar gebracht. Vanaf 1/7/2004 werd de leeftijd van 56 jaar op 57 jaar gebracht en werd 37 jaar beroepsverleden op 38 jaar gebracht.

5 In de totale bevolking is het aantal personen tussen 50 en 64 jaar tussen 2000 en 2010 gestegen van 1 713 965 naar 2 088 850, een relatieve toename van 21,9 % (bron: Eurostat).

Figuur 12 en 13 tonen aan dat de leeftijdsklassen jonger dan 50 jaar een dalende trend vertonen sinds 2005 (2004 voor de min 25-jarigen), wat onder andere het gevolg is van de invoering van het begeleidings- en opvolgingsplan voor werkzoekenden (2004 voor de min 30-jarigen, 2005 voor de 30 tot 39-jarigen en 2006 voor de 40 tot 49-jarigen) en van een aantrekkende economie sinds eind 2005. Hierdoor kwam het aantal werklozen deel uitmakend van deze leeftijdscategorieën in 2008 uit op een niveau lager dan in 2000. Doordat de economische crisis van 2009 een grotere impact gehad heeft op de min 30-jarigen dan op de 30 tot 49-jarigen komen deze eersten in 2010 uit op een niveau net boven dat van 2000. De 30 tot 49-jarigen blijven daar ook in 2010 onder.

Figuur 12 Evolutie van de UVW-WZ jonger dan 30 jaar 2000-2010 (basis 100 = jaar 2000)

100

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

<20 j 20 - <25 j 25 - <30 j

Figuur 13 Evolutie 2000-2010 van de UVW-WZ tussen 30 en 49 jaar (basis 100 = jaar 2000)

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

30 - <35 j 35 - <40 j 40 - <45 j 45 - <50 j

Figuur 14 Evolutie 2000-2010 van de UVW-WZ van 50 jaar en ouder (basis 100 = jaar 2000)

100 95 104

176 253

328

380 376 372 362

142

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

50 - <55 j 55 - <60 j 60 j en ouder

4.2 Profiel in 2000

Tabel 5 Verdeling per gewest van de populatie UVW-WZ volgens leeftijdsklasse in 2000 (in %) Gewest

Leeftijd

Vlaanderen Wallonië Brussel Land

<20 jaar 1,9% 1,5% 1,0% 1,6%

De grootste groep wordt in 2000 gevormd door de leeftijdscategorie van 25 tot minder dan 30 jaar, met een aandeel van 17,5 %. Hierna volgen de categorieën 30 tot minder dan 35 jaar en 20 tot minder dan 25 jaar, met respectievelijke aandelen van 16,0 % en 15,4 %. Van alle UVW-WZ is 93,0 % jonger dan 50 jaar.

In Vlaanderen ligt het zwaartepunt ietwat meer bij de leeftijdcategorieën tussen 35 en minder dan 50 jaar, terwijl de hoogste percentages in Wallonië eerder opduiken in de categorieën van 20 tot minder dan 35 jaar en in Brussel in de categorieën van 25 tot minder dan 40 jaar. De gemiddelde werkloze blijkt dus in Vlaanderen iets ouder te zijn dan in Wallonië.

Figuur 15 Verdeling van de UVW-WZ jonger dan 30 jaar volgens gewest in 2000 (in %)

<30 jaar

32,8%

53,2%

14,0%

Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Figuur 16 Verdeling van de UVW-WZ tussen 30 en 49 jaar volgens gewest in 2000 (in %)

30 - <50 jaar

39,7%

45,9%

14,4%

Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Figuur 17 Verdeling van de UVW-WZ van 50 jaar en ouder volgens gewest in 2000 (in %)

50 jaar en ouder

50,0%

36,1%

13,9%

Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels Hoofdstedelijk Gewest

De verdeling per gewest (zie bovenstaande grafieken) toont dit nog duidelijker. In de leeftijdscategorieën jonger dan 30 jaar komt meer dan de helft van de UVW-WZ uit het Waals Gewest, terwijl nog geen derde afkomstig is uit Vlaanderen. Bij de leeftijdscategorieën van 50 jaar en ouder zien we het omgekeerde: daar is de helft van de UVW-WZ afkomstig uit het Vlaams Gewest en iets meer dan een derde uit het Waals Gewest. Algemeen kunnen we stellen dat jonge werklozen een eerder Waals en oudere een eerder Vlaams profiel hebben.

4.3 Profiel in 2010

Tabel 6 Verdeling per gewest van de populatie UVW-WZ volgens leeftijdsklasse in 2010 (in %) Gewest

Leeftijd

Vlaanderen Wallonië Brussel Land

<20 jaar 1,4% 1,5% 0,7% 1,3%

20 - <25 jaar 12,2% 15,5% 10,0% 13,3%

25 - <30 jaar 13,7% 15,3% 16,3% 14,9%

30 - <35 jaar 11,9% 12,1% 16,2% 12,7%

35 - <40 jaar 10,6% 11,4% 13,9% 11,6%

40 - <45 jaar 11,1% 10,8% 12,4% 11,2%

45 - <50 jaar 11,4% 10,4% 10,7% 10,8%

50 - <55 jaar 14,3% 12,5% 10,9% 12,9%

55 - <60 jaar 12,9% 9,7% 8,3% 10,6%

60 jaar en meer 0,5% 0,9% 0,9% 0,8%

Totaal 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%

In 2010 is net als in 2000 de leeftijdscategorie van 25 tot minder dan 30 jaar het sterkst vertegenwoordigd (14,9 %), op de voet gevolgd door de leeftijdscategorie 20 tot minder dan 25 jaar. In tegenstelling tot 2000, waar de leeftijdscategorie van 30 tot minder dan 35 jaar de derde plaats bekleedde, is dit in 2010 de categorie van 50 tot minder dan 55 jaar. In het Vlaams Gewest vormt deze leeftijdscategorie zelfs de grootste groep (14,3 %).

Figuur 18 Verdeling van de populatie UVW-WZ volgens leeftijdsklasse in 2000 en 2010 (in %)

34,5% 29,5%

58,5%

46,3%

6,9%

24,3%

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

2000 2010

<30 jaar 30-49 jaar 50 jaar en ouder

Niet enkel in Vlaanderen is het aandeel van de oudere werklozen echter toegenomen in

Figuur 19 Verdeling van de UVW-WZ jonger dan 30 jaar volgens gewest in 2010 (in %)

<30 jaar

34,4%

49,6%

15,9%

Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Figuur 20 Verdeling van de UVW-WZ tussen 30 en 49 jaar volgens gewest in 2010 (in %)

30-49 jaar

36,1%

43,9%

20,0%

Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Figuur 21 Verdeling van de UVW-WZ van 50 jaar en ouder volgens gewest in 2010 (in %)

50 jaar en ouder

42,4%

43,2%

14,4%

Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels Hoofdstedelijk Gewest

De verdeling volgens gewest laat net als in 2000 zien dat de jongere UVW-WZ een eerder Waals en de oudere een eerder Vlaams profiel hebben. Van de UVW-WZ jonger dan 30 jaar is immers 49,6 % afkomstig uit het Waals Gewest, bij de 50-plussers is 42,4 % afkomstig uit het Vlaams Gewest. Het Waalse aandeel bij de min 50-jarigen is echter wel gedaald sinds 2000: bij de werklozen jonger dan 30 jaar van 53,2 % in 2000 tot 49,6 % in 2010 en bij de 30 tot 49-jarigen van 45,9 % tot 43,9 %.

Bij de leeftijdscategorieën van 30 tot minder dan 50 jaar is opvallend dat het aandeel van het Brussels Hoofdstedelijke Gewest sterk is toegenomen ten opzichte van 2000 (14,4 % in 2000 tegenover 20,0 % in 2010). Het lijkt erop dat vooral demografische evoluties aan de basis hiervan liggen. In Brussel is immers onder meer onder invloed van de immigratie tussen 2000 en 20086 een stijging in de bevolking tussen 30 en 49 jaar waar te nemen (+37 411 personen of +13,3 %), terwijl er zowel in Vlaanderen als in Wallonië een daling was (in Vlaanderen -27 287 personen of -1,5 %, in Wallonië -10 919 of -1,1 %).

6 Bron: Eurostat. Gegevens voor 2009 of 2010 waren nog niet beschikbaar.