• No results found

In dit ontwikkelbeeld zullen ondernemers in de voedselketen zich verbreden met activiteiten uit andere sectoren en ketens. Zo zullen ondernemers op zoek gaan naar nieuwe combinaties, bijvoorbeeld met de biobased economy om op deze manier nieuwe en innovatieve manieren van inkomsten te genereren of met sectoren als de zorg en natuur. Enerzijds naast de bestaande

activiteiten, maar dat kan ook helemaal gericht zijn op nieuwe activiteiten. Relevante trends zijn GLB, verduurzaming en mondialisering en technologisering.

Agrariërs kunnen in dit beeld zoeken naar nieuwe gewassen met een hoge toegevoegde waarde, dus gewassen die na bioraffinage producten opleveren voor de farmaceutische industrie, cosmetica of hoogwaardige chemische producten. Het bioraffinage proces is zo ingericht dat wat overblijft nog steeds bruikbaar is in de voedselketen. Er vindt verbreding en integratie plaats tussen plantaardige en dierlijke productie tussen landbouw en industrie, gebaseerd op de principes van een biobased

economy. Die worden ontworpen vanuit netwerk van publiek, private en kennis partnerschap. De combinatie van food en non-food uit plantaardige productie is verder uitgewerkt in Bos Brouwer et al. (2013). Alleen de meest laagwaardig restromen worden ingezet voor energie-productie door

bijvoorbeeld vergisting. Boeren vullen hun inkomen aan door energieproductie. Daarmee komen zij tegemoet aan de vraag uit de stad. Stedelingen willen hun afhankelijkheid van fossiele brandstoffen verminderen. De overheid legt de infrastructuur aan zodat de energie kan worden getransporteerd van de boerderijen naar de stad. Boeren leggen houtsingels aan en verkopen de resulterende CO2-

rechten, en daarnaast natuurlijk de houtsnippers aan de biomassacentrale (ibid.).

Daarnaast oriënteren de verschillende ondernemers in de voedselketens zich ook op andere functies zoals zorg, recreatie, natuurontwikkeling en culturele ontwikkeling. Zo zullen agrariërs mogelijk naast voedselproductie zorgboerderijen beginnen of open landschappen produceren en traditionele slagers en groenteboeren zullen zich ook bezig houden met voorlichting van Achterhoekse producten.

17

www.aviko.nl

18

Hierdoor dragen ze bij aan leefbaarheid van het platteland en neemt de belevingswaarde toe. Het loont in de toekomst meer om de natuurlijke omgeving goed te onderhouden en is het draagvlak onder burgers, bedrijven en bestuurders groot om de benodigde maatregelen te nemen. Boeren krijgen om die reden langdurige contracten (bijvoorbeeld 30 jaar) om aan natuurbeheer te doen. Hierdoor wordt de grond ook niet minder waard op het moment dat er een natuurlijke bestemming op gelegd is. Essentie is de poging om de belangen van landbouw en natuur te zwaluwstaarten

(Westerink, 2009). Een belangrijke sector voor de Achterhoek is het toerisme. Ondernemers zoeken koppelingen. Een voorbeeld in de Achterhoek is geitenkaasmakerij De Brömmels in Winterswijk. Dit bedrijf is ook een boerderijcamping19. Een ander voorbeeld is Erve Kots in Lievelde20. Dit is een herberg, museum en ambachtelijke brouwerij ineen. Deze vernieuwde productmarktcombinatie is succesvol.

Ook zijn er verbindingen te leggen met de energiesector. In dit ontwikkelbeeld werken partijen in de Achterhoek aan een energie-neutrale regio. Door het beter benutten van grondstoffen en bevorderen van energietransitie is dit mogelijk. Een voorbeeld anno 2012 is de Biogas infrastructuur Oost- Nederland21. Deze organisatie wil de productie en afzet van groen gas op grote schaal mogelijk maken. Ook zal het hergebruik van restproducten toenemen. Zo kan het gebruik van reststromen uit de voedingsmiddelenindustrie als veevoer in varkenshouderij worden gebruiken en wordt grasland gebruikt bij het vastleggen van CO2. Het gaat hierbij om het opwekken van eigen energie, water en mineralen. Kennisontwikkeling is hierbij cruciaal.

5.5

Synthese

De verschillende ontwikkelbeelden zijn divers en schetsen andere toekomsten, maar in alle drie blijft de voedselketen een belangrijke economische sector waar waarde gecreëerd wordt en de belangrijkste vrager en gebruiker van de ruimte in het buitengebied van de Achterhoek. Door onderscheidend te zijn en te innoveren is de voedselketen in staat haar economische positie te versterken. De ontwikkelbeelden zijn passend voor de verschillende groottes van bedrijven en passend voor het karakter van het gebied. Ondernemers kiezen wat het beste bij het bedrijf past; ambachtelijke productie, specialisatie en schaalvergroting of verbreding. Daarnaast zorgt integratie met andere ketens en sectoren voor een robuustere Achterhoek en mogelijk zelfs voor nieuwe innovaties over ketens en sectoren heen. Vooral de relatie met toerisme is heel belangrijk voor toegevoegde waarde in alle ontwikkelbeelden.

19

www.brommels.nl

6

Conclusies en aanbevelingen

6.1

Conclusies

Dit hoofdstuk beschrijft de belangrijkste conclusies en aanbevelingen voor de Achterhoek. Het doel van dit rapport was om bij te dragen aan de bewustwording van de waarde van voedselketens voor de regio Achterhoek onder regionale vertegenwoordigers van overheid, onderwijs en bedrijfsleven. Het onderzoek maakt duidelijk dat de waarde van voedselketens onder druk staat. Dit kan enorme gevolgen hebben voor de voedselsector zelf, maar ook voor de hele regio de Achterhoek.

Het belang van de voedselketens in de Achterhoek is relatief groot; een belangrijk deel van de bedrijvigheid, toegevoegde waarde en werkgelegenheid in de Achterhoek is gekoppeld aan

voedselketens. Zo wordt in de elf gemeenten in de Achterhoek bijna de helft van het melkvee, fokvee, biggen en fokvarkens in de provincie Gelderland gehouden. Aan de andere kant neemt het aantal banen in de primaire landbouwsector in geen enkele andere Gelderse regio zo snel af als in de Achterhoek.

Het aandeel van de voedselketens in de toegevoegde waarde is hoger dan bijvoorbeeld het aandeel van de bouwnijverheid. Als de economische omvang van de voedselketens kleiner wordt, neemt ook de toevoegde waarde af. Verder kan geconcludeerd worden dat de economische activiteit in de voedselketen van de Achterhoek zich kenmerkt door enkele vestigingen van grote verwerkende bedrijven in de Achterhoek, die een belangrijk deel van de toegevoegde waarde en werkgelegenheid genereren, en een groot aantal MKB-bedrijven in alle schakels van de keten. Hiermee is de

werkgelegenheid in de verwerkende industrie kwetsbaar, omdat de grote bedrijven minder regio gebonden zijn dan de MKB-bedrijven.

Detailhandel, horeca en retail zijn belangrijke schakels in de Achterhoekse voedselketen en zorgen eveneens voor een belangrijk deel van de toegevoegde waarde. Het aandeel in de toegevoegde waarde van de detailhandel en horeca in de Achterhoek is echter aanzienlijk lager dan het aandeel in de provincie Gelderland of Nederland als geheel. Het aandeel neemt wel toe.

De autonome route laat zien dat door onder meer de vergrijzing en economische ontwikkeling veel bedrijven zullen stoppen tot 2030. Ook de toekomst van de verwerkers, detailhandel en horeca is onzeker door krimp en economische ontwikkeling. Daarnaast neemt het aantal voorzieningen in de voedselsector verder af. De negatieve ontwikkelingen in de voedselketen in de Achterhoek zijn cruciaal voor de toekomst van de Achterhoek, te meer omdat de voedselsector de belangrijkste drager is van de regio door de impact op economie, landschap en sociale samenhang.

Er is dus actie geboden om het tij te keren. De ontwikkelbeelden bieden handvatten voor deze acties, want de ontwikkelbeelden laten zien dat de voedselketens in de Achterhoek in de toekomst

bestaansrecht hebben. Dit geldt voor zowel grote als kleine bedrijven in alle schakels binnen de voedselketen. Voorwaarde is wel dat vooral kleine en middelgrote bedrijven keuzes maken en innovatief en flexibel zijn om toekomstbestendig te kunnen zijn. Primaire bedrijven moeten keuzes maken in de omvang van het productieproces en de keuze van producten en markten. Als zij dit niet doen zullen veel van hen failliet gaan. Alleen kleine ondernemers die blijvend innoveren kunnen voortbestaan. Andere kleine bedrijven moeten kiezen voor schaalvergroting (grotere bedrijven) of andersoortige activiteiten naast de landbouwactiviteiten gaan doen (verbreding).

In de verwerkende industrie zullen naast de grotere bedrijven, die voor de bulkmarkt produceren en daarnaast diversificeren voor specifieke markten, ook middelgrote bedrijven bestaan mits zij zich kunnen onderscheiden door specifieke innovatieve producten. Daarnaast blijft er ruimte voor kleinere verwerkers, tenminste als zij zich weten te onderscheiden op het gebied van smaak, gemak,

duurzaamheid en gezondheid. In de fysieke voedingsmiddelen retail zullen alleen bedrijven overleven die of vernieuwend zijn of tegen lage kostprijs aanbieden. Verder neemt het aantal banen in de traditionele voedselketen af, maar in de horeca en toerisme zullen in 2030 meer mensen werken dan in 2012.

6.2

Aanbevelingen om de waarde van voedselketens in de