• No results found

In ons jaarlijkse verantwoordingsonderzoek kijken wij naar de kwaliteit van de jaarverslagen die de ministers op verantwoordingsdag aanbieden aan het parlement. Wij beoordelen ook de kwaliteit van de bedrijfsvoering van de ministeries gedurende het begrotingsjaar.

Het onderzoek mondt uit in het afgeven van onze verklaring van goedkeuring bij de rijks-rekening en de saldibalans van het rijk, die in het Financieel jaarverslag van het Rijk zijn opgenomen. De taken en bevoegdheden voor het verantwoordingsonderzoek liggen vast in de Grondwet en in de Comptabiliteitswet.

Onderzoek naar de jaarverslagen

Ons onderzoek naar de jaarverslagen is erop gericht om vast te stellen:

• of de weergegeven financiële informatie klopt en de weergegeven financiële transacties rechtmatig zijn – dat wil zeggen in overeenstemming met de begrotingswetten en andere toepasselijke wettelijke regels;

• of de weergegeven (niet-financiële) informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfs-voering op goede wijze tot stand gekomen is;

• of de inrichting van het jaarverslag voldoet aan de bepalingen uit de Comptabiliteitswet en de Rijksbegrotingsvoorschriften.

Bij het onderzoek naar de financiële informatie maken wij gebruik van de internationale controlestandaarden voor rekenkamers (International Standards of Supreme Audit

Institutions, ‘ISSAIs’). Wij onderzoeken niet iedere geldstroom tot in detail, maar hanteren een werkwijze die is gebaseerd op risicoanalyse.

Wij verrichten zelf controlewerkzaamheden en maken waar mogelijk gebruik van de werkzaamheden van de Auditdienst Rijk die controleert ten behoeve van de minister.

Met het oog op het budgetrecht van het parlement richten wij ons controlewerk zo in dat wij over belangrijke fouten en onzekerheden niet alleen op jaarverslagniveau in totaal, maar ook per begrotingsartikel kunnen rapporteren. Om te kunnen bepalen wat wel en niet belangrijk is gebruiken wij kwantitatieve en kwalitatieve tolerantiegrenzen.

Voor de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfs-voering beoordelen we of deze ordelijk en controleerbaar tot stand is gekomen.

Onderzoek naar de bedrijfsvoering

In ons onderzoek naar de kwaliteit van de bedrijfsvoering van de ministeries beoordelen wij of het financieel beheer, het materieelbeheer en andere elementen van de bedrijfs-voering rechtmatig, ordelijk en controleerbaar zijn.

Omdat het niet mogelijk is alle relevante elementen van de bedrijfsvoering jaarlijks te toetsen, hebben wij een meerjarige aanpak ontwikkeld. Wij richten ons daarbij vooral op de elementen die een rechtstreekse relatie hebben met de financiële informatie in de jaarverslagen. Alle essentiële beheersmaatregelen (‘key controls’) binnen het financieel beheer onderwerpen we ten minste eens in de drie jaar aan onderzoek.

Als we vinden dat een onderdeel van de bedrijfsvoering onvoldoende beheerst verloopt, noemen wij dat een ‘onvolkomenheid’ dan wel een ‘ernstige onvolkomenheid’. Daarnaast vestigen wij de aandacht op zaken die beter kunnen worden georganiseerd.

Onderzoek naar beleidsinformatie

Wij doen jaarlijks onderzoek naar een aantal beleidsthema’s. Centraal staat hierbij de vraag of ministers erin slagen de belastingbetaler waar voor zijn geld te leveren en of zij het parlement hierover voldoende informeren. Om dit te kunnen beoordelen gaan wij per beleidsthema na:

• hoeveel geld aan het beoogde doel is besteed;

• of voor dat geld de beloofde prestaties zijn geleverd;

• in hoeverre het met het geld beoogde doel is gerealiseerd;

• of het parlement in begroting, jaarverslag en andere Kamerstukken voldoende is geïnformeerd.

Een uitgebreide methodologische verantwoording over ons jaarlijkse verantwoordings-onderzoek staat op onze website: www.rekenkamer.nl/verantwoordingsverantwoordings-onderzoek.

Bijlage 2

Literatuur

Publicaties

Algemene Rekenkamer (2017). Resultaten verantwoordingsonderzoek 2016 bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Den Haag: eigen beheer. Bijlage bij Kamerstuk 34725-XV nr. 2, Tweede Kamer, vergaderjaar 2016-2017.

BZK (2017). Meicirculaire gemeentefonds 2017. Den Haag: eigen beheer.

Financiën (2017a). Startnota. Tweede Kamer, vergaderjaar 2017-2018, kamerstuk 34 775, nr. 54.

Financiën (2017b). Uitgaven premiesectoren. Bijlage bij Kamerstuk 34 426, nr. 31, vergaderjaar 2016–2017.

SZW (2016). Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2017. Tweede Kamer, vergaderjaar 2016-2017, 34 550 XV nr. 2.

SZW (2017a). Toezichtbeleid SZW – UWV en SVB. Den Haag: eigen beheer.

SZW (2017b). Brief van de minister van SZW van 14 december 2017 over jaarplannen 2018 UWV en SVB en toezicht bevindingen. Tweede Kamer, vergaderjaar 2017-2018, 26 488, nr. 600.

SZW (2017c). Brief van de staatssecretaris van SZW van 30 juni 2017 over resultaten twee-meting banenafspraak. Tweede Kamer, vergaderjaar 2016-2017, 34 352, nr. 60.

SZW (2017d). Brief van de staatssecretaris van SZW van 8 september 2017 over activering van de quotumheffing voor sector overheid. Tweede Kamer, vergaderjaar 2016-2017, 34 352, nr. 65.

SZW (2017e). Brief van de staatssecretaris van SZW van 8 december 2017 over de uitvoering van de Participatiewet. Tweede Kamer, vergaderjaar 2017-2018, 34 352, nr. 76.

SZW (2017f). Brief van de staatssecretaris van SZW van 30 juni 2017 over de uitvoering van de Participatiewet. Tweede Kamer, vergaderjaar 2016-2017, 34 352, nr. 58.

SZW (2017g). Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van SZW (XV) voor het jaar 2017 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota). Tweede Kamer, vergaderjaar 2016-2017, 34 730 XV, nr. 1.

SZW (2017h). Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2018. Tweede Kamer, vergaderjaar 2017-2018, 34 775 XV, nr.1.

SZW (2017i). Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van SZW (XV) voor het jaar 2017 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota). Tweede Kamer, vergaderjaar 2017-2018, 34 845 XV, nr. 1.

SZW (2018). Jaarverslag 2017 van het Ministerie van SZW.

Tweede Kamer (2016a). Motie van het lid Vermue. Tweede Kamer, vergaderjaar 2016-2017, 34 426, nr. 19.

UWV (2016). UWV jaarplan 2017. Amsterdam: eigen beheer. Bijlage bij Kamerstuk 26 448 nr. 584, vergaderjaar 2016-2017.

UWV (2018a). UWV Jaarverslag 2018. Amsterdam: eigen beheer.

UWV (2018b). Factsheet transparantie klantprofielen derde kwartaal 2017. Amsterdam:

eigen beheer.

UWV (2018c). Rapportage beschut werk derde kwartaal 2017. Amsterdam: eigen beheer.

Wet- en regelgeving

Beschut werk 2017. Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegen-heid van 23 januari 2017 tot vaststelling van de aantallen beschut werk voor het jaar 2017.

Staatscourant 2017, nr. 4 882.

Besluit gedifferentieerde premie Werkhervattingskas 2017. Staatscourant 2016, 45 432.

Comptabiliteitswet 2016. Wet van 22 maart 2017 tot vaststelling van de Wet inzake het beheer van de financiën van het Rijk.

Regeling rijksbegrotingsvoorschriften 2018. Regeling van de Minister van Financiën van 31 oktober 2016 houdende regels omtrent de begroting en de financiële verantwoording van het Rijk voor het jaar 2017 en de vaststelling van de comptabele grensbedragen. Staatscourant, jaargang 2016, nr. 58991.

Regeling tot vaststelling premiepercentages werknemers- en volksverzekeringen, maximum-premieloon werknemersverzekeringen en de opslag kinderopvangtoeslag 2017. Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 november 2016 tot vaststelling van de premiepercentages werknemers- en volksverzekeringen, maximumpremieloon werk-nemersverzekeringen en de opslag kinderopvangtoeslag voor 2017. Staatscourant 2016, nr. 63910.

Wet Houdbare Overheidsfinanciën. Wet van 11 december 2013 inzake houdbare financiën van de collectieve sector.

Wet Suwi. Wet van 29 november 2001, houdende regels tot vaststelling van een structuur voor de uitvoering van taken met betrekking tot de arbeidsvoorziening en sociale verzekerings-wetten.

Bijlage 3

Eindnoten

De volgende zinnen en tekstpassages zijn aangepast nadat het conceptrapport is aangeboden aan de minister van SZW voor bestuurlijk hoor en wederhoor. Het betreft feitelijke en redactionele verbeteringen van de tekst.

1. In het conceptrapport hadden we vermeld dat de rijksbijdragen onderdeel uitmaken van het SZA-kader. Het is feitelijk beter om aan te geven dat de minister van SZW gelden van zijn begroting (in de vorm van inkomensoverdrachten en rijksbijdragen) gebruikt om uitgaven te financieren die behoren tot het SZA-kader.

2. Ten tijde van het uitsturen van het conceptrapport voor bestuurlijk hoor en wederhoor waren de controlewerkzaamheden van de Auditdienst Rijk nog niet afgerond. Op basis van de afronding van deze controlewerkzaamheden blijkt de fout op begrotingsartikel 9 Nabestaanden € 40.000 te zijn in plaats van € 50.000.

3. In het conceptrapport hadden we abusievelijk het BIR omschreven als Besluit Voor-schrift informatiebeveiliging Rijksdienst, dit moet de Baseline Informatiebeveiliging Rijksdienst zijn.

4. We hebben bij de boete in het kader van de quotumwet de term quotumheffing toegevoegd, omdat onder andere het Ministerie van SZW deze term hanteert. Verder hebben we volledigheidshalve toegevoegd dat er wetgeving in voorbereiding is, om het mogelijk te maken dat overheidswerkgevers in 2020 voor het eerst een boete of

quotumheffing kunnen krijgen over het jaar 2019.

5. We hadden in het concept rapport het volgende vermeld ‘’de deelkaders hebben sinds 1994 geen wettelijke basis binnen de Comptabiliteitswet, maar vloeien voort uit de Wet houdbare overheidsfinanciën 2016’’. Feitelijk beter is het om aan te geven dat

“deelkaders bestaan sinds 1994 en hebben geen wettelijke basis in de Comptabiliteits-wet, maar vloeien voort uit de Wet houdbare overheidsfinanciën en begrotingsregels”.

Ook hadden we in de titel van de Wet houdbare overheidsfinanciën abusievelijk

‘2016’ opgenomen, dat hebben we weggehaald.

6. We hebben ‘netto’ toegevoegd aan uitgaven om zo consistent te zijn met het verant-woordingsonderzoek VWS 2017, waar dezelfde figuur en toelichting is opgenomen.

7. In het conceptrapport hadden we abusievelijk vermeld dat UWV 9 districten heeft, dat moeten er 11 zijn.

8. Het conceptrapport is voor publicatie nog taalkundig gecorrigeerd. Hierdoor kunnen redactionele afwijkingen voorkomen tussen de conceptversie die de minister van SZW is voorgelegd voor een bestuurlijke reactie en de definitieve versie van dit rapport.

Postbus 20015 2500 EA Den Haag telefoon (070) 342 44 00 voorlichting@rekenkamer.nl www.rekenkamer.nl

Omslag

Ontwerp: Corps Ontwerpers Foto: Corbis/Hollandse Hoogte

Den Haag, mei 2018