• No results found

Verantwoording verzameling en analyse van gegevens juridische dienstverleners

Management summary

Bijlage 3 Verantwoording verzameling en analyse van gegevens juridische dienstverleners

Deze bijlage geeft algemene informatie over de respondenten van hoofdstuk 4: de gerechtsdeurwaarders, de advocaten en de medewerkers van het Juridisch Loket. Daarnaast presenteert het de resultaten van de multivariate analyse van het algemene oordeel over de Wgbz.

Respons web-enquête onder rechtshulpverleners

De respons onder de drie groepen rechtshulpverleners varieerde. Onder de mede-werkers van het Juridisch Loket was hij met 63% het hoogst. Van de advocaten was de respons 13%, maar gezien het feit dat er meer dan 3.400 waren benaderd, telt de groep respondenten altijd nog 439 personen. Het percentage responderenden was onder de gerechtsdeurwaarders met 11% het laagst: slechts 102 deden er aan het onderzoek mee. In tabel B4.1 staat een overzicht van de non-respons onder de advocaten en de gerechtsdeurwaarders. De tabel maakt duidelijk dat de respons is berekend op het aantal potentiële respondenten van wie er door selectie op het al dan niet beschikken over ervaring met zowel de WTBZ als de Wgbz alsnog een aantal afviel. Daarnaast maakte een flink aantal respondenten de beantwoording van de vragenlijst niet af. Alleen de compleet ingevulde vragenlijsten zijn gebruikt voor het onderzoek.

Tabel B4.1 Overizcht respons en non-respons

Respons en non-respons Totale aantal % van e-mail-

uitnodigingen verstuurd

% van respon-denten op website

Adv. GDW Adv. GDW Adv. GDW

E-mailuitnodigingen verstuurd 3.439 919 100 100

Respondent gaat naar website 749 233 22 25 100 100 Respondent gaat naar website maar start niet 124 32 4 3 17 14 Respondent valt uit door selectievraag 61 1 2 0 8 0

Respondent stopt 123 98 4 11 16 42

Respondent maakt hele vragenlijst af 441 102 13 11 59 44

Het aantal jaar dat de respondenten werkzaam waren, geeft weinig uitschieters te zien (mensen die of net begonnen waren, of al lang in hun functie werkzaam waren). Het gaat voornamelijk om mensen die al enige ervaring hadden. Voor de advocaten (n=439) geldt dat zij gemiddeld negentien jaren ervaring hadden. De gerechtsdeurwaarders (n=102) en medewerkers van het Juridisch Loket (n=29) waren iets minder ervaren in vergelijking met de advocaten: hun gemiddelde waren respectievelijk twaalf jaar en negen jaar. De meeste respondenten hadden dus genoeg ervaring om de situatie onder de WTBZ met de Wgbz te vergelijken. Naast ervaring spelen wellicht andere factoren ook een rol in de manier waarop de respondenten de enquêtevragen hebben beantwoord, zoals welke cliënten ze ver-tegenwoordigden en hoe groot het kantoor was waar ze werkzaam waren. Daarom worden dergelijke factoren in deze paragraaf besproken.

De gerechtsdeurwaarders en advocaten gaven aan wat voor typen rechtzoekenden ze in 2014 vertegenwoordigden. De resultaten staan in figuur B4.1. Advocaten ver-tegenwoordigden vaak natuurlijke personen, maar het MKB en ZZP’ers en kleine zelfstandigen behoorden ook vaak tot hun clientèle. Gerechtsdeurwaarders

ver-tegenwoordigden het vaakst MKB’ers, maar ZZP’ers en kleine zelfstandigen en natuurlijke personen volgden deze groep op de voet. De open antwoordcategorie werd het meest met ‘overheden’ en ‘stichtingen’ beantwoord (advocaten n=21, gerechtsdeurwaarders n=27).

Figuur B4.1 Typen cliënten van de advocaten (n=439) en gerechtsdeurwaarders (n=102)

Wat de grootte betreft van de organisatie waar de respondenten werkten: iets meer dan de helft van de gerechtsdeurwaarders (61%) en advocaten (56%) was werk-zaam bij een kantoor met minder dan vijf werknemers. De rest werkte dus voor een kantoor met meer dan zes man personeel. Onze steekproef lijkt dus een mix te zijn van respondenten die (1) ervaring hadden, (2) diverse soorten cliënten vertegen-woordigden en (3) zowel in een kleine als groot kantoor werkten.

Aan de gerechtsdeurwaarders en advocaten is gevraagd voor welk gerecht zij het afgelopen jaar procedures hadden gevoerd. Het blijkt dat onze steekproef alle gerechten van het land goed dekt. Dit geldt zowel voor de advocaten als voor de gerechtsdeurwaarders. Van de gerechtsdeurwaarders voerde meer dan de helft procedures voor alle rechtbanken.

Tabel B4.2 Rechtshulpverleners en de rechtbanken waar zij procedures voerden Advocaten (n=439) Gerechtsdeurwaarders (n=102) Rechtbank Amsterdam 197 79 Rechtbank Noord-Holland 133 79 Rechtbank Midden-Nederland 250 80 Rechtbank Noord-Nederland 110 71

Rechtbank Den Haag 200 74

Rechtbank Rotterdam 184 71

Rechtbank Limburg 93 68

Rechtbank Oost-Brabant 152 68

Rechtbank Zeeland West-Brabant 144 66

Rechtbank Gelderland 173 77

Rechtbank Overijssel 108 72

Anders, namelijk België 1 -

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Natuurlijke

personen ZZP en kleinezelfstandigen MKB Grootbedrijf namelijkAnders

Advocaten

Tabel B4.3 Advocaten en de hoven waar zij procedures voerden

Advocaten (n=439)

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 229

Gerechtshof Den Haag 155

Gerechtshof Amsterdam 134

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 159

Anders, namelijk Raad van State, Centrale Raad van Beroep 1 Tabel B4.4 Medewerkers van het juridisch loket per vestiging

Medewerkers Juridisch Loket (n=29)

Almelo 1 Almere 1 Amersfoort 1 Amsterdam 3 Arnhem 1 Breda 2 Den Haag 2 Dordrecht 1 Enschede 1 Groningen 1 Leeuwarden 1 Leiden 1 Lelystad 1 Maastricht 1 Nijmegen 2 Roermond 1 Rotterdam 1 Utrecht 2 Zaandam 1 Zutphen 3 Zwolle 1

Een ander aspect dat van belang is, betreft de werkzaamheden van de responden-ten. Figuur B4.2 laat zien welke werkzaamheden de gerechtsdeurwaarders in welke mate verrichtten. Uit dat figuur blijkt dat de meerderheid vrijwel alle taken uitvoer-de. De open antwoordcategorie werd voornamelijk beantwoord met werkzaamheden die niet direct met het ambt te maken hebben, zoals management, doceren en boekhouding.

Figuur B4.2 Werkzaamheden van de gerechtsdeurwaarders (n=102)

Wat de advocaten betreft hebben we ons gericht op de civielrechtelijke terreinen waarop zij actief waren. Figuur B4.3 geeft een overzicht. Bij ‘anders’ gaat het veelal om overheidsinstellingen of stichtingen.

Figuur B4.3 Civielrechtelijke terreinen waarop de advocaten werken (n=439)

De meeste advocaten (64%) behandelden in 2014 ook zaken op basis van een toevoeging (figuur B4.4), maar de mate waarin varieerde sterk.

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Anders, namelijk n=16 Uitbrengen van dagvaardingen Optreden als gemachtigde in

civiele rechtszaken Ontruimingen Juridisch advies/ondersteuning Buitengerechtelijke incassowerkzaamheden Betekenen van vonnissen Beslagleggen

Ja, regelmatig Ja, incidenteel Nee

0% 20% 40% 60% 80% 100% Anders n=47 Verzekeringsrecht Vermogensrecht Verbintenissenrecht Personen- en familierecht Ondernemingsrecht Intellectuele eigendomsrecht Insolventierecht Incassorecht Huurrecht Financieel of bankrecht Consumentenrecht Bouwrecht Arbeidsrecht Aansprakelijkheidsrecht

Figuur B4.4 In welk deel van de zaken in 2014 heeft u bijstand verleend op toevoeging (advocaten, n=439)?

Daarnaast vroegen we de advocaten bij hoeveel civielrechtelijke zaken ze cliënten ter zitting vertegenwoordigd hadden in het jaar voorafgaande aan de enquête (figuur B4.5). Het overgrote merendeel van de advocaten had zittingen gedaan, maar de mate waarin varieerde sterk.

Figuur B4.5 Aantal civielrechtelijke zaken behandeld in het voorbije jaar (advocaten, n=439)

Naast algemene vragen over de werkzaamheden van de respondenten, werd er ook specifiek naar de activiteiten gevraagd met betrekking tot de griffierechtheffing. Zoals figuur B4.6 weergeeft, waren gerechtsdeurwaarders voornamelijk bezig met het voorlichten van cliënten over de hoogte van het griffierecht of het berekenen van het verschuldigde griffierecht. In mindere mate waren zij bezig met het betalen

Alle civielrechtelijke zaken Meer dan driekwart van de civielrechtelijke zaken De helft tot driekwart van de civielrechtelijke zaken Een kwart tot de helft van de civielrechtelijke zaken Tot een kwart van de civielrechtelijke zaken Geen

Weet niet

Niet van toepassing

Geen 1-5 6-10 11-20 21-50 51-100 Meer dan 100 Weet niet

van het griffierecht aan de rechtbank of het controleren van de verwerking van de griffierechtbetaling.

Figuur B4.6 Werkzaamheden die de gerechtsdeurwaarder uitvoert rond de griffierechtheffing (n=102)

Ook de meeste advocaten (85%) waren regelmatig bezig met het voorlichten van cliënten over de hoogte van het griffierecht (figuur B4.7), de rest deed dat inciden-teel. Bij het betalen van het griffierecht aan de rechtbank was 66% regelmatig betrokken, 10% incidenteel betrokken en 24% niet betrokken. Een forse meerder-heid (c.q. 88%) van die 24% had een rekening-courantverhouding met het gerecht bij de invoering van de Wgbz en voor hen verklaart dat waarom zij niet betrokken waren bij de betaling van het griffierecht. Dit geldt overigens ook voor het contro-leren van de verwerking van de griffierechtbetaling: 81% van de groep advocaten die deze activiteit niet verrichtte, had een (landelijke) rekening-courant.

Figuur B4.7 Werkzaamheden die de advocaat uitvoert rond de griffie-rechtheffing (n=439)

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Anders n=4 Het verschuldigde griffierecht

berekenen

Griffierecht betalen aan de rechtbank Controleren verwerking

griffierechtbetaling Clienten voorlichten over de hoogte

van het griffierecht

Ja, regelmatig Ja, incidenteel Nee

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Anders n=14 Het verschuldigde griffierecht berekenen Griffierecht betalen aan de rechtbank Controleren verwerking griffierechtbetaling Cliënten voorlichten over de hoogte van

het griffierecht

Wat de respondenten van het Juridisch Loket betreft: allen waren hetzij regelmatig, hetzij incidenteel betrokken bij het voorlichten van rechtzoekenden over de hoogte van het griffierecht (figuur B4.8).

Figuur B4.8 Werkzaamheden die de medewerker van het Juridisch Loket uitvoert rond de griffierechtheffing (n=29)

Tot zover de griffierecht gerelateerde activiteiten onder de Wgbz. Welke activiteiten verrichtten de respondenten onder de voorloper daarvan, de WTBZ? Figuur B4.9 laat dit zien. Over het geheel genomen waren de activiteiten van de gerechtsdeur-waarders onder de WTBZ identiek. Het verschil was slechts dat het percentage ge-rechtsdeurwaarders dat voorlichting gaf over de hoogte van het griffierecht, onder de Wgbz statistisch significant hoger was dan onder de WTBZ.

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Het verschuldigde griffierecht berekenen Cliënten voorlichten over de hoogte van het

griffierecht

Figuur B4.9 Werkzaamheden die de gerechtsdeurwaarder onder de WTBZ uitvoerde rond de griffierechtheffing (n=102)

Wat de advocaten betreft, geeft figuur B4.10 de resultaten weer. Vergelijking van figuur B4.10 met figuur B4.7 maakt duidelijk dat het percentage dat zich onder de WTBZ met griffierecht gerelateerde activiteiten bezighield iets geringer is dan onder de Wgbz. Dit verschil statistisch significant voor alle activiteiten in tabel B4.7.

Figuur B4.10 Werkzaamheden die de advocaat onder de WTBZ uitvoerde rond de griffierechtheffing (n=439)

Figuur B4.7 en figuur B4.10: Antwoordverdeling verschilt statistisch significant tussen advocaten en gerechtsdeurwaarders voor: Cliënten voorlichten over de hoogte van het griffierecht***; Griffierecht betalen aan de rechtbank*; Controleren verwerking griffierechtbetaling***; en Anders*

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Anders n=2 Het verschuldigde griffierecht berekenen Griffierecht betalen aan de rechtbank Controleren verwerking

griffierechtbetaling Cliënten voorlichten over de hoogte van

het griffierecht

Ja, regelmatig Ja, incidenteel Nee

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Anders n=10 Het verschuldigde griffierecht berekenen Griffierecht betalen aan de rechtbank Controleren verwerking griffierechtbetaling

Het verschil in de activiteiten van medewerkers van het Juridisch Loket onder de WTBZ (figuur B4.11) en de Wgbz (figuur B4.8) is nagenoeg verwaarloosbaar.

Figuur B4.11 Werkzaamheden die de medewerker van het Juridisch Loket onder de WTBZ uitvoerde rond de griffierechtheffing (n=29)

Vanwege de invoering van de Wgbz bood de KBvG aan de gerechtsdeurwaarders ondersteuning aan. Maakten zij hiervan ook gebruik? Figuur B4.12 geeft een over-zicht waarbij meerdere antwoorden konden worden gegeven. Ongeveer de helft van de respondenten had gebruikgemaakt van de hulp van de KBvG voor het vergaren van informatie of had gebruikgemaakt van de door de KBvG aangepaste dagvaar-dingmodellen. Slechts 18% van de respondenten zei geen gebruik te hebben ge-maakt van ondersteuning door de KBvG.

Figuur B4.12 Gebruik van ondersteuning van de KBvG door gerechtsdeur-waarders rond de invoering van de Wgbz (n=102)

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Het verschuldigde griffierecht berekenen Cliënten voorlichten over de hoogte van

het griffierecht

Ja, regelmatig Ja, incidenteel Nee

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Gerechtsdeurwaarders Aangepaste dagvaardingmodellen

De verstrekte informatie (incl. vraag en antwoord rubriek)

Beide Geen Anders Weet niet

Resultaten multivariate analyse van het eindoordeel over de Wgbz

Bij de multivariate analyse is voor een binaire logistische regressie gekozen. Dit betekent dat er getest werd hoe bepaalde kenmerken van respondenten van invloed zijn op twee mogelijke houdingen van de respondenten, namelijk: 1) de Wgbz is een verbetering/neutraal en 2) de Wgbz is een verslechtering. Idealiter werd er een ver-gelijking gemaakt tussen drie groepen (c.q. de Wgbz is een verbetering; of neu-traal; of een verslechtering), door middel van een ordinale of multinomiale logis-tische regressie, voor elke groep rechtshulpverleners apart maar dit bleek niet haal-baar. De data had namelijk relatief veel ontbrekende waarden, waardoor deze typen analyses niet bij de data passen. Daarnaast was het aantal medewerkers van het Juridisch Loket te gering.

De resterende optie was binaire logistische regressie te gebruiken voor enkel de advocaten en gerechtsdeurwaarders. Op theoretische gronden lag het meest voor de hand de groep advocaten en gerechtsdeurwaarders die de Wgbz een verbetering vonden te contrasteren met de groep die de wet een verslechtering vond of er neu-traal tegenover stond aangezien met de wet een verbetering van een bestaande situatie werd nagestreefd. Er waren echter dusdanig veel gerechtsdeurwaarders die de wet geen verbetering vonden, dat de verdeling te extreem werd. Er is daar- om voor gekozen de rechtshulpverleners die de wet een verbetering vonden of er neutraal tegenover stonden te contrasteren met zij die de wet een verslechtering vonden.

Een punt van aandacht waren de ordinale onafhankelijke variabelen met de ant-woorden op de vragen naar de opvattingen van de rechtshulpverleners. Er is vooraf getoetst (chi2 toets) of deze variabelen als continu konden worden opgenomen of dat de antwoordcategorieën moesten worden gedichotomiseerd. Het model met de continue variabelen paste beter bij de data, reden waarom we daarvoor hebben gekozen. De tabellen B4.6 tot en met B4.10 geven de verdeling van de mening van de respondenten over de antwoordcategorieën.

Tabel B4.6 In hoeverre bent u het eens met het principe van griffierecht-heffing? In %

Advocaten (n=439) GDW (n=102)

Helemaal eens 22,1 23,5

Eens 55,1 47,1

Eens noch oneens 9,3 7,8

Oneens 10 11,8

Helemaal oneens 2,1 9,8

Ik weet het niet 1,4 0,0

Tabel B4.7 Wat vindt u van de hoogte van de griffierechttarieven onder de Wgbz, los van het principe van griffierechtheffing zelf? In %

Advocaten (n=439) GDW (n=96)

Heel hoog 37,1 82,3

Hoog 45,8 15,6

Noch hoog noch laag 12,3 1,0

Laag 0,5 0,0