de politie in onderling overleg bezien welke oplossingen mogelijk zijn
5 Veilig schoolklimaat
5. 1 Uitbreiding convenants-aanpak scholen v.o.-scholen
In Amsterdam-West heeft het overleg tussen de scholen voor voortgezet ondelWijs, de politie, het Openbaar Ministerie en de betrokken stadsdelen geleid tot gezamenlijke ondertekening van een convenant. In dat convenant zijn afspraken opgenomen over onder andere:
- het aanstellen van contactpersonen;
- het doen van aangifte of melden in met name genoemde gevallen;
- het aanstellen van vertrouwenspersonen binnen de scholen;
- het opstellen en uitvoeren van schoolveiligheidsplannen (zie project 5.6);
- de deskundige bijdrage middels advies en voorlichting van politie en justitie.
Doelstelling
Hoofddoel
Creëren en in stand houden van een veilig schoolklimaat.
Subdoelen
Verminderen jeugdcriminaliteit op en rond school.
Voorkomen (school)-uitval en afglijden naar criminaliteit.
Versterken samenwerking tussen scholen, politie en andere partners.
Gestructureerd aanbieden politie-bijdrage van toenemende kwaliteit.
Vormgeven prioritaire aandacht voor risicolokaties en risicogroepen.
Resultaat
Scholen, politie, OM en stadsdeel werken effectief samen middels contactpersonen.
Activiteiten, preventief en repressief, vinden plaats op basis van overleg en wederzijds vertrouwen.
Effect
Door een intensieve samenwerking worden deskundigheid en taakverantwoordelijkheid van alle partners optimaal benut.
Doelgroep
Alle v.o.-scholen in de regio, gekoppeld aan alle wijkteams van politie.
Organisatie
Uitvoering
Per politiedistrict wordt bezien hoe de convenants-aanpak het best ontwikkeld en geïmplementeerd kan worden. Bestaande aanpakken zoals in Amsterdam-Oost (bottom
up) en Amsterdam-Noord (een school als voorloper) worden nauwlettend gevolgd, geëvalueerd en in de convenants-aanpak geïntegreerd.
Uitvoerende organisaties
Regiopolitie Amsterdam-Amstelland, Dienst SEC, Deelraden en scholen.
Planning
Voortgang bestaande initiatieven in 1996.
Financiën
Financiering uit integraal budget Veilig in School (project 5.6), voor 1995 f 10.000; voor 1996 f 100.000.
Evaluatie
Proces-evaluatie: per looptijd convenant.
5 Veilig schoolkIimaat
5.2 Stimuleren van het maken van veiligheidsplannen v.o.-scholen
Er wordt naar gestreefd dat alle scholen veiligheidsplannen opstellen en uitvoeren. Op basis van een model van aanpak 'Veilig in School' , kan per school uitwerking plaatsvinden.
Belangrijk onderdeel is de risico analyse, opgesteld in de zin van de ARBO-wetgeving. De plannen dienen echter veel verder te gaan en vereisen maatregelen op meerdere niveaus van preventie. Extra kosten zijn gemoeid bij het inkopen van externe deskundigheid, het treffen van extra voorzieningen en het opzetten en invoeren van informatiesystemen. Scholen maken hun eigen plannen in het kader van een stedelijke aanpak. Onderdelen van deze plannen kunnen zijn: het inzetten van middelen zoals vermeld onder projectomschrijvingen
DrS. 5.5, 5.6 en 5.9.
Doelstelling
Hoofddoel
Opstellen en uitvoeren van geëigende veiligheidsplannen door alle Amsterdamse scholen voor voortgezet onderwijs uiterlijk per 1998.
Subdoelen
- Alle geledingen van de school bewust maken van veiligheidsaspect.
- Inventarisaties van veiligheidsbedreigende situaties of factoren, inclusief ARBO-toets.
- Formuleren van concreet plan van te treffen maatregelen.
- Formuleren van de noodzakelijk te realiseren voorwaarden, zoals met politie en OM.
- Zorgdragen voor training en voorlichting; inclusief inventarisatie van trainings-activiteiten politie en Halt.
Resultaat
Alle scholen voor voortgezet onderwijs beschikken over een schoolveiligheidsplan en ondernemen in dat kader specifieke activiteiten.
Effect
Alle betrokkenen bij de samenleving op de school zijn zich bewust van de noodzaak van een veilig schoolklimaat en hebben zich daartoe verplicht door het stellen van regels en het ondernemen van bijzondere activiteiten.
Doelgroep
Alle scholen voor voortgezet onderwijs, inclusief het mbo.
Organisatie
1996: Stedelijke implementatie van planopzet:
- realisering bestuurlijke en organisatorische voorwaarden op uitvoeringsniveau;
Financiën
f 28.500, = GSB-budget 1995.
f 673.000, = GSB-budget 1996.
In deze budgetten zijn de kosten van de projecten 5.5, 5.6 en 5.9 opgenomen.
Evaluatie
Jaarlijkse voortgang.
5 Veilig school klimaat
5.3 Instrumentontwikkeling ten behoeve van veiligheid in scholen
Binnen de ARBO-zorgsystematiek wordt een aantal instrumenten ontwikkeld. Het gaat daarbij om een handleiding voor het opstellen van een draaiboek voor opvang en veiligheid;
een standaardinstrument voor het maken van een risico-inventarisatie, op grond waarvan het draaiboek per school vormgegeven kan worden; een methode voor teamgericht werkoverleg over veiligheid en veiligheidszorg. Ten behoeve van het vereiste draagvlak onder het schoolpersoneel en de implementatie van deze instrumenten wordt een
trainingsprogramma voor schoolteams ontwikkeld. Een videoband maakt hiervan deel uit.
De genoemde instrumenten worden door middel van dit trainingsprogramma uitgetest op drie brede scholengemeenschappen.
Vervolgens worden zij aan andere scholen beschikbaar gesteld.
Doelstelling
Hoofddoel
Voor scholen de mogelijkheid scheppen hun door de ARBO-wet veronderstelde veiligheidzorg vorm en inhoud te geven.
Subdoelen
Draagvlakontwikkeling onder schoolpersoneel.
Ontwikkelen van media.
llesul�/effect
Vermindering van agressie en geweld.
Doelgroep
Alle scholen voor voortgezet onderwijs in Amsterdam, tevens v.o.-scholen in andere gemeenten.
Organisatie
Uitvoering
Pilot op drie scholen voor voortgezet onderwijs in Amsterdam-Zuidoost.
Uitvoerende organisatie
Dienst Sport, Educatie en Cultuur, scholen, extern bureau onderzoek en training.
Planning
Voorbereiding in 1995; uitvoering in 1996.
Ymanciën
f 37.000, = Convenant Justitie/Amsterdam 1995.
f 37.500, = Convenant Justitie/Amsterdam 1996.
Evaluatie
In een aparte evaluatie wordt jaarlijks vastgesteld of en in hoeverre er op de drie ontwikkelscholen vermindering van agressie en geweld is opgetreden.
5 Veilig school klimaat
5.4 Binding-versterkende activiteiten
Om de betrokkenheid van leerlingen bij de samenleving op school te verhogen en er langs die weg een groter gevoel van verantwoordelijkheid voor te ontwikkelen is het gewenst dat extra activiteiten worden ondernomen die de binding tussen school en leerling versterken.
Deze activiteiten kunnen liggen op pedagogisch/didactisch terrein (zoals huiswerkbegeleiding) of op sportief/cultureel gebied.
De additionele arbeidsplaatsen, in het kader van de zgn. Melkertregeling, kunnen mede ten behoeve van deze extra activiteiten worden ingezet. Een specifieke training is daarvoor wellicht noodzakelijk.
Doelstelling
Hoofddoel
Versterken van de band tussen leerling en school in het voortgezet onderwijs.
Subdoelen
- Alle betrokkenen binnen de school bewust maken van het feit dat zij een leefgemeenschap uitmaken.
- Vergroten van de betekenis die de school voor de leerling kan hebben.
- Vergroten van de mogelijkheden waarbij de leerling van betekenis kan zijn voor de school.
Resultaat
Alle scholen voor voortgezet onderwijs beschikken over een concreet en uitvoerbaar pakket van aanvullende activiteiten die de band tussen leerling en school versterken.
Effect
Toegenomen identificatie met de belangen van de schoolgemeenschap en vergroting van het 'wij-gevoel' .
Doelgroep
Alle scholen voor voortgezet onderwijs, inclusief het mbo.
Organisatie
Uitvoering
Schoolbesturen en scholen.
Uitvoerende organisaties
Scholen, Bureau Werk gemeente Amsterdam, Trainingsinstelling, Dienst Sport Educatie en Cultuur.
Planning
Gereed per eind 1998.
Financiën
1995: f 20.000, =; 1996 f 260.000, = .
Evaluatie
Jaarlijkse evaluatie van stand van zaken.
5 Veilig schoolklimaat
5.5 Aanstelling additioneel personeel in kader Melkertregeling.
Verhoging van de schoolveiligheid vereist extra inzet van personeel. Zowel ten behoeve van direct op verhoogde veiligheid gerichte activiteiten als op maatregelen meer in de preventieve sfeer. Nieuw personeel moet daartoe geschoold en getraind worden. Te denken valt aan zaken als EHBO, werken met de ARBO-risico inventarisatie e.d.
Doelstelling
Hoofddoel
Voorzien in de vereiste extra menskracht ten behoeve van direct verhoogde veiligheid in de school.
Subdoelen
Meer gericht toezicht.
Grotere gerichte inzet op veiligheidsaspecten.
Verhoging van beschikbare deskundigheden.
Vergroting van de continuïteit bij de aandacht voor veiligheid.
Resultaat
Op alle scholen is een minimaal noodzakelijke personele inzet gerealiseerd, vereist voor een geloofwaardig en effectief veiligheidsbeleid binnen de school.
Effect
Toename van de geloofwaardigheid van het streven naar verhoogde veiligheid en daad
werkelijk gegarandeerde inzet.
Doelgroep
Alle scholen voor voortgezet onderwijs, inclusief het mbo.
Organisatie
Uitvoering
Bureau Werk gemeente Amsterdam, Dienst SEC.
Uitvoerende organisaties
Scholen, Bureau Werk gemeente Amsterdam, Trainingsinstelling, Projectmanager Dienst Sport Educatie en Cultuur.
Planning
Start in 1 995 (voorwaarden/selectie e.d.). Gereed per eind 1998.
Financiën
Kosten opgenomen in budget project 5.2.
Evaluatie
Jaarlijkse evaluatie van stand van zaken.
5
Veilig schoolklimaat
5.6 Implementatie adoptiemodel scholen - politie
In de praktijk is gebleken dat de samenwerking tussen scholen en ondersteunende partners in lokale netwerken het meest efficiënt geschiedt via contactpersonen. De politiepraktijk leert bovendien dat het aanstellen van specifieke politie-contactpersonen per school (het adoptiemodel) een sterk preventieve werking heeft en bovendien bijdraagt aan het structu
reren van de bijdrage die de politie, preventief én repressief, levert in het creëren en in stand houden van een veilig schoolklimaat.
Doelstelling
Hoofddoel
Creëren en in stand houden van een veilig schoolklimaat.
Subdoelen
Verminderen jeugdcriminaliteit op en rond school.
Voorkomen (school)-uitval en afglijden naar criminaliteit.
Versterken samenwerking tussen scholen, politie en andere partners.
Uitvoering geven aan stadsbrede implementatie Convenant "Veilig in school "-West.
Gestructureerd aanbieden politie-bijdrage van toenemende kwaliteit.
Vormgeven prioritaire aandacht voor risicolokaties en risicogroepen.
Resultaat
Alle scholen in de regio hebben een contactpersoon bij de politie. Activiteiten, preventief en repressief, vinden plaats op basis van overleg en wederzijds vertrouwen.
Effect
Door een intensieve samenwerking worden deskundigheid en taakverantwoordelijkheid bij zowel school als politie optimaal benut.
Doelgroep
Alle basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs in de regio, gekoppeld aan alle wijkteams van politie.
Organisatie
Uitvoering
Aan verschillende wijkteams heeft het adoptiemodel zich reeds in de praktijk bewezen.
Opzet is het adoptiemodel als korpsbeleid te formuleren en gestructureerd over de hele regio uit te zetten. Naast een investering aan de wijkteams (aanstellen contactpersonen) vraagt dit een centrale coördinatie (uitwerken en uitvoeren projectplan).
Uitvoerende organisaties
Regiopolitie Amsterdam-Amstelland.
Planning
Gereed voor afronding schooljaar 1995/1996.
Financiën
Reguliere capaciteit politie.
Evaluatie
Proces-evaluatie: zomervakantie 1996.
5 Veilig schoolklimaat
5.7 Voorlichting op school aan leerlingen, ouders en onderwijsgevend personeel
De politie heeft op het gebied van criminaliteitspreventie door voorlichting een specifieke deskundigheid. Leerlingen (drugspreventie, vandalisme, verkeer, 'criminaliteit pas ervoor op' etc.) ouders (recentelijk de voorlichtingsfilm over justitiële aanpak: jeugdcriminaliteit voor allochtone ouders) en docenten (recentelijk voorlichting voer het herkennen van seksueel misbruik bij kinderen) krijgen regelmatig voorlichting in zowel basis- als voortgezet onderwijs. Bij verschillende voorlichtingsprojecten werken Bureau Halt en politie nauw samen.
Door de veelheid aan voorlichting door zowel politie als andere instanties (GGD, CAD, Bureau Halt etc.) ontstaat een wirwar van activiteiten die ongestructureerd aan de scholen aangeboden wordt. Dit leidt tot kwaliteitsverlies.
Doelstelling
Hoofddoel
Bewustmaking van leerlingen, ouders/opvoeders en onderwijsgevend personeel ten aanzien van verschillende Geugd)-problematieken.
Subdoelen
- Door voorlichting preventief werken aan verminderen jeugdproblematiek.
- Evalueren bestaande voorlichtingsprojecten van de politie en HALT op kwaliteit en effect.
- Bundelen en afstemmen van projecten rond thema's (zoals sociale weerbaarheid).
- Via contactpersonen gestructureerd in schoolprogramma opnemen van voorlichting.
Resultaat
Alle politie- en HALT-projecten zijn volgens een te ontwikkelen model beschreven en geëvalueerd.
De scholen krijgen de voorlichtingsmogelijkheden gebundeld aangeboden opdat opname in het schoolprogramma beter mogelijk is.
Effect
Door projectevaluatie en -ontwikkeling wordt de deskundigheid van de politie optimaal aangesproken en gestructureerd aangeboden aan de school opdat duidelijke, professionele voorlichting mogelijk is.
Doelgroep
Alle voorlichtingsprojecten die op school door externe organisaties aangeboden worden, te beginnen bij de politie als grootste aanbrenger (eerste fase).
Organisatie
Uitvoering
Uitvoering geschiedt in twee fasen:
- eerste fase: projectbeschrijving, -evaluatie en -bundeling van politieprojecten;
- tweede fase: afstemming met projecten van andere aanleverende instanties.
Uitvoerende organisaties
Eerste fase: Regiopolitie Amsterdam-Amstelland met externe deskundigheid.
Tweede fase: Regiopolitie Amsterdam-Amstelland met externe partners.
5 Veilig schoolklimaat
5.8 Deskundigheidsbevordering gastdocenten primair en voortgezet onderwijs
Doelstelling
Hoofddoel
Door middel van een cursus voorzien van gastdocenten criminaliteitspreventie in het primair en voortgezet ondelWijs van de noodzakelijke achtergrondinformatie, basiskennis en vaardigheden.
Subdoelen
Verhogen van effectiviteit.
Voorkomen van averechtse effecten.
Versterken netwerken via regionale opzet.
Bevordering samenwerking op terrein van voorlichting.
Resultaat
Beschikbaarheid van adequate cursus voor doelgroep.
Effect
Grotere eenduidigheid in de kwaliteit van het voorlichtingsaanbod aan gebruikers.
Doelgroep
Politiemensen, Haltmedewerkers, ex-gedetineerden, slachtoffers van criminaliteit, reclasseringmedewerkers en functionarissen in de rechtsgang e.a. die voorlichting geven
aan schoolklassen in het kader van criminaliteitspreventie.
Organisatie
Uitvoering Extern bureau.
Uitvoerende organisaties Organisaties van doelgroepen.
Planning
Start in 1995.
Financiën
f 30.000, = Convenant Justitie/Amsterdam 1995.
f 60.000, = Convenant Justitie/Amsterdam 1996.
f 60.000, = Convenant Justitie/Amsterdam 1997.
f 30.000, = Convenant Justitie/Amsterdam 1998.
Evaluatie
Nog te plannen in 1997. Wordt meegepland met de cursusopzet; kosten f 35.000, = budget gemeente 1995.
5 Veilig schoolklimaat
5.9 Stimulering deelname anti-agressietrainingen
Doelstelling
Hoofddoel
Vergroten van de weerbaarheid van schoolpersoneel.
Subdoelen
Vergroting van technische vaardigheden in het omgaan met agressie en geweld.
Verhoging van zelfvertrouwen van personeel.
Resultaat
Personeel dat ervoor in aanmerking wenst te komen, wordt in staat gesteld trainingen te volgen.
Effect
Versterking van het arsenaal van gedragsmogelijkheden ter voorkoming van geweld en verhoging van het zelfvertrouwen.
Doelgroep
Alle scholen voor voortgezet onderwijs, inclusief het mbo.
Organisatie
Uitvoering
Trainingsinstellingen, scholen/personeel.
Uitvoerende organisaties
Scholen, Trainingsinstelling, Projectmanager Dienst Sport Educatie en Cultuur.
Planning
Gereed per eind 1998.
Financiën
Door middel van door OCW in het kader van het programma 'De veilige school' aan scholen te verstrekken vouchers.
Evaluatie
Jaarlijkse evaluatie van stand van zaken.
5 Veilig school klimaat
5. 10 Onderzoek veiligheidsproblemen basisscholen en behoefte aan naschoolse opvang
Zowel door scholen als door de politie worden signalen afgegeven die wijzen op groeiende veiligheidsproblemen in en rond basisscholen. Een bijkomend probleem is de vaak als slecht beoordeelde aansluiting tussen de basisschooltijden enerzijds en de aanwezigheid van de ouders thuis anderzijds. Hiervan worden met name kinderen met een sociale indicatie het slachtoffer.
Een verkennend onderzoek moet duidelijk maken of aard en omvang van de problematiek een gerichte aanpak van de veiligheidsproblemen in het algemeen rechtvaardigt en moet -indien de noodzaak blijkt- aanbevelingen opleveren voor een effectieve aanpak van naschoolse opvang.
Doelstelling
- Verkrijgen van inzicht in veiligheidsproblemen in en rond basisscholen.
- Inzicht in vraag- en aanbod van middag- en avondopvang van kinderen met sociale indicatie en afwezige ouders thuis.
- Formuleren van aanbevelingen voor beleid.
Organisatie
- Projectgroep jeugdcriminaliteit Amsterdam formuleert de onderzoeksopdracht en treedt op als begeleidingscommissie.
- Een extern onderzoeksbureau voert de opdracht uit.
Planning
Aanbesteding in 1995.
Uitvoering 1995/1996.
Financiën Deelonderzoek 1 :
- algemene verkenning onveiligheid;
- f 70.000, = GSB-budget 1995.
Deelonderzoek 2:
- f 20.000, = Convenant Justitie/Amsterdam 1995;
- f 20.000, = Convenant Justitie/Amsterdam 1996.
Evaluatie
In het kader van evaluatie convenant Justitie / Amsterdam, resp. convenant GSB.
6 Verbetering infonnatie over jeugdproblematiek 6.1 Analyse trends in daad- en dadergroepen
Om daadkrachtig te kunnen reageren op jeugdcriminaliteit is inzicht in trends een must.
Daarbij gaat het om trendmatige ontwikkelingen ten aanzien van dadergroepen, delict
soorten, lokaties, criminaliteitsverkennend gedrag etcetera (voorbeelden: heling van gestolen brommers, ronselen drugcouriers op scholen, inschakelen minderjarigen voor klusjes van criminele volwassenen vanwege geringe strafmodaliteit).
Veelal vindt criminaliteits-analyse pas plaats als de trend al gezet is, wat een snelle en vroegtijdige interventie niet ten goede komt.
Op basis van analyse van trendmatige ontwikkelingen kunnen de betreffende instanties, binnen eigen geledingen en in een integrale aanpak, een effectieve interventie mogelijk maken. Daarnaast biedt zo'n analyse meer mogelijkheden om in een vroeg stadium preventief in te grijpen.
Doelstelling
Hoofddoel
Verminderen jeugdcriminaliteit.
Subdoelen
Verkrijgen van een beeld over trends in jeugdcriminaliteit.
Ontwikkelen van monitor aan de hand van bestaande systemen.
Optimaliseren informatie-systemen bij verschillende instanties.
Verspreiden relevante informatie aan samenwerkingspartners (bij v . scholen).
Resultaat
Er bestaat een beeld aangaande de trends in jeugdcriminaliteit.
Effect
Door het verkregen inzicht kan adequater op ontwikkelingen in jeugdcriminaliteit gereageerd worden. Negatieve trendmatige ontwikkelingen worden tegengegaan,
waardoor jongeren minder snel geneigd zijn de criminaliteit te verkennen of verdergaand op te zoeken.
Doelgroep
Alle trends aangaande jeugdcriminaliteit en verkennend gedrag.
Organisatie
Uitvoering
Periodiek uitvoeren van criminaliteitsbeeld-analyses aangaande jeugdcriminaliteit.
Projectmatig uitvoeren gedetailleerde criminaliteits-analyses bij geconstateerde trends.
Ontwikkelen aanpak afgestemd op verkregen informatie.
Voortdurend evalueren en bijstellen analyse.
Verspreiden verkregen informatie onder betrokken instellingen.
Formuleren en uitvoeren integrale reactie.
Uitvoerende organisaties
Politie in samenwerking met o.a. OM, stadsbestuur, scholen, jeugdreclassering.
Planning Eind 1995, 1996.
6 Verbetering infonnatie over jeugdproblematiek 6.2 Verbetering infonnatiepositie jeugdcriminaliteit
Uit recente evaluatie van de bedrijfsvoering bij zowel politie als het Openbaar Ministerie bleek dat de databestanden van beide organisaties organisatorisch-technisch niet met elkaar communiceren. Daar waar dezelfde dossiers worden ingevoerd (aangaande verdachten in strafzaken), is het onmogelijk middels de geautomatiseerde systemen dossiers te volgen.
Eén en ander is debet aan de verschillen in codes in zowel informatie-beheer (invoer, doorstroom, uitvoer) als in informatie-verwerking (codes op dossier-onderdelen. Vanwege deze verschillen is informatie-analyse een ondoenlijke zaak.
Eén van de andere knelpunten in de informatiepositie is de analyse en opvraagbaarheid van politiegegevens die door mutatie in dagrapporten verwerkt worden. Deze gegevens zijn niet gestructureerd opvraagbaar.
Doelstelling
Hoofddoel
Snelle, consequente en adequate aanpak van jeugdcriminaliteit.
Subdoelen
Verbeteren informatie-positie aangaande jeugdcriminaliteit.
Ontwikkeling van communicerende automatiseringssystemen voor politie en OM.
Verbeteren van de geautomatiseerde bedrijfsvoering bij politie en OM.
Gestructureerd opvraagbaar maken van bedrijfsgegevens uit de dagrapporten.
Standaardisatie van begrippen en eenduidige invoer.
Resultaat
Over ieder geregistreerd politie-contact van minderjarigen (ongeacht of tot straf
vervolging is overgegaan of niet) zijn de gegevens bij zowel OM als politie opvraagbaar volgens communicerende systemen.
Effect
Een meer adequate en bovendien in de bedrijfsvoering meer efficiënte reactie op jeugdcriminaliteit doet recidive verminderen en geeft beter zicht op first offenders.
Doelgroep
Geautomatiseerde systemen van politie en OM.
Organisatie
Uitvoering
De automatiserings-afdelingen van beide organisaties worden op de hoogte gebracht van het probleem en krijgen de opdracht aan de oplossing ervan te werken. Daarvoor is een goede probleem-analyse noodzaak.
Uitvoerende organisaties Politie en OM.
Planning Voortgaande ontwikkeling.
Financiën f 75.000.
Evaluatie Na herziening systemen.
6 Verbetering infonnatie over jeugdproblematiek 6.3 Databank reactiemogelijkheden
Naast de informatie die via het cliënt-volgsysteem beschikbaar komt, is er behoefte aan een centraal punt waar uitgebreide informatie kan worden verkregen over alle mogelijkheden die er binnen Amsterdam bestaan in het voorkomen en aanpakken van de jeugdcriminaliteit (halt, (taak)straffen, maatregel hulp en steun, ondertoezichtstelling, nieuwe perspectieven, unitur, preventieprojecten, etc.). Een oplossing voor dit knelpunt is een door de Raad voor de Kinderbescherming beheerde databank/mediatheek. In beginsel zou deze
databank/mediatheek toegankelijk moeten zijn voor iedereen.
Doelstelling
Inrichting databank/mediatheek.
Resultaat
Verbetering algemene informatievoorziening over voorkomen en aanpakken jeugdcriminaliteit.
Organisatie
Afdeling strafzaken van de Raad voor de Kinderbescherming.
Planning
Januari 1996: plan van aanpak.
Juli 1996: operationeel.
Fmanciên
ft. 50.000 op jaarbasis (formatie plus materiaal).
Evaluatie
Juli 1997.
Colofon
Dit actieplan is het resultaat van samenwerking tussen de volgende partners:
Arrondissementsparket Amsterdam:
Gemeente Amsterdam:
Gemeente Amsterdam:
Gemeente Amsterdam:
Politie Amsterdam:
Raad voor de Kinderbescherming:
Redactie en productie:
Sascha Dalen Gilhuys
Aart Daane, secretaris voorbereidingsgroep Kees Jansen
RoeI de Wilde, voorzitter voorbereidings
groep Ieta Polman Henri Tillart
Van Dijk, Van Soomeren en Partners: Kees Loef Maria Giol Thea Mulleneers
Amsterdam, oktober 1995