• No results found

Evenals: Ongerijpt, mesotroof en sulfaatarm

Foto 5.7: Vegetatievormende bosbies, een overigens weinig betrouwbare kwelindicator.

Vegetation-forming Scirpus sylvaticus, an otherwise unreliable seepage indicator.

5.6 Samenvattend overzicht bestaande kwelnatuur

5.6.1 De Maasterrassen

De Terrassenmaas is een divers en complex gebied gevormd door diverse morfologische processen. Optimaal ontwikkelde kwelnatuur is tegenwoordig schaars, verdroging en verslechtering van de grondwaterkwaliteit zijn hiervan veelal de oorzaak.

De kwelmilieus op de diverse terrasniveaus kennen een unieke vegetatie. De soorten- samenstelling in sloten, geulen, moerassen, graslanden en moerasbossen is vooral

Ontwikkeling en Beheer Natuurkwaliteit 71 afhankelijk van de kwaliteit van het uittredende grondwater en de beïnvloeding vanuit de omgeving.

Op de Maasterrassen zien we de soortensamenstelling van de kwelmilieus van hoog naar laag veranderen: zo komen op het Middenterras soorten voor die specifiek zijn voor de contactzone langs het Hoogterras en de Dekzandvlakte. Hier is vaak sprake van korte kwel van weinig gerijpt grondwater, hetgeen tot uiting komt in de aanwezigheid van soorten als snavelzegge, draadzegge, duizendknoopfonteinkruid, waterdrieblad en wateraardbei. Op het Laagterras is in de regel de lange kwel overheersend. Afhankelijk van de mate van voedselrijkdom, mede bepaald door de overstromingsfrequentie met Maaswater, vinden we vooral mesotrofe kwelmilieus met soorten als slangenwortel, rossig fonteinkruid, veldrus en grote boterbloem.

Kenmerkend voor de wat voedselrijkere situaties op het Laagterras (kleibodems en enige beïnvloeding door Maaswater) zijn soorten als bosbies, adderwortel en moeraszegge. In het verleden kwamen op de terrassen lokaal echte bronbossen voor met paarbladig en

verspreidbladig goudveil en bittere veldkers. Deze milieus zijn hier als gevolg van verdroging geheel verdwenen en daarmee ook deze zeldzame bronmilieus.

Op de Recente overstromingsvlakte is de beïnvloeding door overstromend Maaswater dermate groot, dat de meeste kwelindicatoren hier ontbreken. Wel kunnen we in de sloten soorten als waterviolier en holpijp vegetatievormend aantreffen.

5.6.2 De kwelecotopen

Elzenbroekbossen

De best ontwikkelde en nog meest algemene vorm kwelnatuur is het elzenbroekbos. Deze bossen komen in goed ontwikkelde vorm vooral buiten het winterbed voor, nog het meest in de pleistocene meanders op het Middenterras. In bossen waar toestroom van gerijpt

grondwater tot in het maaiveld aanwezig is, vinden we kwelindicatoren als slangenwortel en grote boterbloem, naast diverse zeggesoorten. Hier komt dotterbloem aspectbepalend voor. Op plaatsen waar een dikke, ondoorlatende kleilaag de toestroom van grondwater

verhindert, kan moeraszegge tot dominantie komen. Onder deze omstandigheden treffen we nauwelijks nog echte kwelindicatoren aan. Bosbies komt hier nog wel veelvuldig voor, maar bosbies en moeraszegge beschouwen we niet langer als betrouwbare kwelindicator. Helaas vertonen veel bossen tekenen van verruiging, dit als gevolg van verdroging en door toestroom van vervuild grondwater, waardoor veraarding en mineralisatie van het veen optreedt.

Ontwikkeling en Beheer Natuurkwaliteit 72 Figuur 5.2: Huidige situatieschets van elzenbroekbossen op het Laagterras. Current situation of alder carr forests on low terraces.

Kwelmoerassen

Kwelmoerassen komen in de regel op kleine schaal voor, vaak als mozaïek te midden van natte graslanden en elzenbroekbossen. Kwelmoerassen met dominantie van grote

zeggensoorten komen, zij het zeer spaarzaam, op alle terrasniveaus voor, ook op de Recente overstromingsvlakte.

Evenals bij de elzenbroekbossen treffen we als bodemtypen zowel ondoorlatende kleilagen als goed doorlatend veen op zandondergrond aan. Op kleibodems komen moeraszegge en bosbies vaak tot dominantie. Op de Recente overstromingsvlakte krijgt het moeras een meer voedselrijk karakter, waarbij grote zeggesoorten plaats maken voor andere helofyten als riet, grote en kleine lisdodde en grote egelskop.

Ontwikkeling en Beheer Natuurkwaliteit 73 Figuur 5.3: Huidige situatieschets van kwelmoerassen op de overstromingsvlakte. Current situation of seepage swamps on recent floodplains.

Aan de terrasrand van het Laagterras en vooral het Middenterras kan op ondoorlatende kleilagen een ondiepe grondwaterstroom aanwezig zijn. Op deze situatie met korte kwel verschijnen in het moeras soorten van weinig gerijpt grondwater als draadzegge,

snavelzegge en wateraardbei, soms zelfs met soorten van uitgesproken voedselarme milieus als blauwe zegge, veenmossen en kleine zonnedauw, zoals we in het Kaldenbroek zien. Naast in het Kaldenbroek liggen kwelmoerasjes in het Beesels Broek en het Heuloërbroek. Kwelwateren

In de huidige situatie komen we (nog) nauwelijks kwelgeulen tegen. De restgeulen van de vlechtende maas, die van oudsher de locaties zijn waar kwelwater aan de oppervlakte komt, zijn momenteel vrijwel allemaal verland, dichtgestort of omgevormd tot waterlossingen Vooral in de kunstmatige waterlossingen vinden we soorten als sterrekroos (een weinig betrouwbare kwelindicator overigens), waterviolier en, als zeer kenmerkende kwelsoort voor de Maasterrassen, rossig fonteinkruid. Op plaatsen met korte kwel komen

duizendknoopfonteinkruid en vlottende bies in sloten en plasjes voor.

In het kader van projecten als Stroomlijn, de Gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum en het toekomstige KRW-programma zijn en worden kwelgeulen op het Laagterras en de Recente overstromingsvlakte aangelegd. Voorts zijn enkele jaren geleden zijn in het dal van de Roobeek kwelgeulen aangelegd. Typische kwelsoorten ontbreken hier nog.

Figuur 5.4: Huidige situatieschets van wateren. Current waterflows.

Kwelgraslanden

Op het Midden- en Laagterras komen vele verschijningsvormen van graslanden voor. Natte graslanden met kwelsoorten vinden we echter maar sporadisch, en dan vaak nog als mozaïek met moerassen of als overgangsvorm met moeras. Sterk bepalend voor

samenstelling van de graslandflora is de bodemopbouw. Op kleibodems komen nauwelijks echte kwelindicatoren voor, wel veel moeraszegge, adderwortel en bosbies, maar deze soorten beschouwen we inmiddels niet meer als kwelindicator in de zin dat ze kenmerkend zijn voor uittredend grondwater. Op plaatsen waar kleilagen ontbreken en zand of veen aan de oppervlakte komt, kunnen dotterbloem en holpijp het aspect bepalen. Locaties met

Ontwikkeling en Beheer Natuurkwaliteit 74 horizontaal afstromend, weinig gerijpt grondwater, worden gekenmerkt door dominantie van veldrus.

Voorbeelden van kwelgraslanden op het Middenterras treffen we aan in het Kaldenbroek, het Schandelosche Broek en het Broekhuizerbroek. Op het Laagterras vinden we kwelgraslanden in het Aastbroek, langs de Roobeek en in het Heuloërbroek.

Figuur 5.5: Huidige situatie van graslanden op het Middenterras. Current situation of grasslands on middle terrace.

Figuur 5.6: Huidige situatie van graslanden op het Laagterras. Current situation of grasslands on low terrace.

Ontwikkeling en Beheer Natuurkwaliteit 75

6 Ecologische streefbeelden,