• No results found

Vaststelling van het salaris en inschaling bij indiensttreding

6. Salaris, toeslagen en vergoedingen

6.2 Vaststelling van het salaris en inschaling bij indiensttreding

1. die de hoogste zeggenschap uitoefenen bij de dagelijkse leiding (directeur of bestuurder) (op grond van artikel 0.1 c)

2. van het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (artikel 1.1 B 6b)

3. van de op lokaal niveau werkzame organisaties voor vluchtelingenwerk (artikel 1.1 B 6b) 4. van instellingen of organisaties voor amateuristische kunstbeoefening (artikel 1.1 B 1) 5. van instellingen of organisaties op het terrein van speeltuinwerk (artikel 1.1 B 2a en C) 6. van stichtingen medische opvang asielzoekers (artikel 1.1 B 6b)

7. van het huishoudelijk en technisch personeel en de staffuncties van de werkgever die een instelling of organisatie voor Vorming, Training en Advies (artikel 1.1 B 3 c) in stand houdt.

Voor de instellingen/organisaties en werknemers van sub 3 tot en met 7 geldt dat artikel 6.2 tot en met 6.5 niet van toepassing zijn indien separate afspraken overeen zijn of worden gekomen, waarbij het Wettelijk Minimum Loon (WML) als ondergrens geldt.

B.

1. De bepalingen in de artikelen 6.2 tot en met 6.4 zijn niet van toepassing op de werknemer die op grond van de Regeling in- en doorstroombanen voor langdurig werklozen (Stb. 1999, 591, laatstelijk gewijzigd bij Stb. 2002, 648) een arbeidsovereenkomst heeft gesloten met de werkgever en die is voortgezet na de beëindiging van deze regeling op 1 januari 2004. Het salaris van deze I/D-werknemers wordt vastgesteld op grond van de bepalingen in Bijlage 6.

2. Voor de werknemer van wie is vastgesteld dat hij met voltijdse arbeid niet in staat is tot het verdienen van het voor diens leeftijd geldende WML maar wel mogelijkheden tot

arbeidsparticipatie heeft en die behoort tot de doelgroep voor loonkostensubsidie9 op grond van de Participatiewet geldt een aparte loonschaal van 100% van het WML. De artikelen 6.2 tot en met 6.5 zijn op hen niet van toepassing. Deze inschaling dient als opstap.

Voor Wajongeren gelden de bovenstaande bepalingen niet, maar gelden (eigen) regelingen met betrekking tot loondispensatie.

De intentie is de werknemers uit deze beide groepen te laten doorstromen en door te ontwikkelen naar reguliere functies. Gedurende de looptijd van de cao wordt uitgewerkt hoe doorontwikkeling kan worden ondersteund, voorlichting daarover kan worden gegeven en uitgewerkt hoe er met een beoordelingssystematiek een eventuele doorgroei in deze schaal mogelijk wordt tot 120% WML.

6.2 Vaststelling van het salaris en inschaling bij indiensttreding A.

9Ingeval van loonkostensubsidie ontvangt de werknemer het volledige Cao-loon of tenminste het wettelijk

1. Het salaris van een werknemer wordt vastgesteld in de salarisschaal die bij zijn functie hoort, overeenkomstig de functiematrix en methodiek.

2. Functiematrix

Salarisschaal Primair proces Facilitair, staf en leidinggevend

01 Assistent welzijn

Contactmedewerker 1

Huishoudelijk medewerker Assistent beheerder

02 Telefonist/receptionist

03 Peuterspeelzaalleid(st)er in opleiding/in ontwikkeling

Nachtwaker

04 Sociaal cultureel werker 1

Sociaal pedagogisch werker 1 Contactmedewerker 2

Sociaal cultureel werker 2 Sociaal pedagogisch werker 2 Begeleider vrijetijdsbesteding

Maatschappelijk werker 1 in opleiding

Administratief medewerker 3 Zakelijk leider

08 Sociaal cultureel werker 3

Sociaal pedagogisch werker 3 Maatschappelijk werker 1

09 Maatschappelijk werker 2

Adviseur

Pedagogisch

beleidsmedewerker/coach Staf-/beleidsmedewerker 3

10 Sociaal cultureel werker 4

Projectmanager

Wetenschappelijk functionaris

Leidinggevende 2

11 Controller

12 Leidinggevende 3

3. Indien de functie niet in de functiematrix voorkomt en/of niet is beschreven in artikel 6.1 of 6.3 past de werkgever de methodiek uit Bijlage 1 sub B toe voor de inschaling.

B.

1. Als de werknemer direct voor indiensttreding bij een andere werkgever onder de

werkingssfeer van deze cao een gelijksoortige functie uitoefende die in dezelfde salarisschaal is ingedeeld, heeft de werknemer bij zijn nieuwe werkgever aanspraak op minimaal het periodieknummer waarin hij laatstelijk was ingeschaald in die vorige functie.

2. Als het in B sub 1 genoemde laatst geldende periodieknummer mede tot stand is gekomen door het toekennen van een of meer extra periodieken overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.5, D sub 1, kan de nieuwe werkgever de in B sub 1 bedoelde aanspraak met die

periodiek(en) verminderen.

C.

1. Overgang naar een hogere functie: de werknemer die wordt overgeplaatst naar een functie die in een hogere salarisschaal is ingedeeld, wordt met ingang van de datum van

overplaatsing in deze salarisschaal, in het naasthogere bedrag ingedeeld.

2. Overgang naar een functie van gelijk niveau: als de werknemer bij dezelfde werkgever een andere functie gaat uitoefenen waaraan dezelfde salarisschaal is verbonden, behoudt de werknemer op het moment van deze functiewijziging ten minste aanspraak op het salaris dat hij in de vorige functie ontving.

D. De werkgever kan aan (groepen) werknemers een arbeidsmarkttoeslag10 toekennen, tot maximaal 10% van het salaris, voor de duur van een jaar. De toekenning kan steeds met een jaar verlengd worden. Om een arbeidsmarkttoeslag te kunnen toekennen moet hiervoor een regeling tot stand zijn gekomen met instemming van de or of pvt of bij het ontbreken ervan de personeelsvergadering.

E. De werknemer die tijdelijk een hoger gesalarieerde functie van een andere werknemer volledig of nagenoeg volledig waarneemt, anders dan wegens vakantieverlof, ontvangt een toelage onder de volgende voorwaarden:

• De toelage start nadat de waarneming 30 dagen heeft geduurd en wordt met terugwerkende kracht toegekend, tot het moment waarop de waarneming begon.

• De toelage bedraagt het verschil tussen zijn salaris en het salaris dat hij zou ontvangen bij inschaling in de waargenomen functie.

• Indien aan meerdere werknemers de waarneming is opgedragen wordt deze pro rato toegekend op basis van het vastgestelde percentage van waarneming.

F. Indien de werknemer vraagt om herbeschrijving van de functie en/of eventueel

herwaardering, dan wel de werkgever de functie van de werknemer herbeschrijft en eventueel herwaardeerd wordt hierbij de procedure gehanteerd die is opgenomen in Bijlage 1 sub C.