• No results found

Vastopgestelde brandbeheersings- en brandblussystemen en UPD’s

brandblussystemen (hierna: VVB-systemen) en UPD’s die binnen de inrichting van ELD B.V. aanwezig zijn.

Zoals reeds eerder is beschreven zijn de loodsen 6A/6B en 8A/8B voorzien van

blusgasbeveiliging en voldoen aan beschermingsniveau 1 overeenkomstig PGS15:2016.

Verder zijn destijds, op verzoek van de Brandweer, loods 2, vulgebouw 7A en 7B en de laad- en losplaatsen 1 tot en met 7 (zijnde laadkuil 5A en 5B en de opstelplaatsen 7 tot en met 11) voorzien van een automatische deluge-installatie met schuimbijmenging. In verband met de aangevraagde veranderingen (onder andere realisatie loods 8A/8B) worden de vergunde loodsen 1 en 2 op een andere locatie binnen de inrichting van ELD B.V. gerealiseerd. In de aanvraag is beschreven dat naast loods 2 tevens loods 1 zal worden voorzien van een automatische deluge-installatie met schuimbijmenging.

De uitgangspunten van bovengenoemde VVB-systemen moeten zijn vastgelegd in een UPD overeenkomstig de PGS15:2016. Het UPD heeft de volgende belangrijke functies:

1. Grondslag voor ontwerp, uitvoering beheer en inspectie van het VBB-systeem.

Daartoe bevat het UPD alle informatie die nodig is om te kunnen beoordelen of een VBB-systeem doeltreffend is.

2. Transparantie van de argumentatie voor de keuze van het VBB-systeem.

3. Vastleggen van de normen op basis waarvan het VBB-systeem wordt ontworpen, aangelegd en beheerd.

4. Vastleggen van afwijkingen ten opzichte van de toegepaste normen en PGS15 in het ontwerp en de uitvoering van het VBB-systeem.

Hiertoe zijn bij de aanvraag is onderstaande documenten gevoegd, waarin de uitgangspunten van betreffende VBB-systemen zijn vastgelegd.

UPD loods 6A en 6B

Met betrekking tot de blusgasbeveiliging van loods 6A/6B zijn bij de aanvraag de volgende documenten gevoegd:

• UPD Brandbeveiliging PGS 15 blusgasbeveiliging nr. 2722-20-01G d.d. 1 december 2013 (zie bijlage p).

• Inspectierapport basisontwerp nr. 01871-02-BSO-01F van 2 december 2014 (zie bijlage q).

• Inspectiecertificaat blusgassysteem met certificaatnummer

01871-bgi-0-inspcertpgs2016-01 en bijbehorend inspectierapport nr. 01874-BGI-0-IN2016-01 van 12 mei 2016 (zie bijlagen r en s)

• Addendum nr. 2722-20-01 bij UPD nr. 2722-20-01G d.d. 1 december 2013 van 14 september 2016 (zie bijlage t).

Het UPD Brandbeveiliging PGS 15 blusgasbeveiliging nr. 2722-20-01G d.d. 1 december 2013 is door het bevoegd gezag (toentertijd de gemeente Oosterhout) goedgekeurd bij brief van 10 december 2014 met kenmerk 14100385.

Het Addendum nr. 2722-20-01 bij UPD nr. 2722-20-01G d.d. 1 december 2013 van 14 september 2016 is door het bevoegd gezag goedgekeurd bij brief van 5 oktober 2016 met kenmerk 16091441.

De eerstvolgende beoordeling van het UPD Brandbeveiliging PGS 15 blusgasbeveiliging nr.

2722-20-01G d.d. 1 december 2013 door een type A inspectie-instelling dient plaats te vinden voor 1 december 2018.

UPD loods 8A en 8B

Met betrekking tot de blusgasbeveiliging van loods 8A/8B zijn bij de aanvraag de volgende documenten gevoegd:

• UPD Brandbeveiliging PGS 15 blusgassysteem met brandmeldinstallatie loods 8A en 8B nr. 2722-22-01E d.d. 25 maart 2017 (zie bijlage aa).

• Inspectierapport basisontwerp nr. 01871-04-BGI-BSO-01C van 22 maart 2017 (zie bijlage BB).

• Inspectierapport basisontwerp nr. 01871-04-BMIOAI-BSO-01C van 22 maart 2017 (zie bijlage cc).

Het UPD Brandbeveiliging PGS 15 blusgassysteem met brandmeldinstallatie loods 8A en 8B nr. 2722-22-01E d.d. 25 maart 2017 is door het bevoegd gezag goedgekeurd bij brief van 15 mei 2017 met kenmerk 16022022.

De eerstvolgende beoordeling van het UPD Brandbeveiliging PGS 15 blusgassysteem met brandmeldinstallatie loods 8A en 8B nr. 2722-22-01E d.d. 25 maart 2017 door een type A inspectie-instelling dient plaats te vinden voor 25 maart 2022.

UPD afvulgebouw 7A en 7B

Met betrekking tot de brandbeveiligingsinstallatie van loods 1 en 2, vulgebouw 7A en 7B en de laad- en losplaatsen 1 tot en met 7 (zijnde laadkuil 5A en 5B en de opstelplaatsen 7 tot en met 11) zijn bij de aanvraag de volgende documenten gevoegd:

• UPD brandbeveiliging Sprinklersysteem nr. 2722-21-01B van 26 april 2013 (zie bijlage u).

• Inspectierapport basisontwerp nr. 01871-03-BSO-01B van 25 maart 2013 (zie bijlage V).

• Inspectiecertificaat Sprinkler- en sproeisysteem (met AFFF-bijmenging) met

certificaatnummer 01871-spr-0-inspcertpgs2016-01 met bijbehorend Inspectierapport nr. 01871-SPR-0-IN2016-01 van 20 mei 2016 (zie bijlagen w en x).

• Nota van Aanvulling Brandbeveiliging Sproeisysteem nr. 2722-24-01 d.d. 15 maart 2017 op UPD nr. 2722-21-01B d.d. 26 april 2013 (zie bijlage Y).

• Inspectierapport basisontwerp nr. 01871-05-BSO-01A d.d. 15 maart 2017 (zie bijlage Z).

Het UPD brandbeveiliging Sprinklersysteem nr. 2722-21-01B van 26 april 2013 is door het bevoegd gezag (toentertijd de gemeente Oosterhout) goedgekeurd op 5 mei 2013.

De Nota van Aanvulling Brandbeveiliging Sproeisysteem nr. 2722-24-01 d.d. 15 maart 2017 op UPD nr. 2722-21-01B d.d. 26 april 2013 is door het bevoegd gezag goedgekeurd bij brief van 15 mei 2017 met kenmerk 17041384.

De eerstvolgende beoordeling van het UPD brandbeveiliging Sprinklersysteem nr. 2722-21-01B van 26 april 2013 door een type A inspectie-instelling dient plaats te vinden voor 26 april 2018.

In de voorschriften van deze omgevingsvergunning zal worden opgenomen dat de vergunninghouder moet beschikken over UPD’s, waarin alle van belang zijnde gegevens zijn opgenomen ten behoeve van een goed ontwerp en een goede werking van de brandbeveiligingsinstallaties. Verder worden voorschriften met betrekking tot de (her)beoordeling en goedkeuring van de UPD’s en de periodieke inspectie van de

brandbeveiligingsinstallaties aan deze omgevingsvergunning verbonden. Bij het opstellen van voornoemde voorschriften hebben wij aansluiting gezocht bij de van toepassing zijnde voorschriften uit paragraaf 4.8.2 van de PGS15:2016.

15. Proefnemingen

Voor veel inrichtingen is het zoeken naar verbetering(en) van producten en procesvoering een veelvuldig terugkerend aandachtspunt. Vaak wordt ook aan productonderzoek en/of -ontwikkeling gedaan. Dergelijke -ontwikkelingen dragen veelal ook bij aan een

vermindering van de belasting van het milieu.

Vanuit de geschetste achtergrond kan de behoefte bestaan en is het vaak van essentieel belang om op bepaalde momenten gedurende enige tijd proefnemingen uit te voeren. Op die manier kan informatie worden vergaard over de beoogde verbeteringen en/of

aanpassingen in product of proces en om inzicht te krijgen in de daaraan verbonden milieuhygiënische consequenties.

Proefnemingen worden gekenmerkt door een beperkte duur (wij gaan uit van maximaal zes maanden). Doorlooptijd en/of hoeveelheid moeten echter wel voldoende zijn om de noodzakelijke informatie te kunnen vergaren.

In de aanvraag heeft aanvrager aangegeven de mogelijkheid te willen hebben om desgewenst proefnemingen uit te kunnen voeren. Wij achten dit acceptabel. Wel zijn wij van oordeel dat daaraan randvoorwaarden moeten worden gesteld en moeten

proefnemingen ruim voor aanvang (minimaal zes weken) bij ons voor toestemming worden voorgelegd. Daartoe hebben wij voorschriften opgenomen. Tevens moet over de resultaten van de proef aan ons worden gerapporteerd.

De proefnemingen moeten plaatsvinden binnen de milieuhygiënische randvoorwaarden van deze vergunning en mogen pas aanvangen na toestemming van ons.

Ten overvloede merken wij nog op dat indien een proef succesvol is verlopen en men wil de resultaten daarvan implementeren, daartoe eerst steeds zal moeten worden bezien in hoeverre daartoe een procedure op grond van de Wabo zal moeten worden doorlopen.