• No results found

De perceptie van dierenwelzijn in de varkenshouderij bij burgers

3. Varkenswelzijn als productattribuut

3.1 Meer informatie is noodzakelijk 79

3.2 Het welzijn van het varken is belangrijk 79

3.3 Een rol voor de consumentenbond 80

3.4 Andere mogelijkheden 81 4. Conclusies en aandachtspunten 82 Bijlagen 1 Checklist 85 2 Foto's varkenshouderijen 87 3 Achtergrondinformatie CRA 94

Inleiding

In opdracht van het LEI heeft Signicom Marketing Research B.V. op 20 december 2000, een kwalitatief onderzoek uitgevoerd naar de perceptie van burgers ter attentie van 'Die- renwelzijn' in de varkenshouderij.

Achtergrond

In het kader van een deelprojectplan 'Percepties van dierenwelzijn' bestaat binnen het LEI behoefte aan een eerste verkenning van het geen consumenten c.q. burgers vinden, voelen en weten als het gaat om dierenwelzijn binnen de varkenshouderij. Het gaat hierbij om een eerste impressie waarbij vooral wordt ingegaan op wat burgers van nature aan cognitieve schema's hebben, hoe correct of incorrect die ook zijn. Naast een inventarisatie van de van nature aanwezige gedachten, ideeën en gevoelens is met dit onderzoek achterhaald hoe de consumenten aankijken (denken en voelen) tegen realistische situaties en leefomstandighe- den van de dieren. Aan de hand van deze realistische situaties is nagegaan hoe zij het dierenwelzijn beoordelen en is besproken wat verbeteringen c.q. verslechteringen zouden zijn. De uitkomsten van het onderzoek dienen informatie te genereren die kan worden te- ruggekoppeld naar de meer technische wetenschappers waaruit uiteindelijk een synthese kan ontstaan van die suggesties die door burgers wenselijk worden geacht en door weten- schappers als uitvoerbaar worden beoordeeld. Uiteindelijk zal op basis daarvan effectief beleid en communicatie kunnen worden ontwikkeld.

Doelstelling

Het onderzoek had als doel te achterhalen welke perceptie burgers/consumenten hebben van dierenwelzijn binnen de varkenshouderij. Daarnaast diende het onderzoek aan te geven waar de 'rek' zit in het begrip 'dierenwelzijn van varkens' in realistische situaties. Vandaar was het onderzoek zowel inventariserend als toetsend. Vragen waarop het onderzoek een antwoord geeft zijn:

- welke denkbeelden heeft de consument als het gaat om dierenwelzijn van de varkens in de varkenshouderij;

- wat weet men en wat denkt men;

- hoeveel weet men er naar eigen zeggen vanaf;

- heeft de perceptie die men van nature heeft ook invloed op vlees dat men in de win- kel koopt;

- hoe zou men het welzijn van varkens het liefst zien, in een realistische context; - welk belang hecht men daaraan wanneer daar gevolg aan gegeven zou worden; - hoe kijkt men aan tegen een realistische varkenshouderij;

- wat zijn de verschillen en overeenkomsten met de van nature aanwezige denkbeel- den;

- welke suggesties en veranderingen kan men bedenken om het welzijn van varkens in een realistische context te verbeteren;

- welk belang hecht men aan deze zelf geformuleerde suggesties?

De onderzoeksvragen zijn kwalitatief van aard en gaan dus vooral om het begrijpen van de wijze waarop consumenten tegen het welzijn van de varkens in de houderij aankij- ken. Het gaat daarbij niet om generalisaties, uitsplitsingen van doelgroepen of een inschatting van de populatie. Bij de uitkomsten gaat het dan ook om begrip en inzicht met betrekking tot de perceptie van de burger.

Methode van onderzoek

Het onderzoek is gehouden door middel van twee focusgroepsdiscussies. De discussies hadden elk een lengte van twee uur en werden gehouden aan de hand van een checklist (zie bijlage 1). Tijdens de discussie is aan de hand van een serie foto's (door het LEI aangele- verd: zie bijlage 2) een realistisch beeld geschetst van de hedendaagse varkenshouderij. Vooraf aan het onderzoek is bij de respondenten individueel een Cognitieve Respons Ana- lyse (CRA) afgenomen. Voor een toelichting op de CRA zie bijlage 3.

Steekproef

Aan elke discussie namen 8 respondenten deel. Zij waren geselecteerd door Signicom. Als selectiecriteria waren opgenomen leeftijd (spreiding tussen 20 en 59), inkomen (geen mi- nimuminkomen of bijstandsuitkering, daar dit wellicht de houding ter attentie van duurder scharrelvlees zou kunnen beïnvloeden bij het bespreken van dit onderwerp) en een brede belangstelling om een onderwerp als 'dierenwelzijn in de varkenshouderij' te kunnen en te willen bespreken. Vegetariërs zijn bij de selectie uitgesloten van deelname, daar zij naar verwachting een te uitgesproken mening over dit onderwerp zouden hebben in een groeps- proces als een discussie. Aan de discussies namen zowel mannen als vrouwen deel. Bij het samenstellen van de twee groepen is rekening gehouden met de leeftijd. Zo bestond een groep uit jong volwassenen (20-34) en de tweede groep uit volwassenen van voornamelijk middelbare leeftijd (37-59). Daar het onderwerp in Amsterdam is gehouden, waren de res- pondenten afkomstig uit of uit de directe omgeving van Amsterdam (stedelijke omgeving).

Rapportage

In hoofdstuk 1 wordt ingegaan op de perceptie van respondenten ten aanzien van de var- kenshouderij en het welzijn van de dieren. Aan de orde komen de uitkomsten van de CRA, een beschrijving van de bedrijven, de informatiebronnen die men gebruikt, de plaats die dierenwelzijn inneemt in de context van de varkenshouderij en het verdringingsmechanis- me dat daarbij optreedt in relatie tot de aankoop en beoordeling van vlees. Hoofdstuk 2 gaat in op dierenwelzijn. Besproken worden de foto's die een realistische kijk in de heden- daagse varkenshouderij verschaffen, de belangrijkste verschillen met de aanvankelijke perceptie (hoofdstuk 1) en de meest dringende en gewenste veranderingen met betrekking tot het welzijn van de varkens. Hoofdstuk 3 bespreekt welke kant de varkenshouderij zou

moeten uitgaan wil het op acceptatie of zelfs waardering bij de burger kunnen rekenen. Ook de wijze waarop de consument dient te worden benaderd komt hierbij aan bod. Ten slotte worden ideeën aangedragen, die het bewustwordingsproces ten aanzien van dieren- welzijn op gang kunnen brengen. De rapportage eindigt met conclusies en aandachtspunten, maar nu eerst een samenvatting van de belangrijkste onderzoeksuitkom- sten.