• No results found

4. Methodologische verantwoording

4.4 Validiteit van het onderzoek

De gebruikte bronnen voor dit onderzoek schetsen vanuit verschillende perspectieven een beeld van de leefsituatie in Syrië in 2014. Veel beelden kwamen overeen. Er was gedurende de datacollectie onder de onderzoekers geregeld sprake van herkenning: fragmenten die inzicht gaven in het dage-lijkse leven waren reeds in andere gesprekken of bronnen ter tafel gekomen. Een beeld dat door verschillende bronnen wordt bevestigd kan een bewijs zijn voor een grotere validiteit van de bevin-dingen van dit onderzoek. Daarnaast kan er ook op basis van de deskundigheid van de respondenten vertrouwen worden geput wat betreft de geldigheid van de bevindingen.

Tegelijkertijd kent dergelijk onderzoek diverse beperkingen. Ten eerste betreft het een on-derzoek naar een situatie in het verleden. Hoewel een groot deel van de data ook in andere bronnen is vastgelegd bestaat bij de interviews het risico dat reconstructie van de situatie in 2014 foutieve elementen bevat. Mensen kunnen bijvoorbeeld zaken zijn vergeten of verkeerd hebben opgeslagen. Een tweede mogelijke beperking is dat interviews niet alles zeggen over iemands exacte ideeën en ervaringen. Er kunnen verschillende motieven zijn waarom iemand bewust een andere versie van het verhaal vertelt of via sociale media deelt dan zich werkelijk heeft voorgedaan. Dit onderzoek erkent de relatieve waarde van de afgenomen interviews. Middels triangulatie (het combineren van verschillende methoden en bronnen) is getracht om deze problemen voor de validiteit van het on-derzoek te voorkomen.

Ten slotte is gedurende het onderzoek gebleken dat niet over alle organisaties even veel in-formatie en kennis bestaat. Er bestaat inmiddels een aanzienlijke hoeveelheid bronnen over het le-ven in gebieden die onder controle staan van ISIS. Dit is voor dit onderzoek geen nadeel aangezien de meeste Nederlanders in de regio (zeker in de periode na juni 2014) onderdeel zijn van deze orga-nisatie. Over het leven in gebieden die worden beheerst door Jabhat al-Nusra is echter minder be-kend. Doordat JaN met veel andere partijen samenwerkt en vooralsnog primair gericht is op de voortdurende strijd (en dus in mindere mate bezig is met het opbouwen van een staat) kan het dage-lijkse leven in verschillende gebieden sterk van elkaar verschillen. Desondanks zal – voor zover de verzamelde data dat toelaat – een algemeen beeld worden geschetst over de leefsituatie in gebieden die onder controle van deze organisatie staan. Tevens zullen in de conclusie uitspraken worden ge-daan over de verschillende rollen die personen binnen deze organisaties kunnen innemen.

Ook over de leefsituatie in gebieden die vallen onder kleinere salafi-jihadi strijdgroepen of het Vrije Syrische Leger is minder bekend. Dit is gezien de beperkte rol die Nederlanders binnen deze rebellenbewegingen spelen geen onoverkomelijk probleem. Deze bewegingen vallen daarom voor een belangrijk deel buiten de scope van dit onderzoek.

Samenvatting deel I

Het conflict in Syrië wordt onder andere gekenmerkt door zijn complexiteit. Er is een groot aantal strijdende partijen met verschillende doelen en tactieken betrokken. De positie van nationalistische of seculiere rebellenbewegingen is inmiddels, met de opkomst van goed georganiseerde salafi-jihadi groeperingen, sterk verzwakt. Organisaties als Islamitische Staat in Irak en Syrië (ISIS) en Jabhat Nusra (JaN) en hieraan gelieerde strijdgroepen strijden niet alleen tegen het regime van al-Assad maar ook voor de oprichting van een islamitische staat. Voor ISIS vormt dit laatste de priori-teit. JaN en de coalitie van rebellengroeperingen waar zij mee samenwerkt zijn vooralsnog primair gericht op het omverwerpen van het al-Assad-regime. Door deze verschillende belangen en strate-gieën kwam het in de loop der jaren ook geregeld tot bloedige confrontaties tussen deze bewegin-gen.

Sinds 2012 spelen ook buitenlanders een steeds belangrijkere rol in het conflict. Onder hen zijn naar schatting ook 220 Nederlanders. Het overgrote deel van de Nederlandse uitreizigers heeft zich aangesloten bij salafi-jihadi groeperingen. Naast ISIS betreft het hier vooral Jabhat al-Nusra en soms hieraan gelieerde (kleinere) strijdgroepen (zoals partijen verbonden aan het Islamitisch Front). Veel van de personen die bij kleinere rebellengroeperingen zaten hebben zich in een latere fase als-nog aangesloten bij JaN of ISIS. Voor zover bekend hebben zich geen Nederlanders aangesloten bij het Vrije Syrische Leger of zich gevestigd in gebieden die onder controle stonden van deze opposi-tiebeweging.

Uit de literatuur vallen verschillende motieven te onderscheiden om naar het conflictgebied af te reizen. Hieronder zijn ideologische, sociale en praktische motieven. Zo zien veel uitreizigers het als hun plicht om een bijdrage te leveren bij het beschermen van de islamitische gemeenschap (umma) en de gewapende strijd (jihad). Daarnaast biedt een uitreis naar Syrië een perspectief op een leven van avontuur en kameraadschap. Ook spelen sociale processen en behoeften geregeld een belangrijke rol. Toen in juni 2014 de Consultatieve Raad van ISIS Abu Bakr al-Baghdadi tot kalief uitriep, kwam hier een belangrijk motief bij. Sommige moslims geven aan dat het hun morele plicht is om deze kalief te gehoorzamen, zich in dit kalifaat te vestigen (hijra) en een bijdrage te leveren aan de opbouw en uitbreiding hiervan. Sinds de oprichting van dit kalifaat van ISIS heeft volgens verschillende bronnen een overgrote meerderheid van de Nederlandse Syriëgangers zich aangesloten bij ISIS (of: ‘Islamitische Staat’, zoals de organisatie zichzelf vanaf dat moment noem-de). Hierbij speelt ook sociale media mogelijk een belangrijke rol.

Ten slotte is in dit eerste deel van deze studie de gehanteerde onderzoeksmethodologie uit-eengezet.