• No results found

Douglas

Voor de geselecteerde steekproefcirkels die worden gedomineerd door Douglas zijn de metingen in 1988 genomen als beginsituatie voor het model EFISCEN Space. Vervolgens zijn deze

steekproefcirkels gesimuleerd tot 2018 en zijn de gesimuleerde situaties vergeleken met de metingen in 2000 en 2018. De beginsituatie in 1988 wordt door het model goed gesimuleerd (Figuur 32). Gedurende de simulatie overschat het model het stamtal doordat de mortaliteit te laag ligt, ondanks dat de sterfte gebaseerd is op de waargenomen patronen in de bosreservaten. In 2000 geeft het model ongeveer 1% meer bomen dan gemeten en in 2018 16% meer. De gesimuleerde gemiddelde diameter (grondvlakmiddenboom) ligt echter wat lager dan gemeten, waardoor het totale grondvlak redelijk gesimuleerd wordt voor 2000 en ongeveer 11% te hoog in 2018. Het totale volume is iets onderschat in 2000, maar komt dichter bij de gemeten situatie in 2018, met een onderschatting van 7%. Daarmee komt de simulatie van totaal grondvlak en volume behoorlijk goed overeen met de gemeten waarden. Resultaten voor langere simulaties zijn echter in hoge mate onzeker doordat er geen groei- en sterftegegevens bekend zijn van oudere onbeheerde Douglasbossen in Nederland en Europa.

Figuur 32 Modelsimulaties voor de geselecteerde steekproefcirkels gedomineerd door douglas, vergeleken met de metingen voor 1988, 2000 en 2018.

Japanse lariks

Voor alle geselecteerde steekproefcirkels die worden gedomineerd door Japanse lariks zijn de metingen in 1988 genomen als beginsituatie voor het model EFISCEN Space. Vervolgens zijn deze steekproefcirkels gesimuleerd tot 2018 en zijn de gesimuleerde situaties vergeleken met de metingen in 1998/2000 en 2018. De beginsituatie in 1988 wordt door het model goed gesimuleerd (Figuur 33). Het gesimuleerde stamtal wordt onderschat door het model. Dit komt geheel voor rekening van steekproefcirkel H10 uit Het Leesten waar verjonging optreedt, terwijl EFISCEN Space nog geen verjongingsmodule heeft. Als we deze cirkel eruit laten, komt de simulatie goed overeen met de meting, met 1,3% overschatting in 2000 en 4,3% onderschatting in 2018. De simulatie van dbh en grondvlak komen ook goed overeen met maximaal ongeveer 11% afwijking. Het volume wordt met zo’n 18% onderschat in 1998/2000 en in 2018 met ongeveer 20%. Dit komt waarschijnlijk doordat de actuele hoogtegroei op de rijkere gronden hoger is, terwijl EFISCEN Space (impliciet) uitgaat van de gemiddelde dbh-hoogterelatie, zoals afgeleid van alle gemeten lariksen in Nederland uit de

bosinventarisatie.

Figuur 33 Modelsimulaties per geselecteerd steekproefcirkel gedomineerd door Japanse lariks, vergeleken met de metingen voor 1988, 2000 en 2018.

Beuk

Voor alle geselecteerde steekproefcirkels die worden gedomineerd door beuk zijn de metingen in 1988 genomen als beginsituatie voor het model EFISCEN Space. Vervolgens zijn deze steekproefcirkels gesimuleerd tot 2018 en zijn de gesimuleerde situaties vergeleken met de metingen in 2000 en 2018. De simulatie van stamtal, grondvlak en grondvlakmiddenboom volgt de metingen behoorlijk goed, terwijl het volume wordt onderschat (Figuur 34). De onderschatting is in 1988 8% en loopt op tot bijna 20% in 2018. Waarschijnlijk zijn de beuken op deze rijkere gronden hoger dan de gemiddelde waargenomen beuk in de bosinventarisatie.

Figuur 34 Modelsimulaties per geselecteerde steekproefcirkel gedomineerd door beuk, vergeleken met de metingen voor 1988, 2000 en 2018.

Grove den (arm)

Voor de geselecteerde steekproefcirkels op arme gronden die worden gedomineerd door grove den zijn de metingen in 1994 genomen als beginsituatie voor het model EFISCEN Space. Vervolgens zijn deze steekproefcirkels gesimuleerd tot 2019 en zijn de gesimuleerde situaties vergeleken met de metingen in 1994 en 2019. De beginsituatie in 1994 wordt door het model goed gesimuleerd, alleen het volume wordt overschat met ongeveer 24%. Dit komt doordat de grove dennen minder hoog zijn dan de gemiddelde waargenomen grove den in de bosinventarisatie. Dit kan komen door de arme groeiplaats of doordat de dennen in redelijk vrije stand opgegroeid zijn nadat ze zich spontaan in de heide hadden gevestigd. Het stamtal wordt in 2019 door de simulatie met 32% onderschat. Dit is het gevolg van regeneratie in de steekproefcirkels, waar nog geen rekening mee wordt gehouden in het model EFISCEN Space. Als gevolg daarvan wordt het grondvlak onderschat met 7%, en de

grondvlakmiddenboom overschat met 8%. Het volume wordt in 2019 nog maar met 1% overschat als gevolg van een overschatting van het volume van grove den en het ontbreken van het volume in de jonge bomen.

Figuur 35 Modelsimulaties per geselecteerde steekproefcirkel op arme gronden gedomineerd door grove den, vergeleken met de metingen voor 1994 en 2019.

Grove den (rijk)

Voor de geselecteerde steekproefcirkels op rijke gronden die worden gedomineerd door grove den zijn de metingen in 1988 genomen als beginsituatie voor het model EFISCEN Space. Vervolgens zijn deze steekproefcirkels gesimuleerd tot 2019 en zijn de gesimuleerde situaties vergeleken met de metingen in 2000 en 2019. De beginsituatie in 1988 wordt door het model goed gesimuleerd. Het stamtal wordt in 2000 met 11% onderschat door het model. Dit komt door regeneratie in de steekproefcirkels, waar nog geen rekening mee wordt gehouden in het EFISCEN Space-model. In 2019 is deze verjonging echter weer verdwenen en wordt het stamtal iets overschat (7%). Het grondvlak wordt in 2000 met 1% overschat en in 2019 met 13%, door het te hoge stamtal. Waarschijnlijk is hoogtegroei van de grove dennen op deze rijke groeiplaatsen meer dan gemiddeld. In 1988 is het gesimuleerde volume redelijk goed met 3% onderschatting. Bij een correct gesimuleerd stamtal (afgezien van de

verjonging) en grondvlak in 2000 wordt het volume met 15% onderschat door de simulatie. In 2019 is de onderschatting nog maar 2%, maar wel bij een te hoog stamtal en grondvlak.

Figuur 36 Modelsimulaties per geselecteerde steekproefcirkel op rijke gronden gedomineerd door grove den, vergeleken met de metingen voor 1988, 2000 en 2019.

Wageningen Environmental Research Postbus 47

6700 AA Wageningen T 0317 48 07 00

www.wur.nl/environmental-research Wageningen Environmental Research Rapport 2994

ISSN 1566-7197

De missie van Wageningen University & Research is ‘To explore the potential of nature to improve the quality of life’. Binnen Wageningen University & Research bundelen Wageningen University en gespecialiseerde

onderzoeksinstituten van Stichting Wageningen Research hun krachten om bij te dragen aan de oplossing van belangrijke vragen in het domein van gezonde voeding en leefomgeving. Met ongeveer 30 vestigingen, 5.000 medewerkers en 12.000 studenten behoort Wageningen University & Research wereldwijd tot de aansprekende kennisinstellingen binnen haar domein. De integrale benadering van de vraagstukken en de samenwerking tussen verschillende disciplines vormen het hart van de unieke Wageningen aanpak.

De missie van Wageningen U niversity & Research is ‘ To explore the potential of nature to improve the q uality of lif e’ . Binnen Wageningen U niversity & Research bundelen Wageningen U niversity en gespecialiseerde onderz oeksinstituten van Stichting Wageningen Research hun krachten om bij te dragen aan de oplossing van belangrijke vragen in het domein van gez onde voeding en leef omgeving. Met ongeveer 30 vestigingen, 5.000 medewerkers en 12.000 studenten behoort Wageningen U niversity & Research wereldwijd tot de aansprekende kennis- instellingen binnen haar domein. De integrale benadering van de vraagstukken en de samenwerking tussen verschillende disciplines vormen het hart van de unieke Wageningen aanpak.

Wageningen Environmental Research Postbus 47 6700 AB Wageningen T 317 48 07 00 www.wur.nl/environmental-research Rapport 2994 ISSN 1566-7197