• No results found

Uitwerking van het meetinstrument

In document Expositie IZB (pagina 55-60)

1.1 Opzet diepte-interviews

In de diepte-interviews hebben we gebruik gemaakt van de volgende twee formats. Aangezien we in ons onderzoek twee varianten van het interview hebben gedaan - in verband met de mogelijkheden van de respondenten in de verschillende projecten - geven we beide varianten hier. Deze diepte-interviews zijn inhoudelijk opgekomen vanuit de literatuurverkenning en vormgegeven naar de onderdelen van het ‘boom’- model.

Format diepte-interview I

Het format hieronder hebben wij gebruikt bij Perron 61, Noorderlicht en Geloven in Spangen. Dit zijn de MGI’s waar we in de gelegenheid waren om observatieonderzoek te doen.

Werkvorm Leiderschap

1. Welke vaardigheden passen bij jou?

• In gesprek met de werker leggen we op tafel twintig kaartjes neer, waarop de verschillende eigenschappen staan. De begrippen zijn kernachtig geformuleerd, maar duidelijk van elkaar onderscheiden. De werker kiest tien kaarten uit, die het meest van toepassing zijn op zijn/haar manier van werken. Dit zijn vaardigheden waar hij/zij veel waarde aan hecht. Daarna legt hij/zij deze op volgorde van minst belangrijk naar meest belangrijk. We vragen hierbij een beknopte uitleg.

2. Wie ben jij als persoon?

• In gesprek met de werker leggen we op tafel twintig kaartjes neer, waarop verschillende onderdelen/aspecten van leiderschap naar voren komen. Deze verschillen van bovengenoemde begrippen en richten zich meer op de persoon van de werker. De kerkplanter kiest tien kaarten, die het meest van toepassing zijn op wie hij/zij is. Daarna legt hij/zij deze op volgorde van minst kenmerkend naar meest kenmerkend. We vragen hierbij een beknopte uitleg.

Werkvorm Situatie

A. Deel het missionair, gemeenschapsvormend initiatief in binnen één of meerdere van de volgende stromingen: 1. Klassiek vrijzinnig 2. Postmoderne vrijzinnigheid 3. Klassiek ‘midden-orthodox’ 4. Postmodern ‘midden-orthodox’ 5. Evangelisch 6. Pinkster 7. Klassiek orthodox 8. Bevindelijk orthodox

B. Welke theologische bronnen of kerkelijke documenten worden als gezaghebbend beschouwd

binnen de traditie?

5. Wat is de formele theologie van het MGI?

A. Wat zijn uw essentiële, theologische overtuigingen?

B. Wat zijn de doelen die door uw geloofsgemeenschap nagestreefd worden?

C. Door welke christelijke denkers laat u als leider van de gemeenschap zich beïnvloeden? Hoe?

Format diepte-interview II

Dit format hebben we gebruikt bij Het Pand, MarcusConnect en Leven in Laak. Dit komt voor een deel overeen met het eerste format, maar is uitgebreid op verschillende onderdelen. De reden hiervoor is dat we op deze plekken geen observatieonderzoek konden verrichten in verband met wederzijdse mogelijkheden qua tijd.

Werkvorm Leiderschap

1. Welke vaardigheden passen bij jou?

• In gesprek met de werker leggen we op tafel twintig kaartjes neer, waarop de verschillende eigenschappen staan. De begrippen zijn kernachtig geformuleerd, maar duidelijk van elkaar onderscheiden. De werker kiest tien kaarten uit, die het meest van toepassing zijn op zijn/haar manier van werken. Dit zijn vaardigheden waar hij/zij veel waarde aan hecht. Daarna legt hij/zij deze op volgorde van minst belangrijk naar meest belangrijk. We vragen hierbij een beknopte uitleg.

2. Wie ben jij als persoon?

• In gesprek met de werker leggen we op tafel twintig kaartjes neer, waarop verschillende onderdelen/aspecten van leiderschap naar voren komen. Deze verschillen van bovengenoemde begrippen en richten zich meer op de persoon van de werker. De kerkplanter kiest tien kaarten, die het meest van toepassing zijn op wie hij/zij is. Daarna legt hij/zij deze op volgorde van minst

kenmerkend naar meest kenmerkend. We vragen hierbij een beknopte uitleg.

3. Hoe is de invloed vanuit de moederkerk?

A. Hoe is de moederkerk betrokken bij dit project?

B. Hoe wordt dit ervaren? Waarom?

C. Wat betekent de invloed van de moederkerk voor het leiderschap?

Werkvorm Situatie

4. Hoe ziet de geschiedenis van dit missionair, gemeenschapsvormend initiatief eruit?

5. Waar zijn jullie in de afgelopen twee jaar tegenaan gelopen?

Werkvorm Theologie

6. Wat is de normatieve theologie van het MGI?

A. Deel het missionair, gemeenschapsvormend initiatief in binnen één of meerdere van de volgende stromingen: 1. Klassiek vrijzinnig 2. Postmoderne vrijzinnigheid 3. Klassiek ‘midden-orthodox’ 4. Postmodern ‘midden-orthodox’ 5. Evangelisch 6. Pinkster 7. Klassiek orthodox 8. Bevindelijk orthodox

B. Welke theologische bronnen of kerkelijke documenten worden als gezaghebbend beschouwd

binnen de traditie?

7. Wat is de formele theologie van het MGI?

A. Wat zijn uw essentiële, theologische overtuigingen?

B. Wat zijn de doelen die door uw geloofsgemeenschap nagestreefd worden?

C. Door welke christelijke denkers laat u als leider van de gemeenschap zich beïnvloeden? Hoe?

10. Teken de organisatiestructuur van het MGI.

Werkvorm Gemeenschap

11. Hoe ziet de doelgroep eruit?

A. Wat is de gemiddelde leeftijd?

B. Wat is het gemiddelde opleidingsniveau?

C. In welke sector werken mensen?

D. Wat is de duur van de betrokkenheid?

E. Wat zijn de verschillende culturen en subculturen?

F. Komen de mensen uit de buurt?

G. Hoe is de verdeling man-vrouw?

H. Geloven de meeste mensen in God?

I. Hoe wordt de gemeenschap ervaren door de gemeenschap?

J. Kunt u een typerende metafoor noemen voor de gemeenschap?

12. Hoe is de samenstelling van de medewerkers?

A. Komen de medewerkers uit de buurt?

B. Uit welke kerk komen de medewerkers? Wordt het MGI gezien als kerk?

C. Wat is de duur van de betrokkenheid?

D. Wat is de gemiddelde leeftijd?

E. Wat is de verdeling man-vrouw?

F. Hoe belangrijk is het MGI voor de medewerkers?

Werkvorm Activiteiten

13. Wat gebeurt er op de activiteiten van het MGI?

1.2 Opzet groepsinterviews

In de groepsinterviews die we afgenomen hebben bij Perron 61 en Geloven in Spangen, hebben we het volgende format gebruikt. Dit format is - net als het format voor de diepte-interviews - opgekomen vanuit de literatuur en opgezet volgens de onderdelen van het ‘boom’-model.

Werkvorm Leiderschap

1. Waar denk je aan bij ‘leiderschap’? Noteer minimaal drie kernwoorden/kerngedachtes.

3. Hoe is de invloed vanuit de moederkerk?

G. Hoe is de moederkerk betrokken bij dit project?

H. Hoe ervaren jullie dit? Waarom?

I. Wat betekent de invloed van de moederkerk voor het leiderschap?

Werkvorm Situatie

4. Waar zijn jullie in de afgelopen twee jaar tegenaan gelopen?

Werkvorm Theologie

5. Wat is de aangehangen theologie van het MGI?

A. Wat is de missie van het MGI? Formuleer individueel.

B. Formuleer gezamenlijk de missie van het MGI?

Werkvorm Organisatiestructuur

6. Teken gezamenlijk de organisatiestructuur van het MGI.

1.3 Opzet observatieonderzoek

Voor de analyse van het observatiedeel van ons onderzoek hebben we gebruik gemaakt van meerdere vormen van observatieonderzoek. Deze keuze hebben we moeten maken, gezien de verschillen tussen de 69

activiteiten van de MGI’s die wij onderzocht hebben. Hieronder is een overzicht te zien van de verschillende observatiemethodes die we gebruikt hebben.

MGI Activiteiten Methode van observatie

Geloven in Spangen Doe-viering Verhuld / Participerend / Ongestructureerd

Huisgroep Verhuld / Participerend / Ongestructureerd

Camping Life Onverhuld / Participerend / Ongestructureerd

Noorderlicht Viering Verhuld / Ongestructureerd

Stiltemoment Verhuld / Ongestructureerd

Bijbelkring Onverhuld / Participerend / Ongestructureerd

Perron 61 Perronmeeting Verhuld / Ongestructureerd

In document Expositie IZB (pagina 55-60)