• No results found

• Een van de grootste dilemma’s die de coaches ervoeren had te maken met het rechtmatigheidsaspect dat werd uitgevoerd door rechtmatigheidsconsulenten bij een andere afdeling. De coaches werden vaak geconfronteerd met de gevolgen van een rechtmatigheidsactie bij de deelnemer. Er bestaat binnen de gemeente zoals werd gezegd “een waterscheiding tussen rechtmatigheid en doelmatigheid“ terwijl in de ogen van de coaches dit moeilijk gescheiden kan worden. Juist een integrale benadering van rechtmatigheid en doelmatigheid kan voor beide aspecten van nut zijn.

• Een tweede dilemma heeft te maken met de toegang tot de instrumenten in het sociale domein die werden ingezet. Dat is erg bureaucratisch met veel regels en criteria en op basis van ‘afvinklijstjes’ terwijl bij calamiteiten de inzet van deze instrumenten snel moet om effectief te zijn. Dat leidt tot frustraties bij de coaches en ineffectiviteit in de dienstverlening.

• De inzet van instrumenten is veel minder nodig wanneer je het ‘echte gesprek’ met de deelnemers voert en hen aandacht en ondersteuning geeft waar mogelijk. Deelnemers zien wat je voor hen doet en dan zijn allerlei ‘re-integratie’ instrumenten vaak niet nodig. Die zijn ook vaak ‘eenheidsworst’ en niet afgestemd op de noden van de deelnemer. Indien wij als coaches maatwerk leveren heb je deze instrumenten niet nodig en is het ook nog veel goedkoper voor de gemeente.

Een caseload van 200 of 130 is voor de proactieve en intensieve manier van werken in het experiment veel te hoog. Je moet in je afsprakenrooster tijd hebben om bij calamiteiten in te springen of om een speciale persoonlijke problematiek die afstemming vraagt met andere organisaties op te lossen, of om voor een speciale problematiek zoals van alleenstaande moeders groepsgewijs een gerichte aanpak te realiseren. Dat vraagt tijd.

Wat werkt is de bejegening van de deelnemer, met meer aandacht, meer vertrouwen, meer vragen wat de ander wil en een ‘luisterend oor’. Dat geeft rust, vermindert stress bij de deelnemer

en geeft ruimte om in beweging te komen. Daarvoor is maatwerk essentieel afgestemd op de persoon. In het experiment waren we gebonden aan de treatment maar na het experiment kan die individuele maatwerk aanpak worden toegepast en wordt de treatment afgestemd op de mogelijkheden en vraag van de betrokkenen.

De rol van coach moet breed worden ingevuld, soms ben je een bijstand-maatschappelijk werker, soms een expert op werkgebied en soms een regisseur die mensen in hun kracht weet te zetten.

De coaches ervaren het werken in een team als een verrijkende leerervaring, men deelt elkaars expertise en eert men van elkaar, men ondersteunt de ander. Een goede leiding heeft hen daarbij erg geholpen zeggen zij. Ook dit is een nieuw aspect van het experiment dat een andere werkwijze met zich meebrengt dan de bestaande die erg individueel is ingericht de laatste jaren. Daar horen casuïstiek besprekingen bij en regelmatig overleg met elkaar om elkaar scherp te houden.

Intervisie is ook belangrijk om kritisch te kijken naar je eigen rol als coach en als professional. De andere werkwijze vraagt veel van de coach en daar is sturing en reflectie op nodig. Op die manier kun je je eigen aannames, veronderstellingen doelstellingen toetsen aan die van de ander en wat dat betekent voor jouw rol als coach. Dit aspect was geen onderdeel van de ‘skills’ training die is aangeboden. Nochtans was deze erg nuttig om inzicht te krijgen in een methodische aanpak op basis van een theoretisch model van zoekgedrag. Het idee van methodiekontwikkeling in een “Community of Practice” waarin beleid en wetenschap samenwerken werd door de coaches dan ook erg ondersteund.

Coaches zijn enthousiast over het experiment mede omdat het hun eigen arbeidsvreugde vergroot. Ze gaan met meer plezier naar het werk omdat er meer betrokkenheid is bij het werk. Men krijgt meer voldoening omdat men ziet wat het met de deelnemer doet.

Aanvankelijk waren er spanningen in de relatie met de afdeling Werk en Inkomen welke te maken had met de rol en positie van beiden in de organisatie. De in de loop van de tijd verbeterde samenwerking gedurende het experiment heeft een flink deel van de spanningen weggenomen waardoor men positief kijkt naar de toekomst wanneer het experiment is afgelopen en een ander beleid zal worden ontwikkeld en uitgevoerd. Men verwacht dat lering zal worden getrokken uit het experiment omdat men het ‘ondenkbaar’ acht dat de lessen uit het vertrouwensexperiment geen opvolging krijgen in het bestaande beleid. Wat de wetgeving betreft is men minder optimistisch en verwacht men nog een lange weg te gaan.

Coaches zijn zeer positief over het experiment. Sommigen gebruiken het woord ‘geweldig’ als gevraagd wordt naar hun mening over het experiment met name voor wat het betekent voor de bijstandsgerechtigde. Voor de deelnemer geven ze allen een rapportcijfer van 9 of meer aan het experiment vanwege. Voor henzelf als coach zijn ze ook zeer positief en wordt een rapportcijfer van een 8 gegeven. Voor de uitvoeringscontext van het experiment wordt een 7 gegeven omdat men verwacht maar niet zeker weet of het experiment zal landen in de organisatie.

Tot slot is kort gesproken over de overgangssituatie en wat het betekent voor de deelnemer en de coach zelf. Voor beiden is op dat moment de situatie onzeker hetgeen het experiment in de laatste fase volgens hen kan beïnvloeden. Het uitstel tot 1 januari 2020 wordt belangrijk geacht maar dan nog is er een tijdskloof naar nieuwe wetgeving.

In deze bezinningsfase is dus al enigszins een balans opgemaakt van wat men geleerd heeft, wat het met de deelnemers heeft gedaan en wat de verwachte uitkomsten zijn van het experiment voor henzelf, de deelnemer en de organisatie. De balans van het experiment is erg positief in de ogen van de coaches met name voor de deelnemer. Men verwacht niet zozeer extra uitstroom naar werk maar wel een positief effect op welbevinden, zelfredzaamheid en vertrouwen. De vrijlating wordt van belang geacht om mensen een zetje te geven en tegelijkertijd iets aan de armoedeproblematiek te doen.

4.2.3 Conclusie: de afrondingsfase

In het laatste focusgroep gesprek in december 2019 is een update gegeven van de resultaten en ervaringen. Het gesprek vond plaats net voor het einde van het experiment ultimo 2019. In dit gesprek is het opmaken van de balans van twee jaar experimenteren nog eens dunnetjes overgedaan. Alle elementen van het experiment zijn nog eens de revue gepasseerd. Hieronder puntsgewijs de belangrijkste bevindingen in aanvulling op wat hiervoor reeds is gezegd. De focus ligt hier ook wat meer op aanbevelingen vanuit de coaches voor de uitvoering in de toekomst.

Uitgangspunten

• Volgens de coaches werkt ontheffing van verplichtingen goed zeker bij de deelnemer. De ruimte die in het experiment is geboden om meer relaxed te begeleiden en mensen meer vrijheid te geven werkt in de praktijk. Door “ruimte geven ontstaat er ruimte” zo werd opgemerkt. Het werkt volgens de coaches omdat de deelnemer erop kan vertrouwen dat de coach ook realiseert wat hij belooft. Een van de coaches drukte het uit als “wij zijn het experiment”, doordat wij betrokkenheid tonen en aandacht geven. Als je mensen eigen regie geeft hoef je ook minder instrumenten in te zetten, het is veel goedkoper.

• Wat belangrijk is het in beweging krijgen van mensen, dat ze niet op de bank gaan zitten. Het gaat om de beleving bij de deelnemer. Slechts 0,2% vind het fijn in de uitkering, de anderen willen allemaal iets gaan doen. Als je je goed voelt, geen stress hebt over schulden, eten of huis dan voelen mensen zich al beter en gaan ze wat doen.

• Er zijn maar enkele mensen in het bestand die misbruik maken en frauderen. Als iemand kan werken dan is er de morele plicht om dat te gaan doen. Daar spreken we mensen op aan als coaches. Dat gaat ten koste van anderen. Als iemand zegt ik wil met rust gelaten worden dan vragen we ons af waarom iemand dat wil en gaan we het onderzoeken. Als het goed is ken je de mensen en weet je waar de risico’s zitten.

• Soms kom je echter met jezelf in conflict omdat je de situatie van de betrokkene kent en weet dat de sanctie of korting enorme nadelige consequenties heeft en iemand en of het gezin nog meer in de put en ellende stort. Dan moet je soms even pas op de plaats maken maar het is wel een groot dilemma waarover je met anderen in het team spreekt om het hanteerbaar te maken. • De deelnemers hebben behoefte elkaar te ontmoeten en organiseren dat op sommige

momenten. Men deelt elkaars ervaringen en de meest gehoorde opmerking volgens de coaches is dat “hun stress weg is, dat ze niet meer met formulieren zitten, niet meer bang zijn om met de

gemeente (coaches) te spreken. De andere bejegening werkt om het vertrouwen te winnen bij de deelnemer.