• No results found

7 . 1 Vooraf

In dit hoofd stuk gaat het over d e inhoud van het leef b a a rhei d sbeleid in de o n d e rzochte gemeenten . I n het volgende hoofdstuk ( hoofdst u k 8 ) gaat het over het proces van het gevoerde belei d . Hier e n daa r word e n d e namen van d e gemeenten genoemd waar het voorbeeld aang etroffen i s . Dit bete­

kent geenszins, dat dit d e e n i g e ge meenten zijn waar dit voo r zou k u n n e n komen .

De u i tkomsten zij n hoofdza k e l i j k ge baseerd op de d i a l oogvers l a g en van d e I V H . W a a r nuttig en mogelij k z i j n de u it komsten kwa n titatief o ndersteund v a n u i t d e vragenl ijsten en d e profielsc hetse n . De vra g e n l ijsten le verd e n verho u d i n gsg ewijs h e t meeste o p a a n kwantitatieve o nderbo u w i n g . De k w a ntitati eve u i t s p ra ken hebben steeds betrekking o p h e t g e hele bestand van vrage n l ijsten, dat wil zeggen de men ing van corporaties en g e meenten k l i n ken er i n g e l i j k e mate in door. Wanneer e r opmerke l ij ke versc h i l le n i n a ntwoord patronen zijn gevonde n , wordt een u i t s p l itsing gemaakt . De weergave van d e u i t k o msten i s gesp l itst in alg emene

u i t k omsten ( pa ra g ra a f 7 . 1) en u i t k o m sten die spec i f i e k betre k k i n g hebben o p een van d e vier ' ve ld e n ' van het leefbaarhe idsbe l e i d , zoa l s die in hoofdst u k 4 ondersc heiden z ij n .

7 . 2 Algemene uitkomsten

Definitie leefbaarheid

Leefbaarheid wordt b reed g e d e f i n i eerd . ' Schoo n-heel-vei l i g ' is de kern . N a u w verwant daaraan is d e beperking van o verlast, b ij voorbeeld door drugs. ' O verlast' en ' o n ve i l i g h e i d ' liggen d i c htb ij e l k a a r . Soms definieert men leefbaarheid nog b red e r . Dan l a a t men o o k differentiatie e n integratie eronder val len. ' Pa rt i c i p a t i e ' i n het a l gemeen n i et, dat ziet men eerd e r a l s m i d d e l d a n a l s doel . E e n e n k e l e k e e r v a l t o o k 'werk l o o s heidsbestrij d i n g ' o n d e r leefbaarheid .

I n onderstaand kader wordt d e definitie van l eefbaarh e i d g e k w a ntificeerd . Daa rbij is tevens aangegeven o p welke thema ' s geïn t e rviewd e n effecten zien van het leefba a rheidsbeleid .

Pagina 33 Leefbaarheid en Wonen Juni 1 999

Pagina 34

De veelkleurigheid van het begrip leefbaarheid in cijfers Definitie van beleid: waardoor het totaal ' aantal keren genoemd' boven het aantal respondenten kan uitkomen . Zo valt 'Veilig' uiteen in de antwoordcategorieën (aantal keren genoemd) :

Sociale veiligheid: 5 9

Inbraak- e n vandal ismepreventie: 46

Verkeersveiligheid: 22. Verkeersveiligheid wordt overigens alleen genoemd door ge­

meenten, niet door corporaties.

Pagina 35

Pagina 36

5toeprandproject, Ro tterdam

Het Rotterdamse Stoe prandproject startte in 1 992 i n de deelgemee nte Kralingen als geza menlijk initiatief van het gemeentelijk Woningbedrijf Rotterdam, het Centrum voor Dienstverlening en de Dienst SoZaWe . In 1 996 werd Stoeprand een stedelijk project . Corpo raties kunnen kandidaten aanmelden voor Stoeprand . Dat kunnen huurders zijn die overlast veroorzaken, maar ook mensen die, vanwege een huurschuld, een woning ge­

weigerd wordt. Overlastgevende huurders bevinden zich vaak al in een ontruimingsproce­

dure. Centraal in het project staat het begeleidingscontrac t : overlastgevende huurders kunnen ontruiming voorkomen door dit contract te tekenen met ( soms) een daaraan gekoppeld tijdelijk huurcontract. Na hooguit anderhalf jaar wordt bezien of de begeleiding kan w orden beëind i g d . Is dat het geval, dan vervalt de begeleiding en krijgt de huurder een huurcontract voor onbepaalde tijd. De corporatie heeft daarin het laatste woord. Staakt de huurder zijn overl ast echter niet, dan wordt d e woning alsnog ontruimd. Het project richt zich o p vier doelgroepen:

h u u rders die op de nomi natie staan wegens overlast ontruimd te worden

huu rders met een langdurige/terugkerende huurschuld, die volgens de verhuurder gebaat zijn bij structurele begeleiding

overlastgevende verslaafden, die niet kunnen worden ontruimd

( n i e uwe) huurders, die volgens de verhuurder waa rschijnlijk overlast gaan veroo rzaken.

'A ch terstandsbeleid' wordt slechts zelden a a n leefba a rheidsbeleid gekop­

pe l d . D e enkele gemeente die d i t wel doet, vert a a lt d i t met ' we rkloosheids­

Het meest worden genoemd : Tijdelij ke Sti mu leringsregeling Herstructurering Goedkope Won i n g voorraad ( 3 2 % ) , G rote Sted enbeleid ( 3 5 % ) en Stadsver­

n i e u w i ngsbele i d (43% ) . Corpo raties noemen soms ' S SSH ' .

Gemeenten noemen i n en kele gevallen regelingen d i e i n het voorgaande nog n iet g e noemd zij n : fonds sociale vern i e u w i n g , V R O M p roject ' stad en

Leefbaa rheid en Wonen Juni 1 9 99

m i l i e u ' , woonverke n n i n g e n 2 0 3 0 , j o n g eren & veiligheid sbeleid BZ K , en ook één k e e r een E u ropese reg e l i n g , het U rban project ( Den H aag , Schi ld ers­

wij k ) .

E e n overz i c h t van reg e l i n g e n , wetten e n p rojecten (niet compleet) i s ter i nformatie o p g e nomen i n b i j l a g e 1 . Sommige regelingen uit dit overzicht zijn echter nooit g e n oemd i n h e t I V H -materi a a l . Voor een d ee l zijn l a c u nes t e verk l a ren d o o r d a t p a rtijen o p l o k a a l n i v e a u n o o i t m e t d e betreffende n o t a o f reg e l g eving te maken h e b b e n gehad ; het betreft dan z a k e n d i e ( n o g ) u i t s l u i ­ t e n d o p rij ks n i veau i n b e h a n d e l i n g z ij n . Voor een ander deel kunnen de l a c u nes het gevolg zijn van o n bekend h e i d met de moge l ij k heden d i e een reg e l i n g biedt o f het n i et voldoen a a n d e criteria die va n u i t een rege l i n g gesteld worde n . I l l ustratief d a a rvoor i s het a n twoord v a n respond enten o p d e vraag ' ku n t u m e t d e g e s t e l d e kaders (Tij d e lijke Sti m u leringsregeling H e rstructurering Goedkope Woni ngvoorraad (TSHGW) , G rote Stedenbe l e i d en Stadsvern i e u wi ngsbelei d ) u i t d e voeten ' . O p d i e vraag z e g t 1 8 % 'ja ' , 3 7 % ' ga a t w e l ' en 4 5 % ' n ee ' . Daaruit s p reekt ruime be hoefte a a n uitleg van d e geste l d e kaders .

Bij k l e i n e en m i ddelgrote ge meenten is d i e be hoefte sterker d a n bij grote gemeenten . I n k l e i ne en m i d d e l g rote g e meente antwoordt namelij k rond 6 0 % van d e respondenten ' n e e ' o p de vraag of zij met d e gestelde kaders u i t d e voeten k u n n e n , i n g rote steden i s dat 20 % . Uit het mate riaal valt tevens een o nd e rscheid te ma ken n a a r de meer beke n d e , veel geb ruikte reg e l i n g e n ( T S H GW, G S B, Stadsvern i e u w i n g ) en de mi nder bekende, ook m i n d e r gebru i kte reg e l i n gen. Bij de eerste g roep antwoordt rond 30 % van d e re spondenten ' ne e ' o p de vraag o f zij met de gestel d e kaders u i t de voeten kunnen, terwij l dat voor h et totaal van de reg e l i ngen, zoals h i er­

boven a l i s a a ngegeve n , 4 5 % bed raag t . Bij de tweede groep reg el ingen, de minder bekende, kan meer d a n de h e l ft van d e respondenten d us niet met d e reg e l i n g uit d e voet e n . H ie r i s de voorl i c h t i n g het h a rdste n o d i g .

tffT GUD

re 6{HEé11n: w/�r . H6r R:JK BEsusr

Pagina 37 Leefbaarheid en Wonen J uni 1999

Schaal van het aanpakgebied

E n k e l e gemeenten b e n a d r u k k e n het belang van het kiezen van de j u iste schaal voor d e gebiedsgeri c h te aanpa k : het gebied moet g root g e n oeg zijn om een project te rec htva a rd i g e n en een flinke club bewoners voor overleg aan tafel te mogen verwac hten , m a a r klein genoeg o m overzic htelijk t e zijn voor de beheerders e n als ' e i g e n ' te k u nnen worden ervaren door be­

woners .

Versc h i l lende p rojecten zijn m i s l u kt o mdat men d e s c h a a l te g root d a n wel j uist t e k lein nam.

Een exa cte kwantificeri n g werd n i et gegeve n . O m d e g e d a c hten te bepalen (en n i e t meer dan d a t ) : tussen 500 en 5000 w o n i n g e n ; i n kleine g e meenten dichter bij de 500 , i n g rote d i c ht e r bij d e 500 0 .

B/ïdrage van corporaties

Apart e vermel d i ng verd ient d e specifieke bijdrage van c o rporaties aan het lokale leefbaa rhei dsbe l e i d . Deze b l ij k t onder a n dere uit d e vra g e n l ij sten . De daarin voorg ecodeerde antwoorden scoren als volgt :

i n h o udelij k e bijd rage leveren a a n gemeentelijke p l a n n e n : 49 %

fasering en afstemming i n vesteri n g e n : 2 5 %

bijdrage a a n het ontstaan van gedi fferentieerde woonmi l ie u s : 40 %

bij d rage a a n vei l i g heid i n h u i s : 40%

betrokkenheid b u u rtbewoners verg rote n : 4 9 %

b u u rt/wij kactiviteiten ondersteune n : 3 9 %

Effec ten

U i t de meeste d i a l og e n bleek tevredenheid van de partijen met het effect van het bele id : men s i g n a l eert merkbare verbetering van het a a n z i e n van de wij k , t e ruglopen van k l ac hten , meer s o l i d a riteit onder bewoners en toegeno­

men vertrouwen van bewoners i n de beherende i nstanties . Men kon deze i mpressies echter meestal n i et met h a rde cijfers onderbo u w e n .

Struc t u rele monitoring b i n n e n g e meenten i s bij 2 4 % van de g eïntervi ewden geregel d , door eigen ond e rzoe k o f door de zogenaamde GSB monitor.

Waa r a a n monitoring wordt gedaan, geeft men a a n dat d e u i t k o msten ervan ook doorwerken i n beleid ( 9 2 % zegt ' g ebru i kt voor belei d ' en 65% zegt ' bepa lend voor beleid ' ) .

Enkele kleine gemeenten geven a a n dat monitoring niet a l leen een functie heeft o m effecten van i ngezet beleid meet baar te ma k e n , m a a r d a t d a a r­

naast het doo rvoeren van een preven tieve a a n p a k moe i l ij k wordt zonder monitor. Een monitor h e l pt vroegtijdig s i g n a l e ren i n welke wij ke n , w a a r nu eventueel nog (vrij w e l ) geen k l a c hten zij n over leefbaarhei d , toc h a l leef­

baarheidsbeleid i ngezet kan w o rd e n . Doel i s dan om wat goed i s o o k goed te houden .

7 . 3 D e vier leefbaarheidsvelden

Pagina 38

Vooraf

In hoofdstuk 4 werd leefbaarheid voor de overz ic htelijkheid verdeeld in 4 veld e n :

s c h oon-heel-vei l i g ;

part i c i pati e e n cohesie;

d i f ferent i a t i e ;

a c hterstandsbestrij d ing .

Deze indel ing is bij d e presentatie van h et I V H -materi a a l ook a a n g e houden .

Leefbaarheid en Wonen Juni 1 999

Pagina 39

Duimdrop wordt ingezet op ' spanningsvolle' pleinen. Dat zijn pleinen waar kleine kinderen worden geweerd door oudere kinderen, waar meisjes niet alleen durven te spelen of waar veel vandalisme is. Met Duimdro p komt er speelgoed én toezicht op het plein . De sfeer op het plein verandert en er ontstaat een veilige en uitdagende sfeer waarin kinderen weer fijn kunnen spelen .

Rond elke Duimdro p is e e n samenwe rkingsverband actief, waarin a l l e wijkgerichte organi­

saties vertegenwoordigd zijn, zoals het buurthuis, de politie en de basisschool. Samen worden de -veelal complexe- problemen aangepakt rond het beheer van de buitenruimte, de veiligheid op en rond het plein, de kansen van kinderen en de omgang tussen mensen onderling .

Duimdrop volgt de kinderen continu. Doordat zij zich moeten inschrijven, weten beheerders waar ze wonen en o p welke school ze zitten . Als er dan iets gebeurt, kunnen ze snel het contact met school of thuis leggen. Bij Duimdrop krijgt elk kind, hoe vervelend en moeilijk ook, steeds een nieuwe kans. Een belangrijk hulpmiddel daarbij is kinderen ' Duimen' laten verdienen. Duimen, een soort Duimdropgeld, kunnen kinderen verdienen wanneer ze zich goed gedragen, bijvoorbeeld door andere kinderen te helpen of door het plein schoon te

Veld 2 : participatie en cohesie

Vooraf

De leefbaarheidsdia loog van de IVH heeft j u i st op d i t veld veel en ook veel nieuws opge leverd .

Om te b e g i nnen twee a l g e mene not i e s .

Part ic i patie hoefde n i et van de g rond a f te worden opgebouwd, het k a n a l s een l o g i s c h e voortzetting w o r d e n g e z i e n van h e t soc iale vern i e u ­ w i ngsbeleid dat z o ' n tien jaar g e l e d e n i s i ngezet . In het algemeen i s het productiever om voort te bouwen o p wat e r a l i s d a n o m i ets nieuws te willen opbouwen .

Corporaties hebben het moei lij ker om h u n bewoners mee te laten d e n k e n over de leefbaarheid van d e woonomgeving dan gemeente n . I n de positie van h u u rder blijven bewoners v a a k tegen de co rporatie a a n kijken a l s de pa rtij die nog zaken in d e technische sfeer aan d e w o n i n g moet oplossen . D e gemeente s t a pt n i e t met z o ' n belast i ng i n h e t proces en heeft h e t m a k k e l ij ke r o m de a a n d a c h t v a n de bewoners t e r i c h t e n o p de openbare ruimte.

Organisa tie

Pa rt i c i p a t i e kan a l leen van de g rond komen a l s d e rol van part ijen d u i d e l ij k i s . In sommige gemeenten wordt bewoners bijvoorbeeld vooraf verte ld d a t z i j n i e t o v e r investeringsbeslissingen mee m o g e n prat e n ; ondanks ( m a a r m e n k a n m e t evenveel recht zeggen : dankzij! d e z e d u i d e l ij k heid l u kt het daar o m bewoners te betrekken bij d e beleidsvoorbere id i ng .

Pa rt i c i patie betekent medezeggensc h a p , m a a r geen zelfbestu u r . Om p a rt i c i ­ p a t i e e n cohesie o p e e n hoger p e i l te krij g e n , m o e t j e g e e n zak g e l d o p t a f e l w i l l e n zetten met de boodsc h a p " zoek het m a a r u it " .

WlJ HANTé�N

GEEN DlSCJ

pLlNC5 � , 1y..Y PP.t.>8êR.m T'RPti.

� h/INNEN

/mI?. 1Jê/,):)tf/�� �b Té (JévéAI

/f'N 2E

1/t=�;tA/ï4/CI?APéL!Jk

� I'1IfkeA!

Eerst zal het vertrouwen va n bewoners gewonnen moeten worden . E n d a a r­

na zal er a l t ijd be hoefte blijven bestaan a a n e n i g e vorm van top-down sturi n g . Het gaat j u ist om de meng i n g , samen te vatten met de term ' i nter­

acti eve beleidsvoorberei d i ng ' . Die k a n c on c reet zijn beslag krijgen door het i n stel l e n van een c ontactam btenaar o f een ' wijkwethouder' , a l dan niet met een s p reekuur in de ' wij kwinke l ' . Men verk l e i n t e r de kloof tussen burger en bes t u u r mee, terwij l de sturing van bovenaf t o c h (of zelfs beter) voel baar is voor bewoners .

E e n gemeente (Velsen) adviseert a n d e re ge meenten het zo open mogelij k t e spel e n : " O rga niseer het a l s een open proc e s . Leg eerst a l l e belangen o p t a f e l e n tracht d a n h e t coörd i natieprobleem o p te lossen . V o o r

machtheb-Pagina 40 Leefbaarheid en Wonen Juni 1 99 9

Pagina 4 1

Concrete stappen voor het mobiliseren van moeilijk b enaderbare groepen De g rote steden ( Rotterd a m , Utrecht en Zaa n stad i n d i t geva l ) zijn ver

Pagina 42 overlast veroorzaken i n verschillende wijken. Het gaat dan om geluidsoverlast, vandalisme, groe psvorming en bedreiging. Eén v a n de kenmerken van deze groepen is dat ze zich niet of weinig betrokken voelen bij de wij k , ze leven in hun eigen subcultuur en daar gelden andere regels dan de algemeen geldende . Het zakgeldproject heeft als doelstelling het

" ombuigen van maatschappelijk niet aanvaardbaar gedrag door middel van een individueel leer/werkcontract naar meer maatsc happelijk aanvaardbaar gedrag " .

Het uitgangspunt is d e jongeren een zakgeld baan aan t e bieden i n hun eigen omgeving. O p die manier worden kansen gecreëerd voor zowel de jongeren als buurtbewoners o m d e over en weer bestaande negatieve beeldvorming te doorbreken e n betrokkenheid van jongeren bij hun eigen wijk te vergroten. De z a kgeld baan levert het volgende op:

info rmatievoo rziening over act iviteiten verzorgen of bewonersc lubs geld geven om d a t zelf te doen;

Noot 2

Pagina 44 verantwoordelijk voelen. Bewoners krijgen de gelegenheid zelf hun problemen met de leefb a arheid van de wijk naar voren te brengen . Met de bewoners worden vervolgens concrete afspraken gemaakt over de beheerwerkzaamheden en hoe het eigen portiek, de eigen straat leefbaar te houden. Om de sociale cohesie in de wijken te verbeteren wordt de integratie van allochtonen bevorderd. Om deze bewoners meer perspectief te bieden worden taallessen Nederlands aangeboden en vindt intensievere begeleiding en bemiddeling naar werk en startend ondernemersc hap plaats.

De K aravaan werkt verder concreet a a n :

zwerfvuil op straat, mogelijkheden om w e e r aan h e t w e r k te komen, starten v a n e e n eigen bedrij f , verlichting en schoon houden van het portiek, graffiti, recreatie in de buurt, activiteiten voor ouderen, straatcommissies en, o m vooral niet te vergeten, de kapotte straten en verwaarloosde binnenterreinen.

Een Karavaan-ronde in een buurtje start altijd met een Roadshow. Er komt een grote i nfor­

matiew agen in de straat waar u als bewoner onder het genot van een gratis kopje koffie al uw k l a c hten en problemen kunt melden. Dit kunnen klachten zijn over de openbare ruimte maar ook over problemen met de woningbouwvereniging. Aan u als bewoner wordt ook gevraagd wat u zou willen doen om de straten schoon, heel en veilig te maken. Dat zijn vaak simpele dingen. De bewoners die we niet bij de informatiewagen hebben gesproken krijgen bezoek aan huis.

Volgens Willem Akse van de huurdersvereniging Schilderswijk begint daarna het belangrijkste. Door de K aravaan is duidelijk geworden welke mensen zich actief willen inzetten voor hun buurt . Met die mensen worden straatcommissies gevormd die zicht houden op hun omgeving. Als er iets k a pot gaat of eer een ander probleem is weten zij aan wie ze het door moeten geven.

De c o m municatie met de bewoners is ster k verbeterd. I n de wijken waar De K a ravaan is geweest zijn de resultaten duidelijk zichtbaar. Gevaarlijke portieken zijn afgesloten.

Straatmeubilair, verlichting, verkeersborden en speeltuinen zijn gerepareerd . Er zijn parkeerplaatsen aangelegd en alle straten zijn grondig geveegd. In deze buurten is het beginnen met een schone lei letterlijk uitgevoerd en onderhouden bewoners hun buurt veel meer d a n voorheen.

Bro n : Wijkkrant De Nieuwe Schilderswijker, editie J anuari 1 999

Leefbaarheid en Wonen J uni 1 99 9

7.4 Confrontatie lokaal beleid en rijksbeleid

Pagina 45

I n bijlage 1 is e e n overz i c h t opgenomen van i n strumenten die met leefbaar­

heid i n verb a n d gebra c ht k u n nen worden op rijksniveau. Wann eer men dit overzicht van theoretisch beschikbare kaders verg e l ij kt met de invulling die de lokale p ra ktij k eraan g e e ft valt o p , dat o p rij k sniveau verbindi ngen wor­

den g e l e g d , die op l o k a a l niveau blij kens de d i a l ogen nog nauwelijks worden g e l e g d . D a a rbij d i e nt te worden opgem erkt, dat het l eg gen van dwarsver­

banden met bijvoorbeeld m i l i eubeleid en ruimtelij k e ordeni ngs-beleid niet i n de opzet van d e d i a logen w a s opgenomen. Partijen w e rd er n i e t expliciet o m gevra a g d , d u s het is o p passen g e b lazen dat geen voor-barige conclusie wordt getro k k e n . Gegevens uit andere bron d i enen dan ter ondersteu ning te worden geroe p e n . Vanuit d e projectgroep is i nformat i e aangedragen over l o k a l e m i l i e u projecten i n z a k e waterbeheer i n twee g e meente n , die gema kke­

lij k met leef b a a rheid i n verband k u n n e n worden gebracht.

Den Haag ontwikkelt integraal Waterplan/5 maart 1999.

Den Haag is d e eerste grote ge meente met een beleidsplan voor integraal waterbeheer.

H i lversum g i n g de gemeente voor.

Het 'Waterplan 1 9 98-2002' bevat het beleid voor oppervlaktewater, het ondiepe grondwater, het riolerings-stelsel en de watergebonden natuur i n Den Haag . Het maakt deel uit van plannen voor de periode 1 998-20 1 2 en beperkt z i c h tot maatregelen op k o rte termijn.

In 2002 moet het opperv l a ktewater i n het gebied minstens voldoen aan de kwalificatie 'w ater dat sie rt' . Op diverse plaatsen moeten oever- e n waterplanten de g rac hten, vijvers en sloten verfraaien, zodat het geheel er aantrekkelijk uit gaat z i e n . Het slib en afval op de bodem moeten zijn verdwenen, het water mag niet meer sti nken e n het moet voldoen aan de meeste landelijke kwaliteitsnormen. De watergebonden natuur en tenslotte moet aantre k kelijk zijn om te wandelen, vissen, te spelen of alleen m a a r te bekij k e n . I n t w e e deelgebieden wo rdt ' water d a t leeft' beoogd : schoon, helder water, met veel natuurvriendelijke oevers en met veel planten en diersoorten waarvan een deel zeldzaam . Rec reatie k a n e n mag maar de natuur krijgt voorran g . I n vijf gebieden moet e r water in 2 0 1 2 voldoen a a n de kwali ficatie 'water dat behaagt' : het schonere oppervlaktewater krijgt er een g roter percentage natuurvriendelijke oevers, met een gevarieerd plantenleve n .

D e weg tot integratie van l eefbaarheidsbeleid uit o o g p u nt van volkshuisves­

t i n g , m i l i e u respectievelij k r u i mtelij ke o rdening is d u s ook in d e lokale be­

leid sp ra ktij k al i ngeslagen . De desbetreffende inspecties va n het ministerie van V R O M h e b b e n e r belang bij om de projecten i n het vervolg zo op te zetten e n uit te voeren dat zij effectief kunnen adviseren bij integrale lokale projec t e n . Gelet o p d i t d i recte belang van d e inspecties bij meer in formatie over de reg e l i n g e n e n d wa rsverba nden die d a a rtussen gelegd k u nnen wor­

d e n , bevat bij l a g e l ook een uitwerk ing van een aantal reg e l i n g e n . De projectgroep s i g na leert op meerdere beleid sterreinen een overlap i n werkz a a m h e d e n , z i j h e t dat m e n vanuit e e n e i g e n i n v a lshoek n a a r d e werkzaa m h e d e n kij kt .

Leefbaarheid e n Wonen Juni 1 999

Pagina 46 Leefbaarheid en Wonen Juni 1 999