• No results found

Uitdagingen en initiatieven

In document 10 jaar Nederlandse Taalkunde (pagina 147-151)

Een bijdrage tot strategische onderzoeksevaluatie

4 Uitdagingen en initiatieven

Hierboven heb ik al op een aantal punten aan-gegeven waar we het beter kunnen en moeten doen, en ook waar verdere investeringen in een Programma Basisvoorzieningen Nederlandse Taalkunde dringend gewenst zijn. Wat verder in elk geval moet gebeuren, is dat de grootschalige basisvoorzieningen waar we nu al over beschik-ken, zowel empirisch als theoretisch maximaal worden uitgebaat en beproefd in vernieuwend taalkundig onderzoek. Daarnaast zijn initiatie-ven en programma’s nodig speciaal voor aan-komende taalonderzoekers. Want het gaat erom kansen en perspectieven te scheppen voor de nieuwe generatie, zonder wie het niet zal gaan. En ten slotte zou het, ter bevordering van de samenwerking met de wereldwijde vakgemeen-schap van linguisten, germanisten en extramu-rale neerlandici, goed zijn als er een internatio-naal Handbook of Dutch Linguistics kwam, inclusief een goede engelstalige bibliografie (Salverda 2004a en b). Voor de taalkunde van het Fries, het Japans en het Engels bestaan er al wel derge-lijke uitnodigende en stimulerende handboeken, maar voor het Nederlands nog niet.

De grootste uitdagingen komen momenteel echter van buitenaf. Ik noem de volgende: ten eerste de voortgaande verengelsing van het

hoger onderwijs in Nederland, waar op sommige universiteiten publicaties in het Nederlands al niet eens meer meetellen; ten tweede de afwe-zigheid van de linguistiek in het VWO-vakken-pakket en de afbraak van het talenonderwijs; ten derde de teruglopende studentenaantallen in de letteren, met funest daaraan gekoppeld een afname van de onderzoekformatie; en ten vierde de doorgaande bezuinigingen en de BAMA-her-structurering, waarbij gespecialiseerde en veelei-sende disciplines het dreigen af te leggen tegen populaire pick and mix-menu’s. Bij ongewijzigd beleid zal het taalkundig onderzoek van dit alles zeer te lijden hebben.

Dus wat te doen? Gelet op de hierboven geschetste veelzijdige kwaliteiten en het weten-schappelijk kaliber van de Nederlandse taalkun-de is er mijns inziens geen retaalkun-den om nu maar het hoofd in de schoot te leggen, integendeel. De recente maatschappelijke uitdagingen van inter-net, globalisering en veeltaligheid zijn immers ook aanleiding geweest om nieuwe vormen van discipline-verruimend taalkundig onderzoek te ondernemen. Dus er is alle reden om ook in het huidige steeds hardere universitaire klimaat opnieuw zelf te komen met ideeën, initiatieven en projecten, en ons te bewijzen door excellent onderzoek en de productie van nieuwe kennis op ons vakgebied.

Ook hier verwacht ik van Nederlandse

Taal-kunde dat het een leidende rol zal blijven spelen.

Dat het jonge onderzoekers aan het woord zal laten over hoe zij hun vak zien en welke taalkun-dige problemen zij nu vinden dat aangepakt moe-ten worden. Met als kerntaak voor dit tijdschrift om het beste onderzoek te blijven bieden dat er te koop is in de taalkunde van het Nederlands, waar ter wereld die ook maar beoefend wordt.

Bibliografie

Battus (2002). Opperlans! Amsterdam: Querido. Beekes, R.S.P. (1995). Comparative indo-european

linguistics. Amsterdam: Benjamins.

Blom, E. (2003). From root infinitive to finite sen-tence. Utrecht: LOT.

Booij, G.E. (1995). The phonology of Dutch.

Oxford: Clarendon Press.

Booij, G.E. (2002). The morphology of Dutch.

Oxford: OUP.

Bouquet, Simon (red.) (2003). Ferdinand de Saussure. Paris: L’Herne.

Donaldson, B.C. (1983). Dutch. A linguistic his-tory of Holland and Belgium. Amsterdam:

Nij-hoff.

Duinhoven, A.M. (1997). Middelnederlandse Syntaxis. Den Haag: Nijhoff.

Extra, G. et al. (2003). De andere talen van Neder-land. Bussum: Coutinho.

Geeraerts, D. (1989). Wat er in een woord zit.

Leuven: Peeters.

Goossens, J. , J. Taeldeman & G. Verleyen (1998-2000). Fonologische Atlas van de Neder-landse Dialecten. Gent: KANTL, 3 dln. Groeneboer, K. (1998). Gateway to the west.

Amsterdam: AUP.

Gussenhoven, C. (2005). Transcription of

Dutch Intonation. Hoofdstuk 5 van S-A. Jun (red.), Prosodic typology. Oxford: OUP.

Harris, R. (2001). Saussure and his interpreters.

Edinburgh: Edinburgh University Press.

Heuven, V. van (2001). Boven de klanken.

Leiden: Leiden UP.

Heijden, E. van der (1999). Tussen nevenschik-king en onderschiknevenschik-king. Utrecht: LOT.

Horst, J. M. van der & K. van der Horst (1999). Geschiedenis van het Nederlands in de twintigste eeuw. Den Haag: Sdu.

Jackendoff, R. (2002). Foundations of Language.

Oxford: OUP.

Janssen, Th. (red.) (2002). Taal in gebruik. Den

Haag: Sdu.

Kate, Lambert ten Kate (1723). Aenleiding tot de Kennisse van het Verhevene Deel der Nederduitsche Sprake. Uitg. door J.

Noorde-graaf & M. van der Wal. Alphen aan den Rijn: Canaletto, 2001, 2 dln.

Keysper, C.E. (1984). Vorm en betekenis in

Nederlandse toonhoogtecontouren I, II. In:

Kirsner, R.S. (2004). On the interaction of

the Dutch pragmatic particles hoor and hè with the imperative and infinitivus pro imperativo’. In: Arie Verhagen & Jeroen van de Weijer (red.), Usage-Based Approaches to

Dutch. Utrecht: LOT, 59-96.

Klooster, W. (2001). Grammatica van het heden-daags Nederlands. Den Haag: Sdu.

Langendorff, T. (1990). De geesteswetenschappen in Nederland. Den Haag: Sdu.

Levelt, W.J.M. (1989). Speaking. Cambridge

(Mass): MIT Press.

Mulisch, H. (1992). De ontdekking van de hemel. Amsterdam. Bezige Bij.

Muysken, P.C. (2000). Bilingual speech: A typol-ogy of code-mixing. Cambridge: CUP. Philippa, M. et al. (2003). Etymologisch

woor-denboek van het Nederlands, dl I (A-E).

Amsterdam: AUP.

Quak, A. & J..M. van der Horst (2002). Inlei-ding oudnederlands. Leuven: Leuven UP. Salverda, R. (2000a). Taalwetenschap in

Nederland rond 1900. Een kritische herwaardering. In: Nederlandse Taalkunde 5 nr. 1, 1-23.

Salverda, R. (2000b). On topicalization in

modern Dutch. In: J. P. Snapper & Th.F. Shannon (red.), Dutch linguistics at the

mil-lennium. The Berkeley conference on Dutch lin-guistics 1997. Lanham MD: University Press

of the Americas, 93-111.

Salverda, R. (2001). Newtonian linguistics: The

contribution of Lambert ten Kate (1674-1731) to the study of language. In: M.C. Davies et al. (red.), ‘Proper words in proper

places’. Studies in lexicology and lexicography in honour of W.J. Jones. Stuttgart: H-D. Heinz

Akademischer Verlag, 115-132 [= Stuttgar-ter Arbeiten zur Germanistik nr. 400].

Salverda, R. (2003). Old paradigms never die:

On the development of linguistics in the Netherlands in the twentieth century. In: W.J. Jones et al. (red.), ‘Vir ingenio

miran-dus’. Studies presented to J.L. Flood.

Göppin-gen: Kümmerle Verlag, vol. 2, 921-940

[= Göppinger Arbeiten zur Germanistik nr 7102].

Salverda, R. (2004a). Zoveel hoofden, zoveel

zinnen. Taalkundige samenwerking in de internationale neerlandistiek. In: A.J. Gel-derblom et al. (red.), Neerlandistiek de

gren-zen voorbij. Handelingen vijftiende colloquium neerlandicum, Groningen, 24-30 augustus 2003.

Woubrugge: IVN/Münster: Nodus, 323-340.

Salverda, R. (2004b). A hundred years of

explaining the Dutch language to speakers of English, from Hoogvliet’s Elements (1908) to the present. In: S. Kiedron & A. Szubert-Kowalska (red.), Thesaurus polyglottus et flores

quadrilingues. Festschrift für S. Predota.

Wroclaw: Oficyna Wydawnicza ATUT, 357-382.

Salverda, R. (2005). Dutch studies: Language.

In: The year’s work in modern language studies vol.65 (2003). London: Maney Publishing, 707-732.

Salverda, R. et al. (2001). Mid term evaluation Spoken Dutch Corpus project.

http://lands.let.kun.nl/cgn.

Sanders, Carol (ed.) (2004). The Cambridge Companion to Saussure. Cambridge: Cambridge

University Press.

Saussure, F. de (1916). Cours de linguistique générale. Édition critique par T. de Mauro.

Paris: Payot, 1972

Saussure, F. de (2002). Écrits de linguistique générale. Texte établi et édité par S. Bouquet

et R. Engler. Paris: Gallimard.

Sijs, N. van der (2004). Taal als mensenwerk.

Den Haag: Sdu.

Smedts, W. & P.C. Paardekooper (red.) (1999). De Nederlandse taalkunde in kaart.

Leuven/Amersfoort: Acco.

Stroop, J. (red.) (2003). Waar gaat het Neder-lands naartoe? Amsterdam: AUP.

Swanborn, Joost R. (red.) (2004). ‘Gij letter-dames en gij letterheren’. Nieuwe mogelijkheden voor taalkundig en letterkundig onderzoek in Nederland. Amsterdam: KNAW.

Toorn, M.C. van den et al (red.) (1997). Geschiedenis van de Nederlandse taal.

Amster-dam: AUP.

VCML (1993). De moderne letteren in Nederland.

Den Haag: Sdu.

Vekeman, H. & A. Ecke (1993). Geschichte der niederländischen Sprache. Bern: Peter Lang. Verkuyl, H.J. (2000). Semantiek. Amsterdam:

AUP.

Verschueren, J. (1998). Understanding pragma-tics. London: Arnold.

Vries, J.W. de, R. Willemyns & P. Bur-ger (1995). Het verhaal van het Nederlands.

Amsterdam: Prometheus.

Wal, M.J. van der (1992). Geschiedenis van het Nederlands. Utrecht: Het Spectrum.

Welschen. A. (1999). Duale syntaxis en polaire contractie. Negatief gebonden ‘of’-constructies in het Nederlands. Amsterdam: Stichting

Neer-landistiek VU/Münster: Nodus.

Willemyns, R. (1999). Inleiding tot de variatielin-guistiek. Brussel: VUB Press.

Willemyns, R. (2003). Het verhaal van het Vlaams.

Antwerpen: Standaard.

Zwart, C.J.W. (1997). Morphosyntax of verb move-ment. Dordrecht: Kluwer.

Forum

hoe verder? enkele gedachten over de toekomst van

In document 10 jaar Nederlandse Taalkunde (pagina 147-151)