• No results found

De UAV binnen de Nederlandse archeologie

In dit hoofdstuk zal een inventarisatie van het gebruik van UAV’s binnen de Nederlandse archeologie worden besproken. Hierin zullen het gebruik, de ervaring en het verwachte toekomstige gebruik uitgelicht worden. De inventarisatie van deze informatie is gedaan aan de hand van interviews. De keus voor wie er geïnterviewd zijn staat in hoofdstuk twee uitgelegd en de gehele interviews zijn in bijlage III te vinden.

Zoals al eerder benoemd is het gebruik van een UAV een relatief nieuwe en beperkt toegepaste techniek in Nederland. Slechts enkele bedrijven of instanties beschikken zelf over een UAV.84 Steeds meer wordt er ook

gekozen om een derde partij in te huren, die met een UAV ruwe data verzameld en aanlevert.85 Hierbij wordt de

data vaak wel alleen nog voor de publieksgerichte kant van de archeologie gebruikt. Het inwinnen van informatie middels een UAV voor documentatieredenen wordt nog amper gedaan.

In Nederland wordt al spaarzaam gebruik gemaakt van de UAV binnen de archeologie, voornamelijk vanuit een publieksgericht oogpunt. Een paar voorbeelden hiervan zijn Tiel-Medel86 en een opgraving aan het Domplein te

Utrecht.87 Naast het gebruik voor de publieksgerichte kant is Gemeente Den Haag afgelopen jaren ook

begonnen met het gebruik van een UAV voor documentatie. Tijdens de opgraving op de Rotterdamse Baan hebben zij het gebruik van een UAV opgenomen in het werkproces.88 De publicatie van dit onderzoek is nog

niet verschenen, maar ze hebben wel al een gedeelte ervan gepresenteerd tijdens de Reuvensdagen in 2017 te Leiden.

In het werkveld is er interesse voor het gebruik van UAV’s. Vanwege de kosten en de wetgeving is er echter nog enige terughoudendheid. Doordat nog geen duidelijk voordeel is aangetoond en nog geen beste manier van gebruik bekend is, is het voor velen nog een stap te ver om hierin te investeren. Men ziet bijvoorbeeld nog niet de voordelen van het gebruik van een UAV tegenover het gebruik van een GPS voor het maken van een ASK. Daarnaast zijn de kosten om in Nederland legaal een UAV in te zetten relatief hoog. Naast de aanschaf van apparatuur moet de piloot meerdere certificaten behalen. De certificering is arbeidsintensief en kostbaar. Hierdoor zijn de meeste organisaties afwachtend.89

Het gebruik van luchtfotografie voor archeologische doeleinden bestaat al redelijk lang in Nederland.90 Een

manier om goede luchtfoto’s te verkrijgen is om ze op te vragen bij instanties als het Kadaster. Bij het zelf maken van luchtfoto’s op de traditionele manier met een vliegtuig zijn hoge kosten verbonden.91 Dergelijke

foto’s zijn niet altijd van de meest recente situatie, wat soms wel voordelig kan zijn. Een ander obstakel kan zijn als men een luchtfoto van de werkzaamheden wilt. Bij deze situatie zal men dan toch zelf de luchtfoto’s

moeten maken. Een verantwoorde manier hiervoor is dus het gebruik van een UAV.

Men denkt wel dat het gebruik van UAV’s voor documentatieredenen een kans heeft om hierin te ontwikkelen, voornamelijk in de technische aspecten hiervan. Hoewel het dan nog steeds een aanvulling zal zijn en

waarschijnlijk zeer zelden een vervanging van de huidige documentatiemethodes.92

Een van de technische ontwikkelingen waar men voorzichtig optimistisch over is, is patroonherkenning. Tijdens de interviews werd gezegd dat daar zeker een goede software voor ontwikkeld kan worden, waar bepaalde

84. Interview Tom Hamburg; Interview Robert van der Mijle-Meijer. 85. Interview Jan Willem de Kort; Interview Harmen de Weerd. 86. https://www.youtube.com/watch?v=SkGUw0a4_wI. 87. Smienk 2013, 22-24.

88. Interview Robert van der Mijle-Meijer; Mijle-Meijer/Stokkel 2016, 33-38.

89. Interview Marten Verbruggen; Interview Jan Willem de Kort; Interview Harmen de Weerd. 90. Metz 1993, 36-44.

91. Mijle-Meijer 2016, 33-38.

standaard sporen en vormen aan gekoppeld kunnen worden.93 Dit is dan wel afhankelijk van grondsoort of

complextype, en bepaalde sporen zullen niet duidelijk zichtbaar zijn op een foto.94 Mede hierdoor was de

algemene consensus hierover wel dat er altijd nog een check door een archeoloog moet worden uitgevoerd. En aangezien dat dan weer zorgt voor extra werk, wat weer meer tijd en geld kost, zal patroonherkenning nog verder ontwikkeld en gevormd moeten worden.

Het werkveld is ook geïnteresseerd in een UAV in combinatie met andere remote sensing technologie,

daarentegen is dat meer een toekomstbeeld waar nog veel mee geëxperimenteerd moet worden, voordat men daar echt mee aan de slag wil. En bij technieken als LiDAR wordt het wel mogelijk geacht om

landschapsinspecties met een UAV te doen, daarentegen zal het geen betere resultaten opleveren dan het AHN, waardoor dat een ontwikkeling is die niet interessant zal zijn voor Nederland. Hoewel het wel voor de

bijzondere gemeenten van Nederland zou kunnen gebruikt worden.95

Kortom, het gebruik van de UAV is nog steeds in de experimentele fase. Men is geïnteresseerd in de

mogelijkheden die het kan bieden, maar zet nog vraagtekens bij de algemene inzet van de UAV. Het is eerder een mooie bijkomstigheid dan een vervanger van de huidige methoden.

93. Interview Marten Verbruggen.

94. Interview Harmen de Weerd; Interview Jan Willem de Kort. 95. Interview Tom Hamburg.