• No results found

U bent aan zet

In document Consumenten-eHealth (pagina 86-108)

In 2010 bracht de Raad het advies Gezondheid 2.0 - U bent aan zet uit. Het ging nader in op de kansen en bedreigingen in relatie tot de zorg van de toen nieuwe ontwikkelingen op het internet (web 2.0), met name de ontwikkeling van sociale media, zoals Facebook, Twitter en YouTube, alsmede blogs, wiki’s en online discussieplatforms.

Gezondheid 2.0 betekent dat de patiënt niet passief is, maar actief

ondersteund door een netwerk van zorgverleners en lotgenoten. Dit leidt tot een andere arts-patiëntrelatie, tot beider voordeel. De arts krijgt een geïnformeerde patiënt voor zich aan wie hij of zij niet meer de meest basale zaken hoeft uit te leggen. De patiënt kent in beginsel de inhoud van zijn of haar gezondheidsdossier en is op de hoogte van ervaringen van andere patiënten. Het gesprek in de behandelkamer kan zich concentreren op de zaken die ertoe doen en kan leiden tot een gezamenlijke beslissing over het meest geschikte behandelplan. Naast deze mogelijkheden zag de Raad ook bedreigingen. Aangezien iedereen informatie kan aanbieden in het 2.0 tijdperk neemt de kans op onbetrouwbare informatie toe. Daarnaast geven patiënten deels hun privacy op omdat zij prioriteit geven aan de toegevoegde waarde van 2.0. Anderen kunnen hier misbruik van maken. De kloof tussen degenen die actief zijn in de 2.0-situatie en daar de vruchten van plukken en degenen die dit niet kunnen, de kansarmen, dreigt groter te worden.

Om de kansen van 2.0 zo veel mogelijk te benutten en de bedreigingen zo veel mogelijk tegen te gaan, adviseerde de Raad om de positieve elementen van 2.0 te combineren met ‘het oude internet’ - web 1.0. Dit betekent onder andere dat zorgaanbieders betrouwbare medisch-inhoudelijke kennis op een patiëntvriendelijke en begrijpelijke wijze beschikbaar stellen, bijvoorbeeld via een website van een ziekenhuis, met video’s en podcasts over onderzoek en behandeling (1.0). Wanneer het gaat om met de zorg opgedane ervaringen, kunnen patiënten deze ervaringen delen (2.0). De Raad vroeg aan de overheid om de financiering van de zorg zodanig in te richten dat vernieuwingen in de zorg waarbij de patiënt centraal staat, structureel gefinancierd worden, met meer financiële prikkels voor een innovatieve cultuur. Perverse financiële prikkels die ertoe leiden dat zorgverleners er geen baat bij hebben om innovaties met meerwaarde in de zorg toe te passen of juist baat hebben bij het toepassen van verouderde werkwijzen, moeten verdwijnen. Zorgverzekeraars zouden verzekerden e-faciliteiten kunnen bieden waarmee ze hun met de zorg opgedane ervaringen kunnen melden, waardoor de verzekeraars betere zorgproducten kunnen inkopen. De burger zelf kan een grote bijdrage leveren aan het verschuiven van taken van zorgverlener naar burger. Dit begint met lifestyle-management en preventie om te voorkomen dat men aanspraak moet maken op zorg. Daarnaast biedt 2.0 meer mogelijkheden voor zelfmanagement.

Sturen op gezondheidsdoelen

In het advies Sturen op gezondheidsdoelen uit 2011 gaf de Raad aan dat de huidige financiële randvoorwaarden van de zorg gericht zijn op het

bekostigen van verrichtingen en niet op de bereikte resultaten in termen van zorguitkomsten. In het kader van eHealth was de aanbeveling van de Raad om uitkomstgegevens in het medisch dossier op te nemen. Niet alleen diagnose, onderzoek en behandeling, maar ook het behaalde resultaat zou in het dossier vastgelegd moeten worden. Daarnaast beval de Raad aan om alle zorgaanbieders expliciete behandeldoelen in hun behandel-/zorgplannen te

laten opnemen. De Raad zag dit tevens als een goed instrument om patiënten te wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid voor een goede uitkomst, bijvoorbeeld door de leefstijl aan te passen of de aanbevelingen van de dokter op te volgen (therapietrouw).

Zeggenschap over het EPD, ethisch en juridisch perspectief Ten behoeve van het signalement Zeggenschap over het Elektronisch

Patiëntendossier van het Centrum voor Ethiek en Gezondheid is in 2011 de analyse Zeggenschap over het EPD, ethisch en juridisch perspectief uitgebracht. In de analyse werd onderscheid gemaakt tussen drie groepen patiënten waarvoor extra juridische en morele aandacht noodzakelijk is: degenen die zich zorgen maken over hun privacy en machtsmisbruik, degenen die gegevens niet kunnen of willen managen en degenen die actief zelf persoonsgegevens willen managen.

In relatie tot eHealth zijn met name de aspecten rondom actieve zeggenschap van belang. Het gaat daarbij om patiënten die met behulp van eHealth- hulpmiddelen, met name PGD’s, meer regie willen nemen over hun gezondheid. Aspecten hierbij zijn onder andere het recht van patiënten om zelf te bepalen wie er toegang mag krijgen, de toegangsbeveiliging voor zowel zorgverlener als patiënt, bewaartermijnen, en aanvullen en/of wijzigen van gegevens. De vraag werd opgeworpen of er analoog aan het beroepsgeheim van zorgverleners niet een ‘patiëntgeheim’ moet worden geïntroduceerd dat de patiënt moet beschermen tegen de invloed die politie- en

opsporingsdiensten, verzekeraars en andere financiële instellingen, ICT- bedrijven en andere (commerciële) partijen zouden willen kunnen uitoefenen om de inhoud van het PGD te bemachtigen. Daarnaast werd gewezen op de technische en organisatorische inspanningen van alle betrokken partijen die nodig zijn voordat het elektronisch medisch dossier en PGD elkaar echt goed kunnen gaan aanvullen. Zo dienen leveranciers van systemen open

standaarden te gebruiken om interoperabiliteit mogelijk te maken. Ruimte voor arbeidsbesparende innovaties in de zorg

De centrale vraag in het advies Ruimte voor arbeidsbesparende innovaties in de zorg uit 2011 luidde: “Hoe kan de verspreiding van arbeidsbesparende innovaties in de zorg worden gestimuleerd, opdat deze innovaties optimaal kunnen worden benut voor het dreigend arbeidstekort in de zorg.” In het advies heeft de Raad gekeken naar de stand van zaken in de ontwikkeling en verspreiding van arbeidsbesparende innovaties, zoals zelfmanagement en zorg op afstand. eHealth-onderwerpen zoals domotica, telezorg en eMental health kwamen aan de orde. In het advies werden de twaalf factoren die in het advies Van weten naar doen uit 2005 zijn genoemd, toegespitst op de ervaringen met arbeidsbesparende innovaties. Met name in de verpleging en verzorging blijkt onbekendheid met

Redzaam ouder

In het advies Redzaam ouder uit 2012 stond de vraag centraal: ‘Welke maatregelen zijn nodig om aan niet-redzame ouderen in de toekomst goede zorg en kwaliteit van leven te garanderen?’. In het kader van eHealth is met name relevant dat de Raad het essentieel vond er zorg voor te dragen dat mensen zo lang mogelijk redzaam blijven. Burgers moeten investeren in voorzorg, zodat collectieve zorg kan worden geborgd voor ouderen die het uiteindelijk zelf en met hun netwerk niet redden. Daarnaast moeten ouderen met complexe en langdurige problematiek zorg aan huis kunnen ontvangen. Hierbij werd de inzet van technologie in de vorm van ‘slimme woningen’ genoemd.

De participerende patiënt

Het advies De participerende patiënt uit 2013 gaat in op de vraag waarom patiënten, ruim zes jaar na de introductie van gereguleerde marktwerking in de zorg in 2006, (nog) onvoldoende (kunnen) participeren in de zorg, terwijl zij dit wel graag willen. Behalve dat de individuele patiënt niet zeker is dat hij of zij de zorg en behandeling krijgt die aansluiten bij zijn persoonlijke situatie en voorkeuren, werkt het ook ondoelmatige zorg in de hand. Een partnerschip van patiënt en zorgverlener is vereist. Idealiter nemen zij gezamenlijk besluiten over de individuele zorgverlening (gezamenlijke besluitvorming), en patiënten zijn actief betrokken in de uitvoering daarvan (zelfmanagement/gedeelde uitvoering). eHealth kan een belangrijk

instrument zijn om een aantal van de aanbevelingen van de Raad in dit advies te realiseren:

- de verbetering van de betrouwbaarheid van algemene gezondheidsinformatie;

- de verbetering van specifieke, op de patiënt toegesneden gezondheidsinformatie;

- de ontwikkeling en implementatie van keuzehulpen. Patiënteninformatie

In dit advies (2014) gaat de Raad in op de informatievoorziening. Deze dient rondom de patiënt georganiseerd te zijn. Een adequate informatievoorziening is van essentieel belang voor een effectieve en efficiënte zorgverlening. Dit geldt zowel op microniveau voor patiënten en zorgaanbieders, als ook op mesoniveau, waar bijvoorbeeld zorgverzekeraars, instellingen en gemeenten gegevens nodig hebben voor toegankelijke en betaalbare zorg van goede kwaliteit voor patiënten, cliënten, respectievelijk inwoners. Op mesoniveau hebben zorgaanbieders ook spiegelinformatie nodig om zich te vergelijken met anderen en zich te verbeteren. Op macroniveau heeft de overheid gegevens nodig om de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de geleverde zorg in Nederland te waarborgen. Daarnaast zijn gegevens noodzakelijk voor beleids-, uitvoerings- en onderzoeksdoeleinden.

De Raad constateerde een aantal knelpunten in de informatievoorziening en deed daarom de volgende aanbevelingen:

- Het toekomstperspectief is dat patiënten op vrijwillige basis en met keuzevrijheid moeten kunnen beschikken over een PGD.

- Voor de patiënt dient er in aanvulling op het medisch beroepsgeheim dat geldt voor het medisch dossier, een ‘patiëntgeheim’ voor het PGD te komen, dat hem beschermt tegen oneigenlijke druk van bijvoorbeeld politie- en opsporingsdiensten, justitie, schade- en levensverzekeraars, financiële instellingen en ICT-bedrijven.

- Zorg dat de privacy van de patiënt gegarandeerd is in het technische en organisatorische ontwerp van alle zorginformatiesystemen (Privacy by Design). Vertrouwde derde partijen (Trusted Third Parties, TTP’s) moeten zorgen dat de privacy van de patiënt is gegarandeerd.

- Alle zorgaanbieders registreren hun gegevens eenmalig, uniform en gestandaardiseerd aan de bron, van waaruit de data meervoudig her te gebruiken zijn voor zorgdoeleinden. Niet-identificeerbare

gezondheidsgegevens dienen transparant te zijn voor publieke doeleinden, zoals beleids-, uitvoerings- en onderzoeksdoeleinden. - Zet bij de aanstaande decentralisatie van zorgtaken naar gemeenten de

informatievoorziening van begin af aan goed op. Stel voorwaarden aan de op te stellen meetinstrumenten en veilig beheer van cliëntgegevens. Borg dat de informatievoorziening over de grenzen van de Zorgverzekeringswet (Zvw), Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ, per 1-1-2015 Wet langdurige Zorg, WLZ) mogelijk blijft, bijvoorbeeld om substitutie van zorg te monitoren. Gebruik daarbij internationale open standaarden. Let ook op de

zorgmijders die mogelijk bij de decentralisatie van zorgtaken buiten de boot vallen. De decentralisatie naar de gemeenten levert mogelijk extra risico’s op voor de privacy die grotendeels te ondervangen zijn via Privacy by Design.

- Het Kwaliteitsinstituut moet proactief gaan handelen door vast te stellen welke (internationale)meetinstrumenten in zorgstandaarden en

kwaliteitsregistraties opgenomen worden op voordracht van wetenschappelijke en patiëntenorganisaties. De gegevens voor de registraties moeten rechtstreeks uit de verslaglegging van het primaire proces komen. Zorgprofessionals dienen verplicht mee te werken aan vigerende, door het Kwaliteitsinstituut erkende, registraties op hun vakgebied. Zorgverzekeraars kunnen dit opnemen in hun

inkoopvoorwaarden onder het motto: ‘informatie is ook een zorgprestatie’.

- De noodzakelijke veranderingen in de informatievoorziening in de zorg kunnen alleen plaatsvinden als VWS de regie neemt en het

Bijlage 6

Lijst van afkortingen

BMJ British Medical Journal

CBS Centraal Bureau voor de Statistiek CE Conformité Européenne

CPB Centraal Planbureau DSA Digitale Steden Agenda

EEG Europese Economische Gemeenschap EPD Elektronisch patiëntendossier

EPIC Engineering, Procurement, Installation and Commissioning epSOS European Patients Smart Open Services

EU Europese Unie

EVRM E uropees Verdrag ter bescherming van de rechten van de mens GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst

hbo hoger beroepsonderwijs

IBM International Business Machines Corporation IGZ Inspectie voor de Gezondheidszorg

KNMG Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst

mbo middelbaar beroepsonderwijs NIA Nationale Implementatie Agenda Nictiz Nationaal ICT Instituut in de Zorg

NPCF Nederlandse Patiënten en Consumenten Federatie NSA National Security Agency

PGD persoonlijk gezondheidsdossier

RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RMH Richtlijn Medische Hulpmiddelen

RVZ Raad voor de Volksgezondheid en Zorg SES Sociaaleconomische status

TTP Trusted Third Parties

TNO Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek

VNG Vereniging van Nederlandse Gemeenten VS Verenigde Staten

VvAA Vereeniging voor Artsen-Automobilisten VWS Volksgezondheid, Welzijn en Sport

WGBO Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst Wbp Wet bescherming persoonsgegevens

Wcz Wet cliëntenrechten zorg

Wmo Wet maatschappelijke ondersteuning Wpr Wet persoonsregistratie

Wlz Wet voor intramurale Langdurige Zorg ZO! Zelfzorg Ondersteund

Bijlage 7

Literatuur

Alpay, L.L., et al. E-health applications and services for patient empowerment: directions for best practices in The Netherlands. In: Telemedicine and E-Health, 2010, 16(7), 787–791.

Andreessen, M. Analyzing the Facebook Platform, three weeks in.

Blog.pmarca.com, 12-06-2007. Via http://web.archive.org/web/20080229163206/ http://blog.pmarca.com/2007/06/analyzing_the_f.html

Berkman N.D. et al. Health Literacy Interventions and outcomes: An updated systematic review. Rockville: AHRQ Publication No. 11-E006, 2011a.

Berkman N.D., et al. Low health literacy and health out- comes: an updated systematic review. In: Annals of Internal Medicine, 2011b, 155(2): 97-107. Bernes, K. et al. Healthcare’s new entrants: Who will be the industry’s Amazon.com. PsC Health Research Institute, April 2014.

Centraal Bureau voor de Statistiek. Statline: Kerncijfers van diverse bevolkingsprognoses en waarneming. Den Haag: CBS, 2013.

Centraal Planbureau. Arbeidsaanbod tot 2050: een beleidsneutraal scenario. CPB Memorandum, 134 Den Haag: Centraal Planbureau, 2005.

Centraal Planbureau. Trends in gezondheid en zorg. CPB Policy Brief 2011/11. Den Haag: CPB, 2011.

Centrum voor Ethiek en Gezondheid. Passend bewijs: Ethische vragen bij het gebruik van evidence in het zorgbeleid. Den Haag: CEG, 2007. Centrum voor Ethiek en Gezondheid. Ver weg en toch dichtbij? Ethische overwegingen bij zorg op afstand. Den Haag: CEG, 2010.

Commissie Innovatie Zorgberoepen & Opleidingen. Naar nieuwe zorg en zorgberoepen: de contouren. Diemen: Zorginstituut Nederland, 2015. Dorresteijn, M. van. Radboudumc volgt COPD-patiënten met slimme pleister. Zorgvisie, 13 oktober 2014. http://www.zorgvisie.nl/ICT/ Nieuws/2014/10/Radboudumc-volgt-COPD-patienten-met-slimme- pleister-1620177W/

Duggan, P.S., et al. The Moral Nature of Patient-Centeredness: Is It ‘Just the Right Thing to Do? In: Patient Education and Counseling, 62, 2006, p. 271-276.

European Commission. Measuring Digital Skills across the EU: EU wide indicators of Digital Competence. Brussels: EC, 2014.

Gezondheidsraad. Doorlichten doorgelicht: gepast gebruik van health checks. Den Haag: Gezondheidsraad, 2015.

Groen, B. de, J. Thie. en D. Boshuizen. Wegwijs in zelfmanagement en technologie. Een praktische handreiking voor zorgverleners. Utrecht: Vilans, 2011.

GSMA & PricewaterhouseCoopers. Touching lives through mobile health: assessment of the global market opportunity. India: GSMA/PWC, 2012. Gijsberts, L, F. Vegter en M. Wallien. Onderzoeksrapportage ‘van EPD naar PGD’. Wat vinden en willen verschillende zorgconsumenten. Amsterdam/ Utrecht: Motivaction/NPCF, 2012.

HLS-EU Consortium. Comparative report on health literacy in eight EU member states. The European Health Literacy Project 2009–2012. Maastricht: HLS-EU Consortium, 2012.

Hooghiemstra, T.F.M. en S. Nouwt. Een juridische blik op trends in e-health. In: Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 2014, 158, A8423, p. 1-4.

Hostetter, M., S. Klein en D. McCarthy. Taking Digital Health to the Next Level. Promoting Technologies That Empower Consumers and Drive Health System Transformation. The Commonwealth Fund, October 2014.

Huber, M. How should we define health? In: British Medical Journal, 343, 2011.

Indora Managementadvies. Van businessmodel naar verdienmodel naar opbrengstmodel. 2014. Via: http://www.indora.nl/van-businessmodel-naar- verdienmodel-naar-opbrengstmodel/

Institute of Medicine. Health Literacy: A Prescription to End Confusion. Washington, DC: The National Academies Press, 2004.

Jacobs, F. Veel artsen niet voorbereid op een toekomst met ICT. 2014 via http://www.smarthealth.nl/2014/05/07/veel-artsen-niet-voorbereid-op- toekomst-met-ict-amc-knmg/

Kingma, K. E-Health: zelfdiagnose-apps als nieuwe fase in digital self-care. www.jungleminds.nl 11 april 2013

Klein, S., M. Hostetter en D. McCarthy. A Vision for Using Digital Health Technologies to Empower Consumers and Transform the U.S. Health Care System. The Commonwealth Fund, October 2014.

KNMG. Richtlijn online arts-patiënt. Utrecht: Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, 2007.

Kolb, D.A. Experiential learning: Experience as the source of learning and development. Englewood Cliffs, NJ: Prentice-Hall, 1984.

Via: www.learningfromexperience.com/images/uploads/process-of- experiential-learning.pdf

KPMG International. Accelerating innovation: the power of the crowd. Global lessons in eHealth implementation. 2012

Krijgsman, J. en G. Klein Wolterink. Ordening in de wereld van eHealth. Nictiz, 24 augustus 2012.

Krijgsman, J. et al. eHealth, verder dan je denkt: eHealth-monitor 2013. Den Haag/Utrecht: Nictiz/NIVEL, 2013.

Krijgsman, J. et al. eHealth-monitor 2014: eHealth op naar meerwaarde! Den Haag/Utrecht: Nictiz/NIVEL, 2014.

Limper, M. en F. Schalken. Kenmerken competente online hulpverlener, 2013. Via: http://www.e-hulp.nl/achtergrondinformatie/kenmerken- competente-online-hulpverlener

McKinsey Global Institute. The next frontier for innovation, competition, and productivity. Seoul/San Francisco/London/Washington DC, McKinsey, 2011.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Kamerbrief 27 529 e-health en zorgverbetering. 2 juli 2014.

Mol, A. What Diagnostic Devices Do: The Case of Blood Sugar

Measurement. In: Theoretical Medicine and Bioethics, 2000, vol. 21, no. 1, p. 9-22

Nictiz. Hoe betrek ik patiënten bij de ontwikkeling van eHealth diensten? Den Haag: Nictiz, 2012.

Nissenbaum, H. Privacy in context: technology, policy, and the integrity of social life. Redwood City: Stanford University Press, 2010.

NIVEL. Zorg voor chronisch zieken. Organisatie van zorg, zelfmanagement, zelfredzaamheid en participatie. Utrecht: Nivel, 2011.

NIVEL. Kennissynthese Gezondheidsvaardigheden: niet voor iedereen zelfsprekend. Utrecht: NIVEL, 2014.

Norman, C.D. en H.A. Skinner. eHealth literacy: essential skills for consumer health in a networked world. 2006 (URL: http://www.jmir. org/2006/2/e9/)

Nouwt, S. en E. Vollebregt. De app als medisch hulpmiddel. 15 juni 2012. Via: http://knmg.artsennet.nl/Nieuws/Overzicht-nieuws/

Nieuwsbericht/116713/De-app-als-medisch-hulpmiddel.htm.

NPCF. Het Persoonlijke Gezondheidsdossier. De visie van patiëntenfederatie NPCF. Utrecht: Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie, 2013. Opinion 02/2013 on apps on smart devices, WP202.

Organisation for Economic Cooperation and Development. ICTs and the Health Sector: Towards smarter health and wellness models. Paris: OECD, 2013.

Ottenheijm, S. en F. Jacobs. De klinische blik van de computer: data vs. biologie. 2014. Via: http://www.smarthealth.nl/trendition/2014/10/02/ de-klinische-blik-van-de-computer-data-vs-biologie/?utm_source=SmartHe alth+EHealth+Nieuwsbrief&utm_campaign=2e0574f591-Nieuwsbrief_ SmartHealth_Klinische+Blik+Computer&utm_medium=email&utm_ term=0_bb60c033e7-2e0574f591-98838889

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Technologische innovatie in de zorgsector. Zoetermeer: RVZ, 2001.

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. E-health in zicht. Zoetermeer: RVZ, 2002. Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Perspectief op gezondheid 20/20.

2010b.

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Medisch-specialistische zorg in 20/20. Den Haag: RVZ, 2011a.

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Ruimte voor arbeidsbesparende innovaties in de zorg. Den Haag: RVZ, 2011b.

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. De participerende patiënt. Den Haag: RVZ, 2013.

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Patiënteninformatie. Den Haag: RVZ, 2014a.

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Met de kennis van later. Den Haag: RVZ, 2014b.

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Gebruik van eHealth bij

zelfmanagement: verschillen die het verschil uitmaken. Achtergrondstudie bij het advies Consumenten-eHealth. Den Haag: RVZ, 2015a.

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Adoptie van professionele eHealth. Achtergrondstudie bij het advies Consumenten-eHealth. Den Haag: RVZ, 2015b.

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Consumenten-eHealth: a game changer?! Achtergrondstudie bij het advies Consumenten-eHealth. Den Haag: RVZ, 2015c.

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Juridische drempels voor toepassing (consumenten-)eHealth. Achtergrondstudie bij het advies Consumenten- eHealth. Den Haag: RVZ, 2015d.

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Het perspectief van artsen in de ouderenzorg op het gebruik van eHealth-toepassingen. Achtergrondstudie bij het advies Consumenten-eHealth. Den Haag: RVZ, 2015e.

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (in samenwerking met Flim Project Management). Financiering en bekostiging van eHealth. Achtergrondstudie bij het advies Consumenten-eHealth. Den Haag: RVZ, 2015f.

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. eHealth in het gemeentelijk domein. Verkenning bij het advies Consumenten-eHealth. Den Haag: RVZ, 2015g.

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Consumenten-eHealth en de zorg van de toekomst. Achtergrondstudie bij het advies Consumenten-eHealth.

Den Haag: RVZ, 2015h.

Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Dossier achtergrondstudies Consumenten-eHealth: gezondheid van de markt. Dossier bij het advies Consumenten-eHealth. Den Haag: RVZ, 2015i.

Reshape Center Radboudumc. The Überisation of health(care). Nijmegen: Reshape Center, 2014.

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Bevolking: Wat zijn de

In document Consumenten-eHealth (pagina 86-108)