• No results found

4 Huidig beleid

4.4 Drietrapsaanpak

4.4.3 Trap 3: Beheer van gevestigde (prioritaire) soorten

In Vlaanderen worden enkele, reeds gevestigde, soorten beheerd om de populaties onder controle te houden en/of hun impact binnen de perken te houden. Muskusratten, invasieve waterplanten (grote waternavel, parelvederkruid, waterteunisbloem), reuzenberenklauw, Canadese gans, worden om diverse reden beheerd op populatieniveau. In de periode 2014-2018 werd door het Agentschap Natuur en Bos ongeveer € 3 miljoen besteed aan het beheer van zowel gevestigde als opkomende uitheemse plantensoorten (Tabel 3). Gemiddeld kwam dit neer op € 560.000 per jaar in de periode 2014-2018. Deze cijfers zijn zeker een

onderschatting, want uitbestede bestrijdingswerken zijn hier niet in opgenomen maar ze geven een idee van de grootteorde van indirecte kosten van exotenbestrijding in het reguliere natuurbeheer en van de grote verscheidenheid aan soorten waarvoor in openbare bossen en reservaten actie nodig is.

De dienst rattenbestrijding van de Vlaamse Milieumaatschappij besteedt ca. 400.000 euro per jaar (exclusief personeelskost) aan de bestrijding van muskusratten, wolhandkrabben en invasieve water- en oeverplanten. Daarnaast investeren de provincies en andere openbare diensten ook veel, bijvoorbeeld voor het reguliere beheer van invasieve waterplanten, en is de bestrijding van Amerikaanse vogelkers, Japanse duizendknoop en andere exoten een

Tabel 3: Kosten besteed aan de bestrijding van enkele invasieve uitheemse plantensoorten door het Agentschap voor Natuur en Bos in eigen regie (Gegevens: ANB).

Soort Bestrijdingskost (€) Amerikaanse vogelkers 2.166.580 Japanse duizendknoop 78.120 Amerikaanse eik 72.735 rhododendron 63.330 kleine waterteunisbloem 46.200 reuzenberenklauw 34.241 reuzenbalsemien 25.653 waterteunisbloem 22.199 robinia 13.315 sneeuwbes 6.317 douglasspirea 4.012 watercrassula 3.800 karmozijnbessen 3.591 rimpelroos 3.499 grote waternavel 3.072 klein springzaad 2.603 bamboe 2.505 verspreidbladige waterpest 2.451 fluweelboom 1.886 gele maskerbloem 1.505 gele ribes 1.477 laurierkers 1.310 Canadese guldenroede 1.287 struikaster 576 cotoneaster 543 cypressen 646 hemelboom 120 mahonie 660 pachysandra 124 parelvederkruid 246 rode ribes 768 tamarisk 699 vlinderstruik 927 yucca 709

Gevalstudie: Beheer van de muskusrat (Ondatra zibethicus) in

Vlaanderen

Muskusratten werden in 1928 in België geïntroduceerd als pelsdier. Omwille van het risico op schade aan dijken, gewassen en het risico op overdracht van ziektes werd reeds in 1938 de uitroeiing bevolen. Hierdoor is het programma voor de bestrijding van muskusratten het langst bestaande bestrijdingsprogramma in België. Sindsdien zijn er veel verschillende actoren en bestrijdingsmethodes geweest en vandaag de dag is de bestrijding nog steeds verspreid over verschillende beheerders en overheden. De bestrijding in Vlaanderen werd eind jaren 1990 sterk geprofessionaliseerd, met als gevolg dat, waar muskusratten ooit in hoge aantallen over heel Vlaanderen voorkwamen, ze nu voornamelijk nog in gemeenten langs de Nederlandse, Franse en gewestgrens (zie kaartje) in lage aantallen gevangen worden. Zo kenden we in 2010 een absoluut minimum met 1.611 gevangen muskusratten. De laatste jaren zien we echter dat sommige gebieden in Oost- en West-Vlaanderen terug een stijging in het aantal vangsten optekenen. In deze provincies is het beheer van muskusratten verspreid over meerdere

instanties, wat leidt tot verschillende niveaus van bestrijdingsintensiteit. Eén minder bestreden gebied kan zo al snel voor herbesmetting van naburig gelegen gebieden zorgen. Ondertussen is muskusrat opgelijst als een Unielijstsoort van de EU-verordening.

Figuur 10. Aantal gevangen muskusratten per gemeente in Vlaanderen in 2018. Muskusratten komen vooral voor in grensgebieden met buurlanden en -regio's en Vlaanderen wordt beheerd als een rattenvrij gebied.

In 2019-2020 werd in samenspraak met de bestrijders en andere stakeholders een

beheerregeling voor de muskusrat als bijlage bij het Soortenbesluit van 15 mei 2009 gevoegd. Deze beheerregeling zal zorgen voor een eenduidig, efficiënt beheer en zet tegelijk ook sterk in op dierenwelzijn, dit door implementatie van de internationale overeenkomst tussen de Europese Unie, Canada, Rusland en de USA over internationale normen voor de humane vangst van dieren met behulp van vallen (Stuyck, 2003). Bij de bestrijding, die niet langer gebruik maakt van rodenticiden, maar enkel mechanisch is, worden gecertificeerde valtypes gebruikt. De bestrijding is ook nagenoeg volledig actief, dwz er worden enkel vallen geplaatst bij vaststelling van ratten, waardoor de kans op nevenvangsten sterk afneemt. Door de sterkere focus op diervriendelijkheid zal deze nieuwe regeling aan sommige bestrijders een aanpassing en een verhoogde inspanning vragen.

Figuur 11. Aantal gevangen muskusratten per jaar in Vlaanderen sinds 2009 en het aandeel gevangen muskusratten per provincie. In de twee meest westelijke provincies

(West-Vlaanderen en Oost-(West-Vlaanderen) is er de laatste jaren een duidelijke toename van het aantal gevangen dieren.

Beslissingen over het al dan niet beheren hebben financiële consequenties en

beheermaatregelen zouden enkel toegepast moeten worden als ze haalbaar en zinvol zijn. Beheerdoelen moeten ook gedragen worden door de diverse doelgroepen (Foxcroft & McGeoch, 2011). Voor de Unielijstexoten werden ondertussen invasiescenario’s en beheerstrategieën opgesteld die het voorwerp waren van gestructureerde, participatieve besluitvorming met de beheer- en onderzoeksgemeenschap (Adriaens et al., 2019a). Daarbij werden de effectiviteit, kostprijs, neveneffecten en draagvlak van en voor beheer in

overweging genomen (Booy et al., 2017). Duidelijke beleidskeuzes met betrekking tot de bestrijding van soorten kunnen zowel ecologisch als economisch succes boeken. Investeringen in het beheer van gevestigde soorten zouden de terugverdieneffecten moeten meenemen, zoals het beheerprogramma voor Canadese gans weergeeft. De intensieve bestrijding van grote waternavel door alle Vlaamse waterbeheerders resulteerde in een sterke reductie van de populatie, met een drastische afname van de beheerkosten tot gevolg (Invexo 2012, 2013a).

Gevalstudie: Beheer van Canadese ganzen (Branta canadensis) in

Vlaanderen

De Canadese gans, een exotische jachtwildsoort in Vlaanderen, werd ingevoerd uit Noord-Amerika als jachtwild en gezelschapsdier. De vogels ontsnapten, verloren hun natuurlijk trekgedrag en kwamen in de jaren ‘70 voor het eerst bij ons tot broeden (Adriaens et al., 2012a; Van Daele et al., 2012). Canadese ganzen zijn beginnen broeden in Vlaanderen in 1973 en zijn sinds de jaren negentig toegenomen tot ongeveer 1.800 broedparen in 2000-2002 (Vermeersch et al., 2004). Op basis van de gegevens van de wintertelling toonde de populatie een gemiddeld winters maximum van 11.359 vogels in de periode 2010-2015 (Devos & Onkelinx, 2013). Door hun graasgedrag veroorzaken de ganzen schade aan gewassen en graslanden in landbouw-, recreatie- en natuurgebied. Door hun mest vervuilen ze ook zwemwaters en plassen. De aanwezigheid van ganzen hypothekeert ook

natuurherstelprojecten. De soort wordt beschouwd als een invasieve soort en de populatie wordt op veel plaatsen in de wereld beheerd (Adriaens et al., 2020). In Vlaanderen werden, bovenop de ganzen die bejaagd werden, in de periode 2009-2012 jaarlijks meer dan 2.000 Canadese ganzen in kooien gevangen tijdens de ruiperiode; ganzen vervangen dan hun slagpennen en kunnen niet vliegen. Populatiemodellen tonen dat voor ganzenbeheer het verwijderen van adulte dieren het meest effectief is (Huysentruyt et al., 2020; Klok et al., 2010). Dit beheer werd de daaropvolgende jaren voortgezet met een duidelijk effect op de populatie (Adriaens et al., 2014). Het wordt wetenschappelijk opgevolgd via tellingen (Adriaens et al., 2012b; Van Daele et al., 2012). Op basis van jaarlijkse tellingen is het gemiddeld aantal Canadese ganzen per gemeente in Vlaanderen in de zomer ondertussen gehalveerd ten opzichte van 2010.

Figuur 12. Trends in het aantal getelde Canadese ganzen per gemeente in Vlaanderen sinds 2010 in de verschillende Vlaamse provincies op basis van simultaantellingen.

Reyns et al. (2018) onderzochten de financiële aspecten van dit beheer in een economische kosten-batenanalyse. Een scenario waarin ganzen enkel bejaagd worden en hun eieren geprikt worden werd vergeleken met het huidige scenario waarbij daarenboven ook ganzen worden gevangen. De ganzenpopulatie, beheerkost én de schadekosten werden geprojecteerd tot 2050. De kosten voor het afvangen waren steeds zeer klein in vergelijking met de vermeden schadekosten. De studie toont aan dat het gecoördineerd wegvangen, bovenop de andere beheermethodes, een economisch rendabele en effectieve bijdrage aan het ganzenbeheer is om op Vlaamse schaal de populatie in toom te houden en de impact van Canadese ganzen te milderen. Ze duidt ook op het belang van socio-economische analyses bij beslissingen over beheer van invasieve soorten.

Figuur 13. Aantal gevangen Canadese ganzen per jaar in Vlaanderen sinds 2010 in de verschillende Vlaamse provincies.

Beheer van invasieve uitheemse soorten dient effectieve, efficiënte methodes en technieken te gebruiken, die zo diervriendelijk mogelijk zijn. Vaak is er al heel wat informatie bekend over de bestrijdingsmethodes voor een soort en de effectiviteit ervan. Voor heel wat soorten werden in Vlaanderen al ‘best practices’ gebundeld en ontsloten (Adriaens et al., 2015e;

invasieve exoten en kennisdeling (Matzek et al., 2013). In Vlaanderen spelen het

samenwerkingsverband www.exotennet.be en het kennisplatform www.ecopedia.be hierin een grote rol, evenals een informeel provinciaal overlegplatform exotenbeheer, maar ook internationale verankering is essentieel om te leren van ervaringen uit andere landen (Adriaens, 2020; Adriaens et al., 2019a; Lucy et al., 2016).