hoeveelheid over de weg, per binnenschip en spoor (waarvan) 70 à 80 miljoen ton
- over de weg 17%
- per binnenschip 78%
- over het spoor 5%
hoeveelheid natte bulk in de koopvaardij 159 miljoen ton
gelost waarvan 128 miljoen ton
- petroleum (crude oil) 80 miljoen ton
- geladen 22 miljoen ton
- doorvoer 7 miljoen ton
hoeveelheid in de koopvaardij verpakt 5,7 miljoen ton
- gelost 2,1 miljoen ton
- geladen 2,2 miljoen ton
- doorvoer 1,4 miljoen ton
hoeveelheid general cargo luchtvaart 24 Kton
hoeveelheid in postzendingen via luchtvaart 40 Kton
Het toezicht door de inspectie op het transport van gevaarlijke stoffen richt zich op:
• transportondernemingen;
• verladers, verzenders en ontvangers;
• bedrijven die transport voorbereiden en overslagbedrijven;
• erkende instanties (klassenbureaus, TNO etc.).
Belangrijke risico’s waarop de inspectie toezicht houdt zijn: classificatie, omhulling en het vervoer zelf (laden en lossen).
vergunningverlening
vergunningen transport gevaarlijke stoffen 2012 2013 2014 2015 2016
ontheffing approvals zeevaart 25 35 25 35 25
samenlading zeevaart 100 100 100 100 100
ontheffingen binnenvaart 5 5 5 5 5
ontheffingen rail- en wegvervoer 15 15 15 15 15
exemptionsapprovals luchtvaart 20 20 20 20 20
erkenningen luchtvaart 90 90 90 90 90
opleidingsinstellingen luchtvaart 1 1 1 1 1
autorisatie classificatiecode vuurwerk 20 20 20 20 20
% binnen kwaliteitsnorm 90 90 90 90 90
handhaving
dienstverlening
vraagafhandeling informatiecentrum transport gevaarlijke stoffen
2012 2013 2014 2015 2016
telefoon 1300 1300 1300 1300 1300
e-mail/ brief 400 400 400 400 400
% binnen behandelnorm 95 95 95 95 95
normen: telefoon: wachttijd max. 1minuut, terugbelverzoek uiterlijk de volgende werkdag e-mail: reactie binnen vijf werkdagen
De inspectie verzorgt de beantwoording van vragen die derden (branche en andere overheden) hebben over het vervoer van gevaarlijke stoffen.
toezicht
toezicht transport gevaarlijke stoffen 2012 2013 2014 2015 2016
aantal convenanten* 5 9 12 15 16
aantal domeinspecifieke inspecties:
• rail- en wegvervoer 4.000 3.800 3.600 3.400 3.200
• luchtvaart 1.940 1.850 1.750 1.650 1.550
• scheepvaart 1.700 1.700 1.700 1.700 1.700
• thema-acties scheepvaart 4 4 4 4 4
• thema-acties luchtvaart 5 5 5 5 5
multimodale inspecties:
• administratiecontroles 300 300 300 300 300
• monstername 400 450 500 550 600
• verpakkingen 100 100 100 100 100
• erkende instanties 7 7 7 7 7
• vuurwerk 400 400 400 400 400
• thema-inspecties 5 5 5 5 5
* totaal aantal convenanten aan het einde van het jaar.
Het aantal thema-acties binnen het rail- en wegvervoer is onderdeel van het totaal aantal vermelde inspecties. Deze inspecties worden in de praktijk ook gecombineerd met reguliere inspecties.
De inspectie verwacht dat het aantal monsternamen in de toekomst door verschillende ontwikkelingen gaat stijgen.
In het overzicht zijn wat betreft het domein scheepvaart niet de inspecties opgenomen die voortvloeien uit piket (ca. 50 per jaar).
De grootste risico’s die zich voordoen tijdens het vervoer hebben te maken met:
• geen / foutieve ladingclassificatie;
• onjuiste / niet deugdelijke verpakking, tank, reservoirwagen, tankschip;
• het niet (juist) vastzetten van lading in containers, trailers, vrachtvliegtuigen en op vrachtwagens en spoorwagons;
• verkeerde segregatie
• laad- en loshandelingen bij het vervoer van gevaarlijke stoffen;
• het vervoeren langs niet toegestane routes of door tunnels.
In de koopvaardij houdt de inspectie rekening met meer en complexer toezicht. De toename van afvalstromen en het mengen en behandelen daarvan, de verdere toename van aanlandingen van Liquified Natural Gas (LNG) en de toename van het aantal stoffen die bedreigend zijn voor het mariene milieu vragen om meer aandacht van de inspectie.
In de binnenvaart verwacht de inspectie dat de veiligheid van het transport van gevaarlijke stoffen zal toenemen doordat dubbelwandigheid verplicht is gesteld. Daar staat tegenover dat de toename van het transport van gevaarlijke stoffen in containers meer risico’s met zich mee brengt.
Bij het wegvervoer verwacht de inspectie op de middellange termijn dat het vervoer van alternatieve brandstoffen (waterstof, aardgas, (bio)alcohol) zal toenemen gezien de toenemende aandacht voor klimaatverandering. Een nieuwe ontwikkeling is de steeds grotere stroom gevaarlijke stoffen vanuit de recyclingindustrie.
De inspectie houdt rekening met een groter aandeel van het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor. De wisselende kwaliteit van materieel van buitenlandse verladers en aanbieders vraagt extra aandacht. Ook de ontwikkeling van een basisnet voor het vervoer van gevaarlijke stoffen en de daaraan verbonden normering en monitoring vragen de komende tijd extra aandacht.
In het luchttransport verwacht de inspectie een toename van specifieke gevaarlijke stoffen, waaronder radioactieve stoffen en infectieuze stoffen. Het steeds grotere aantal internetaankopen leidt bovendien tot een groter aandeel kleine zendingen van (onder andere) gevaarlijke stoffen. Het fenomeen van hidden cargo van kleine zendingen met bijbehorende risico’s heeft de voortdurende aandacht van de inspectie.
Een andere ontwikkeling is de opkomst van andere luchthavens dan Schiphol als vrachthotspot, zoals Maastricht, Eindhoven en Lelystad. Het gevolg is een stijging van trucking: wegtransport van zendingen van verder weg gelegen luchthavens naar de bestemming. Daarnaast neemt het aantal grondafhande-laren toe doordat de markt is vrijgegeven en groeit het wegtransport tussen de opslagplaatsen van de grondafhandelaren.
opsporing
De inspecteurs gevaarlijke stoffen vervullen de rol van toezichthouder en opsporingsambtenaar (BOA).
Ze voeren strafrechtelijke onderzoeken uit in opdracht van het OM. Jaarlijks maakt de inspectie voor overtredingen van wet- en regelgeving op het terrein van het transport en de opslag in relatie tot het vervoer van gevaarlijke stoffen ca. 750 processen-verbaal op.
incidentafhandeling en onderzoek
Voor het transport van gevaarlijke stoffen bestaat een meldingsplicht van incidenten en ongevallen. De inspectie beoordeelt de ontvangen meldingen op de vraag of direct onderzoek ter plaatse noodzakelijk is.
Daar waar het veilig vervoer in het geding is, treedt de inspectie op, bijvoorbeeld door het stilleggen van het transport. Naast onderzoek ter plaatse verstrekt de inspectie ook desgevraagd advies over de te treffen maatregelen in de afhandeling van het incident. Er bestaat tevens een wettelijke verplichting voor bedrijven om achteraf te rapporteren over het incident en de genomen afhandeling- en beheersmaat-regelen. De inspectie analyseert deze informatie en betrekt de resultaten in voorlichting, signaalrappor-tages en handhaving.
Bij ernstige ongevallen is het onderzoek bij wet opgedragen aan de Onderzoeksraad voor de Veiligheid.
Op verzoek van de OvV verricht de inspectie ondersteuning en levert expertise.
samenwerking
De samenwerking van de inspectie met andere handhavingspartners richt zich grotendeels op bedrijven, met als wettelijk kader onder meer het Besluit Risicobedrijven Zware Ongevallen (BRZO). Zij werkt vooral samen met provincies en gemeenten, maar ook met de I-SZW, de NVWA, het KLPD, de zeehavenpolitie, Rijkswaterstaat, de douane en de Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond (DCMR). Binnen de luchtvaart-sector werkt de inspectie samen met de douane aan het project Re-design Cargo. Binnen de scheepvaart is specifiek de samenwerking met het Havenbedrijf van Rotterdam en dat van Amsterdam van belang.