I: weet je waar mijn onderzoek over gaat?
R: nee?
I: hebben ze dat niet verteld?
R: nee niet echt.
I: ik doe onderzoek naar waarom (ex) dak- en thuisloze jongeren niet naar school zijn gegaan, of juist wel, en wat de redenen daarvoor zijn.
R: helemaal goed.
I: allereerst echt top dat ik je mag interviewen. Anders kon ik geen onderzoek doen. Mijn eerste vraag is: wat komt er in je op als je aan onderwijs denkt? Wat is je ervaring?
R: mijn ervaring met school is niet heel goed.
I: Nee?
R: nee ik ga al bijna 6 jaar niet naar school.
I: Nee?
R: En het zit er ook niet in.
I: hoe komt dat?
R: privé situatie, thuis ging het niet goed met mijn ouders. Mijn moeder heeft een paar keer handje dood gelegen. Ik moest voor mijn broertje zorgen, dus zodoende ben ik gestopt.
I: dus toen had school niet echt meer je prioriteit?
R: nee.
I: oké, dus kwam het alleen door de thuissituatie? Of waren er nog andere dingen?
R: de hulp op school was ook echt niet goed op school. Eigenlijk is school niet echt iets voor mij geweest. Ik heb altijd al gewerkt. Ik ben niet iemand die in de schoolbanken moet zitten.
I: hoe ging het op de basisschool dan?
R: basisschool ging goed.
I: en middelbare school?
R: daar ging het al fout.
I: Ja? Heb je een middelbare schooldiploma?
R: nee. Ik heb alleen certificaten, meer niet.
I: vanaf wanneer ben je van school gegaan dan?
R: ik ben in de derde van het vmbo afgetrapt. Toen heb ik een jaartje mbo 1 gedaan. Daarna ben ik gestopt. Toen was ik 16 ofzo.
I: dan moet je daarna nog naar school?
R: nee ik kon gewoon werken. Toen ging het allemaal wat makkelijker met de leerplicht.
Kracht Lara 380393 PG 18-19 4.Afstudeerfase PG PRODUCT 52 I: dat werkte dan wel in jouw voordeel. Je hebt nu ook niet echt de behoefte om terug naar school te gaan?
R: nee nee, ik ga ook zeker niet meer terug naar school.
I: nee?
R: nee echt niet. Is niks voor mij. Ik kan wel weer aan een opleiding beginnen, maar als ik die verneuk heb ik mezelf er alleen maar mee.
I: hoezo zou je nu weer een opleiding verneuken?
R: ik ken mezelf. Als ik ergens geen zin meer in heb dan doe ik het niet.
I: hoe komt het dan dat je er geen zin meer in hebt?
R: ja gewoon door alles. Ik ga nu al bijna 6 jaar niet naar school, dan kan ik niet in een keer weer terug gaan. Laat mij maar gewoon werken, dat vind ik wel prima joh.
I: en werken leren dan?
R: nee helemaal geen school. Hier kan ik mijn certificaten halen voor de bouw. Dat vind ik prima.
I: dan is dit toch ook een soort van onderwijs?
R: ja, maar zo zie ik het niet. Ik ben hier gewoon elke dag bezig.
I: zo werkt het voor jou wel?
R: voor mij wel.
I: dus je haalt hier wel certificaten, maar niet door in de schoolbanken te zitten?
R: ik haal ze alleen door in de praktijk bezig te zijn.
I: wat zou volgens jou anders moeten als jij wel weer onderwijs wilt volgen?
R: misschien dat leerkrachten meer tijd nemen voor de studenten.
I: meer kijken naar de situatie?
R: ja precies. Bij mij werd er van alles voor mijn neus gegooid en ik moest me er maar mee zien te redden.
I: dus de hulp was niet goed.
R: hulp was er niet.
I: oké dat is wel bijzonder. Dus als ik het allemaal goed begrijp ben je van school gegaan door je thuissituatie. Ook ervaarde je weinig hulp vanuit school.
R: ja dat klopt.
I: volgens mij heb je nu al heel veel verteld. Denk je dat alle jongeren in jouw situatie er zo over denken?
R: het klinkt misschien een beetje raar, maar heel veel jongeren kunnen dit niet eens doen hoe ik het heb moeten doen.
I: hoe bedoel je dat?
Kracht Lara 380393 PG 18-19 4.Afstudeerfase PG PRODUCT 53 R: ik heb een hele heftige jeugd gehad, met dingen die ik heb mee gemaakt. Ik denk niet dat anderen daar zo 1 2 3 mee om zouden kunnen gaan. Ik heb het allemaal samen gedaan, zonder psychische hulp, samen met mijn broer.
I: knap van je.
R: mijn broer en ik waren altijd de enige die de zorg in het huis overnamen. Mijn jongere broertjes hebben er niet veel van meegekregen.
I: dus jullie gingen koken, boodschappen doen, en dat soort dingen?
R: ja werken, zorgen voor brood, eten en geld.
I: wel heel heftig.
R: ja en dit is nog maar de helft van wat ik heb meegemaakt. Als ik alles moet vertellen, zitten we hier morgen nog.
I: ik vind dat je het goed hebt gedaan, je bent nu goed bezig met je certificaten.
R: ja klopt, ik ben nog steeds bezig met meer te halen. Je moet gewoon laten zien wat je kan en dan krijg je een certificaat als je het goed hebt gedaan.
I: dus het is niet met een toets.
R: nee.
I: oh chill.
R: ja, super chill.
I: en jij wil dan in de bouw? Kan je dat hier ook doen?
R: ja.
I: moet je dan ook ergens stage lopen?
R: nee, ik kan hier gewoon blijven werken. Het liefst wil ik een eigen bouwbedrijfje in Leeuwarden.
I: oké, dat zijn leuke plannen!
R: ja zeker.
I: wat zijn redenen volgens jou, waarom jongen in jouw situatie geen onderwijs volgen?
R: ik denk dat ze een tijdje niks hebben gedaan, en er daardoor geen zin meer in hebben.
I: dus het ligt bij jullie zelf?
R: ja ik weet van mezelf dat het niet gaat komen als ik terug naar school ga. Ik hou er niet van als ik ergens aan begin en dan niet af ga maken, dus dan doe ik het liever helemaal iet.
I: goed dat je dat zelf weet. Oké, duidelijk. Ik denk dat ik nu alles wel weet. Of je moet nog meer dingen weten of willen vertellen over het onderwijs?
R: nee ik heb niet zoveel ervaring met onderwijs.
Kracht Lara 380393 PG 18-19 4.Afstudeerfase PG PRODUCT 54