• No results found

4.1 Focusgroep

De onderzoekers hebben aan het einde van het kwalitatieve onderzoek een focusgroep georganiseerd om de resultaten terug te koppelen naar de respondenten en om hen te laten reflecteren op de onderzoeksresultaten. De onderzoeksresultaten zijn tijdens de focusgroep gepresenteerd in de vorm van een PowerPointpresentatie, waarop de deel-nemers konden reageren. Daarnaast hebben wij van een aantal mensen ook een schrif-telijke reactie ontvangen.

Een belangrijk aandachtspunt dat naar voren kwam tijdens de focusgroep, is het feit dat de benaming ‘landelijke adviesraad’ beter veranderd kan worden naar ‘landelijke raad’.

De deelnemers van de focusgroep stellen dat het woord ‘advies’ geen enkele kracht heeft.

Er werd ook meerdere malen benadrukt dat de leden van deze raad in ieder geval vaca-tiegeld en reiskosten vergoeding dienen te ontvangen voor verleende inspanningen.

Terugkoppeling van de resultaten

Over het algemeen konden de deelnemers aan de focusgroep zich vinden in de onder-zoeksresultaten. De deelnemers waren het er over eens dat er behoefte is aan een landelijk orgaan voor belangenbehartiging en vertegenwoordiging voor Roma en Sinti. De afge-lopen jaren is verschillende keren geprobeerd om via instituten en organisaties verande-ringen tot stand te brengen. Soms vanuit de overheid, maar ook vanuit de gemeenschap zelf. Het is belangrijk om flinke stappen vooruit te zetten, maar daarvoor is vertrouwen vereist. Dat vertrouwen ontbreekt op dit moment bij de gemeenschap, mede door de langdurige geschiedenis van achtervolging, discriminatie en uitsluiting. Op dit moment zijn er diverse kleinere en grotere projecten waarmee Sinti en Roma verbeteringen door proberen te voeren. Er ontbreekt echter nog een overkoepelende raad waar zijzelf met elkaar kunnen overleggen en een gemeenschappelijke koers kunnen bepalen. De deel-nemers denken dat een gezamenlijke raad daarom al heel waardevol kan zijn voor Roma en Sinti.

De landelijke raad kan tevens als rolmodel optreden. Roma en Sinti moeten begrijpen dat zij ook een onderdeel van de maatschappij vormen. Zij moeten ook betrokken zijn en een bijdrage leveren aan de maatschappij. Roma en Sinti kunnen trots zijn op hun cultuur en identiteit, maar ze zijn ook een onderdeel van Nederland. De landelijke raad kan eventueel zorgen voor meer verbinding.

De landelijke raad zou wellicht ook een vertegenwoordiger kunnen sturen naar bijeenkomsten van de Raad van Europa, de EU of andere ter zake doende organisa-ties. Zo zouden ze ook meer samenwerking kunnen zoeken met de landelijke raad in Duitsland om inspiratie op te doen voor het centrale orgaan voor belangenbehartiging in Nederland. De deelnemers van de focusgroep denken dat er nog veel geleerd kan worden over hoe de belangenbehartiging in Duitsland georganiseerd is.

Communicatie

Communicatie speelt ook een belangrijke rol. Als er besluiten genomen worden, dan moet de gemeenschap daar ook van op de hoogte zijn, ook al zijn ze het er niet mee eens.

Discussies zullen nooit uitgesloten kunnen worden. Transparantie over de stand van zaken is daarom van belang. De deelnemers benadrukken hierbij weer het belang van intermediairs, die een belangrijke rol in dit communicatieproces kunnen vervullen. Zij staan dicht bij de gemeenschap en kunnen problemen vanuit de gemeenschap ook juist aankaarten bij de landelijke raad.

4.2 Conclusies

Terugblikkend op de onderzoeksvragen, zullen we deze beantwoorden in het licht van de verzamelde informatie in de vorm van de interviews, waarvan 17 interviews met de Roma en Sinti en zes met ambtenaren. Ten slotte hebben we de informatie uit de inter-views nogmaals getoetst met de input van vijf verschillende respondenten.

Financiering

De landelijke raad zou volgens de deelnemers ook gefinancierd moeten worden vanuit de overheid. Het is belangrijk dat er structureel geld beschikbaar is voor de integratie en participatie van Roma en Sinti. De deelnemers willen niet dat er alleen op project-basis gewerkt wordt. Het is belangrijk om in te zetten op langdurige projecten, die ook structureel doorgezet kunnen worden. De gemeenschap heeft al vaak meegemaakt dat projecten van tijdelijke aard zijn en dat wanneer de financiering stopt, het project ook stopt en alle voortgang verloren gaat. Het is belangrijk dat financiering ook echt ten goede komt aan de gemeenschap, zodat zij er profijt van hebben.

Functie en organisatie landelijke raad

De deelnemers kunnen zich in het algemeen ook vinden in de functies waar de lande-lijke raad zich bezig mee zou moeten houden. De landelande-lijke raad hoeft niet uitslui-tend uit Sinti en Roma te bestaan, maar het merendeel moet wel uit de gemeenschap komen. De deelnemers denken dat de juiste mensen voor de landelijke raad binnen de gemeenschap te vinden zijn, alhoewel het misschien wel even kan duren om mensen over te halen. Vanuit de Roma en Sinti gemeenschap wordt het niet altijd gewaardeerd als mensen zich met dit soort zaken bezig houden. Zij worden al snel gezien als “buiten-staander” en “Nederlander”. Het proces om mensen te vinden voor de landelijke raad moet transparant zijn. De mensen die uiteindelijk in de raad komen, moeten goed op de hoogte zijn van wat er speelt in de gemeenschap en ook in staat zijn om dit goed te verwoorden richting de overheid. Zij moeten problemen aan kunnen pakken en kunnen adviseren over projecten. De raad moet ook zeker niet te groot worden, rond de 8 of 10 mensen lijkt voldoende. Een goede voorzitter moet iedereen het gevoel kunnen geven dat hij of zij een positieve bijdrage aan het totaal kan leveren. De landelijke raad moet een duidelijke, gezamenlijke boodschap naar buiten kunnen brengen.

ook de maatschappelijke ontwikkeling van Roma en Sinti in Nederland aan kunnen jagen. Alhoewel het merendeel positief staat tegenover een centrale raad, noemt men ook een aantal nadelen. Zo zal het effect van een centrale raad teniet worden gedaan wanneer zij niet transparant zijn over hun werkwijze en niet goed communiceren naar de achterban. Ook kunnen ongeschikte of onervaren mensen in de raad het negatieve beeld wat er heerst over Roma en Sinti juist bevestigen. Verder kan de verdeeldheid binnen de gemeenschappen ook het oprichten van een landelijke raad bemoeilijken.

Al met al lijkt er consensus te bestaan voor het oprichten van een centrale raad voor belangenbehartiging, omdat zij op nationaal niveau problemen kunnen aankaarten.

Binnen de gemeenschap is er echter nog onenigheid over hoe deze raad vorm moet krijgen, hoe vertegenwoordigers gekozen moeten worden en over welke competenties zij moeten beschikken.

Rol en functie centrale belangenbehartiging

Een landelijk orgaan zou voornamelijk als aanspreekpunt een brug kunnen vormen tussen de landelijke overheid en de Roma en Sinti gemeenschap. De centrale raad zou ook in staat moeten zijn om op nationaal niveau problemen aan te kaarten en op te lossen. Daarnaast zou de raad samenwerking moeten bewerkstelligen met verschillende partijen, waaronder woningcorporaties, zorg- en welzijnsinstellingen en onderwijsin-stellingen om bij te dragen aan de maatschappelijke ontwikkeling van Roma en Sinti in Nederland. Het landelijk orgaan moet ook stilstaan bij het oorlogsverleden en hier blijvend aandacht aan schenken. Verder zouden lokale stichtingen financieel gesteund kunnen worden vanuit de landelijke raad.

Het merendeel van de Roma en Sinti stelt dat een landelijk orgaan als aanspreekpunt kan dienen voor zowel de gemeenschap als de landelijke overheid. De landelijke raad kan dan een schakel vormen in de communicatie. Het is hierbij wel van belang dat verte-Centrale belangenbehartiging voor Roma en Sinti; voor- en nadelen tegen elkaar

afgewogen

Onder de bevraagde Roma en Sinti in dit onderzoek is er, over het algemeen genomen, behoefte aan een landelijk orgaan voor belangenbehartiging en vertegenwoordiging.

Op dit moment is er namelijk geen eenheid wat betreft vertegenwoordiging van deze doelgroepen en is er ook geen vaste woordvoerder of vertegenwoordiger van Roma en Sinti in Nederland. Er is een groot aantal kleinere organisaties, verenigingen en stich-tingen voor Roma en Sinti, maar een overkoepelend orgaan ontbreekt. Roma en Sinti zien dat, in andere landen, een centrale organisatie veel voordelen kan bieden. Een landelijk orgaan voor belangenbehartiging moet wel aan een aantal specifieke voor-waarden voldoen. Ten eerste is het belangrijk dat capabele mensen met een Roma en Sinti achtergrond zich inzetten voor de belangen van alle Roma en Sinti. Mensen zonder een Roma en Sinti achtergrond mogen ook plaatsnemen in de raad, maar het merendeel van de vertegenwoordigers moet uit de gemeenschap zelf afkomstig zijn. Ten tweede is het van belang dat vanaf het begin de doelstellingen en werkwijzen van het landelijk orgaan helder zijn. Het proces moet transparant zijn, om ook eventueel wantrouwen binnen de gemeenschap te voorkomen en tegen te gaan. Eventuele vertegenwoordi-gers moeten ook met kritiek om kunnen gaan vanuit de eigen gemeenschap. Ten derde moet er ook duidelijkheid zijn over wat de mogelijkheden zijn van een landelijk orgaan, ook binnen een passende financiering. Dit landelijke orgaan dient op te komen voor de belangen van Roma en Sinti, maar moet ook daadkracht hebben en niet alleen advies geven. Verder zijn de meesten het er wel over eens dat de centrale raad ook op een fysieke locatie komt.

Het merendeel van de Roma en Sinti verwachten dat centrale belangenbehartiging voor meer vooruitgang kan zorgen doordat problematiek bij lokale gemeenschappen gekanaliseerd kan worden in de centrale raad. Daarnaast kan de raad een brug slaan tussen gemeenschappen en de (lokale) overheid. De centrale raad zou op die manier

lijkheden ontstaan voor praktische samenwerking. Het merendeel van de ambtenaren heeft zijn bedenkingen bij een landelijke raad, voornamelijk over hoe deze opgericht en ingevuld gaat worden, maar zij benadrukken dat het vooral aan Roma en Sinti zélf is om hier invulling aan te geven. De ambtenaren staan er voor open om aan te sluiten bij over-leggen, maar zij zullen hier zelf geen initiatief in nemen. Opvallend is dat de bevraagde ministeries zoals SZW, VWS en OCW vooral de verdeeldheid tussen de gemeen-schappen benadrukken en van mening zijn dat de verschillende gemeengemeen-schappen eerst deze geschillen moeten beslechten, voordat zij kunnen komen tot centrale belangenbe-hartiging. De optie dat de overheid in het faciliteren van een dialoog tussen de gemeen-schappen een rol zou kunnen spelen, wordt niet genoemd.

Functie centrale belangenbehartiging, bezien vanuit de overheid

De ambtenaren zijn er vrij duidelijk over dat landelijke vertegenwoordiging niet nodig is om adequaat overheidsbeleid te ontwikkelen voor en te communiceren naar de doel-groepen. Wel geeft landelijke vertegenwoordiging Roma en Sinti de kans om aan tafel te zitten bij belangrijke partijen, om te praten over de uitvoering van het beleid. Met de afschaffing van het doelgroepenbeleid wordt er ook geen specifiek beleid meer gemaakt, ook niet voor Roma en Sinti. Mocht er een landelijke vertegenwoordiging komen, dan moeten zij zich ook realiseren dat er geen specifiek beleid wordt ontwikkeld voor speci-fieke doelgroepen, zo geven ambtenaren aan.

De ambtenaren denken dat het wellicht interessanter voor Roma en Sinti kan zijn om in te zetten op vertegenwoordiging op regionaal niveau. De landelijke overheid maakt namelijk veel richtlijnen en kaders, maar de uitvoering van het beleid gaat de laatste jaren steeds meer richting gemeenten. Thema’s die vooral op regionaal niveau spelen, kunnen ook beter op regionaal niveau besproken worden. Voor Roma en Sinti kan het bijvoorbeeld interessant zijn om aan te schuiven bij verschillende woningcorporaties.

genwoordigers vanuit de landelijke raad goed kunnen communiceren op verschillende niveaus, zodat ze in staat zijn om met verschillende ambtenaren te overleggen en dit vervolgens ook weer terug kunnen koppelen naar de gemeenschap. Aangezien niet iedereen vanuit de gemeenschap in staat is om mee te gaan in deze ambtelijke taal, wordt het gebruik van sleutelpersonen met een Roma – of Sinti achtergrond aangeraden. Deze sleutelpersonen genieten vaak aanzien en vertrouwen binnen de gemeenschap en zijn in staat om informatie binnen de gemeenschap te verspreiden. Vertegenwoordigers van de landelijke raad hebben wellicht geen toegang tot lokale gemeenschappen, maar sleu-telpersonen kunnen een belangrijke rol spelen in de communicatie naar de achterban.

Op deze manier kan er ook rekening gehouden worden met minder geletterde Roma en Sinti.

Draagvlak voor centrale belangenbehartiging onder ambtelijke bestuurders en beleidsmakers

Over het algemeen willen ambtenaren zich niet uitspreken over het nut en/of de nood-zaak van belangenbehartiging op nationaal niveau voor Roma en Sinti. De meeste ambtenaren denken dat het een uitdaging wordt om gezamenlijke vertegenwoordiging op te zetten, maar zij zullen dit niet ontmoedigen. Als Roma en Sinti een landelijke raad willen realiseren, dan staan zij daarvoor open. Een ietwat passieve overheidshouding hierin wordt verklaard aan de hand van het feit dat de betreffende ministeries zoals Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) specifiek doelgroepenbeleid hebben afgeschaft.

Sprekend vanuit hun eigen ervaring, zou een landelijke raad wel bij kunnen dragen aan de communicatie met de gemeenschap, omdat op dit moment een duidelijk aanspreek-punt ontbreekt. Een landelijk orgaan zou daarnaast de verschillende standaanspreek-punten en problemen in kaart kunnen brengen en agenderen, waardoor er wellicht meer

moge-Het valt op dat belangenbehartiging voor Roma en Sinti in Nederland niet wordt geschaard onder mensenrechtenbeleid. In de interviews met ambtenaren van het minis-terie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) werd mensenrechtenbe-leid niet genoemd in het kader van belangenbehartiging voor Roma en Sinti, terwijl dit ministerie wel een Nationaal Actieplan Mensenrechten heeft. In verschillende andere Europese lidstaten worden deze gemeenschappen wel in verband gebracht met nati-onaal mensenrechtenbeleid en zien we dat belangenbehartiging voor deze gemeen-schappen beter van de grond komt. Zo kennen Duitsland en Finland een sterk georga-niseerde belangenbehartiging op nationaal niveau die mogelijk als goede voorbeelden zouden kunnen gelden.

Colofon

Opdrachtgever Stichting Pelita

Auteurs Dr.s. E. Smits van Waesberghe J.K. Asmoredjo, MSc.

M. Out, MSc.

Omslag Ontwerppartners, Breda Uitgave Verwey-Jonker Instituut

Kromme Nieuwegracht 6

3512 HG Utrecht

T (030) 230 07 99

E secr@verwey-jonker.nl

I www.verwey-jonker.nl

De publicatie kan gedownload worden via onze website: http://www.verwey-jonker.nl.

ISBN 978-90-5830-989-1

© Verwey-Jonker Instituut, Utrecht 2020.

Het auteursrecht van deze publicatie berust bij het Verwey-Jonker Instituut.

Gedeeltelijke overname van teksten is toegestaan, mits daarbij de bron wordt vermeld.

The copyright of this publication rests with the Verwey-Jonker Institute. Partial reproduction of the text is allowed, on condition that the source is mentioned.

verwey-jonker instituut Kromme Nieuwegracht 6 3512 HG Utrecht

t 030 230 07 99

e secr@verwey-jonker.nl I www.verwey-jonker.nl

Het doel van dit onderzoek is om inzichtelijk te maken of er belangstelling is voor landelijke belangenbehartiging en vertegenwoordiging voor Sinti en Roma. Het onderzoek is uitgevoerd onder sleutelpersonen van de Sinti en Roma gemeenschap en ambtelijke bestuurders.

Tijdens de gesprekken met sleutelfiguren uit de Roma en Sinti gemeenschap werd een groot aantal kwesties en problemen benoemd. De meest genoemde kwesties gaan over onderwijs, werkgelegenheid, discriminatie, (gezondheid)zorg en (maatschappelijke) ondersteuning.

Deze kwesties verdienen volgens Roma en Sinti meer aandacht, mogelijk in de vorm van landelijke belangenbehartiging en vertegenwoordiging. Over het algemeen is er onder de bevraagde Sinti en Roma namelijk behoefte aan een structurele aanpak van de huidige kwesties en problematiek in een landelijk orgaan.

In de verschillende gemeenschappen ontbreekt het echter aan een gezamenlijk standpunt over belangenbehartiging. Onder ambtelijk bestuurders zien we een terugtrekkende beweging, omdat zij vinden dat een gezamenlijk standpunt nodig is alvorens besloten kan worden tot landelijke belangenbehartiging voor Sinti en Roma. Over het algemeen vinden Roma en Sinti dat een landelijke raad een brug zou kunnen slaan tussen de gemeenschappen en de (lokale) overheid, vooral ook om de maatschappelijke ontwikkeling van deze gemeenschappen in Nederland aan te jagen.