• No results found

DEEL II ALGEMEEN DEEL

Paragraaf 4. Toetsing

Artikel 4.1 Aanmelding voor tentamens

1. De student die zich via Osiris inschrijft voor onderwijseenheden behorende bij de opleiding waarvoor hij is ingeschreven, is tevens aangemeld voor de eerstvolgende tentamengelegenheid in het desbetreffende studiejaar. Indien een student niet wenst deel te nemen aan het tentamen dient hij zich uiterlijk 7 dagen voor de tentamendatum af te melden via Osiris. Wanneer een student zich niet tijdig afmeldt wordt het niet verschijnen als een gebruikte tentamenpoging aangemerkt, tenzij de examencommissie in bijzondere gevallen anders beslist.

2. De student dient zich uiterlijk zeven dagen voor de tentamendatum conform de daarvoor door of namens de desbetreffende examencommissie vastgestelde richtlijnen en aanwijzingen in te schrijven voor een herkansing. Voor de tweede gelegenheid van periode 4 kunnen studenten zich voor het laatst op 30 juni 2018 inschrijven. Studenten die zich niet of niet tijdig hebben

ingeschreven lopen het risico dat zij niet aan het tentamen kunnen deelnemen.

Artikel 4.2 Vaststelling uitslag tentamens

1. Tenzij anders is bepaald in het opleidingsspecifiek deel van deze regeling, wordt de uitslag van een tentamen vastgesteld in hele of halve punten. Hiertoe wordt het cijfer tot ,25 naar beneden op ,0 afgerond, vanaf ,25 tot ,75 op ,5, en vanaf ,75 naar boven op .0.

2. In afwijking van het eerste lid wordt de uitslag van een tentamen niet vastgesteld op 5,5 punten.

Een rekenkundige score kleiner dan 5,50 wordt in dat geval afgerond naar een 5, een score van 5,50 en groter wordt afgerond naar 6.

3. Wanneer een tentamen wordt herkanst, is in alle gevallen (ook bij herkansing op basis van Artikel 3.12, lid 2) het laatst behaalde cijfer bepalend voor het behaalde resultaat.

4. Wanneer de uitslag van een tentamen hoger of gelijk is aan 6,0 wordt het tentamen geacht te zijn behaald. Wanneer de uitslag van het tentamen lager of gelijk is aan 5,0 wordt het tentamen geacht niet te zijn behaald.

5. Resultaten van deeltentamens kunnen wel worden uitgedrukt in cijfers met 1 decimaal. Bij afronding worden cijfers na de eerste decimaal genegeerd.

Artikel 4.3 De bekendmaking uitslag tentamens

1. Onmiddellijk na het vaststellen van de uitslag van het tentamen administreert de examinator het resultaat in Osiris.

2. De examinator stelt binnen tien werkdagen na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast.

3. De examinator stelt binnen vijftien werkdagen na het afnemen van een schriftelijk tentamen de uitslag vast.

4. In afwijking van het bepaalde in het tweede en derde lid stelt de examinator de uitslag van tentamens en herkansingen van periode 4 vast binnen vijf dagen na afloop van de betreffende tentamenperiode.

5. Voor tentamens die op een andere wijze worden afgelegd bepaalt de examencommissie of de examinator vooraf op welke wijze en binnen welke termijn de uitslag aan de student wordt bekendgemaakt.

6. In bijzondere gevallen kan de examencommissie de termijnen bedoeld in het tweede en derde lid desgevraagd verlengen dan wel bekorten.

7. Bij de bekendmaking van een tentamenuitslag wordt de student gewezen op het inzagerecht zoals bedoeld in deze regeling en op de mogelijkheid van beroep bij het college van beroep voor de examens binnen de daarvoor geldende beroepstermijn.

Artikel 4.4 Inzage- en kennisnamerecht

1. Na de bekendmaking van de uitslag van een mondeling tentamen vindt een nabespreking plaats tussen de examinator en de student, waarbij de gegeven uitslag nader wordt toegelicht.

2. Binnen een termijn van vier weken na de bekendmaking van de uitslag van een anders dan mondeling afgelegd tentamen kan de student op zijn verzoek inzage verkrijgen in zijn beoordeeld werk en aan de desbetreffende examinator om een nabespreking verzoeken. De nabespreking vindt plaats op een door de examinator te bepalen plaats en tijdstip.

3. De examinator kan bepalen dat de inzage of kennisneming geschiedt op een vaste plaats en op ten minste twee vaste tijdstippen. Indien de student aantoont door overmacht verhinderd te zijn of te zijn geweest op een aldus vastgestelde plaats en tijdstip te verschijnen, wordt hem een andere mogelijkheid geboden, zo mogelijk binnen de in het tweede lid genoemde termijn.

4. In verband met de beperkte tijd tussen tentamenperiode 4 en herkansingsperiode 4 vindt inzage van een tentamen uit deze periodes plaats op de dag van bekendmaking van de betreffende resultaten.

5. In afwijking van het eerste en tweede lid kan de examinator bepalen dat de inzage collectief geschiedt op een vooraf vastgestelde datum, tijdstip en plaats. Indien een student aantoonbaar door overmacht verhinderd is de collectieve inzage bij te wonen kan desgevraagd afzonderlijk inzage worden verleend op een ander tijdstip, bij voorkeur binnen de termijn genoemd in het eerste lid.

6. Indien een collectieve nabespreking wordt georganiseerd, kan de student een verzoek als bedoeld in het tweede lid pas indienen, wanneer hij bij de collectieve nabespreking aanwezig is geweest en zijn verzoek motiveert, of indien hij door overmacht verhinderd is geweest bij de collectieve bespreking aanwezig te zijn.

7. Het bepaalde in het vorige lid is ook van toepassing wanneer de examencommissie dan wel de examinator aan de student de gelegenheid biedt om zijn uitwerking te vergelijken met modelantwoorden.

8. Gedurende de in het tweede lid genoemde termijn kan elke belanghebbende kennis nemen van vragen en opdrachten van het tentamen en zo mogelijk van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden.

9. In alle gevallen vindt de inzagemogelijkheid zo snel mogelijk plaats, in de regel uiterlijk vijf dagen voorafgaand aan de herkansingsmogelijkheid van een tentamen.

Artikel 4.5 Vaststelling uitslag examen

1. De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast zodra de student de tentamens van de onderwijseenheden behorende bij de desbetreffende opleiding met goed gevolg heeft afgelegd. De examendatum is in dat geval de datum waarop het laatste tentamen is afgelegd.

2. Alvorens de uitslag van het examen vast te stellen kan de examencommissie zelf een onderzoek instellen naar de kennis van de student met betrekking tot een of meer onderwijseenheden of aspecten van de opleiding.

Artikel 4.6 Regels en richtlijnen examencommissie

1. De examencommissie heeft in het bijzonder tot taak het borgen van de kwaliteit van de tentamens en examens.

2. In het Reglement Examencommissie Faculteit der Letteren stelt de examencommissie regels vast met betrekking tot de goede gang van zaken tijdens de tentamens en met betrekking tot de in dat verband te nemen maatregelen.

3. De examencommissie kan aan de examinatoren richtlijnen en aanwijzingen geven met betrekking tot de beoordeling van degene die het tentamen aflegt en met betrekking tot de vaststelling van de uitslag van het tentamen.

Artikel 4.6 Fraude en plagiaat

1. Wanneer een docent of surveillant tijdens een tentamen of bij het nakijken van een tentamen of een werkstuk fraude, plagiaat of andere onregelmatigheden constateert of vermoedt, deelt hij dit schriftelijk mede aan de examencommissie van de betrokken opleiding en aan de betrokken student.

2. De examencommissie beslist vervolgens binnen 10 werkdagen over de eventueel te nemen maatregelen. De examencommissie beslist niet dan nadat de student die het betreft door haar is gehoord, of althans daartoe in de gelegenheid is gesteld. Van het horen wordt een schriftelijk

3. In geval van fraude tijdens het tentamen wordt de student uitgesloten van (verdere) deelname aan het tentamen. Uitsluiting heeft tot gevolg dat van het betreffende tentamen geen uitslag wordt vastgesteld.

4. Conform artikel 7.12b, lid 2 van de wet kunnen de door de examencommissie in geval van fraude of plagiaat te nemen maatregelen inhouden dat de student gedurende een door de examencommissie te bepalen termijn van ten hoogste 12 maanden het recht wordt ontnomen één of meer aan te wijzen tentamens en/of examens aan de instelling af te leggen.

5. In aansluiting op de in lid 3 genoemde maatregelen kan een examencommissie in geval van plagiaat de student de verplichting opleggen een nieuw werkstuk te schrijven over een door de voor het examenonderdeel verantwoordelijke docent vast te stellen onderwerp.