• No results found

4 Mogelijkheden van ICT

4.4 Toepassingen gericht op patiënt empowerment

De verschillende mogelijkheden van ICT bieden tevens ondersteuning voor de toenemende eigen verantwoordelijkheid van patiënten. Dit wordt patiënt empowerment genoemd, wat inhoudt dat de patiënt centraal staat in de behandeling van zijn aandoening en hierbij zelf een grote verantwoordelijkheid heeft. Het versterken van de verantwoordelijkheid kan bijvoorbeeld bereikt worden door afstand- en telemonitoring. Vooral bij diabetes, astma en andere chronische ziekten is deze empowerment nuttig.

Zoals al eerder genoemd zijn dit levenslange aandoeningen waarbij een grotere verantwoording voor de patiënt vaak een gunstige invloed op het verloop van de aandoening heeft. Effectief zelfmanagement helpt patiënten persoonlijke doelen te stellen en zorgt voor feedback en hulp bij problemen. Een punt van aandacht is dat diabetes type 2 veel bij ouderen voorkomt. Veelal zijn zij niet met internet en computers opgegroeid. Training maakt echter veel mogelijk en indien men ook de mogelijkheden tot sociale verbetering ziet, wordt men vaak enthousiast.

Onderstaande toepassingen zullen nu besproken worden. Zij kunnen bepaalde stappen in het behandelproces effectiever en efficiënter laten verlopen en versterken vaak de rol van de patiënt. • Telemedicine o voorlichting o consultatie en diagnose o doorverwijzing o behandeling o monitoring o nazorg en thuiszorg • Virtuele communities 4.4.1 Telemedicine

Door telemedicine toepassingen kan zorg efficiënter ingericht worden. Met diagnose op afstand kunnen bijvoorbeeld dure patiëntentransporten en opnames voorkomen worden. “Telemedicine is het op afstand verlenen van zorgdiensten door gebruik te maken van informatie- en communicatietechnologie (ICT) [NIT06]”

Telemedicine toepassingen zijn op te splitsen naar synchrone en asynchrone toepassingen. Bij synchrone toepassingen staan de zender en ontvanger tegelijkertijd met elkaar in verbinding. Bij een asynchrone toepassing is dit niet het geval, het is mogelijk om de data te versturen en latere beantwoording af te wachten.

Tabel 10 - Telemedicine technieken

Synchroon asynchroon

Telefoon e-mail

video conference messaging

Chat datatransport via internet

De telefoon is nog steeds prima als communicatiemiddel in te zetten. Het is tevens een goede terugvalmogelijkheid mocht een andere toepassing weg vallen, bijna iedereen heeft een telefoonaansluiting. Nadeel van telefonisch contact is dat er geen gegevens vastgelegd worden. Ze moeten nog handmatig ingevoerd worden en er blijft geen historie van de communicatie bewaard. Dit laatste is wel het geval bij communicatie per e-mail en is vaak ook bij andere genoemde toepassingen mogelijk. Daarnaast biedt het internet mogelijkheden voor videoconferencing, chat en messaging en het transport van grote (hoeveelheden) data. Bijvoorbeeld door foto’s en geluisd- of videofragmenten online beschikbaar te maken.

Deze middelen kunnen in verschillende situaties tijdens het zorgproces ingezet worden. Het Nederlands Instituut voor Telemedicine (Nitel) onderscheidt een zevental toepassingsgebieden voor telemedicine. In Figuur 10 zijn deze gebieden te zien inclusief een praktijkvoorbeeld. Elke vorm van telemedicine zal nu toegelicht worden.

Figuur 10 - Telemedicine toepassingsgebieden [NIT06]

Televoorlichting

Voor er aan een zorgproces begonnen wordt of zorg nodig is, vindt voorlichting en preventie plaats. Een zorgverlener kan hier aan werken, maar ook via de media kunnen campagnes goede voorlichting geven waarmee een grote doelgroep bereikt kan worden. Campagnes kunnen op specifieke aandoeningen gericht zijn, bijvoorbeeld diabetes. Voor individueel advies of precieze diagnoses is televoorlichting minder geschikt.

Als bron voor achtergrondinformatie is het internet een geschikt medium. Een patiënt kan na een consult nog een keer rustig informatie over een aandoening nalezen [NIT06]. Ook zoeken patiënten zelf informatie over aandoeningen waaraan zij lijden op en vormen hier een mening over. Mensen raadplegen soms liever het internet dan de huisarts als het om diagnostiek gaat. Internet kan patiënten een actuele, onafhankelijke en wetenschappelijk gefundeerde second opinion bieden. De patiënt moet hierbij echter wel in staat zijn de kwaliteit van de informatie goed in te schatten. Een zorgverlener moet er ook achter staan, hij kan een patiënt bepaalde diensten of sites aanraden [EY01]. Gezonden en acuut zieken zoeken meestal informatie over ziekten voor henzelf of computerleken. Net zieken zoeken vooral welke zorgverlener hen kan helpen. Gezonde mensen zoeken bijvoorbeeld naar informatie over zaken die hen gezond houden of informatie over bepaalde specifieke zaken als zwangerschap, roken en overgewicht. Chronische zieken zoeken vooral naar informatie over hun ziekte waarmee betere beheersing van de aandoening mogelijk is, zodat ze zoveel mogelijk een normaal leven kunnen leiden [JAH04].

Ook voor de benodigde educatie en training van een patiënt kan televoorlichting gebruikt worden. Het is voor chronische zieken noodzakelijk levenslang kennis over de ziekte op te doen en deze kennis op pijl te houden. Dit kan ondersteund worden met behulp van moderne communicatiesystemen. Vooral computerondersteunend leren is een interessante mogelijkheid waarbij een patiënt informatie omtrent zijn aandoening kan opdoen. Asynchroon leren biedt daarbij veel vrijheid voor zowel de patiënt als de ‘leraar’. Men is onafhankelijk van plaats en het leren kan op een willekeurig tijdstip plaatsvinden. Daarnaast kan een patiënt op eigen snelheid door de informatie of lesstof gaan. Naast asynchroon kan computerbased training ook synchroon plaatsvinden. Dit kan bijvoorbeeld via interactieve fora, chatrooms en virtuele communities plaats vinden. Patiënten kunnen behalve van experts ook veel van elkaar leren door elektronisch in contact te staan. Door de interactie is de patiënt niet alleen een passieve toehoorder of toeschouwer maar is hij actief met kennis bezig. Door actief bezig te zijn, wordt informatie beter opgenomen en is het leerproces tevens een stuk interessanter voor de patiënt. Het leerproces moet vooral interactief, adaptief en geïndividualiseerd zijn, dus op de persoonlijke situatie afgestemd. Een voorbeeld van computerbased training is het ondervragen van een patiënt over zijn aandoening.

Teleconsultatie en telediagnose

Teleconsultatie en telediagnose hangen met elkaar samen, aangezien bij bijna elk consult een diagnose wordt gesteld. Het doen van een consult en diagnose op afstand kan bijvoorbeeld toegepast worden als een zorgverlener de ernst van een situatie wil kunnen inschatten. De uitkomsten kunnen gebruikt worden om de inrichting van de behandeling te veranderen of verbeteren. Wijst de uitkomst op noodzaak tot aanpassing van de zorg, dan kan besloten worden tot een fysiek consult. Consulten op afstand kunnen via de genoemde telemedicine technieken als telefoon, e-mail en videoconference plaatsvinden.

Naast telefonische consulten wordt e-mail hier ook steeds vaker voor gebruikt [JAH04]. Voordeel voor de patiënt is dat hij eenvoudig vragen bij een zorgverlener neer kan leggen. Dit kan als een patiënt na een bezoek aan een zorgverlener vragen heeft. Vaak is hij vergeten deze tijdens het bezoek te stellen of is iets toch niet goed begrepen. Door e-mail contact kunnen telefonische overbelasting en onnodige herhaalbezoeken worden voorkomen. Bovendien blijft er een geschreven document over de communicatie bewaard. Voorstanders wijzen er op dat e-mail beantwoorden tijdsbesparend kan zijn als het om eenvoudige vragen gaat. Daarnaast kan het tijdstip van beantwoording zelf worden gekozen. Zorgverleners zijn vaak sceptischer over e-mailcontact. Het zorgvuldig beantwoorden van e-mail kan tijdrovend zijn. Daarnaast ontbreekt het nogal eens aan goedgekeurde tarief- of regelgeving over e-consulten. Het College Tarieven Gezondheidszorg geeft aan dat een e-mailconsult niet in rekening kan worden gebracht tenzij deze duidelijk dient ter vervanging van een spreekuurconsult. Er is in Nederland een maximumtarief van €4,50 per e-mail consult vastgesteld. Dit bedrag kan alleen worden gedeclareerd in geval van een bestaande relatie, het geen eerste consult voor een aandoening is en de zorgverlener een overeenkomst heeft met de zorgverzekeraar voor het declareren van een e-mailconsult [NPC06].

Figuur 11 - E-mail consult

Uit een onderzoek blijkt dat beantwoording van e-mail consulten gemiddeld 4 minuten in beslag neemt [BOR98]. Hierbij kon 81% van de vragen van de patiënt beantwoord worden.

In Amerika is inmiddels een richtlijn voor e-mail correspondentie tussen arts en patiënt opgesteld. Deze richtlijn omvat de volgende punten:

• maximale beantwoordtermijn 2 á 3 dagen

• benadruk dat e-mail niet voor dringende zaken bedoeld is

• wijs erop wie naast de arts de e-mail mogelijkerwijs nog meer kan zien

• vraag om opgave van volledige naam en gegevens van de patiënt, een e-mail adres maakt dat niet altijd duidelijk

• noem in het onderwerp de categorie van de vraag

Door e-mail consulten blijkt het aantal routinebezoeken aan een zorgverlener ook echt te verminderen [LAR00]. E-mail consulting zal in toekomst waarschijnlijk flink toenemen. Om standaard vragen te voorkomen kan een zorgverlener op een website informatie zetten. Uiteraard is niet elk consult per e-mail mogelijk. De persoonlijke arts-patiënt betrekking moet in elk geval blijven bestaan.

Telemonitoring

Telemonitoring kan een belangrijke rol spelen bij de beoordeling van het herstelproces na een behandeling. Bij chronische ziekten is monitoren vaak het belangrijkste onderdeel van het zorgproces, het is in feite de behandeling zelf. Daarnaast kan telemonitoring gebruikt worden om de noodzaak tot wijziging van de behandeling in te schatten. Zo kan een patiënt normaal blijven functioneren zonder dat bezoek aan zorgverlener of opname in een ziekenhuis nodig is.

Teledoorverwijzing

Elektronische doorverwijzing heeft niet direct met het primaire zorgproces te maken, maar kan de uitvoering van zorg wel verbeteren. Snellere en efficiëntere uitwisseling van informatie kan bereikt worden met teledoorverwijzing, bij multidisciplinaire zorg laten deze zaken vaak nog te wensen over. Door teledoorverwijzing te combineren met het elektronische gezondheidsdossier uit paragraaf 4.3 is betere zorg en zorgafstemming mogelijk.

Telebehandeling

Na vaststellen van een aandoening wordt er normaal tot behandeling van de patiënt over gegaan. De behandeling kan door telemedicine ondersteund worden. Een voorbeeld hiervan is telechirurgie, waarbij een arts via een robotsysteem een patiënt kan opereren zonder dat de arts op dezelfde locatie als de patiënt is.

Telenazorg en telethuiszorg

Telenazorg en –thuiszorg kunnen ingezet worden ter afronding van een behandeling, of bij chronische zieken in het voorzien in de zorgvraag. Telethuiszorg maakt het mogelijk dat mensen langer thuis kunnen blijven wonen, of meer zorg thuis kunnen ontvangen. Zo kan een patiënt in zijn eigen woning in een vertrouwde omgeving herstellen en deelnemen aan het zorgproces. Vooral voor ouderen, chronische zieken en patiënten die eerder ontslagen worden, zijn deze mogelijkheden interessant. Uit onderzoek blijkt dat een patiënt thuis vaak eerder een beter herstelt. Daarnaast kunnen er met telenazorg en –thuiszorg kosten bespaard worden. Dure plaatsen in een verzorgingstehuis of ziekenhuis zijn minder lang bezet en dure bezoeken en consulten door zorgverleners kunnen verminderd worden.

4.4.2 Virtuele communities

Virtuele communities zijn groepen mensen die op grond van gemeenschappelijke interesses, problemen of bezigheden samenkomen. Zij doen dit om van elkaars kennis te profiteren. Virtuele communities kunnen een grote sociale rol spelen. In een virtuele communitie heeft een patiënt het gevoel niet alleen te zijn [JAH04]. Artsen spreken in medische termen, lotgenoten willen het echter vooral over gevoelens, angst en belevingen hebben. Zo kunnen zij elkaar ondersteuning bieden in moeilijke tijden. (anoniem) Contact met anderen is daarbij een goede toevlucht. Patiënten kunnen elkaar helpen en met de problemen leren om te gaan. Wel moet men in virtuele communities en fora opletten op misbruik, bijvoorbeeld door leveranciers die bepaalde producten aan willen raden of verkopen. Zorgverleners onderling kunnen ook communities vormen om zo medische informatie uit te wisselen en elkaars kennis op pijl te houden.

Virtuele communities kunnen in verschillende vormen voorkomen: Tabel 11- Verschillende vormen van communities [BUL01]

Synchroon chat Open nieuws

Asynchroon forum Gesloten Projectgroepen

1:1 instant messaging Pull nieuwsletter