• No results found

Toelichting op gebruikte afkortingen

In document Metropoolregio Rotterdam Den Haag (pagina 110-128)

ABP Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds AEV Agenda Economisch Vestigingsklimaat AROV Actie programma Openbaar Vervoer

AVG Algemene Verordening Gegevensbescherming

AVLM Automatisch Vervoer op de Last Mile BBV Besluit begroting en verantwoording

BDU Brede doeluitkering

BCF BTW Compensatiefonds

BLDO Besluit Leningvoorwaarden Decentrale Overheden

Bleizo Bleiswijk-Zoetermeer

BMC bureau Middelen & Control

BNG Bank Nederlandse Gemeenten

BO Bestuurlijk Overleg

BOR Bereikbaarheidsoffensief Randstad BSB bureau Strategie & Bestuur

BVB BNG Vermogens Beheer

BZK Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties CIPTEC Collective Innovation for Public Transport

CS Centraal Station

DIV Digitale Informatie Voorziening DOVA Decentrale OV-autoriteiten

DRU Dienstregeling uur

EBS Egged Bussystems

EBZ Economic Board Zuid-Holland

EER Europese Economische Ruimte

EIB Europese Investeringsbank

EMTA European Metropolitan Transport Authorities

EV Economisch vestigingsklimaat

FIDO Wet financiering decentrale overheden GDZES Green Deal Zero Emissie Stadslogistiek GWW Grond- weg- en waterbouw

HRM Human Resources Management

HTM Haagsche Tramweg Maatschappij

HWN Hoofdwegennet

IenM Ministerie van Infrastructuur en Milieu IPC Innovatie Prestatie Contracten IPO Interprovinciaal Overleg

IPVa Investeringsprogramma Vervoersautoriteit

IQ InnovationQuarter

iVRI Verkeersregel installatie

KTA Korte Termijn Aanpak

KpVV Kennisplatform Verkeer en Vervoer

LDE Leiden Delft Erasmus

MAAS Mobility as a service

MIRT Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport MJPA Meerjarenplanning- en analyse

MoVe Mobiliteit en verstedelijking MRDH Metropoolregio Rotterdam Den Haag MSL Metropolian Startup Lab

NDW Nationale Databank Wegverkeersgegevens

NRR Netwerk RandstadRail

NS Nederlandse Spoorwegen

NWB Nederlandse Waterschapsbank

OESO Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling

OV Openbaar vervoer

OWN Onderliggend wegennet

PZH Provincie Zuid-Holland

RADD Researchlab Automated Driving Delft RET Rotterdamse Elektrische Tram RTHA Rotterdam The Haque Airport

RNE Roadmap Next Economy

RUDDO Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden

RWS Rijkswaterstaat

SiSa Single information, Single audit

SMITZH Smart Manufacturing Industriële Toepassing in Zuid Holland SPV Strategisch Plan Verkeersveiligheid

TU Technische Universiteit

UAB Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid

UFDO Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden

Va Vervoersautoriteit

VNG Vereniging Nederlandse Gemeenten VvE Vereniging van Eigenaren

WNT Wet Normering Topinkomens

WUR Wageningen University & Research

ACCOUNTANTSRAPPORT BIJ DE JAARREKENING 2018 VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG

Gemeentelijke Accountantsdienst

Inhoudsopgave

1. Opdracht 3

2. Samenvatting 4

3. Financiële positie 5

4. Verbonden partijen RET en HTM: MRDH heeft drie verschillende rollen 8

5. Interne beheersing 9

6. Kwaliteit van de jaarrekening 10

7. Rechtmatigheid 10

8. Bevindingen uit de controle 11

9. Automatisering 11

10. SISA 12

11. Ondertekening 12

Bijlage: SiSa Tabel van Fouten en onzekerheden 2018 13

1. Opdracht

Onlangs hebben wij de controle van de jaarrekening 2018 van de

Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) afgerond. De jaarrekening is opgemaakt volgens de voorschriften van het Besluit begroting en verantwoording (BBV).

Onze controle is uitgevoerd met inachtneming van het Besluit

accountantscontrole decentrale overheden (BADO), de Controleverordening MRDH 2014 en het Controleprotocol MRDH Accountantscontrole 2018.

Onze controle resulteert in een oordeel over zowel de getrouwheid als de rechtmatigheid. Voor de oordeelsvorming hebben we conform het BADO een goedkeuringstolerantie van 1% voor onjuistheden en 3% voor onzekerheden toegepast. Bij een exploitatieomvang van € 609 miljoen is dit € 6,1 miljoen respectievelijk € 18,3 miljoen. De rapportagetolerantie is € 0,125 miljoen.

Dit rapport bevat de uitkomsten van ons onderzoek.

2. Samenvatting

Achtergrond

De Gemeenschappelijke Regeling MRDH is in 2015 ontstaan omdat de bestaande plusregio’s bij wet werden afgeschaft (Wet afschaffing plusregio’s). De 23 gemeenten binnen de regio’s Rotterdam en Haaglanden werken samen in de MRDH. De MRDH is op basis van het Besluit van 17 december 2014 tot wijziging van het Besluit personenvervoer 2000 en van enkele andere besluiten in verband met de Wet afschaffing plusregio’s per 1 januari 2015 aangewezen als

vervoersautoriteit.

Strekking van de controleverklaring

Onze controle van de jaarrekening heeft geleid tot een goedkeurende controleverklaring voor zowel de getrouwheid als de rechtmatigheid.

De standaardteksten voor controleverklaringen bestaan uit drie delen, te weten:

deel A: de verklaring bij de jaarrekening, deel B: onze mededeling bij het jaarverslag en de andere informatie en deel C: de beschrijving van verantwoordelijkheden van het Algemeen Bestuur voor de jaarrekening.

In deel B gaan we in op de zogeheten “andere informatie”. Dit betreft alle informatie, financieel en niet financieel, die naast de jaarrekening is opgenomen in de jaarstukken. Wij dienen na te gaan of sprake is van een consistentie tussen de andere informatie en de financiële overzichten. Uit ons onderzoek zijn geen inconsistenties van materiële betekenis gebleken.

Begroting nog deels voor projecten op kasstromen

De begroting 2018 was voor de subsidieprojecten nog niet geheel opgesteld volgens de uitgangspunten van het BBV, maar meer vanuit verwachte kasstromen voor projecten aan begunstigden. Bij de tussentijdse wijzigingen bij de

bestuursrapportages zijn daar niet volledig mutaties voor aangebracht. Uit de toelichtingen bij de programma’s zal dat naar voren komen.

Voor 2019 is de begroting wel volledig volgens de BBV-uitgangspunten opgesteld.

Bij de tussentijdse bestuursrapportages zal dit blijken. Van belang blijft dat ook bij

het verantwoorden van de realisatie dit uitgangspunt goed verankerd is in de interne beheersing. Dit zullen we bij de tussentijdse controle van 2019 betrekken.

Fonds BDU toegenomen belang planning en liquiditeitsprognose In 2018 en verder is zichtbaar dat het fonds BDU afneemt en in 2020 negatief wordt. In de jaren daarna loopt het saldo volgens de begroting 2020-2023 op naar

€ 26 miljoen positief. Dit impliceert dat de beschikbare middelen voor projecten afnemen (schaars worden) en financiële risico’s minder goed kunnen worden opgevangen. Een strakke planning en liquiditeitsprognose zijn daarmee van groter belang. Hierop heeft de MRDH beheersmaatregelen geïmplementeerd.

Bedrijfsvoering zichtbare vooruitgang

In 2018 heeft de MRDH belangrijke aspecten van de bedrijfsvoering waarover we de voorgaande jaren hebben gerapporteerd, grotendeels afgerond. Dit betreft het versterken van de interne beheersing rond het beheer van het

aandeelhouderschap RET/HTM, het opstellen van een liquiditeitsprognose en het verbeteren van de tussentijdse informatievoorziening over de operationele voortgang van gesubsidieerde projecten. Ook de organisatie van de financiële functie is versterkt.

De genoemde onderwerpen komen terug in de volgende paragrafen.

Totaalbeeld positief, diverse verbeteringen mogelijk

Ons algehele beeld is dat de MRDH haar financiële processen beheerst en dat de MRDH een volgende stap heeft gezet om de interne beheersing op een hoger kwaliteitsniveau te brengen. Hierbij is sprake van een aantal verbeterpunten die in dit rapport aan de orde zullen komen.

Tussentijds accountantsonderzoek (interim-controle) heeft in november 2018 plaatsgevonden waarover we in december 2018 een rapport hebben uitgebracht.

Niet alle verbeterpunten zijn gerealiseerd. Hieraan besteden we in dit rapport aandacht.

3. Financiële positie

In deze paragraaf besteden we aandacht aan de financiële positie van de MRDH, bestaande uit een analyse van het resultaat en de solvabiliteit, de liquiditeit en de ontwikkeling van de verkeer- en vervoersfondsen op de lange termijn. In de onderstaande grafiek is in hoofdlijnen de verdeling van de lasten over 2018, in totaal € 609 miljoen (voorgaand jaar € 910 miljoen) weergegeven. De afname is het gevolg van minder besteding op projecten. De projecten zijn veelal

jaaroverschrijdend waardoor de lasten over de jaren fluctueren en daarmee de verklaring zijn voor de daling ten opzichte van 2017.

De samenstelling van de baten en lasten is in hoofdlijnen als volgt:

Een belangrijk deel van de lasten betreft de concessies openbaar vervoer (€ 191 miljoen exclusief apparaatskosten), projecten (€ 308 miljoen) in het kader van verkeer en openbaar vervoer en netwetwerk openbaar vervoer. De concessies en projecten worden hoofdzakelijk op basis van het subsidieproces uitgevoerd.

De activiteiten voor Verkeer en Openbaar vervoer worden bekostigd uit de Brede Doel Uitkering (BDU) (€ 514 miljoen), bijdrage van het rijk voor de Rotterdamse Baan (€ 58 miljoen) en overige baten € 10 miljoen).

De bestedingen aan projecten voor het economisch vestigingsklimaat bedragen € 3 miljoen. Deze worden gefinancierd voor het economisch vestigingsklimaat uit de inwonerbijdrage (€ 4,6 miljoen) waarvan een deel bestemd is voor de apparaatskosten (excl. overhead);

Met de financiering van de OV-bedrijven is € 23 miljoen aan rente gemoeid (omvang financiering € 1,1 miljard), waarvan € 16 miljoen betaalde rente en € 7 miljoen renteopslag (voor marktconformiteit) dat aan de risicoreserve financieringen wordt toegevoegd. Deze kent een minimum van € 27 miljoen, wat nog niet is bereikt;

Nieuw dit jaar is het met ingang van 2018 vanuit de verslaggevingsregels BBV voorgeschreven overzicht Overhead met een bedrag van € 5,7 miljoen. De totale apparaatslasten bedragen circa € 11 miljoen.

De overhead bevat de apparaatskosten van de MRDH waaronder huisvesting, IT, personeelszaken, facilitair en leidinggevende

medewerkers met haar directe ondersteuning. De financiering hiervan vindt plaats uit het fonds BDU (€ 4,5 miljoen), de inwonersbijdrage economisch vestigingsklimaat € 1,2 miljoen).

8

Omvang lasten 2018 € 609 mln

Exploitatie OV Beleid

Het saldo van baten en lasten verschillen (€ 0,8 mln V) ten opzichte van de begroting nagenoeg nihil door verrekening met BDU

Bij de MRDH is sprake van drie programma’s en het overzicht Overhead met een saldo van baten en lasten voor bestemming van € 0,8 miljoen voordelig. Dit wordt voor € 0,6 miljoen veroorzaakt doordat bijdragen voor economisch

vestigingsklimaat zijn verstrekt aan gemeentelijke projecten die gedurende meerdere jaren worden uitgevoerd en nog moeten worden afgerekend. Hierdoor wordt bij de resultaatbestemming voorgesteld dit bedrag gedeeltelijk te reserveren voor 2019 en verder om die lopende verplichtingen af te wikkelen en daarnaast gestarte programma’s verder op te kunnen pakken. Voor het resterende deel van

€ 0,2 miljoen wordt voorgesteld dit toe te voegen aan het programmabudget economisch vestigingsklimaat begroting 2019.

De begroting 2018 was voor de subsidieprojecten nog niet geheel opgesteld volgens de uitgangspunten van het BBV, maar meer vanuit verwachte kasstromen voor projecten aan begunstigden. Uit de toelichtingen bij de programma’s komt dit naar voren. Vanwege de verrekeningen met de fondsen of te ontvangen subsidie is per saldo geen sprake van een resultaat, of van hogere lasten dan maximaal in subsidiebeschikkingen is opgenomen, maar hooguit is sprake van een verschuiving tussen de verantwoordingsjaren.

In de jaarrekening zijn de verschillen toereikend toegelicht.

Financiële kengetallen

In het BBV zijn vijf financiële kengetallen voorgeschreven die informatie geven over de financiële positie en daarmee vergelijking met andere vervoersregio’s mogelijk maakt. Sommige kengetallen, zoals belastingcapaciteit en

grondexploitaties zijn voor de MRDH niet relevant. Vanwege de aard van de financiering (bestedingen worden verrekend met de BDU) en de aard van de leningenportefeuille (voor financiering kapitaal van vervoersbedrijven) zeggen de andere kengetallen niet zoveel over de financiële positie.

Het begrip van de balans, de risico’s en de ontwikkeling van de BDU in relatie tot het meerjarig investeringsplan (IPVa) perspectief zijn van belang om de financiële positie van de MRDH te begrijpen.

Solvabiliteit beperkt, risico’s worden opgevangen door inzet beheersinstrumenten

De solvabiliteit geeft inzicht in de mate waarin de MRDH op termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. Het weerstandsvermogen is daarvoor een belangrijke indicator. De MRDH heeft ultimo 2018 een beschikbare weerstandscapaciteit van

€ 11 miljoen (2% van het totaal aan lasten van € 609 miljoen) dat is gericht op de niet BDU-gefinancierde taken omdat op de BDU-gefinancierde taken directe bijsturing (minder projecten) mogelijk is. In de Gemeenschappelijke regeling zijn geen specifieke bepalingen opgenomen om eventuele tekorten op te vangen.

Het risicoprofiel van de MRDH wordt in hoge mate beïnvloed door overname van de financiering van railvoertuigen en infrastructuur van de RET en HTM van respectievelijk de gemeente Rotterdam en Den Haag. Het behelst per 31 december 2018 een bedrag van € 1,1 miljard. De railvoertuigen en infrastructuur

vertegenwoordigen een boekwaarde van € 1,4 miljard en een (geschatte) economische waarde van circa € 905 miljoen. Deze voertuigen en infrastructuur dienen als zekerheidsstelling. Uit een extern verkregen advies en rekening houdend met een ondergrens gebaseerd op de maandelijkse

concessievergoedingen zou bij MRDH een risicobuffer van circa € 27 miljoen nodig zijn. Deze wordt momenteel opgebouwd met jaarlijks circa € 8 miljoen (renteopslag voor marktconformiteit) waardoor het nog ruim een jaar duurt voor de reserve op de gewenste hoogte is. Tevens heeft de MRDH andere instrumenten uit hoofde van haar rollen als opdrachtgever concessie en aandeelhouder RET-HTM om terugbetalingsrisico’s te mitigeren. De beoogde reserve is toereikend.

Ontwikkeling verkeer- en vervoersfondsen op korte termijn negatief saldo

Voor de BDU-taken heeft het Rijk voor 2018 circa € 684 miljoen (toekenning BDU) beschikbaar gesteld en de omvang van het fonds bedraagt ultimo 2018

€ 219 miljoen. Uit de (door het AB op 6 juli 2018 vastgestelde)

meerjarenbegroting 2019 – 2022 blijkt dat voor de komende jaren tijdelijk meer bestedingen worden gepland dan het BDU-budget toelaat. Het fonds laat daardoor een negatieve stand zien tot € 78 miljoen negatief in 2020 dat volgens de

meerjarenbegroting later wordt ingelopen.

Wat ook duidelijk zichtbaar is, is dat de financiële middelen van de MRDH fors afnemen en de ruimte van het jaarlijks beschikbare budget in beginsel niet meer is dan de jaarlijkse toekenning van de BDU. Ruimte om tegenvallers op te vangen kan dan door projecten te vertragen voor uitvoering. Planning en control van de projecten (inclusief de liquiditeitsprognoses) wordt daarmee belangrijker.

Het planningsoptimisme blijkt uit het verschil van de stand van het BDU eind 2018 ten opzichte van de begroting 2018: € 91 miljoen hoger saldo dan geraamd.

Het beperken van planningsoptimisme ofwel een goede planning (vanwege het afnemende fonds BDU) blijft onverkort een belangrijk aandachtspunt.

MRDH is maatregelen aan het implementeren om in meerjarig perspectief de bestuurlijke wensen, het planningsoptimisme, de budgettaire kaders (BDU), de overbesteding, de meerjarenbegroting en de (meerjarige) liquiditeitsprognose op elkaar af te stemmen. De complexiteit is groot waardoor volgens mededeling de analyse en implementatie van de verbeteringen een langere doorlooptijd kennen dan vooraf verwacht. Het is zaak dat dit traject in 2019 wordt afgerond. Bij onze tussentijdse controle zullen we over de voortgang rapporteren.

Liquiditeit dalende trend, liquiditeitsplanning projecten met ingang van 2019 beschikbaar

De liquiditeit van de MRDH is (nagenoeg volledig) benodigd voor de uitvoering van verkeers- en vervoersprojecten in het werkgebied van de MRDH. Deze middelen zijn niet vrij beschikbaar maar moeten binnen de kaders van de BDU verkeer & vervoer worden ingezet.

Een middellange termijn en lange termijn liquiditeitsplanning heeft MRDH inmiddels beschikbaar zodat dit verbeterpunt van de afgelopen jaren is opgelost.

Dit instrument is op tijd beschikbaar om de sturing op de steeds schaarser wordende liquide middelen vorm te geven.

Financiële instrumenten € 1,4 miljard (2017 € 1,2 miljard)

De MRDH heeft een aantal financiële instrumenten ter ondersteuning van haar activiteiten. De MRDH heeft geen derivaten in haar portfolio. Alle in 2018 uitgevoerde treasury-transacties voldoen aan zowel de wettelijke als de eigen treasurybepalingen. De MRDH kent de volgende instrumenten:

Voor de financiering van de RET en de HTM (€ 1,1 miljard) zijn in 2017 langlopende leningen overgenomen van de gemeente Rotterdam respectievelijk de gemeente Den Haag voor de financiering van

investeringen in rollend materieel en railinfrastructuur. Tegenover deze langlopende leningen aan de HTM en RET staan even grote opgenomen leningen van de BNG en Waterschapsbank met dezelfde looptijden, aflossingsschema’s en rentepercentages.

In 2018 is de belegging oorspronkelijk bedoeld voor het fonds voor de financiering van infrastructurele projecten (zogenaamde BOR-fonds), -200

R2015 R2016 R2017 B2018 R2018 B2019 B2020 B2021 B2022 B2023 Verloop Fonds BDU 2015-2023

saldo € 10 miljoen aangehouden. Deze belegging wordt in 2019 afgebouwd en deze afbouw voldoet aan de wet Fido en Ruddo.

Tevens is op basis van subsidieverplichtingen in 2016 een voorschot van

€ 65 miljoen verstrekt aan de gemeente Rotterdam voor een specifiek deelproject van het project Verlenging A13-A16 voordat de

gesubsidieerde activiteit daadwerkelijk is gestart.

De tijdelijk niet benodigde middelen zijn grotendeels gestort in de Rijks Schatkist (€223 miljoen) conform de regeling Schatkistbankieren.

4. Verbonden partijen RET en HTM:

MRDH heeft drie verschillende rollen

De MRDH heeft met betrekking tot de RET en HTM drie rollen te vervullen: als opdrachtgever voor het verlenen van de 10-jarige concessie (niveau 2017 jaarlijks circa € 330 miljoen, nog 8 jaar), als financier van het spoor en rollend materieel (€1,1 miljard), en als aandeelhouder (€ 1.001) met bijzondere rechten.

In vorige rapporten hebben we aandacht gevraagd voor de goede invulling van deze rollen om conflicterende belangen te beperken. Hiervoor heeft MRDH in 2018 een interne procedure ingesteld om dit risico op conflicterende belangen tegen te gaan. Het directieteam van de MRDH heeft ambtelijk de laatste stem als zich een conflicterende situatie voordoet. Deze procedure voldoet.

De subsidies van de jaarschijf 2017 voor de HTM en RET zijn nog niet vastgesteld.

Voor de HTM is dit het gevolg van een licht andere inrichting van de

verantwoordingsstukken ten opzichte van de concessie-aanvraag. Bij de RET is sprake van een inhoudelijk meningsverschil over een post van (jaarlijks) € 2,4 miljoen. Hierover loopt een bezwaarprocedure.

5. Interne beheersing

Bestedingsbegrip voor projecten: De processen van de MRDH bestaan hoofdzakelijk uit het subsidieproces, en daarnaast het inkoopproces en

salarisproces. Ons algehele beeld over de interne beheersing is dat de MRDH haar processen beheerst. De opmerkingen uit het accountantsrapport van voorgaand jaar en de managementletter van december 2018 zijn opgepakt. De stand van zaken is als volgt:

Niet betaalritme maar operationele voortgang van projecten bepalend

Voor de begroting en verantwoording van subsidies van projecten is

overeenkomstig het BBV de operationele voortgang van een project bepalend voor de verantwoording van de last in de programmarekening. De begroting 2018 heeft de MRDH hoofdzakelijk op het uitgangspunt van kasstromen ingericht. In de jaarrekening staan de projectbestedingen overeenkomstig het BBV.

De begroting 2019 is volgens verkregen informatie volgens de verwachte operationele voortgang opgesteld. Bij de tussentijdse bestuursrapportages zal de financiële voortgang van de grote projecten worden toegelicht. Dit leidt tot een toename van werkzaamheden voor de financiële functies van de MRDH.

Tussentijds moet meer informatie beschikbaar zijn over de operationele voortgang van projecten. Gemeenten spelen hierbij een belangrijke rol.

Voortgang van de overige verbeterpunten ligt op koers

Ten aanzien van de voortgang van de overige verbeterpunten ligt de MRDH op koers en is de stand van zaken als volgt:

Subsidieproces verlenen en vaststellen van BDU subsidies: processen worden afdoende beheerst. Verbeteringen liggen op het gebied van de aanscherping van de monitoring en het (tussentijds) afstemmen van verplichtingen in het subsidiesysteem en de financiële administratie. De MRDH heeft de doorontwikkeling (inrichten van projectadministratie) van het financiële systeem AFAS onderhanden.

Vennootschapsbelasting: Op 1 januari 2016 is de Wet Modernisering Vennootschaps-belastingplicht overheidsondernemingen ingegaan. Of de MRDH belastingplichtig is volgens deze wet wordt jaarlijks gemonitord door het Fiscaal Advies Team van de gemeente Den Haag.

Hieruit blijken geen risico’s naar voren te komen.

De beheersing van de geldstromen (circa € 65 miljoen) over de omzetbelasting (inclusief (BCF) is in het vierde kwartaal aangescherpt.

De MRDH wil op een hoger kwaliteitsniveau van beheersing komen.

6. Kwaliteit van de jaarrekening

De jaarstukken voldoen aan het BBV en bevatten veel informatie De jaarstukken van de MRDH zijn overeenkomstig het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) opgesteld. MRDH zal de jaarstukken inclusief

controleverklaring en accountantsrapport voor de wettelijke datum van 15 april 2019 aanbieden aan de deelnemende gemeenten. Het proces voor de

totstandkoming van de jaarrekening is dit jaar voorspoediger verlopen dan voorgaand jaar. De door MRDH getroffen maatregelen hebben effect getoond.

De kwaliteit van de jaarstukken en de toelichtingen in de jaarrekening 2018 zijn van voldoende niveau, maar de financiële toelichtingen kunnen aan kwaliteit winnen als meer vanuit het oogpunt van de gebruiker geschreven wordt. Zo ontbreekt bijvoorbeeld een totaaloverzicht van de voortgang van de grote projecten (o.a. Rotterdamse Baan, Hoekse Lijn, Bleizo, Netwerk Randstad Rail).

7. Rechtmatigheid

Rechtmatigheid op orde, verbeterpunten zijn transparant toegelicht Bij onze controle hebben we de financiële rechtmatigheid betrokken. Voor de MRDH heeft dit betrekking op de begrotingsrechtmatigheid, de Financiële verordening, het Treasurystatuut, personele regelingen en de relevante

rijksregelgeving (BDU-verkeer & vervoer, en Regionale mobiliteitsfondsen). Uit ons onderzoek blijken de volgende bijzonderheden ten aanzien van financiële en niet-financiële rechtmatigheid:

De interne financiële regelgeving waaronder de Financiële verordening en het Treasury statuut is voor wat betreft de liquiditeitsprognose niet nageleefd (zie ook jaarrekening hoofdstuk 3.1.2 onderdeel

Rechtmatigheid). De verwachting is dat de beheersmaatregelen in het eerste halfjaar van 2019 geïmplementeerd worden .

Voor het naleven van Europese aanbestedingsregels zijn enkele

onrechtmatigheden gebleken tot een bedrag van € 1,1 miljoen. Het betrof incidentele aangelegenheden waaronder de inzet van externen op projecten waarvan op inhoudelijke gronden de keuze is gemaakt niet opnieuw aan te besteden om de continuïteit van de kennis voor dat project te borgen.

De regels voor de Wet Normering Topinkomens (WNT) zijn door de

De regels voor de Wet Normering Topinkomens (WNT) zijn door de

In document Metropoolregio Rotterdam Den Haag (pagina 110-128)