• No results found

De toelatingsprocedure in stappen

De maatregelen, procedures en het tijdpad staan in de jaarlijks geactualiseerde transitiekalender PO-VO, die als bijlage is toegevoegd.

1. Het bestuur van elke VO school stelt jaarlijks voor 15 oktober het toelatingsbeleid vast en plaatst het uiterlijk op die datum op de website van de school. Voor de scholen in Groningen/Haren geldt dat zij dienen te vermelden wat de maximum capaciteit is en hoe er in voorkomend geval wordt omgegaan met loten. Voor meer informatie over de lotingsprocedure verwijzen we naar paragraaf 7.

2. De PO-scholen stellen voor 1 maart de schooladviezen vast en nemen deze op in het

leerlingenadministratiesysteem (LAS). Hierna heeft het PO twee weken de tijd om de adviezen uit te wisselen met BRON.

3. De uiterlijke datum voor aanmelding is 15 maart. VO scholen hanteren geen volgorde van binnenkomst van de aanmeldingen tot en met 15 maart.

4. De ouder levert uiterlijk 15 maart het aanmeldingsformulier in bij een VO school naar eigen keuze. Op dit aanmeldingsformulier geeft de ouder de 1ste en 2de voorkeur aan voor toelating en plaatsing op een VO-school. Het aangeven van een 2de keuze is overigens geen verplichting.

5. Indien een leerling, i.v.m. verhuizing vanuit een andere regio, is aangewezen op een VO school in onze regio en daardoor na 15 maart of in het lopende schooljaar wordt aangemeld bij een school, dan stelt het bevoegd gezag een plaats beschikbaar mits de leerling aan de (aanvullende) toelatingsvoorwaarden voldoet (zie ook paragraaf 5).

2Inclusief de gemeente Noordenveld.

3Dit ter vervanging van het Onderwijskundig Rapport (OKR).

6. Het advies over de onderwijssoort, gegeven door het PO op basis van het advies van de school met onderbouwing van de Plaatsingswijzer, is bindend voor toelating en plaatsing4 op een VO school (vestiging) en onderwijssoort. De Plaatsingswijzer wordt gebruikt als hulpmiddel.

De integrale onderbouwing van het advies wordt in de Plaatsingswijzer zelf beschreven, onder het kopje ‘onderbouwing’.

Als het in het belang van de leerling is, kan een dubbel advies gegeven worden (bijv. havo/vwo). In dat geval heeft de VO school de (wettelijke) ruimte om te bepalen op welk niveau de leerling geplaatst wordt. De Plaatsingswijzer5 wordt als bijlage toegevoegd binnen de Overstap Service Onderwijs.

7. De eindtoets6 is een controletoets nadat het advies door de PO school is gegeven in het overdrachtsdossier7.

Is er later sprake van een discrepantie van één schoolniveau tussen het advies van de PO school en de normen horend bij de eindtoets, dan moet het PO verplicht heroverwegen8. Heroverwegen hoeft niet als de eindtoets het advies ‘Praktijkonderwijs/VMBO basis’ aangeeft. Het PO neemt hierin het initiatief, waarbij ook ouders en het VO direct worden betrokken. Overigens wordt het schooladvies alleen heroverwogen en - indien nodig aangepast - als de leerling de toets beter maakt dan verwacht, niet als de leerling de toets slechter maakt dan verwacht. In dat laatste geval blijft het eerder afgegeven schooladvies leidend.9

Het PO is niet verplicht het advies op te hogen, heroverweging kan ook leiden tot het vasthouden aan het oorspronkelijke advies.

8. Op 1 juni moeten de heroverwegingen op basis van de afgenomen eindtoets zijn afgerond. Indien bijstelling van het advies naar boven plaatsvindt, wordt dit door het PO onderbouwd en via OSO aan de VO school doorgegeven, inclusief het advies op basis van de eindtoets.

PO scholen zetten na 1 juni de resultaten van de eindtoets van alle leerlingen via OSO klaar voor de VO-scholen van 1ste voorkeur (en dus niet alleen in het geval van uitloting of een herzien advies).

9. De toelatingscommissie van een VO school neemt een toelatings- en plaatsingsbesluit op grond van een door een PO school volledig en juist ingevuld overdrachtsdossier,met daarin opgenomen het integraal onderbouwde plaatsingsadvies (o.a. met behulp van de Plaatsingswijzer).

4 Onderzoek laat zien dat het schooladvies een betere voorspeller is van schoolsucces in het VO dan de resultaten op (cognitieve) toetsen.

5Van de Plaatsingswijzer wordt ook het niveau eronder en erboven meegestuurd.

6Basisscholen kunnen een keuze maken uit vijf verschillende eindtoetsen: de Centrale Eindtoets van het College voor Toetsen en Examens, de IEP Eindtoets van Bureau ICE, ROUTE 8 van A-VISION, de Dia-eindtoets van Diataal bv en de AMN Eindtoets van AMN. Eindtoetsen bevatten vanaf 2018 een gezamenlijke set ankeropgaven. Deze set stelt de toetsaanbieders in staat om hun eindtoets op een eenduidige manier te normeren, ook over de jaren heen. In de ontheffingsgronden is recent opgenomen leerlingen met een IQ lager dan 75 de eindtoets niet hoeven te maken (dit was IQ 70).

Conform de Wet Eindtoetsing PO is het afnemen van de eindtoets ook verplicht voor leerlingen in het speciaal

onderwijs (so) en speciaal basisonderwijs (sbo). De verplichting betekent dat er voor de leerlingen die vanuit het s(b)o instromen in het vo of de diplomagerichte stroom in het vso, een tweede onafhankelijk gegeven beschikbaar is naast het schooladvies. Voor zeer moeilijk lerende leerlingen, meervoudig gehandicapte leerlingen en leerlingen die vier jaar of korter in Nederland zijn, kan het bevoegd gezag van de school ontheffing verlenen.

7Wat exact onderdeel kan uitmaken van het overdrachtsdossier is vastgelegd in paragraaf 3 van deze notitie. Voor de volledige informatie zie de handreiking voor het PO (versie mei 2020):

https://www.swv-vo2001.nl/custom/uploads/2020/06/Handreiking-PO-VO-betreffende-ondersteuning-in-het-VO-mei-2020.pdf

8Vanaf 2017/2018 bevatten de eindtoetsen de adviescategorie ‘Praktijkonderwijs/VMBO Basis’. Dit advies is het laagste advies dat de eindtoets geeft; om die reden geldt de verplichte heroverweging in dit geval niet.

9 Leerlingen die geplaatst zijn o.b.v. een hogere score op de eindtoets, zullen in geval van afstroom niet meetellen voor het onderbouwrendement (Inspectie). Het naar boven bijgestelde advies wordt tevens vastgelegd in BRON. Het herziene advies dient binnen twee weken met BRON te worden uitgewisseld. Het is van belang het oorspronkelijke advies niet te overschrijven: het herziene advies wordt in een extra veld in het LAS opgenomen. Het oorspronkelijke advies blijft hiermee bestaan en is voor de onderwijsinspectie de basis voor de berekening van het rendement.

10. De scholen maken gebruik van de Overstapservice Onderwijs (OSO)10, waarmee de PO school NAW- en leer- & begeleidingsgegevens van leerlingen via een beveiligde verbinding digitaal overdraagt aan de betreffende VO school. De PO school bespreekt het volledige overdrachtsdossier met ouders.

11. Als de ouders inzage hebben gehad in het dossier en de kans hebben gehad om eventueel opmerkingen te maken, kan de PO school het dossier klaar zetten voor de nieuwe school. Zodra een leerling als 1ste keuze is aangemeld, kan de nieuwe school het overstapdossier opvragen bij de huidige school.

Alle scholen in de provincie Groningen gebruiken voor de overdracht van gegevens het systeem OSO. Op de site van OSO zijn handelingswijzers/stappenplannen voor verschillende volgsystemen beschikbaar 11. 12. De PO en VO scholen zetten onderling maximaal in op warme overdracht van leerlingen, in elk geval

voor alle leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte. Voor leerlingen met een aanvullende ondersteuningsbehoefte wordt ook het A4-tje in OSO ingevuld (zie ook paragraaf 3, punt 2e).

13. De Wet eindtoetsing PO verbiedt aanvullend onderzoek naar het niveau van de leerling na het gegeven advies. VO scholen mogen geen toelatingsexamen of psychologisch onderzoek eisen voor toelating (ook IQ-testen12 kunnen niet worden gebruikt als tweede gegeven). De VO school kan een intelligentietest alleen afnemen nadat het besluit tot toelating en plaatsing is genomen.13

Het niveau van de leerling blijkt uit het schooladvies. Onderzoek naar de ondersteuningsbehoefte van de leerling is wel toegestaan. Die bevoegdheid is met de invoering van de Wet Passend Onderwijs opgenomen in artikel 27 lid 2b WVO.

14. Het besluit tot toelating vindt op de VO scholen plaats binnen zes weken14 vanaf 15 maart met als voorwaarde dat:

a. het volledig en naar waarheid ingevulde aanmeldingsformulier is ontvangen;

b. het volledige en juist ingevulde dossier uiterlijk 15 maart is ontvangen via OSO.

De definitieve plaatsing in een groep/stroom vindt plaats na het afronden van de heroverwegingen.

Binnen de periode van zes weken15 valt:

a. het opvragen van eventueel aanvullende informatie bij het PO om de extra ondersteuningsbehoefte in kaart te brengen;

b. een intakegesprek met ouder en leerling bij de toelating en plaatsing met een indicatie voor extra ondersteuning in het VO of een TLV PrO. Advies is deze aanmeldingen ruim voor 15 maart te laten plaatsvinden opdat eventueel aanvullend onderzoek en de noodzakelijke gesprekken tijdig kunnen plaatsvinden.

10OSO werkt van 1 augustus t/m 31 juli van het volgende jaar. Daarna komt er een nieuwe versie en die is ook weer bruikbaar t/m 31 juli. Hier moet in de overgang rekening mee gehouden worden. Een dossier klaargezet voor 1 augustus kan na 1 augustus dus niet binnengehaald worden.

11Op http://www.overstapserviceonderwijs.nl/gebruik-oso/videos-opvragen-of-klaarzetten-van-overstapdossiers/ zijn instructievideo’s beschikbaar van het opvragen of klaarzetten van dossiers in SOM, Magister, Esis of Parnassys.

12Voor het Praktijkonderwijs gelden op dit moment landelijke criteria, waarbij een IQ-gegeven verplicht is. Zie hiervoor de ‘Regeling screenings- en testinstrumenten lwoo en pro’ die elk schooljaar opnieuw wordt vastgesteld.

13In de volgende situaties mag de VO school in het kader van de toelating wél zelf toetsen:

• Er is voor de leerling geen schooladvies opgesteld en/of de leerling heeft geen eindtoets gemaakt, bijvoorbeeld omdat hij van een particuliere school of uit het buitenland komt.

• Scholen met een bijzonder profiel (dat specifieke kennis en vaardigheden vereist) mogen, voorafgaand aan de toelating, de profielspecifieke kennis en vaardigheden van leerlingen toetsen. Zo mogen bijvoorbeeld

tweetalige scholen of Topsport Talentscholen de Engelse taalvaardigheid of de sportprestaties van leerlingen toetsen. De school mag niet toetsen of de leerling geschikt is voor een bepaald onderwijsniveau (dat staat al in het schooladvies), maar alleen of de leerling de vaardigheden beheerst die zijn gerelateerd aan het profiel.

14De school kan de termijn van 6 weken éénmalig met 4 weken verlengen (totaal 10 weken), bijv. als de onderzoeksplicht nog niet volledig is afgerond.

15Vanuit het Ministerie van OCW is aangegeven dat de periode van 6 weken incl. vakantie is.

15. De ouder ontvangt van de VO school schriftelijk (digitaal) het (voorlopige) toelatings- en plaatsingsbesluit.

Een schematisch overzicht van een aanmelding bij een reguliere VO school in relatie tot zorgplicht is te vinden via: https://www.vanponaarvo.nl/wp-content/uploads/2014/10/Stroomschema-zorgplicht-aanmelding-reguliere-vo-school-PDF-122-KB.pdf

3. Wat zit er in het overstapdossier

16

van PO naar VO?

Uiterlijk 15 maart en zo mogelijk eerder wordt via OSO overgedragen:

1. De NAW gegevens17.

2. Het overdrachtsdossier vanuit het eigen leerling-administratiesysteem (LAS) met daarin

a. het advies18 (PrO – BB – KB – GL/TL/MAVO – HAVO – VWO); voor het advies PrO worden de landelijke criteria gebruikt. Het advies wordt integraal onderbouwd in de Plaatsingswijzer zelf, onder het kopje ‘onderbouwing’;

b. een lijst m.b.t. de sociaal-emotionele ontwikkeling vanuit het schooleigen lvs;

c. bij voorkeur: de leerrendementen;

d. indien nodig: advies over ondersteuning in het VO en op welk gebied19;

e. indien nodig: een beschrijving van de ondersteuningsbehoefte middels de bijlage in OSO:

https://www.overstapserviceonderwijs.nl/app/uploads/2018/09/Bijlage-Toelichting-onderwijsbehoeften_06.pdf

3. De Plaatsingswijzer20 als bijlage via OSO. In de Plaatsingswijzer worden de vaardigheidsscores ingevoerd, samen met de gehanteerde toetsen. Voor het vaststellen van de leerrendementen worden de signaleringslijsten van de Plaatsingswijzer gebruikt.

4. Bij een PrO advies is de IQ bepaling verplicht. Het onderzoeksrapport wordt als bijlage via OSO meegezonden. In de Ommelanden verzorgt het VO de test. In de stad Groningen wordt de test uitgevoerd door de PO scholen21.

5. Indien aanwezig en relevant kunnen IQ gegevens voor de overige leerlingen die overgaan naar het VO via OSO worden aangeleverd.

6. Relevante verslagen van diagnostiek en begeleiding/behandeling (zoals bijv. dyslexie, dyscalculie) worden als bijlage via OSO verzonden.

7. Overige, door het PO te beoordelen, relevante informatie22 als bijlage (indien aanwezig). Indien de leerling in het PO ondersteuning heeft ontvangen die in een OPP, handelingsplan of eigen leerlijn is beschreven, wordt deze via OSO meegezonden als bijlage.

16T.b.v. de toelaatbaarheidsverklaring sbo/so/vso is in de bijlage opgenomen welke eisen er aan het dossier worden gesteld.

17Er wordt vanuit gegaan dat de scholen zorgvuldig afwegen waar in de overdracht toestemming voor nodig is van ouders gezien de nieuwe privacywetgeving (AVG).

18Het advies over de onderwijssoort is bindend voor toelating en plaatsing op een VO school (vestiging). Als het in het belang van de leerling is, kan een dubbel advies gegeven worden (bv havo/vwo). In dat geval heeft de VO school de (wettelijke) ruimte om te bepalen op welk niveau de leerling geplaatst wordt.

19Er wordt een integrale onderbouwing aangeleverd voor bespreek- & disharmonische profielen, fysiek/medische problematiek en leerlingen die vanuit de Plaatsingswijzer op basis van de signaleringslijsten binnen de criteria vallen voor PrO of ondersteuning op leerrendement (voormalig LWOO).

20Zie de website van de Plaatsingswijzer voor de meest actuele versie: http://plaatsingswijzer.nl

21Binnen de subregio Stad/Haren is hiervoor een vergoedingsregeling tussen PO en VO vastgesteld.

22Bij voorkeur ontvangt de VO school een uitdraai van het LVS vanaf groep 3 met daarin de niet-methode gebonden toetsen (met nummer, DL/DLE/LR/LA).

4. Procedure in geval van bijzonderheden

23

1. Het advies van PO is bindend, het VO heeft vervolgens zorgplicht24. Het VO doet binnen zes (+ vier) weken onderzoek naar de ondersteuningsbehoefte van de leerling. Als dit onderzoek oplevert dat de school niet kan voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van de leerling (gerelateerd aan het eigen schoolondersteuningsprofiel), dan is het zaak het gesprek aan te gaan met de betrokken basisschool én de ouders van de leerling. Het is aan te bevelen de onderzoeksresultaten goed te betrekken in dit gesprek.

Daarnaast kan het zijn dat het PO als onderwijssoort vmbo heeft geadviseerd, maar dat het VO op basis van het onderzoek naar de ondersteuningsbehoefte tot de conclusie komt dat het een leerling is die in aanmerking komt voor het VSO. Het advies is dan op onderwijssoort wel bindend (nl.

vmbo), echter de setting is binnen het VSO.

2. In deze gevallen neemt de VO school binnen tien werkdagen het initiatief tot een Meer Partijen Overleg (MPO). Het MPO betreft een overleg over het pedagogisch/didactisch niveau en/of het sociaal-emotioneel functioneren van de leerling. Bij dit overleg zijn in ieder geval betrokken:

• de school in het VO waar de leerling is aangemeld;

• scholen in het VO (inclusief evt. VSO) waar de leerling voor in aanmerking komt volgens de school waar de leerling is aangemeld;

• de school van herkomst;

• indien gewenst een intern onafhankelijke deskundige (ECT’er) vanuit het samenwerkingsverband VO;

• er wordt sterk aanbevolen de ouder in het MPO te horen.

Het MPO heeft als doel dat een gezamenlijk besluit wordt genomen over het schooltype waarvoor de leerling in aanmerking komt. Het uiteindelijke besluit vanuit het MPO wordt als bindend advies aan de ouder voorgelegd. Met het bindend advies kan de ouder de leerling daarna aanmelden bij een school binnen het samenwerkingsverband, passend bij het advies.

De VO-school screent of de ouder aanmeldt bij een onderwijssoort in het VO die overeenkomt met het advies van het PO. De VO neemt contact op met de ouder indien advies PO voor de

onderwijssoort afwijkt van de aanmelding. Het lager plaatsen van een leerling kan alleen op verzoek van ouders en leerling.

3. Is er later sprake van een discrepantie van één schoolniveau tussen het advies van de PO school en de normen horend bij de eindtoets, dan moet het PO verplicht heroverwegen. Heroverwegen hoeft niet als de eindtoets het advies ‘Praktijkonderwijs/VMBO basis’ aangeeft. Het PO neemt voor de heroverweging het initiatief en betrekt ook ouders en het VO hierbij. Overigens wordt het schooladvies alleen heroverwogen als de leerling de toets beter maakt dan verwacht, niet als de leerling de toets slechter maakt dan verwacht. In dat laatste geval blijft het eerdere schooladvies leidend. Het PO is niet verplicht het advies op te hogen, heroverweging kan ook leiden tot het vasthouden aan het oorspronkelijke advies. Als na heroverweging ophoging van het PO-advies volgt, wordt het overdrachtsdossier opnieuw voor de (nieuwe25) VO school in OSO klaargezet. Sowieso zetten PO-scholen na 1 juni de resultaten van de eindtoets van alle leerlingen via OSO klaar voor de VO-scholen van 1ste voorkeur (en dus niet alleen in het geval van uitloting of een herzien advies).

5. Aanvullende toelatingsvoorwaarden

23Er is per SWV een meldpunt om een signaal af te geven in die situaties waarin partijen zich niet aan de afspraken houden in het vastgelegde toelatingsbeleid en ze er samen niet uitkomen. Hierbij nemen in eerste instantie de scholen onderling contact op om de kwestie te bespreken. Biedt dit geen oplossing, dan is voor het PO in de Stad Bieny Bolt (B.Bolt[at]vcog.nl) beschikbaar, voor het VO in de Stad is dit Erik de Graaf (e.de.graaf[at]SWV-vo2001.nl). Voor het VO in de Ommelanden is dit Esther Flap (e.flap[at]passendonderwijsgroningen.nl) voor het PO in de Ommelanden is dit Roel Weener (roel[at]wkonderwijsadvies.nl). Deze contactpersonen vervullen de rol van intermediair.

24Over de relatie tussen bindend advies, zorgplicht en het inrichtingsbesluit zijn we met OCW in gesprek.

25Het kan zijn dat ophoging leidt tot het zoeken van een nieuwe VO school als die school, c.q. dat bestuur, de betreffende (opgehoogde) onderwijssoort niet biedt of geen plaatsruimte (meer) heeft.

1. Maximum aantal leerlingen en identiteit

Er zijn meerdere VO scholen die aanpassingen in de procedure tot toelating en plaatsing hanteren i.v.m.

een maximum aan het aantal te plaatsen leerlingen en/of de identiteit van de school.

De betreffende school geeft dit zelf expliciet aan in de toelatingsvoorwaarden die door de school zelf worden geformuleerd in het schooleigen toelatingsbeleid. Als het maximum aantal leerlingen niet wordt bereikt, wordt er niet geloot.

2. Leerlingen met beperkingen

De VO scholen beschrijven in hun ondersteuningsprofiel de criteria om leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte wel of niet toe te laten. Zie het onderdeel ‘zorgplicht’.

6. Procedure niet samenwerkende ouder

Indien de ouder naar mening van de PO en/of VO school, na pogingen tot overleg, aantoonbaar niet samenwerkt in het proces tot toelating en plaatsing gaat de school over tot melding bij leerplicht.

7. Procedure m.b.t. loten

Als er meer aanmeldingen zijn dan beschikbare plaatsen, komt het voor dat scholen moeten loten als het gaat om de toelating en plaatsing van leerlingen. Deze paragraaf is alleen van toepassing op de VO-scholen in de regio Stad.

1. Uiterlijk 15 oktober hebben scholen de procedures rondom aanmelding op de site staan. Daarin staat o.a. vermeld wat de maximum capaciteit is en hoe er in voorkomend geval wordt omgegaan met loten.

2. In het aanmeldformulier van de VO school geeft de ouder naar waarheid de 1ste en 2de voorkeur aan.

3. Scholen formuleren hun eigen voorrangsregeling m.b.t. de loting (voorbeelden hiervan zijn broertje/zusje, school van herkomst / kinderen van personeel). Loten is een integraal onderdeel van het toelatingsbeleid van de school.

4. De scholen behandelen uitsluitend de aanmeldingen met een enkele 1e of 2e keuze.

NB: De leerling loot mee met het aanmeldformulier, dus ook als de relevante informatie van de PO school nog niet is ontvangen26.

5. Loten geschiedt indien nodig getrapt met 1e keuzes en 2e keuzes apart.

6. De scholen investeren tijdig in vooronderzoek bij de aangemelde leerlingen. Het vooronderzoek (middels een aangeleverd overdrachtsdossier via OSO dan wel via ‘warme overdracht’) leidt tot een screening op toelaatbaarheid.27

7. Indien voor de loting duidelijk is dat de leerling op grond van het vooronderzoek niet toelaatbaar is tot de onderwijssoort waarvoor de aanmelding is gedaan, dan doet de leerling niet mee in de loting. De school neemt hierover contact op met de ouders. Zij kunnen dan nog tijdig de leerling aanmelden bij een andere school of voor een andere onderwijssoort binnen dezelfde school.

8. Op 24 maart 2022 wordt er geloot. De loting vindt plaats door een notaris. De scholen zijn vrij in

8. Op 24 maart 2022 wordt er geloot. De loting vindt plaats door een notaris. De scholen zijn vrij in