5 Conclusies en aanbevelingen
5.3 Toekomstig onderzoek
Naast de hierboven voorgestelde aanbevelingen, verdienen de volgende punten aandacht voor
toekomstig onderzoek.
In dit onderzoek lag de focus op de afdeling Inpak. Dit is echter, maar één deel van de fabriek. Ook
voor de overige afdelingen - Fabricatie, Technische Dienst, Logistiek en de ondersteunende diensten
– kan een dergelijk onderzoek worden uitgevoerd.
Wat betreft de werknemers lag de focus op de arbeiders. Hiernaast kan een soortgelijk onderzoek
worden uitgevoerd voor de bedienden. Het zal hierbij gaan om het meten van algemene
competenties in tegenstelling tot technische competenties.
Het meten van (technische) competenties maakt deel uit van een groter geheel, namelijk een
competentiemanagementmodel. Een dergelijk model is zeer waarschijnlijk niet toepasbaar op de
arbeiders in de fabriek, maar wel op de bedienden. Bij een competentiemanagementmodel moet
gedacht worden aan een model waarbij op tactisch en operationeel niveau naast competentiemeting
ook recruitment, taken (gewenste resultaten ÅÆ gewenste competenties), prestatiemanagement,
ontwikkelingsmanagement, beloning en loopbaanplanning een rol spelen.
Het is gebleken dat de huidige beschikbare theorieën wat betreft het meten van technische
competenties niet toereikend zijn. Er is veel bekend over het meten van algemene competenties,
maar niet over het meten van specifieke technische competenties. Dit is een gebied dat nog goed
verkend en onderzocht dient te worden.
Referenties
Adviescommissie Onderwijs-Arbeidsmarkt (ACOA) (1999). Een wending naar kerncompetenties. De
betekenis van kerncompetenties voor de versterking van de kwalificatiestructuur secundair
beroepsonderwijs. ‘s-Hertogenbosch: ACOA.
Alstein, T. (2007). 360° Feedback, 12 maart 2007.
<www.menscentraal.nl/360_graden_feedback.html>
Baisier, L., Lebon, L. & Van Mol, C. (2006). Informatiedossier: Competentiebehoeften en opleiding in de
voedingsnijverheid. Een kwalitatieve verkenning in enkele subsectoren. Brussel: SERV/STV-Innovatie &
Arbeid, i.s.m. IPV-Initiatieven voor Professionele Vorming van de Voedingsnijverheid.
<www.ipv.be/media/docs/1006.pdf>
Bunk, G.P. (1994). Competentie-ontwikkeling in de Duitse beroepsopleidingen. Beroepsopleiding, editie
1, p. 8-15.
De la Parra, B., Slotman, R., Tillema, H. & Spannenburg, T. (2000). Managen van competenties in
organisaties (Competentiegericht leren en werken deel 3). Utrecht: LEMMA.
Dodion, A. (2008). Interview met Agna Dodion, HR manager Operations LU, gehouden op 15 juli
2008.
FGI (2009). 360° Professional Development Questionnaire.
<http://fgispirit.org/pdq.htm>
Kluwer (2006). HRM Basisboek 2006 HRM in perspectief. Mechelen: Kluwer.
Mansfield, B. & Mitchell, L. (1996). Towards a competent workforce. London: Gower Press.
Maylett, T. & Riboldi, J. (2007). Using 360°feedback to predict performance. T and D, jaargang 61,
editie 9, september 2007, p. 48-52+6.
Moorthy, K., Munz, Y., Sarjer, S.K. & Darzi, A. (2003). Objective assessment of technical skills in
surgery. British Medical Journal, editie 327, november 2003, p. 1032-1037.
Adviesbureau voor Organisatie Bestuur Management & Personeel (OBMP) (2009). Assessment
center methode.
<www.obmp.nl/Documenten/OBMP_ACM.pdf>
Onderwijsraad (2002). Competenties: van complicatie tot compromis, over schuifjes en begrenzers. Den
Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Resoc Kempen (2007). NAPOLEON revised, Transnational Conference. Certificates of Experience for
supervisors of extramural child care. Turnhout.
<http://www.resockempen.be/uploads/NAPCONDAG1_kinderopvang.pdf>
Saville, P, Holdsworth, R., Nyfield, G. Cramp, L. & Mabey, W. (1984). The Occupational Personality
Questionnaires (OPC). London: Savile & Holdsworth (UK) ltd.
Spencer, L.M., & Spencer, S.M. (1993). Competence at work. Models for superior performance. New
York: Wiley & Sons.
Thijssen, J.G.L. (2001). Competentie-ontwikkeling voor het arbeidsleven. Inleiding ten behoeve van de
Onderwijsraad. Den Haag: Onderwijsraad.
Van Beirendonck, L. (2004). Iedereen competent: Handleiding voor competentiemanagement.
Leuven: Lannoo Campus.
Van den Broek, L.C.A.H. (2004). Vormgeven aan competentiemanagement. Alphen aan den Rijn:
Kluwer.
Verckens, J. (1992). Communicatie: definitie, theorie, modellen. Intern/extern: het integreren van
communicatie in bedrijven, organisaties en instellingen, vol.3, pp. 1-12. Antwerpen: Kluwer.
Vermetten, Y., Daniëls, J. & Ruijs L. (2004). Inzet van Assessment: Waarom, wat, hoe, wanneer en door
wie? Beslismodel voor een beargumenteerde keuze van assessmentvormen in onderwijs en opleiding.
Heerlen: Open Universiteit Nederland, Onderwijstechnologisch expertisecentrum (OTEC).
<dspace.learningnetworks.org/retrieve/257/Inzet+van+Assessment.pdf>
Bijlagen
A Begrippen en afkortingen
Begrip/afkorting Definitie
AK Administratieve Kode (shiftcode voor een shift operatoren)
arbeider fabrieksmedewerker
bediende kantoormedewerker / medewerker in de fabriek die geen handenarbeid
verricht (zowel leidinggevend als administratief)
CO coördinator (administratieve bediende in de fabriek)
competentiematrix overzicht in matrixvorm waarin de koppeling tussen werknemers en hun
competenties zichtbaar is
dubbelstaan on the job training
fiche dubbelstaan formulier dat dient ter opvolging van het opleidingstraject
operator fabrieksmedewerker
opvolgen (een ontwikkeling, een behandeling, werkzaamheden) volgen en toezien op
de kwaliteit, het effect, de voortgang ervan
3SMI Shift Manager Inpak (leidinggevende bediende in de fabriek)
Time/400 geïntegreerd informatiesysteem voor AS/400-systemen. Time/400 vormt de
basis voor het efficiënte en effectieve tijdsregistratie ongeacht de sector of
omgeving waarin het pakket wordt gebruikt. Time/400 heeft ook diverse
links met pakketten inclusief pakketten voor loon- en financieel beleid.
43 Definitie uit het Van Dale onlinewoordenboek Nederlands.
(www.vandale.nl/vandale/opzoeken/woordenboek/?zoekwoord=opvolgen)
B Bedrijfsbeschrijving LU Benelux
De naam LU is samengesteld uit de beginletters van de Franse namen
Lefèvre en Utile, het Franse echtpaar dat tot 1887 koekjes van het merk LU verkocht.
LU’s visie is om in 2008 de inspirerende trendsetter en de groeiende onbetwiste marktleider te zijn
voor koekjes en graansnacks. Dagelijks plezier en gezondheid is LU’s handelsmerk.
LU’s missie is om elke dag opnieuw onovertroffen en constante kwaliteit te leveren tegen een
competitieve prijs. Het bedrijf lanceert innovaties waardoor het voorblijft op de concurrentie en
productcategorieën creëert en een nieuwe vorm geeft. LU heeft als doel in hun segmenten de
referentie te zijn op het vlak van gezonde voeding.
Daarbij komen zij tegemoet aan de wensen van de consumenten inzake gezondheid en eetplezier. LU
creëert een open en inspirerende ondernemingscultuur, waarin ieders talent tot zijn recht komt. Er
wordt belang gehecht aan passie, pragmatisme en teamspirit. LU wil op drastische wijze de kosten
beperken en de doelmatigheid verhogen, teneinde zo hun groei te stimuleren. Zij willen van
Herentals het toonbeeld maken inzake productiviteit voor hun basisproducten.
Om inzicht te krijgen in de geschiedenis van LU, volgt nu een kort overzicht van de ontwikkelingen
van LU:
De oprichters van LU zijn Edward De Beukelaer en Eduard Parein. Zij begonnen respectievelijk in 1870
en 1895 een biscuitfabriek in Antwerpen
In 1960 verplaatsen de werkzaamheden van De Beukelaer naar Herentals en in 1963 die van Parein
naar Beveren-Waas.
Praktisch van het ogenblik dat de bedrijven De Beukelaer en Parein bestonden, waren er bepaalde
vormen van samenwerking. Op 30 juni 1965 fuseren de bedrijven tot General Biscuit Company.
Vanaf 1904 werden er in Nederland vier biscuitfabrieken gebouwd, namelijk in Dordrecht,
Roosendaal, Schoonebeek en Ossendrecht. Deze fabrieken fuseren op 1 december 1979 en vormen zo
General Biscuits Nederland.
Vanaf 1986 is LU General Biscuits onderdeel van BSN, wat sinds juni 1994 Danone heet.
Na de aankondiging in 2001 van een herstructureringsproject voor de Pôle Biscuits van de Groep
Danone, volgt de laatste productiedag in de fabriek van Dordrecht op 29 april 2002 en in de fabriek
van Beveren-Waas op 19 september 2003. De productie wordt geconcentreerd in Herentals. Hiermee
wordt de fabriek in Herentals de grootste biscuitfabriek ter wereld.
In 2006 heeft LU Benelux 1300 medewerkers, is nummer 1 op de markt in België en Nederland voor
biscuits en graansnacks. De groep Danone bekleedt de tweede plaats wereldwijd voor diezelfde
markt. In Herentals worden jaarlijks op zeventien productielijnen ongeveer 85.000 ton koekjes
gemaakt, waardoor deze fabriek de grootste biscuitfabriek ter wereld is. De netto omzet is ongeveer
400 miljoen euro.
In november 2007 rondt Kraft de overname van de wereldwijde biscuitactiviteiten van de Groep
Danone af.
C Fabrieksbeschrijving LU Herentals
De koekjesfabriek in Herentals is LU’s grootste ter wereld en produceert koekjes op zeventien
productielijnen verdeeld over vier verschillende units. Elke lijn is opgedeeld in twee delen: Fabricatie
en Inpak. Samen met de afdelingen Technische Dienst, Logistiek en de ondersteunende diensten
wordt de fabriek gevormd.
Unit 1: Prince
Aan de vier Princelijnen worden verschillende varianten Prince geproduceerd: Prince Fourré en
ChocoPrince.
Unit 2: Kids
Aan de vier Kidslijnen worden koekjes geproduceerd als LIGA Evergreen, LIGA Milkbreak en
Dinosaurus.
Unit 3: TUC/Bastogne (TUB)
De vier lijnen in deze unit produceren verschillende varianten TUC’s en twee soorten Bastogne.
Unit 4: Wafels/PiM’s (WAP)
Verdeeld over vijf lijnen worden PiM’s, ChaCha en Cent geproduceerd.
Producten
Er worden in Herentals producten voor de internationale markt geproduceerd, vooral voor de
Europese markt: bijvoorbeeld Prince Fourré, TUC en PiM’s. Ook is er een reeks producten die typisch
voor de Beneluxmarkt is: onder andere Cent, ChaCha, LIGA en Choco As. Zeventig procent van de
producten wordt geëxporteerd.
Om een beeld te krijgen van LU’s productportfolio staat in tabel 5 een overzicht van de
productieaantallen in 2006:
Product Volume in ton Aandeel
Prince Fourré 35500 42%
TUC 21500 25%
LIGA 7000 8%
PiM's 5500 7%
Bastogne 4100 5%
Choco As, Déjeuner Rem 2800 3%
Dinosaurus 2100 2%
Crok'Images, Taillefine, Gouters Rem 1800 2%
Cent 1700 2%
ChaCha 1400 2%
Choco Prince 1000 1%
Totaal 84400 100%
Tabel 5: Productie 2006Volumegroei
In grafiek 1 is te zien dat er in vier jaar tijd een productie groei is geweest van tien procent. In die tijd
was de groei van Prince, LIGA en TUC het grootst, namelijk meer dan twintig procent.
80000 81000 82000 83000 84000 85000 86000 87000 88000 89000 2003 2004 2005 2006 2007 2008 Jaar Vo lu me ( to n ) Grafiek 1: Volumegroei 2004-2007
LU Herentals in cijfers:
Fabrieksoppervlakte van 50.000 m
2 17 productielijnen
90.000 ton productie in 2007
Ruim 30 volle vrachtwagens per dag
100-tal verschillende recepten
Magazijn met ruim 30.000 palletplaatsen
1350 fabrieksmedewerkers
200 kantoormedewerkers
70 procent export
D Organigrammen
LU Benelux: Human Resources
LU Benelux: Industrial
HR Manager Operations
Agna Dodion
Industrial Training
Vera Verdonck/Marc Meir Chris De Bruyne/Leo Geyskens
Manager Industrial Training
Beatrijs Vanbelle
HR Manager Factory & Logistics