• No results found

Toegevoegde waarde van raadsonderzoek en het belang van een onafhankelijke toets

4 Het raadsonderzoek

5.8 Toegevoegde waarde van raadsonderzoek en het belang van een onafhankelijke toets

De kinderrechters zijn van mening dat het raadsonderzoek zeker een toegevoegde waarde heeft en dat een onafhankelijke toets gewaarborgd moet blijven. De toegevoegde waarde van een onafhankelijke toets door de Raad voor de Kinderbescherming bestaat uit meerdere elementen.

De toetsende taak van de Raad blijft volgens de kinderrechters zeer belangrijk omdat de vrijwillige hulpverleners met andere ogen naar een zaak kijken. BJZ is vooral bezig met het onderhouden van een goede relatie met een gezin omdat ze anders de deur niet meer in komen. De informatie vanuit BJZ heeft daarmee een bepaalde kleuring. De Raad gaat pal voor het kind staan en benadert alles vanuit het oogpunt van het belang van het kind.

Verder is de situatie in veel gevallen niet zo eenduidig. De hulpverlening zegt vaak iets in de trant van ‘we zijn niet zoveel opgeschoten’, maar je kunt dan niet per definitie zeggen dat er is niets is bereikt. Op bepaalde vlakken is er wel iets bereikt en op andere onvoldoende. Waar er nog onvoldoende bereikt is, zijn daar alle mogelijkheden in vrijwillig kader uitgeput? Dan is het goed om een onafhankelijk iemand die er nog niet eerder bij betrokken was te vragen wat de kansen en mogelijkheden zijn van de hulpverlening. Ook om kritisch te zijn naar de

hulpverle-ning zelf: heeft de hulpverlehulpverle-ning wel alles aangegrepen wat er mogelijk was? Hebben ze zelf niet gefaald? Een onafhankelijke toets ook op dat punt is belangrijk.

Dat er ‘een derde’ bovenop de zaak gaat zitten en er objectief tegenaan kijkt is heel belangrijk. Dit is voor de ouders ook duidelijker.

‘Laat BJZ maar coachen en coördineren en laat de Raad maar kijken of er een maatregel nodig is’.

Ook heeft de kinderrechter bepaalde informatie nodig die BJZ niet kan leveren. De onafhankelijke toets is belangrijk. Ouders en kinderen hebben er recht op dat er nog eens door een derde naar de situatie gekeken wordt. De onderzoeksstructuur van de Raad is meer gedegen dan die van BJZ en de informatie is veel beter toegeschreven naar een juridisch criterium. Zeker als het om cruciale informatie gaat is een toets altijd noodzakelijk. De informatie die nodig is om tot een OTS of uithuisplaatsing te komen móet gecheckt zijn.

‘Dat is natuurlijk wel belangrijk want dat is de manier waarop wij als rechters onze beslissingen nemen. Niet op vage algemeenheden van

‘het gaat niet goed en we moeten iets doen.’

Samengevat bestaat de toegevoegde waarde van het onderzoek door de Raad, als overheidsorgaan ten behoeve van de

bescherming van de ontwikkeling van kinderen, uit:

• de onafhankelijke toets van de informatie en van het onderzoeksresultaat aan het belang van het kind,

• de zorgvuldigheid die daarbij betracht moet worden (juridische invalshoek),

• de afstand tot de zaak waarmee een over-all gezichtspunt mogelijk is.

5.9 Conclusie

De kinderrechters zijn tevreden over de reguliere rekesten van de Raad: ze zijn erg volledig en bieden in meerderheid vol-doende basis om een beslissing te kunnen nemen. Bij spoed-zaken daarentegen blijft de informatie van de Raad veel te vaag. Het is van groot belang dat de Raad hier meer energie in

82

steekt, omdat de informatie van BJZ bij spoedgevallen te vaak niet klopt.

Bij spoedzaken moet de kinderrechter nu afgaan op te summiere informatie, terwijl het om drastische maatregelen gaat.

De waardering van de bruikbaarheid van de informatieverstrek-king is over het algemeen hoog. Vooral de juridische deugdelijk-heid scoort goed, omdat de bedreigde ontwikkeling goed geformuleerd en vaak ook al juridisch vertaald is. Verbeterpun-ten zijn er wat betreft de rol van de juridische vader en de afstemming met BJZ in geval er om een MUHP verzocht wordt.

De compactheid van de raadsrapportages behoeft over het algemeen verbetering: de wijze van rapporteren is vaak te uitgebreid. Ook is beperking tot de huidige situatie gewenst.

Over de actualiteit van de informatie zijn de meningen ver-deeld. De chronologie is over het algemeen helder, al behoeft de vermelding van precieze data wel eens verbetering.

Het komt zelden voor dat de informatie die de Raad aangeleverd krijgt zo klip en klaar is dat geen eigen onderzoek meer verricht hoeft te worden. Het is van belang dat de Raad toetst om erachter te komen of er in vrijwillig kader alles gedaan is wat mogelijk was. Als er sprake is van enige overlap met het werk van BJZ heeft dat ook een functie.

De Raad gaat bij de toetsing uitvoerig te werk. Dit waarderen de rechters als belangrijk werk dat zeker moet blijven gebeuren, maar wel sneller dan het nu gebeurt. De functie van de Raad is onmisbaar, maar de onderzoeken moeten veel sneller gereed zijn. Om toch zorgvuldig te werk te blijven gaan is er een compactere onderzoeksstrategie nodig met een slimme keuze van zorgpunten en informanten en een efficiëntere werkwijze.

De toetsende taak van de Raad blijft volgens de kinderrechters zeer belangrijk omdat de Raad de opdracht heeft de zaak te benaderen vanuit het oogpunt van het belang van het kind. De toegevoegde waarde van het onderzoek door de Raad is de onaf-hankelijke toets van de informatie en van het onderzoeksresul-taat aan het belang van het kind, de zorgvuldigheid die daarbij betracht moet worden (juridische invalshoek) en de afstand tot de zaak waarmee een over-all gezichtspunt mogelijk is.

Verwey-Jonker Instituut