Tijdreeksen en patronen

Het vinden van objecten die aan dit criterium voldoen is lastig. Maar op de site van Crossingborder is toch iets van een patroon te herkennen. Hieronder staat een een afbeelding van de negen hoofdpagina’s van de website. De bezoeker zal deze plattegrond eenvoudig kunnen opslaan in een interne representatie, omdat de omgeving grotendeels tot een eenvoudig patroon is terug te bren-gen. Het patroon zal waarschijnlijk snel worden ontdekt vanwege de gebruikte kleuren, de richting-gevende kwaliteit van de paden en de gewaarwording van beweging.

Figuur 66 'Plattegrond' van de Crossingborder website. Door de geleidelijke overgangen

en het gebruik van kleuren is het voor de bezoeker al snel mogelijk om een beeld van de site op te bouwen. Het presenteren zoals in deze figuur gedaan is in feite een vorm van secundair leren (zie paragraaf 1.3).

4.2.10 Namen en betekenis

De webpagina’s van de Isopoint-website hebben allemaal een nummer. Op iedere webpagina staat waar hij thuishoort in de structuur. De ontwerpers hebben gebruik gemaakt van een soort hoofd-stukindeling. Het grote voordeel van dit nummeren is dat iedere pagina uniek te identificeren is. Het nummeren is hier zo gedaan dat ook het gevolgde pad is af te leiden uit de huidige locatie.

Figuur 67 De website van ISO-Point is net als een boek ingedeeld

in hoofdstukken en paragrafen. In deze figuur is paragraaf 0.0 te zien.

Figuur 68 Met behulp van menu’s kan een bezoeker navigeren

door de site. Aan de hand van de nummers kan hij zich altijd oriënteren.

Op de website van Philips zegt de naam van een pad niet zo veel over waar het de bezoeker heen leidt. Zo leidt het pad op de homepage met de naam “product overzicht” (zie Figuur 69) naar de hieronder afgebeelde website. Het productoverzicht van Philips bestaat uit vier plaatjes van pro-ducten en een onduidelijk tekst die de bezoeker nog verder van huis trachten te brengen.

Figuur 69 Als een bezoeker op de website van Philips kiest

voor het product overzicht, dan krijgt hij de hierboven afgebeel-de webpagina te zien. De meeste bezoekers zullen zich echter wel wat anders hebben voorgesteld bij het product overzicht van Philips. Hier zijn slechts vier producten te zien.

4.3 Samenvatting en conclusie

In dit hoofdstuk was te zien dat er voor iedere categorie objecten zijn te vinden en dat die objecten zijn te beoordelen aan de hand van de criteria. Het aantal objecten, de verspreiding over de cate-gorieën en de mate waarin die objecten aan de criteria voldoen bepalen de leesbaarheid van een website. Bij de categorie paden kwam een belangrijk verschil met de fysieke wereld naar voren, namelijk dat er op websites veelal geen sprake is van een geleidelijk overgang. In het tweede deel van dit hoofdstuk is de toepasbaarheid van de criteria onderzocht. Er zijn verschillende voorbeel-den gegeven van objecten die wel en objecten die niet aan een bepaald criterium voldoen. Met name voor de criteria ‘continuïteit’, ‘gewaarwording van beweging’ en ‘tijdreeksen en patronen’ is het moeilijk om illustratieve voorbeelden te vinden, hetgeen iets zegt over de toepasbaarheid. Dat is op zichzelf ook niet verwonderlijk, omdat de waarde van deze criteria vooral naar voren komt bij een geleidelijke overgang tussen twee plaatsen en dat is nu net het punt waarop een website sterk verschilt van een stad. Toch blijkt uit de voorbeelden dat het overgrote deel van de theorie te verta-len is naar websites.

In hoofdstuk vier is gekeken in hoeverre de visie van Lynch te vertalen is naar websites. De vijf ca-tegorieën en de tien criteria worden één voor één vertaald en toegepast op een website. Het groot-ste verschil tussen een stad en een website vanuit de gebruikte benadering is dat de overgangen in een stad geleidelijk zijn. De paden zijn in een fysieke wereld de belangrijkste elementen en alle andere objecten zijn te vinden langs de paden. Dat wat in deze scriptie paden worden genoemd zijn eigenlijk toegangspoorten tot een andere ruimte. Een website lijkt in die zin meer op een huis waar kamers direct aan elkaar grenzen. Dit verschil met de fysieke wereld maakt ook dat een

aan-tal criteria moeilijk toepasbaar is. Met name ‘tijdreeksen en patronen’ en ‘gewaarwording van be-weging’ zijn criteria die moeilijk te implementeren en terug te vinden zijn op websites, omdat deze criteria erg uitgaan van beweging en geleidelijke overgang. Tijdens een overgang van plaats A naar B vinden er veranderingen plaats (gewaarwording van beweging) en die verandering kan aan een bepaald patroon voldoen (tijdreeksen en patronen). Een patroon in een fysieke wereld is bij-voorbeeld huizenblok, parkje, huizenblok, parkje enzovoort, waarbij de huizenblokken en de park-jes grotendeels identiek zijn. Er kan bij een bezoeker dan een gevoel van ritme ontstaan. Voor het overgrote deel zijn de objecten op een website in te delen in de categorieën en is de leesbaarheid van de objecten te beoordelen aan de hand van de tien criteria. De visie is dus grotendeels te ver-talen naar websites.

De voorbeelden in dit hoofdstuk zijn exemplarisch, omdat het hoofdstuk diende ter illustratie en on-dersteuning van de manier waarop ik een antwoord probeer te vinden op de centrale vraag: “Hoe is de oriëntatie binnen een website te verbeteren.” De vraag is nu wat de theorie kan brengen als zij in zijn geheel wordt toegepast op één website.