• No results found

11 Consumentenproducten met natuurlijke radionucliden

11.3 Thoriumhoudende laselektroden

Naar aanleiding van het aanwijzen van thoriumhoudende laselektroden als “niet gerechtvaardigde toepassing, is in 2008 door VROM-inspectie (nu: ANVS-inspectie) onderzoek gedaan naar het aantal in omloop zijnde thoriumhoudende laselektroden [44]. Onderdeel hiervan waren voorlichting van de branche en het uitvoeren van bedrijfscontroles. Nadien was de bekendheid van de regelgeving groot en de sanering van thoriumhoudende laselektroden zo goed als voltooid na het afvoeren van circa 38.000 laselektroden. Toch zijn er tot op heden nog ongeveer 9 bedrijven die thoriumhoudende laselektroden gebruiken waarvan er twee een vergunning hiervoor hebben. Elke laselektrode bevat ongeveer 180 Bq aan thorium.

Voorheen waren er laselektroden tot en met een activiteit van 1000 Bq per stuk in omloop, nu is dit nog maar maximaal 180 Bq.

11.4 Verschuivingen als gevolg van voorgenomen regelgeving

De concentraties radionucliden van natuurlijke oorsprong in

bovenstaande consumentenproducten overschrijden over het algemeen de vigerende grenswaarden voor vrijstelling, en vallen vaak in het vergunningplichtige regime. Dit zal door het veranderen van de grenswaarden voor de activiteitsconcentratie niet wijzigen. Echter, in tegenstelling tot de grote schaal waarop materialen in de industrie worden gebruikt, komen consumentenproducten vaak in kleinere hoeveelheden voor. Daarom zal het hiervoor ook relevant zijn om te toetsen een de grenswaarden voor de activiteit die wel mogen worden gebruikt voor van nature voorkomende radionucliden die in gezuiverde vorm in consumentenproducten worden toegepast (zie §3.3). Deze grenswaarden blijven onveranderd, wel moet worden opgemerkt dat deze straks alleen nog gebruikt mogen worden voor vrijstellen en niet meer voor vrijgave zoals nu wel het geval is.

12

Conclusies

In dit briefrapport is geactualiseerde informatie samengevat over de processen en materiaalstromen met radionucliden van natuurlijke

oorsprong in Nederland. Deze informatie is grotendeels gebaseerd op de informatie die is ontvangen in respons op een enquête, aangevuld met informatie uit recente rapporten van NRG en Philips. Tevens is, waar mogelijk, beoordeeld wat de te verwachten gevolgen zullen zijn van de voorgenomen regelgeving, zoals opgenomen in het ontwerpBbs en de ontwerpMR.

De twee belangrijkste verschillen tussen de vigerende en de

voorgenomen regelgeving, die de grootste invloed zullen hebben op het verschuiven van het niveau van wettelijke controle voor

materiaalstromen zijn: in de eerste plaats het verlagen van de grenswaarden voor Pb-210 en Po-210 van 100 naar 1 Bq/g en in mindere mate de grenswaarde van K-40 van 100 naar 10 Bq/g. En ten tweede is dat het vervallen van de voorschriften voor (gewogen) sommatie van nucliden uit verschillende vervalreeksen, dus het vervangen van Csom voor Cmax. Verder wordt voor de volledigheid

opgemerkt dat voor natuurlijke bronnen de grenswaarden voor

materialen, anders dan vaste materialen (dus onder andere vloeistoffen en gassen), volledig komen te vervallen. Tevens biedt het ontwerpBbs de mogelijkheid voor ondernemers om specifieke grenswaarden aan te vragen. Het gebruik van specifieke grenswaarden is niet meegenomen in dit onderzoek maar zal het niveau van wettelijke controle dat van

toepassing zal zijn wel beïnvloeden.

Gemiddeld genomen over alle materiaalstromen die in deze studie in kaart zijn gebracht, zal naar verwachting het niveau van systeem van controle onder de voorgenomen regelgeving zeer vergelijkbaar zijn met de huidige situatie. Het is hierbij belangrijk om te weten dat de grote materiaalstromen relatief zwaar meewegen in het totaalbeeld. De grote materiaalstromen zijn voornamelijk afkomstig uit de staal-, zink- en titaniumdioxideproductie en de kolencentrales. Op het niveau van individuele materiaalstromen vindt er echter een aantal verschuivingen plaats. De belangrijkste zullen hieronder worden samengevat.

De meeste grondstoffen met natuurlijke bronnen zijn en blijven vrijgesteld, netto vindt een kleine verlichting van het systeem van controle plaats. De drie belangrijkste verschuivingen die worden verwacht naar aanleiding van de voorgenomen regelgeving zijn dat titaanerts dat momenteel meldingsplichtig is straks deels is vrijgesteld. Verder zullen grondstoffen die K-40 (bijvoorbeeld kaliumchloride) of Lu- 176 (waaronder lutetiumoxide en lutetiumkristallen) bevatten straks mogelijk registratie- of vergunningplichtig worden.

Producten die natuurlijke bronnen bevatten zijn onder andere zink, dat geproduceerd wordt uit zinkconcentraat, lutetiumkristallen, die worden geproduceerd uit lutetiumoxide, en kaliumverbindingen. De concentratie radionucliden in zink is zeer laag waardoor zink vrijgesteld is en dit zal blijven onder de voorgenomen regelgeving. In lutetiumkristal is de

uiteindelijke concentratie Lu-176 maximaal 42 Bq/g. Dat betekent dat er onder de voorgenomen regelgeving waarschijnlijk sprake is van een vergunningplichtig product, terwijl dit momenteel is vrijgesteld. Tenzij er gebruik kan worden gemaakt van de vrijstellingswaarden voor matige hoeveelheden of totale activiteit zoals opgenomen in Bijlage 3, tabel B van het ontwerpBbs.

Voor rest- en afvalstoffen wordt voorzien dat er een aantal, momenteel vrijgestelde, materialen straks registratie- of vergunningplichtig zal worden. Dit betreft netto ruim 45.000 ton aan materialen waarvan circa een derde registratieplichtig wordt en twee derde vergunningplichtig. Veel van deze materialen worden eerst nog verwerkt voor deze gedeeltelijk als afval worden afgevoerd. Voor de kleinere

materiaalstromen worden gemiddeld genomen grotere gevolgen van de voorgenomen regelgeving voorzien dan voor de bulk stromen met enorme massa’s.

Een verschuiving van het meldingsplichtige naar vergunningplichtige regime is aan de orde voor kobaltkoek en momenteel vrijgegeven koperkoek, zal in de toekomst vallen onder het registratieplichtige regime, beiden zijn afkomstig van zinkproductie.

In de staalindustrie zijn Pb-210 en Po-210 vaak de limiterende nucliden, aangezien voor beiden de vrijgavegrenswaarden met een factor 100 worden aangescherpt, zullen naar verwachting grote stromen van rest- en afvalstoffen van vrijgesteld naar registratie- en vergunningplichtig verschuiven. Dit betreft met name filterkoek, doekfilterstof.

Sludges afkomstig van de olie- en gasindustrie en de geothermie komen voor met sterk variërende activiteitsconcentraties. Maar algemeen geldt dat, op basis van de voorgenomen generieke grenswaarden, een groter aandeel in plaats van vrijgesteld als registratieplichtig zal moet worden behandeld. Tegelijkertijd neemt het aandeel vergunningplichtige sludge af. Tot slot zullen scales, uit de olie- en gasindustrie en de geothermie over het algemeen verschuiven naar een zwaarder regime.

Slakkenwol, vooral aanwezig in de installaties van hoge temperatuur processen, zal door het vervallen van de gewogen sommatie naar verwachting gedeeltelijk verschuiven van het vergunning- naar registratieplichtige regime.

Het is lastig om te voorzien hoe de verschillende rest- en afvalstoffen verwerkingsbedrijven zich zullen aanpassen aan de veranderingen in materiaal stromen naar aanleiding van de voorgenomen regelgeving. Naar verwachting zullen de volumes radioactieve afvalstoffen van natuurlijke oorsprong die, onder de voorgenomen regelgeving vergunningplichtig zijn enigszins toenemen. Ook zal een deel van de vergunningplichtige rest- en afvalstoffen mogelijk kunnen worden hergebruikt, en slechts een klein deel zal als afval worden afgevoerd voor opslag bij COVRA.

Het is belangrijk om op te merken dat het bovenstaande voor een belangrijk deel is gebaseerd op informatie die is verstrekt door

deelnemers aan de enquête. Daarvoor geldt dat het niet in alle gevallen exact bekend is hoe de, door de bedrijven, verstrekte gegevens tot stand zijn gekomen. In enkele gevallen is gesignaleerd dat deze gegevens enigszins afwijken van cijfers in recente jaarverslagen. Een verklaring daarvoor kan zijn dat de in de enquête vermelde gegevens gemiddelden betreffen van de afgelopen jaren.

13

Literatuur

1. Voorpublicatie van het ontwerpbesluit, Besluit

basisveiligheidsnormen stralingsbescherming. Staatscourant, 27- 03-2017.

2. Scholten, L. C.; Roelofs, L. M. M.; van der Steen, J. Verkenning

van problemen bij de niet-nucleaire industrie door invoering nieuwe EG-normen voor natuurlijke radioactiviteit - 40059-NUC 93-5203 KEMA: 1993.

3. Timmermans, C. W. M. Industriële werkzaamheden met

radioactieve stoffen van natuurlijke oorsprong in Nederland - Doorzetten, activiteiten en lozingen naar lucht en water; NRG:

2017.

4. van Cranenbroek-Habraken, T. Radioactieve stoffen van

natuurlijke oorsprong - Een inventarisatie van het gebruik van natuurlijke radioactieve stoffen binnen de Nederlandse industrie (binnen de scope van de PES-SBD); Philips Innovation Services:

2017.

5. van der Steen, J.; van Weers, A. W. Radiation Protection in NORM

industries RC-5a; 2004.

6. van der Steen, J.; Timmermans, C. W. M.; van Weers, A. W.; Degrange, J.-P.; Lefaure, C.; Shaw, P. V. Strategies and Methods

for Optimisation of Protection against Internal Exposures of Workers from Industrial Natural Sources (SMOPIE); 2004.

7. Effluent and dose control from European Union NORM industries: Assessment of current situation and proposal for a harmonised Community approach - Volume 2: Appendices RP135. 2003. 8. Radiation Protection and NORM Residue Management in the Zircon

and Zirconia Industries - Safety Reports Series No. 51. 2007. 9. Radiation protection 122 - Practical use of the concepts of

clearance and exemption Part II - Application of the concepts of exemption and clearance to natural radiation sources, European Communities. 2002.

10. Leenhouts, H. P.; Stoop, P.; van Tuinen, S. T. Non-nuclear

industries in the Netherlands and radiological risks - RIVM Report no. 610053003; 1996.

11. Timmermans, C. W. M.; van Weers, A. W. Inventarisatie van

werkzaamheden met blootstelling aan natuurlijke stralingsbronnen - No. 121; 1999.

12. Management of NORM Residues, IAEA-TECDOC-1712. 2013. 13. Radiation protection 95 - Reference levels for workplaces

processing materials with enhanced levels of naturally occurring radionuclides, European Communities. 1999.

14. Timmermans, C. W. M., Scenario's and reference levels for the disposal and reuse of large quantities of residues from the non- nuclear industry -22727-NUC 97-9002. KEMA Nucleair 1997. 15. Timmermans, C. W. M., Conditionele vrijgavegrenzen voor

toepassing als bouwmateriaal van reststoffen van de niet-nucleaire industrie - 22892-NUC 98-5308. KEMA Nucleair 1998.

16. Timmermans, C. W. M.; van der Steen, J. Clearance levels for

17. Radiation Protection and the Management of Radioactive Waste in the Oil and Gas Industry - Safety Reports Series No. 34. 2003. 18. Assessing the Need for Radiation Protection Measures in Work

Involving Minerals and Raw Materials - Safety Reports Series No. 49. 2006.

19. Radiation Protection and NORM Residue Management in the Production of Rare Earths from Thorium containing Minerals - Safety Report Series No. 68. 2011.

20. Radiation Protection and NORM Residue Management in the

Titanium Dioxide and Related Industries - Safety Report Series No. 76. 2012.

21. Radiation protection and management of NORM residues in the Phosphate industry - Safety Report No. 78. 2013.

22. Chuangao, W.; Ruirui, L.; Jinfeng, L.; Zhijun, H.; Jingshun, P.; Zhiping, L.; Ling, C.; Zhongwen, W.; Ziqiang, P., 210-Po

distribution after high temperature processes in coal-fired power plants. J Environ Radioact 2017, 171, 132-137.

23. Timmermans, C. W. M.; van Weers, A. W. Werkzaamheden met

blootstelling aan natuurlijke stralingsbronnen - Actualisering van de inventarisatie van 1999; 2001.

24. Todorovic, N.; Mrda, D.; Hansman, J.; Todorovic, S.; Nikolov, J.; Krmar, M., Radiological Impacts Assessment for Workers in Ceramic Industry in Serbia. Radiat Prot Dosimetry 2017, 1-7. 25. Franck, D.-M.; Raymond, F.; David, F.; David, R. A.; David, R.,

Dose assessment from chronic exposure to industrial NORM in iron ore processing. Journal of Radiological Protection 2017, 37 (2), 402.

26. Heaton, B.; Lambley, J., TENORM in the oil, gas and mineral mining industry. Applied Radiation and Isotopes 1995, 46 (6), 577-581.

27. Kathren, R. L., NORM sources and their origins. Applied Radiation

and Isotopes 1998, 49 (3), 149-168.

28. Uitvoeringsregeling stralingsbescherming EZ. 01-10-2016. 29. van der Schaaf, M.; Folkertsma, E.; van Dillen, T. Grenswaarden

voor generieke vrijstelling en vrijgave van radioactief materiaal - Onderzoek voor de implementatie van richtlijn 2013/59/Euratom;

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM): 2017. 30. Regeling natuurlijke bronnen van ioniserende straling.

Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW): 2008.

31. Toelichting - Regeling natuurlijke bronnen van ioniserende straling. Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW): 2008.

32. Radiation protection 122 - Practical use of the concepts of

clearance and exemption Part I - Guidance on General Clearance Levels for Practices, European Communities 2000.

33. IAEA, Safety Reports Series No. 44 - Derivation of Activity Concentration Values for Exclusion, Exemption and Clearance. 2005.

34. Mobbs, S. F.; Harvey, M. P., Exempt concentrations and quantities for radionuclides not included in the Basic safety standards

35. Besluit van 16 juli 2001, houdende vaststelling van het Besluit stralingsbescherming. Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden, 2001.

36. Construction products: Assessment of release of dangerous

substances — Radiation from construction products — Dose assessment of emitted gamma radiation; CEN: 2017.

37. de With, G., Development of an Assessment Method for Building Materials under Euratom Scope. Health Physics 2017, Accepted. 38. van der Schaaf, M.; Folkertsma, E. Grenswaarden voor specifieke

vrijgave van natte sludges uit de Nederlandse olie- en gassector en geothermie - Onderzoek voor de implementatie van richtlijn

2013/59/Euratom - Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

(RIVM): 2017.

39. Opslagmogelijkheden van zeer laag radioactief afval in Nederland. DHV; VROM, Eds. 1999.

40. Aanwijzing inrichtingen voor storten van gevaarlijke afvalstoffen als instelling voor ontvangst van radioactieve afvalstoffen.

Staatscourant 13 juni 2005, 2005.

41. Goemans, P.; Folkertsma, E. Invoer van NORM reststoffen uit het

buitenland Omvang en verwachte groei van deze materiaalstroom;

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM): 2017. 42. Goemans, P.; Folkertsma, E. Regelgeving in omringende landen

omtrent NORM reststoffen uit het buitenland; Rijksinstituut voor

Volksgezondheid en Milieu (RIVM): 2017.

43. van der Reijden, A.; van der Schaaf, M. Toets wettelijke controle

affakkelen en afblazen aardgas - Onderzoek voor de implementatie van richtlijn 2013/59/Euratom; Rijksinstituut voor

Volksgezondheid en Milieu (RIVM): 2017.

44. De Meulmeester, M., Thoriumhoudende laselektroden - Onderzoek naar het voorhanden hebben door leveranciers. VROM inspectie 2008.

14

Bijlagen

Bijlage 1: De RIVM enquête Bijlage 2: Vervalreeks van U-238 Bijlage 3: Vervalreeks van U-235 Bijlage 4: Vervalreeks van Th-232