• No results found

theoretische waarde van 0,35. Bij de berekening van deze waarden is het gemeten gasvolume

)

REF SDI REF+SDI Figuur 7-14 Verloop indamprest % van ontwaterd slib

7.3.8 Balans over gisting (verificatie)

Voor de twee parallelle lijnen is een CZV, N-totaal (Nkj) en P-totaal balans opgesteld voor de

periode van januari tot en met maart 2007. Deze is gegeven in Tabel 7-3. Over deze periode

blijkt de CZV-afbraak in de gistingstank die gedesintegreerd slib ontvangt in de eerste periode

lager en in de tweede periode gelijk geweest te zijn aan die in de referentiereactor.

Daarnaast blijkt dat over de periode januari tot en met maart 2007 de N-balans voor beide

gistingstanks een afwijking van -3% tot 4% is berekend. Ook voor de P-balans zijn afwijking bij

beide parallelle lijnen gevonden, respectievelijk 10% en 8%. Over november en december 2007

zijn geen data beschikbaar om een N-balans en een P-balans op te stellen.

Uit Tabel 7-3 blijkt dat met de gevolgde methodiek een redelijk sluitende balans verkregen

wordt voor stikstof en in iets mindere mate voor fosfor. Bij CZV is uiteraard sprake van een

vermindering tussen de ingaande en de uitgaande stroom. Hiervoor is al geconstateerd dat er

niet altijd een goede overeenkomst tussen de CZV-afbraak en de OS-afbraak bestaat. De

afwijkingen doen zich voor in oktober 2006 en in maart 2007. Vertaald naar de specifieke

methaanproductie per kg CZV verwijderd wordt voor de gehele installatie een waarde gevonden

van 0,37-0,38 m

3

CH

4

per kg CZV verwijderd. Deze waarde bevindt zich iets boven de

Uit Tabel 7-3 blijkt dat met de gevolgde methodiek een redelijk sluitende balans verkregen wordt voor stikstof en in iets mindere mate voor fosfor. Bij CZV is uiteraard sprake van een vermindering tussen de ingaande en de uitgaande stroom. Hiervoor is al geconstateerd dat er niet altijd een goede overeenkomst tussen de CZV-afbraak en de OS-afbraak bestaat. De afwij-kingen doen zich voor in oktober 2006 en in maart 2007. Vertaald naar de specifieke methaan-productie per kg CZV verwijderd wordt voor de gehele installatie een waarde gevonden van 0,37-0,38 m3 CH4 per kg CZV verwijderd. Deze waarde bevindt zich iets boven de theoretische waarde van 0,35. Bij de berekening van deze waarden is het gemeten gasvolume gecorri-geerd voor de aanwezigheid van water, kooldioxide en afwijkende temperatuur en druk ten opzichte van de standaard waarden voor normaal m3. Voor het methaanpercentage is in de berekening een (gemiddelde) waarde van 65% aangehouden op basis van twee CO2 metingen in oktober 2006.

tabel 7-3 balanS cZv, n en p over gIStIngStankS

gemiddelde gemeten waarden 1 januari tot en met 31 maart 2007

gemiddelde gemeten waarden 1 oktober tot en met 30 november 2007 cZv-totaal nkj p-totaal cZv-totaal nkj p-totaal

ref in 9.816 398 170 9.012 n.b. n.b. kg/d ref uit 5.297 384 152 4.779 n.b. n.b. kg/d ref afbraak 4.520 14 17 4.233 n.b. n.b. kg/d afbraak% 46% 4% 10% 47% % Sdi in 9.780 398 170 8.970 n.b. n.b. kg/d Sdi uit 5.495 410 156 4.758 n.b. n.b. kg/d Sdi afbraak 4.284 -12 13 4.212 n.b. n.b. kg/d afbraak% 44% -3% 8% 47% % specifieke gasproductie 0,38 0,37 m3 ch4/kg cZv-verwijderd 7.3.9 retourbelaStIng

De NH4-N- en PO4-P-concentratie in het uitgegiste slib van de twee parallelle lijnen zijn vergeleken in Tabel 7-4 over twee verschillende perioden. In tegenstelling tot ongeveer gelijke OS-afbraak in beide gistingtanks, is een toename in de eerste periode en een afname een gelijkgebleven concentratie van NH4 gemeten en is in beide perioden een afname van PO4 gemeten. Dit is niet met elkaar in overeenstemming.

tabel 7-4 vergelIjkIng parallelle lIjnen op nh4 en po4

gemiddelde gemeten waarden 1 januari tot en met 31 maart 2007

gemiddelde gemeten waarden 1 oktober tot en met 30 november 2007 nh4-n po4-p nh4-n po4-p

ref uit 636 89 285 34 mg/l

Sdi uit 705 80 280 27 mg/l

75

7.4 reSultaten van de modellerIng 7.4.1 algemeen

Bij het evalueren van de resultaten met behulp van het model komen een aantal overeenkom-sten tussen Enschede en Nieuwgraaf naar voren. Evenals voor Enschede is het bij Nieuwgraaf niet mogelijk om een directe vergelijking met de gasproductie te maken omdat deze niet per reactor gemeten kan worden. Verder is het zo dat ook Nieuwgraaf een periode kent waarin geen slibdesintegratie heeft plaatsgevonden.

Bij de interpretatie is verder van belang dat in de periode waarin de SDI uit bedrijf was en in de aansluitende periode, er beduidend minder metingen en analyses zijn uitgevoerd. Dit is vooral het geval voor metingen aan het organisch stofgehalte van het ingaande slib en in min-dere mate het droge stofgehalte in de periode van 1-6 tot 1-10 2007.

Dit betekent dat de betrouwbaarheid van de vergelijking tussen berekening en meting in deze periode beperkt is. Helaas beslaat dit dus de gehele periode waarin de SDI uitgeschakeld is geweest. Een vergelijking binnen dezelfde verwerkingslijn van de situatie met en zonder SDI is daardoor niet goed mogelijk. Ook voor het beoordelen van de prestaties van de SDI voor de situatie na aanpassingen blijven alleen de data uit oktober en november 2007 over. Er is ech-ter wel over deze periode sprake geweest van een gelijkmatige voeding van de vergisech-ter, tevens geven de monsters van DS een constant beeld aan de uitgang van de gisting te zien.

Als kenmerkende data voor Nieuwgraaf kunnen de volgende worden genoemd: • vanaf 1-10-2006 SDI continu in bedrijf;

• vanaf 24-4-2007 wordt de SDI uit bedrijf genomen tot de herstart op 14-7-2007, vanaf dat moment zijn er 10 sonotroden in bedrijf tegen 5 in de voorgaande bedrijfsperiode; • vanaf 1-10-2007 is de gegevensverzameling weer optimaal in bedrijf;

• 29-11-2007 markeert het einde van de periode met bedrijfsgegevens.

7.4.2 reFerentIe nIeuWgraaF (gIStIngStank 1)

Voor Nieuwgraaf is de optimale fit in eerste instantie voor de referentielijn bepaald. In Nieuwgraaf heeft zich gelukkig geen periode met schuimvorming voorgedaan, zodat dit geen invloed heeft op de betrouwbaarheid van de beschikbare data.

De fit is evenals in Enschede in eerste instantie gericht op het sluiten van de organische stof-balans. Ter indicatie zijn wel de gasgegevens opgenomen, uitgaande van een gelijke verdeling van de gasproducties over beide verwerkingslijnen.

StoWa 2008-10 SlibdeSintegratie

De resulterende curves zijn in onderstaande figuur gepresenteerd.

FIguur 7-15 cumulatIeve gaSproductIe en oS aFbraak van het model

De curven laten zien dat er over de gehele periode een redelijke fit kan worden bereikt. Als er meer in detail wordt gekeken dan blijkt dat er voor verschillende periodes toch wel sprake is van afwijkingen. In de beginperiode blijft de berekende gasproductie achter bij de gemeten waarden. Dit duurt voort tot eind november, waarna er een lange periode ontstaat met een parallel verloop van de gasproductielijnen. Bij de organische stof afbraak lijken de afwijkin-gen zich in het laatste deel van de beschouwde periode te concentreren.

Vanwege de geconstateerde verschillen in de beginperiode is deze afzonderlijk in de evalua-tie van de perioden opgenomen, hoewel er geen wijziging in bedrijfsvoering is aan te geven. De overige kenmerkende data hebben vooral betrekking op de SDI-lijn. Wel dient rekening gehouden te worden met de periode van beperkte betrouwbaarheid van analysegegevens van 1-6 tot 1-10-2007.

I&M-99063789-OC, revisie D Pagina 98 van 129

wel over deze periode sprake geweest van een gelijkmatige voeding van de vergister, tevens geven de monsters van DS een constant beeld aan de uitgang van de gisting te zien. Als kenmerkende data voor Nieuwgraaf kunnen de volgende worden genoemd: x vanaf 1-10-2006 SDI continu in bedrijf;

x vanaf 24-4-2007 wordt de SDI uit bedrijf genomen tot de herstart op 14-7-2007, vanaf dat moment zijn er 10 sonotroden in bedrijf tegen 5 in de voorgaande bedrijfsperiode; x vanaf 1-10-2007 is de gegevensverzameling weer optimaal in bedrijf;

x 29-11-2007 markeert het einde van de periode met bedrijfsgegevens. 7.4.2 Referentie Nieuwgraaf (gistingstank 1)

Voor Nieuwgraaf is de optimale fit in eerste instantie voor de referentielijn bepaald. In Nieuwgraaf heeft zich gelukkig geen periode met schuimvorming voorgedaan, zodat dit geen invloed heeft op de betrouwbaarheid van de beschikbare data.

De fit is evenals in Enschede in eerste instantie gericht op het sluiten van de organische stofbalans. Ter indicatie zijn wel de gasgegevens opgenomen, uitgaande van een gelijke verdeling van de gasproducties over beide verwerkingslijnen.

De resulterende curves zijn in onderstaande figuur gepresenteerd.

0 200 400 600 800 1.000 1.200 1.400 18-6 9-9 1-12 22-2 16-5 7-8 29-10 20-1 12-4 ga sp ro du ct ie (t on ) 0 400 800 1.200 1.600 2.000 2.400 2.800 vr ac ht O S in -u it (to n)

Cumulatieve afbraak OS (gas) ton berekend Cumulatieve afbraak OS (gas) ton gemeten

Kenmerkende data Cumulatieve vracht OS in-uit berekend (rechter as)

Cumulatieve vracht OS in-uit gemeten (rechter as)

Figuur 7-15 Cumulatieve gasproductie en OS afbraak van het model

De curven laten zien dat er over de gehele periode een redelijke fit kan worden bereikt. Als er meer in detail wordt gekeken dan blijkt dat er voor verschillende periodes toch wel sprake is van afwijkingen. In de beginperiode blijft de berekende gasproductie achter bij de gemeten

waarden. Dit duurt voort tot eind november, waarna er een lange periode ontstaat met een parallel verloop van de gasproductielijnen. Bij de organische stof afbraak lijken de afwijkingen zich in het laatste deel van de beschouwde periode te concentreren.

77