• No results found

Aan welke thema’s wordt aandacht besteed bij beeldvorming en diagnostiek, om te onderzoeken welke factoren mogelijk een rol spelen bij het ontstaan/in stand houden van probleemgedrag? (open vraag)

In hoeverre wordt er aandacht besteed aan de volgende thema’s:

o verstandelijke vermogens ja/nee, hoe gebeurt dit? o adaptief gedrag (conceptuele, sociale en praktische vaardigheden cliënt)?

ja/nee, hoe gebeurt dit? o participatie (zinvolle dagbesteding, sociaal netwerk, maatschappelijke integratie

cliënt)?

ja/nee, hoe gebeurt dit?

o gezondheid (biologische en medische factoren, psychische factoren, emotionele ontwikkeling cliënt)

ja/nee, hoe gebeurt dit? o context; omgevingsfactoren (o.a. organisatiebeleid, cultuur, beleid VWS)

ja/nee, hoe gebeurt dit? o ondersteuning (o.a. pedagogische ondersteuning/interactie en teamkwaliteit)

ja/nee, hoe gebeurt dit? o ontwikkelingsverloop en ontwikkelingsfactoren

ja/nee, hoe gebeurt dit?  In hoeverre spelen bestaande diagnoses een rol bij de beeldvorming van

probleemgedrag?

Wordt er daarbij informatie verzameld over de verschillende aspecten van

probleemgedrag?

 De beleving van het gedrag? -Door de persoon met een VB ja/nee -Door anderen (naasten/

begeleiders/professionals?) in de omgeving

ja/nee

Toelichting: …

 De betekenis van het gedrag? -Door de persoon met een VB ja/nee -Door anderen (naasten/

begeleiders/professionals?) in de omgeving

ja/nee

Toelichting: …

 De belangen en behoeften die met het gedrag samen hangen? -Door de persoon met een VB ja/nee

-Door anderen (naasten/

begeleiders/professionals?) in de omgeving

ja/nee

Toelichting: …

 Hoe komt u, nadat alle thema’s /aspecten van probleemgedrag in kaart zijn gebracht, tot een totaalbeeld?

In hoeverre is er aandacht voor de specifieke situatie van de persoon met een VB en de

omgeving (o.a. woonomgeving; huisgenoten; begeleiding) waarin het probleemgedrag

zich voordoet?

Ja/nee Toelichting: …

Opmerking voor de interviewer: de multidisciplinaire richtlijn ‘Probleemgedrag bij volwassenen

met een verstandelijke beperking’ (Embregts e.a., 2019) adviseert in Module 1, uitgangsvraag 1.2 ‘Model voor geïntegreerde diagnostiek en beeldvorming’ (p. 28 t/m 31) drie zaken: (1) om breed te kijken en aandacht te besteden aan vijf thema’s (dimensies) die een rol spelen in het ontstaan, voortbestaan en verergeren van probleemgedrag. Dit zijn de thema’s verstandelijke vermogens, adaptief gedrag, participatie, gezondheid en context. Tevens dient er volgens de richtlijn gekeken te worden naar de ondersteuning die iemand ontvangt en het ontwikkelingsverloop en

ontwikkelingsfactoren. Er moet gekeken worden naar zowel risicofactoren als beschermende factoren. Het gaat daarbij om het inzichtelijk maken van de complexe interferentie tussen al deze factoren. (2) Ook is het volgens de richtlijn belangrijk dat er niet alleen naar feitelijke factoren wordt gekeken, maar ook naar belevingen (emoties), betekenissen (opvattingen, meningen) en belangen (behoeften, waarden, normen) van de persoon met een VB, de betrokkenen en zorgverleners. Dit noemen ze meervoudig kijken. (3) Ook is het volgens de richtlijn belangrijk om

specifiek te kijken: het gaat om bepaald gedrag, bij een bepaalde persoon in een bepaalde

context.

5.4.1

Modellen en verslaglegging

Gebruikt u modellen of theorieën bij de beeldvorming en diagnostiek? Zo ja welke? Welk type diagnostiek vindt plaats? (beschrijvend, verklarend/hypothese toetsend,

handelingsgericht).

Hoe lang duurt de periode waarin de beeldvorming en diagnostiek plaatsvindt meestal?

Wordt door u of anderen verslag gelegd van het beeldvormend en diagnostisch onderzoek en de resultaten ervan? Ja/nee Zo ja, door wie en hoe? (elektronisch zorgdossier; papieren verslag) Voor wie is dit toegankelijk?

Vindt terugkoppeling naar de cliënt/familie/verwanten plaats? Ja/nee Zo ja, hoe?  Worden de resultaten van de beeldvorming en diagnostiek vertaald in een

behandelplan/ondersteuningsplan/ signaleringsplan? Ja/nee Zo, ja hoe? Wordt een behandelplan teruggekoppeld aan het team? Ja/nee Zo ja, hoe?

Opmerking voor de interviewer: de vragen naar modellen en type diagnostiek zijn afkomstig uit

de multidisciplinaire richtlijn ‘Probleemgedrag bij volwassenen met een verstandelijke beperking’ (Embregts e.a., 2019) Module 1. Modellen die genoemd worden zijn het American Association on

Intellecual and Developmental Diasabbilities-model, het AAIDD model, het biopsychosociale

model en het ecologische model (p. 28,29). Op pagina 25 staat beschreven dat er eerst een geïntegreerde beschrijvende diagnose dient te worden gesteld. De vragen naar duur en verslaglegging geven antwoord op deelvragen onder onderzoeksvraag 2 van het ZIN: Welke werkwijzen hanteren zorginstellingen momenteel bij het uitvoeren van beeldvorming en diagnostiek?

Herhaaldiagnostiek

Vindt herhaalde beeldvorming en diagnostiek plaats? Ja/nee Zo ja, wanneer (bijv. na afgesproken periode, of bij volgende zorgplanbespreking, of als gedrag weer

problematischer wordt, etc.)

Hoe ziet de herhaalde beeldvorming en diagnostiek eruit? Hetzelfde/afwijkend. Bij

afwijkend, in welk opzicht wordt afgeweken?

Opmerking voor de interviewer: deze vragen worden gesteld om verder antwoord te geven op

onderzoeksvraag 2 van het ZIN: Welke werkwijzen hanteren zorginstellingen momenteel bij het uitvoeren van beeldvorming en diagnostiek?

Algemeen

Indien er meerdere gedragskundigen zijn binnen de organisatie, pakken zij de beeldvorming en diagnostiek op dezelfde manier aan? Ja/deels/nee

Toelichting: …

 Is er een onderscheid tussen de werkwijzen rondom beeldvorming en diagnostiek bij

nieuwe cliënten en cliënten die al langer in zorg zijn? ja/nee/soms Toelichting: …

Is de werkwijze beschreven of vastgelegd in een protocol? Ja/nee Toelichting: …  Kent u de multidisciplinaire richtlijn ‘Probleemgedrag bij volwassenen met een

verstandelijke beperking (NVAVG, 2019)? Niet eerder van gehoord / weet van bestaan. Kent inhoud niet/ kent de inhoud.

Opmerking voor de interviewer: deze vragen worden gesteld om verder antwoord te geven op

onderzoeksvraag 2 van het ZIN: Welke werkwijzen hanteren zorginstellingen momenteel bij het uitvoeren van beeldvorming en diagnostiek?