• No results found

Accreditatie is, volgens de wet, ‘het keurmerk dat tot uitdrukking brengt dat de kwaliteit van een opleiding positief is beoordeeld’. Dat keurmerk wordt verleend door

de NVAO, de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie die de feitelijke kwaliteitsbeoordeling laat uitvoeren door een VBI (Visiterende en Beoordelende Instantie). In het gehanteerde kwaliteitskader wordt uiteraard ook aandacht besteed

aan beoordelen en toetsen van studenten. Vereist is dat door de beoordelingen, toetsingen en examens adequaat wordt getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Deze globale eis is door de

10

Toetsen en tentamens bij de OUNL: een introductie

VBI van de Nederlandse universiteiten, de Quality Assurance Netherlands Universities (QANU), vertaald in een aantal criteria:

• Het geheel van toetsen, beoordelingen en examens evalueert in voldoende mate dat de beoogde eindkwalificaties van de opleiding ook zijn gerealiseerd.

• De toetsing sluit aan op en past bij de inhoud en de leerdoelen van de verschillende programmaonderdelen.

• De opleiding geeft individuele studenten een inhoudelijke motivering van de mate waarin aan de verschillende leerdoelen is voldaan (feedback).

• De opleiding zorgt ervoor dat de beoordelingen voldoende consistent worden uitgevoerd.

• De organisatie van de toetsing is voldoende (herkansingen, bekendmaken van de uitslag, compensatieregelingen et cetera).

• De examencommissie functioneert adequaat en in overeenstemming met haar wettelijke taken, te weten het vaststellen van regels met betrekking tot de goede gang van zaken tijdens de tentamens en de in dat verband te nemen maatregelen.

In de QUANU-criteria herkennen we de toetskwaliteitseisen van validiteit, betrouwbaarheid en adequate organisatie die we in de vorige paragraaf hebben

belicht. De beoogde eindkwalificaties (ook eindtermen of eindleerdoelen genoemd) van een academische opleiding zijn in vijf categorieën ondergebracht tijdens een

conferentie in Dublin van de Europese landen die de Bologna-verklaring hebben ondertekend: kennis en inzicht, toepassen van kennis en inzicht, oordeelsvorming, communicatie en leervaardigheden. Deze vijf categorieën worden de

Dublin-descriptoren genoemd en worden nader omschreven in tabel 1.

Tentamenkwaliteit situeert zich op drie niveaus: opleiding, tentamen en tentamenvragen.

Idealiter stelt de opleiding een toetsplan op, dit is een systematische beschrijving van alle toetsen van een opleiding gerelateerd aan de te toetsen doelstellingen of competenties. Bij het toetsplan hoort een verantwoording waarin de gemaakte keuzes worden onderbouwd.

Voor elk tentamen wordt een tentamenprofiel opgesteld. Het profiel beschrijft de tentamenonderdelen, de vraagtypen, de afnamewijze, de duur, het antwoordmodel, de correctiewijze, de toegestane hulpmiddelen, de cesuurbepaling, etc. Voor tentamens die vooral bestaan uit gesloten vragen wordt een toetsmatrijs opgesteld die bepaalt welke vragen uit een itembank getrokken worden om het tentamen samen te stellen.

De examinator is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de tentamenvragen, de scoring en de feedback naar studenten.

Samen met het onderwijs is ook de tentaminering bij de Open Universiteit in de loop der jaren geëvolueerd van hoofdzakelijk kennistoetsen naar meer competentiegericht toetsen en recent ook naar computergebaseerd toetsen (CBT).

11

IPO rapport

Tabel 1: De Dublin-descriptoren uitgewerkt voor Bachelor- en Masterniveau

Kwalificaties Bachelor Kwalificaties Master

Kennis en inzicht De Bachelor beschikt over

aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied; daarbij wordt voortgebouwd op het niveau dat bereikt is in het voortgezet onderwijs en dit niveau wordt overtroffen; de Bachelor functioneert doorgaans op een niveau waarop met ondersteuning van

gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied vereist is.

De Master beschikt over

aantoonbare kennis en inzicht, die gebaseerd zijn op de kennis en het inzicht op Bachelorniveau en die deze overtreffen en/of

verdiepen, en die een basis of een kans bieden een originele bijdrage te leveren aan het ontwikkelen en/of toepassen van ideeën, vaak in onderzoeksverband.

Toepassen kennis

en inzicht De Bachelor is in staat kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van het werk of beroep laat zien; de Bachelor beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van

argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied.

De Master is in staat kennis en inzicht en probleemoplossende vermogens toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden binnen een bredere (of multidisciplinaire) context die gerelateerd is aan het vakgebied;

de Master is in staat kennis te integreren en met complexe materie om te gaan.

Oordeelsvorming De Bachelor is in staat relevante gegevens (die meestal betrekking hebben op een vakgebied) te verzamelen en te interpreteren, met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante

sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten.

De Master is in staat oordelen te formuleren op grond van

onvolledige of beperkte informatie en daarbij rekening te houden met sociaal-maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden, die zijn verbonden aan het toepassen van de eigen kennis en oordelen

Communicatie De Bachelor is in staat informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek dat bestaat uit specialisten en niet-specialisten

De Master is in staat conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten en niet-specialisten.

Leervaardigheden De Bachelor bezit de

leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie aan te gaan die een hoog niveau van autonomie veronderstelt

De Master bezit de leervaardigheden om een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelfgestuurd of autonoom karakter.

12

Toetsen en tentamens bij de OUNL: een introductie

13

Toetsen en tentamens bij de OUNL: een introductie

1