• No results found

De hoofddoelstelling op het Lagekostenbedrijf is een lage kostprijs van een kg melk te halen. Voor grasland is gekozen om klaver op te nemen en de N-gift uit kunstmest zoveel mogelijk te beperken. De praktijkervaring op het Lagekostenbedrijf van de afgelopen jaren heeft geleerd dat de eiwitvoorziening in het rantsoen te laag dreigt te worden bij de lage N-gift. Om het eiwitgehalte weer te verhogen is vanaf 2003 gekeken of voererwten een mogelijke aanvulling in het rantsoen kunnen geven. De ervaringen waren positief, mits de teelt in het bouwplan past, dat wil zeggen mits er percelen vernieuwd moeten worden. In 2005 zijn de percelen 14 en 15 vernieuwd, omdat er geen klaver in deze percelen voorkwam, maar wel veel paardebloem en ruwbeemd. Totaal is 2,4 ha gras/klaver/erwten ingezaaid.

Mengsel keuze

De erwten zijn ingezaaid in combinatie met een gras/klaver zaadmengsel. Na oogst van de erwten omstreeks juli kan het gras zich verder ontwikkelen tot een blijvende gras/klaver zode. Alle percelen zijn ingezaaid met een mengsel van witte klaver, Engels raaigras en erwten. Er is 35 kg gras/klaverzaad (met 10% witte klaver) en 150 kg erwten zaad (Speleo) gebruikt.

Grondbewerking

Op 30 maart 2005 zijn de percelen 14 en 15 doodgespoten met Round Up en vervolgens op 11 april geploegd. Direct na het ploegen is op dezelfde dag een zaaibed gemaakt met de rotorkopeg. Vervolgens zijn op 12 april

Bemesting

De erwten zijn net als klaver vlinderbloemigen en binden stikstof uit de lucht. De bemesting bestaat volledig uit dierlijke mest. Met de toediening van 24 ton vaste mest en 40 ton drijfmest (sleepslang) is voldoende stikstof en fosfaat gegeven. De hoeveelheden mest en de werking van stikstof en fosfaat is weergegeven in Tabel 26. Van de vaste mest werkt 20% van de N-totaal en van de drijfmest 50%. Het fosfaat werkt 100%. Naast de in het voorjaar toegediende dierlijke mest is aanvullend op 23 april nog 57 kg N met kunstmest toegediend, om de beginontwikkeling te bevorderen. Gezien de lage gehalten in de drijfmest werd een lage werking verondersteld.

Tabel 26 Bemesting gras/klaver/erwten percelen

Mestsoort Hoeveelheid Werkzame stikstof

(kg/ha)

Werkzame fosfaat (kg P2O5/ha)

Werkzame Kali (kg K2O/ha)

Vaste mest 24 ton 30 65 336

Drijfmest 40 ton 42 36 149

Kunstmest (KAS ) 212 kg 57 -

Totaal 129 101 485

Gewasgroei en oogst

De beginontwikkeling verliep in tegenstelling tot 2003 en 2004 erg slecht. Slechts 60% van de erwten kwam op, maar ook de gras/klaver sloeg erg slecht aan. Alleen op de kopakkers was de opkomst goed. Mogelijk heeft het late ploegen en direct zaaiklaar maken niet tot een optimaal zaaibed geleid. Omdat op de kopakkers de kieming beter was, kan vochtgebrek een oorzaak zijn. Laat ploegen geeft in theorie geen goede aansluiting van de toplaag met de ondergrond. De ontwikkeling van het gewas is nog 2 weken in ogenschouw genomen, maar gaf nog geen verbetering. Eind mei is besloten om in het staande gewas opnieuw gras/klaver door te zaaien. Deze inzaai leidde tot een veel betere kieming. Door de late kieming en de slechte opkomst van de erwten, kon niet zo’n hoge opbrengst worden gerealiseerd als in voorgaande jaren. Ook verliep de afrijping langzamer door het natte, koude en sombere weer in juli. Toen het gewas wel rijp genoeg was, was oogsten slecht mogelijk door de slechte draagkracht van de nieuw ingezaaide grond.

Op 2 augustus is het gewas onder wisselende weersomstandigheden gemaaid, waarbij de kneusinrichting is uitgeschakeld om te voorkomen dat de erwten uit de peulen zouden worden geslagen. Na het maaien is het zwad zonder te schudden bijeen geharkt om verder in de wiers te drogen. Dit alles om de verliezen zoveel mogelijk te beperken. Op 4 augustus is het gewas gehakseld en ingekuild. De opbrengst en voederwaarde zijn een stuk lager dan in voorgaande jaren. De opbrengst van 6800 kg/ha is 1,5 à 2 ton lager dan in voorgaande jaren.

Na de oogst ontwikkelde de gras/klaver zich verder wel goed. De oogstschade viel ondanks de natte bodem erg mee. Twee weken na de oogst zijn de percelen beweid door de koeien. Later in het seizoen zijn de percelen beweid met pinken. De zode bleef in een goede conditie.

Voeding

De tabellen 27 en 28 tonen de voersamenstelling en voederwaarde van de geconserveerde

gras/klaver/erwtenkuil van 2005 in vergelijking tot de voederwaarde van de gras/klaver/erwten/Quinoa kuil van 2004.

Tabel 27 Voersamenstelling gras/klaver/erwten/Quinoakuil 2004 en gras/klaver/erwten/kuil 2005 (In gram per kg droge stof. DS, VC-OS en NH3 zijn uitgedrukt in respectievelijk gram per kg product, % en %)

Product Ds RE RC R-as VC-OS Zetmeel NH3

fractie

Ingekuild product (2004) 35,1 157 235 96 76 139 9

Ingekuild product (2005) 38,1 164 189 104 80 - 9

Tabel 28 Voederwaarden gras/klaver/erwtenkuil/Quinoakuil 2004 en gras/klaver/erwtenkuil 2005 (samenstelling per kg ds)

Product VEM DVE OEB VOS FOS NDF ADF ADL

Ingekuild product (2004) 882 56 42 684 555 381 290 30

Ingekuild product (2005) 942 62 43 720 580 300 228 18

Zoals uit de tabellen 27 en 28 blijkt, zijn de resultaten in 2005, ondanks de relatief late oogst met veel ruim deegrijpe erwten beter dan die van 2004. In 2004 was er nog sprake van een kuil met daarin een aandeel

Quinoa, dit gewas zat in 2005 niet meer in de kuil. Met name de verteerbaarheid is in 2005 beter, maar ook energie-inhoud en eiwitgehalte zijn hoger dan in 2004.