• No results found

Succesvolle ontschottingen en nog bestaande hardnekkige barrières tussen sectoren

3. Uitkomsten van de online dialoog

3.2. Succesvolle ontschottingen en nog bestaande hardnekkige barrières tussen sectoren

Naar aanleiding van het filmpje van de Roerganger van een woningcorporatie in Amsterdam over het betreden van het grijze gebied tussen domeinen, kregen de deelnemers de mogelijkheid om zich uit te spreken over de samenwerking tussen verschillende sectoren, organisaties en overheden in het dagelijks werk. Daar kwam, zoals uit de poll blijkt, een nogal divers beeld uit, waaruit niet blijkt dat de samenwerking heel goed werkt, maar eerder dat er nogal wat te verbeteren valt.

Hieronder volgen de toelichtingen die de deelnemers geven naar aanleiding van hun keuze in de poll.

Ik kies voor heel goed omdat de lijnen kort zijn en er duidelijke goede afspraken zijn gemaakt over de gezamenlijke inzet. Wij durven elkaar aan te spreken en er is onderling vertrouwen.

Ik kies voor slecht omdat er nog steeds veel vanuit eigen belang en opdracht gehandeld wordt. Ook als je aan tafel zit met elkaar, met elkaar praat, dan nog vinden we elkaar in de wijken slecht. Denk aan zorg, corporaties, gehandicaptenzorg, ouderenzorg, GGZ, etc.

Laat de organisatie van opdrachten los en ga voor een wijkopdracht.

In de toelichtingen wordt ook wat dieper ingegaan op de samenwerking en wat daar al dan niet goed werkt:

Vaak zijn de mensen op de werkvloer meer tot samenwerking bereid dan de managers en bestuurders.

Relevante overheidspartijen proberen echt samen te werken. Dat gaat van organisatie tot organisatie. De koppelstukken zijn log:

vergaderingen, projectplannen, evaluaties en begrotingen. Dat zorgt voor technisch geneuzel en verlies van zicht op de maatschappelijke vraag.

0,0%

Page 22

Voorbeelden van succesvol ontschotten

Vervolgens werd aan de deelnemers gevraag welke voorbeelden zij hebben waarbij er succesvol is ‘ontschot’ tussen sectoren en organisaties. Hier zijn in de dialoog verschillende voorbeelden genoemd die de deelnemers als geslaagd hebben bestempeld. De onderstaande voorbeelden zijn allen een synthetron geworden en zijn berichten waarop veel is gestemd. Dit laat zien dat deze voorbeelden niet alleen door degene die het bericht heeft gestuurd als een succes wordt gezien, maar ook voor anderen die op het bericht hebben gestemd. Enkele voorbeelden van geslaagde ontschotting zijn:

#Voorbeeld zijn de buurtkamers in Den Haag, waar zowel de wijkagent als de gemeente een spreekuur had, omdat de burgers dat wilden.

#Voorbeeld zijn de Wijk Ondersteuning Teams, een goede eerste stap.

#Voorbeeld is welzijn op recept; de huisarts werkt nauw samen met welzijn in de wijk en verwijst patiënten hiernaar door.

#Voorbeeld is een Pact waarbij de focus ligt op wonen, jeugd en participatie.

#Voorbeeld een wijkteamoverleg.

#Voorbeeld betrek ervaringsdeskundigen bij de jeugd. Door de taal die zij spreken kan er gerichter naar oplossingen worden gezocht en daarna worden uitgevoerd door een samenwerking van jongeren, gemeente en ervaringsdeskundigen. Dit is goedkoop en effectief.

Niet iedereen keek echter even positief naar de huidige ontschotting of had hierover een afwijkende mening. Enkele voorbeelden die dit weergeven en waar tevens in de sessie veel op is gestemd zijn:

#Voorbeelden van ontschotting kan ik helaas weinig geven omdat er juist veel schotten/systemen zitten tussen alle partijen. Hierdoor is het duurder en minder efficiënt. Nu werken we samen vanuit goodwill en passie voor de wijk en de bewoners

Wat ik vooral heb gezien is dat de lange adem ontbreekt. Dit heeft mede te maken met ontwikkelingen, verkiezingen etc. Ik zou graag zien dat deze ontwikkelingen een lange termijn krijgen.

Page 23

Hinderlijke schotten in praktijk

Voorts werd er in de dialoog ingegaan op welke barrières/schotten het meest hardnekkig en hinderlijk zijn tijdens het dagelijks werk tussen professionals.

De volgende barrières werden, in aflopende mate van steun, genoemd.

1. De systeemwereld

Veel deelnemers geven aan dat de grootste barrière het systeemdenken is.

Organisaties, sectoren, gemeenten etc. denken vanuit het ingebakken systeem waardoor een kloof bestaat tussen de leefwereld van de bewoners zelf en de systeemwereld.

#Barrière is dat de uitvoering van plannen van inwoners moet passen in de systemische wereld.

#Barrière is taakgericht werken. De een werkt voor scholen de ander voor zorg, veiligheid, werk en inkomen... Hierdoor focus je automatisch op een deel van het geheel.

Het gat tussen de leefwereld van de bewoners en de systeemwereld.

#Barrière de verschillende potjes, regelgeving, organisatiebelangen, communicatie overeenstemming, enz.

2. Onwil

De volgende barrière sluit nauw aan op de problemen die de participanten ervaren bij de bij het ingebakken systeemdenken bij professionals. Naast het denken vanuit systemen, voelt men ook de onwil om samen te willen werken met andere partijen. Vaak bestaat de onwil uit het niet verder willen kijken dan de doelen en verantwoordelijkheden van de organisaties zelf.

#Barrière is het onvermogen of de onwil om over de grenzen van de eigen verantwoordelijkheid te kijken.

#Barrière is het onvoldoende lef tonen van bestuurders.

#Barrière is het louter denken vanuit eigen organisatie doelen.

0 10 20 30 40 50

Hinderlijke barrières in dagelijks werk

eens oneens

Page 24 3. Financiering: geoormerkt budget, subsidie mindset van spelers.

Het derde aspect wat naar voren komt als een schot die hardnekkig en hinderlijk van karakter is, is de financiering van projecten. Dit probleem is tweeledig.

Zo bestaat er een barrière wat betreft de zeer specifieke financieringen, waardoor het moeilijk is om samen te werken met andere organisaties om een probleem breed aan te pakken. Daarnaast geven deelnemers ook aan dat het bij samenwerkingen geregeld om geld draait en er vaak een ‘subsidiemindset’

heerst.

Het gaat te vaak om geld in plaats van samenwerken.

Er is veel mogelijk zonder geld. Zorg dat wijkwerkers de tools hebben om dromen en wensen in beeld te krijgen. Verdiep je echt in de mens, niet in de opdracht.

#Barrière is vanuit subsidie denken.

#Barrière is gemeentelijke (sub)budgetten.

#Barrière is specifieke financieringen.

4. Communicatie

De participanten geven aan dat zij problemen ervaren bij het samenwerken voor wat betreft de communicatie tussen (met name) de gemeente of andere partijen. Hierin valt op dat wisselende contactpersonen bij de gemeente het grootste struikelpunt is.

#Barrière: wisselende contactpersonen bij Gemeente en veranderend beleid door verkiezingen.

#Barrière informatie-uitwisseling.

5. Procedurele problemen

De laatste barrière zit met name op de problemen die worden ervaren wanneer er eenmaal wordt samengewerkt. De wil bestaat om samen te werken, maar de problemen duiken op bij bepaalde procedures die tijdens het samenwerken moeten worden nageleefd, terwijl dit niet de samenwerking bevordert.

Dit wordt als negatief ervaren en het bevordert het samenwerken an sich niet.

#Barrière is als je vooral aan de slag moet met de administratieve rompslomp die bedacht is door beleidsmensen die nooit in de wijk komen.

#Barrière: stroperige procedures.

Moeilijkheden omtrent ontschotten

Vervolgens werd de vraag gesteld waarom de barrières/schotten zo moeilijk te doorbreken zijn. De deelnemers hebben hiervoor verschillende antwoorden gegeven. Dit is terug te vinden in de grafiek. Onder het kopje ‘overig’ zijn veel synthetrons geschaard waar weliswaar op is gestemd, maar die niet heel erg breed worden gedragen. Hieronder volgen de breed gedragen antwoorden, in aflopende mate van steun. Het kopje ‘overig’ wordt als laatste besproken.

Page 25 1. Systeemwereld

Wederom geven deelnemers aan dat het systeemdenken grote problemen met zich meebrengt. Organisaties, sectoren, gemeentes etc. willen misschien wel samenwerken, maar worden gehinderd door een systeem dat ervoor is gemaakt om vanuit eigen verantwoordelijkheid een probleem aan te pakken.

Het systeem is niet ingericht op samenwerking maar op eigen doelen van organisaties. De verantwoordelijkheid is niet helder, waardoor die ook niet genomen wordt. Er wordt te veel uitgegaan van zelfregulatie terwijl er ook voorwaarden nodig zijn voor samenwerking.

#Moeilijk is de schotten te doorbreken want veel organisaties werken vanuit een systeemwereld en eigen verantwoordingssysteem.

2. Meningsverschillen over de aanpak

Volgens de deelnemers bestaat er een verschil in visie om bepaalde problemen in de wijk aan te pakken. Dit leidt er niet toe dat er barrières tussen organisaties worden weggehaald, maar dat die juist blijven bestaan.

#Moeilijk organisatiebelangen, vastgesteld beleid, politieke programma's, korte termijn denken, eigen middelen vasthouden, geen gezamenlijke doelen willen stellen, enz.

#Moeilijk, want verschil in visie, belangen, financiën.

3. Veranderingsmoeilijkheden: wisselende managers, oud denken

In organisaties wordt veel gehandeld vanuit het oude denken. Veranderingen doorzetten en succesvol ontschotten wordt nog moeilijker wanneer er nieuwe managers komen die zelf het wiel willen uitvinden. Belangrijker is om juist door te gaan op een succesvol pad wat eerdere managers al hebben bewandeld.

#Moeilijk is het steeds verwisselen van managers en het wiel weer opnieuw willen uitvinden. Doorpakken op al bestaande successen is waardevoller en tevens deelbaar.

Veel wordt gedaan vanuit het oude denken, bedrijven als Google, Amazon of Tesla zouden dit soort vraagstukken totaal anders benaderen.

0 5 10 15 20 25 30 35

Page 26 4. Regels en niet de bedoeling centraal

Een van de redenen die naar voren is gekomen, is het feit dat in de praktijk niet de bedoeling van een bepaald project centraal staat, maar vanuit regels wordt gedacht en gehandeld.

#Moeilijkheden bestaan omdat we denken vanuit de regels en niet vanuit de bedoeling.

Het is moeilijk want er bestaan verschillende belangen, geldstromen, etc. (komt eigenlijk neer op wat hiervoor ook is gezegd: niet denken vanuit de bedoeling, maar vanuit belang van de eigen organisatie).

5. Financieringsproblemen: te specifiek, niet wijkgericht

Ook bij deze vraag kwam naar voren dat de deelnemers moeite ondervinden bij het financieren van bepaalde projecten. De financieringen zijn te specifiek.

#Moeilijk is het feit dat er verschillende financierings- en verantwoordingsstromen zijn, omdat het andere opdrachten zijn; gezamenlijke opdrachten voor de wijk zou beter zijn.

6. Overige

Er is een aantal synthetrons die niet voldoende stemmen kregen om in de top 5 van moeilijkheden te komen. Deze meningen geven echter wel een breder beeld van de problematiek omtrent het ontschotten. Enkele voorbeelden zijn:

#Moeilijk is het omdat er te veel vanuit het belang van de organisatie wordt gedacht en niet vanuit de bewoners.

#Moeilijk omdat we bij niets nieuws morgen resultaat willen hebben.

#Nederlanders willen graag het beste jongetje van de klas zijn. Het gaat om het feit dat je kan laten zien in aantallen/data wat je hebt gedaan in plaats van het effect van het handelen.

#Moeilijk is om te durven loslaten en vertrouwen te hebben in de kracht van samenwerkingspartners en dat te faciliteren.

#Moeilijk is dat professionals en bewoners niet de agenda van het college van B en W of de directie van een corporatie bepalen.

Page 27

Wat er anders moet in de toekomst

In dit onderdeel werd de vraag behandeld: ‘Als u voldoende geld en capaciteit zou hebben, wat zou u dan morgen anders of extra doen?’. Deze vraag werd relatief kort besproken en daardoor waren er ook minder berichten en synthetrons dan bij andere vragen. Een representatieve weergave van de dialoog wordt hieronder geschetst door middel van de synthetrons bij deze vraag. Hieronder volgen de voorbeelden in aflopende mate van steun.

De ontmoeting van professionals met wijkbewoners weghalen bij bestaande gebouwen van instituties en in de wijk laten plaatsvinden bij ontmoetingspunten.

#Anders: ik zou veel tijd besteden aan het leren kennen van de bewoners en de wijk en de stakeholder. Vervolgens haalbare doelen opstellen en na een tijd onmisbaar maken, maar wel een vinger aan de pols houden zo nu en dan.

Een wijkaanpak ontwikkelen samen met bewoners en partners in de buurt met een gegarandeerde inzet voor een langere periode (10 jaar).

#Anders: meer werken aan een opgave, zodat je allemaal vanuit je eigen vakgebied moet en wil bijdragen aan wat de bedoeling is.

#Anders: de bewoners in the lead, met middelen.

#Anders: integrale teams in de kwetsbare buurten opzetten vanuit alle relevante samenwerkingspartners. Geef hen ook middelen en een mandaat om de goede dingen te doen.

#Anders: samen met bewoners meer guerrilla opereren. Gewoon de dingen doen die de buurt veerkrachtiger maken.

#Anders: dan zou ik bewoners subsidie en/of middelen geven die ze nodig hebben om projecten voor leefbaarheid te kunnen realiseren in de wijk, in plaats van alleen maar advies geven en ze doorverwijzen.

Page 28

Adviezen aan minister

Vervolgens werd deze vraag afgesloten met de sub vraag: ‘welk advies wilt u meegeven aan een toekomstige minister van kwetsbare buurten als het gaat om samenwerking en ontschotting tussen verschillende sectoren, organisaties en overheden?’. Er waren een paar meningen die veel terugkwamen in de dialoog.

1. Aansluiting

De minister zou aansluiting moeten zoeken bij de belevingswereld om op die manier de samenwerking te verbeteren.

Aansluiting zoeken bij de belevingswereld.

2. Deel successen

Om samenwerking te verbeteren en verder te ontschotten is het handig om successen te bespreken. Successen kunnen vervolgens als voorbeelden worden gebruikt.

#Advies deel successen.

3. Inclusief

Een advies wat aan de minister meegegeven kan worden is dat ook kleinere partijen en bewoners van de buurt betrokken moeten worden bij het bepalen van beleid over de buurt.

#Advies betrek ook de kleinere partijen en bewoners in de buurt voor een bredere beeldvorming. Niet alles is negatief.

4. Aanwezigheid

Volgens de deelnemers is het essentieel dat de partijen die beleid maken over de buurt ook daadwerkelijk aanwezig zijn in de wijk zelf.

Mijn advies is dat beleidmakers en programmamanagers meer betrokkenheid tonen door fysiek vaak aanwezig te zijn in de wijken waar het om draait en met de bewoners te praten, dat doet de mensen goed. Dit betekent niet slechts een keer langskomen.

0 2 4 6 8 10 12 14

Page 29 5. Vraag het zelf

Volgens een deel van de deelnemers is het handiger dat de toekomstige minister dit zelf zou vragen aan de verschillende sectoren, organisaties en overheden.

• #Advies vraag het ze zelf.

Page 30