• No results found

Fijn dat je deze vragenlijsten van de Gemeente Groningen en de Rijksuniversiteit Groningen wilt invullen!

De twee vragenlijsten gaan over geld en de manier waarop je met geld omgaat. Je antwoorden worden alleen door de onderzoekers bekeken, niet door andere mensen. Je hoeft je naam nergens op te schrijven.

Dit boekje bestaat uit drie onderdelen. Lees bij ieder onderdeel de vragen rustig door voordat je je antwoord geeft. In totaal kost het invullen van alle vragen 10 tot 15 minuten.

Hartelijk bedankt voor je deelname!

Martijn Keizer (Rijksuniversiteit Groningen)

44 Algemene vragen 1. Wat is je leeftijd? ……… Jaar oud 2. Wat is je geslacht?

o

Man

o

Vrouw

3. Welke opleiding volg je?

……… 4. Op welk niveau volg je deze opleiding?

o

Niveau 1

o

Niveau 2

o

Niveau 3

o

Niveau 4

5. In welk jaar van deze opleiding zit je?

o

Jaar 1

o

Jaar 2

o

Jaar 3

45

Onderdeel 1. Hoe denk jij over geld?

Hieronder volgen 11 stellingen over geld en de manier waarop je met geld omgaat. Geef voor iedere stelling aan of je het met deze stelling eens bent door een getal tussen

1 (helemaal niet mee eens) en 7 (helemaal mee eens) te omcirkelen.

1. Geld lenen is goed, omdat je daardoor meer van het leven kunt genieten.

Helemaal mee oneens 1 2 3 4 5 6 7 Helemaal mee eens

2. Grotere aankopen plan ik vooruit.

Helemaal mee oneens 1 2 3 4 5 6 7 Helemaal mee eens

3. Het is nooit goed om een schuld te hebben.

Helemaal mee oneens 1 2 3 4 5 6 7 Helemaal mee eens

4. Zelfs bij een laag inkomen zou je regelmatig een beetje moeten sparen.

Helemaal mee oneens 1 2 3 4 5 6 7 Helemaal mee eens

5. Als je geld geleend hebt, betaal je dit zo snel mogelijk terug.

Helemaal mee oneens 1 2 3 4 5 6 7 Helemaal mee eens

6. Ik kom vaak in de verleiding om dingen te kopen.

Helemaal mee oneens 1 2 3 4 5 6 7 Helemaal mee eens

7. Ik houd er niet van om geld te lenen.

Helemaal mee oneens 1 2 3 4 5 6 7 Helemaal mee eens

8. Het is belangrijk om te leven van datgene wat je hebt.

46 9. Soms is het goed om geld te lenen.

Helemaal mee oneens 1 2 3 4 5 6 7 Helemaal mee eens

10. Ik koop vaak dingen spontaan.

Helemaal mee oneens 1 2 3 4 5 6 7 Helemaal mee eens

Financiële problemen

De volgende stellingen gaan over hulp bij financiële problemen. Met financiële

problemen bedoelen we schulden die je niet zonder hulp van anderen kunt oplossen. Geef voor iedere stelling aan of je het met deze stelling eens bent door een getal tussen

1 (helemaal niet mee eens) en 7 (helemaal mee eens) te omcirkelen.

1. Als ik financiële problemen krijg weet ik waar ik hulp kan zoeken .

Helemaal mee oneens 1 2 3 4 5 6 7 Helemaal mee eens

2. Als ik financiële problemen zou krijgen zou ik dat vertellen aan mijn directe sociale omgeving (ouders, broers/zussen en/of goede vrienden).

Helemaal mee oneens 1 2 3 4 5 6 7 Helemaal mee eens

3. Als ik financiële problemen zou krijgen zou ik hulp zoeken bij een officiële instantie (bijvoorbeeld de gemeente).

Helemaal mee oneens 1 2 3 4 5 6 7 Helemaal mee eens

4. Ik denk dat er mensen zijn die mij kunnen helpen als ik financiële problemen krijg.

47

Je eigen financiële situatie

De stellingen hieronder gaan over je eigen financiële situatie. Geef voor iedere stelling aan of je het met deze stelling eens bent door een getal tussen 1 (helemaal niet mee

eens) en 7 (helemaal mee eens) te omcirkelen.

1. Ik weet ongeveer hoeveel geld er op dit moment op mijn bankrekening staat.

Helemaal mee oneens 1 2 3 4 5 6 7 Helemaal mee eens

2. Ik weet hoeveel inkomsten ik maandelijks heb.

Helemaal mee oneens 1 2 3 4 5 6 7 Helemaal mee eens

3. Ik probeer geld te sparen voor de toekomst.

Helemaal mee oneens 1 2 3 4 5 6 7 Helemaal mee eens

4. Als ik geld heb, geef ik het direct uit.

Helemaal mee oneens 1 2 3 4 5 6 7 Helemaal mee eens

5. Ik heb geregeld geen geld op mijn bankrekening.

Helemaal mee oneens 1 2 3 4 5 6 7 Helemaal mee eens

6. Ik controleer eerst hoeveel geld ik heb voordat ik een aankoop doe.

Helemaal mee oneens 1 2 3 4 5 6 7 Helemaal mee eens

7. Ik maak me vaak zorgen om mijn eigen financiële situatie.

48 Wat is je maandelijks inkomen ongeveer? Kleur het bolletje dat bij jouw situatie past.

o

Minder dan 100 euro per maand

o

Tussen de 100 en 200 euro per maand

o

Tussen de 200 en 300 euro per maand

o

Tussen de 300 en 400 euro per maand

o

Tussen de 400 en 500 euro per maand

o

Tussen de 500 en 600 euro per maand

o

Tussen de 600 en 700 euro per maand

o

Meer dan 700 euro per maand

o

Zeg ik liever niet

In hoeverre kun je maandelijks rond komen? Kleur het bolletje dat bij jouw situatie past.

o

Het lukt me makkelijk iedere maand rond te komen, zonder geld te lenen (van ouders/vrienden/bank)

o

Het lukt me meestal iedere maand rond te komen, zonder geld te lenen (van ouders/vrienden/bank)

o

Ik moet wel eens geld lenen (van ouders/vrienden/bank) om maandelijks rond te komen

o

Ik moet vaak geld lenen (van ouders/vrienden/bank) om maandelijks rond te komen

o

Ik moet altijd geld lenen (van ouders/vrienden/bank) om maandelijks rond te komen Heb je op dit moment schulden? Kleur het bolletje dat bij jouw situatie past.

o

Ja

o

Nee

Geld verdelen

Stel je voor dat je een maandelijks inkomen hebt van €200. Hoe zou je dit geld uitgeven? Kleur de bolletjes voor de mogelijke uitgaven die jij zou doen.

o

Zorgverzekering €90,-

o

Uitgaan €30,-

o

Uitgaan €60,-

o

Telefoonabonnement €30,-

o

Nieuwe schoenen €80,-

o

Kleding €50,-

o

Uitje met vrienden €40,-

Zou je in deze situatie geld proberen te lenen zodat je extra uitgaven kan doen?

49 Hoe belangrijk zijn de volgende uitgaven voor je? De belangrijkste uitgaven zijn de uitgaven die je zeker zou willen doen; de minst belangrijke uitgaven zijn minder belangrijk voor je. Zet een 1 voor de belangrijkste uitgave, een 2 voor de één na

belangrijkste, enzovoort.

…. Zorgverzekering …. Kleding

…. Telefoonabonnement …. Dagje weg met vrienden …. Uitgaan

…. Sportlidmaatschap …. Nieuwe schoenen

50

GERELATEERDE DOCUMENTEN