• No results found

Hoofdstuk 4: De infrastructuur van de Urban Scene vs de infrastructuur van publieke en private

4.2 Struggles en autodidactische talenten vanuit de ‘straatcultuur’

Oware (2013) zet uiteen dat hedendaagse “undergound” rap artiesten gebruik maken van de “do it yourself” methoden om hun muziek te produceren. De artiesten doen alles zelf, van het opzetten van record labels tot het produceren, promoten en verkopen van muziek. Ondanks nieuwe online

platformen zoals social media en online streaming diensten, genereren de underground rappers het meeste inkomen en bekendheid via live optredens in clubs, scholen, festivals of kleine concerten. Oware (2013) definieert de “undergound” artiesten als artiesten die geen record label deal hebben en nog geen 500.000 albums hebben verkocht (Owaru 2013: 64).

Deze “do it yourself” mentaliteit is terug te vinden onder de Urban scene-participanten in Den Haag. Drie respondenten die ik heb gesproken hebben bijvoorbeeld een eigen muziek label opgezet omdat de participanten niet afhankelijk willen zijn van individuen/organisaties of instellingen. Een

40

rapper geeft aan dat hij zelf niet op zoek gaat naar informatie over fondsen en subsidies, nieuws wordt vaak mond op mond verspreid en zo komt het bij de Urban scene-participanten terecht. Een andere rapper zegt het volgende over hulp vanuit fondsen en subsidies: Geen idee hoe of wat ik moet doen voor een fonds. Ik wil niet wachten op mensen, ik wil kijken hoe ver ik zelf kan komen en heb nog geen fonds nodig gehad, Ik heb wel gebruik gemaakt van de repetitie ruimte in Musicon” (Participant, 26 jaar). Een rapper en eigenaar van een recordlabel zegt het volgende: “In het begin dacht ik dat ik wist hoe of wat, in Den Haag maar via de Urban adviseur kreeg ik meer kennis. Daarvoor heb ik zelf muziek gemaakt, ik wilde alles zelf doen. Ik werkte wel samen met andere artiesten maar mijn

mentaliteit was anders. Er zijn veel eilandjes in Den Haag. Ze willen liever battelen dan samenwerken. Ik vroeg mezelf toen af hoe kan ik ervoor zorgen dat meer mensen gaan samenwerken?” (Participant, 22 jaar).

Het zelf willen creëren van een product, niet afhankelijk willen zijn van andere personen en het zelf willen ontwikkelen van talenten en dan pas rondkijken wat de mogelijkheden zijn waar de

participanten gebruik van kunnen maken is een algemeen denkbeeld onder de Urban scene- participanten in Den Haag. Uit bovenstaande quotes blijkt tevens ook dat het voor de Urban scene gebruikelijk is om zelf alles te doen en te financieren. Op zoek gaan naar hulp vanuit fondsen en subsidies is nog geen onderdeel van de mentaliteit van de Urban scene participanten. Dit kan zijn omdat de nodige kennis omtrent fondsen en subsidies niet aanwezig is. Er wordt wel aangegeven dat de participanten wel vinden dat hulp vanuit fondsen en subsidies handig kan zijn, wanneer deze gebruikt kan worden voor de ontwikkeling voor eigen producties en talenten.

Waarom de Urban scene een andere infrastructuur is wordt uitgelegd door een

muzieksamensteller van FunX. Hij zegt namelijk dat de Urban genre een andere infrastructuur heeft omdat hedendaags de eerste waardering vanuit YouTube en Spotify komt. “Bereik en waardering blijken uit de cijfers op deze diensten. Voor Urban artiesten was en is het moeilijk om op pop podia te komen. Jarenlang zijn de Urban artiesten er geen onderdeel van geweest dus is er een andere weg gecreëerd. Het was voor artiesten altijd belangrijk om op de radio of TV te komen, maar nu moeten deze media vormen bijschakelen. De Urban muziekgenre heeft eigen succesvolle platformen

gecreëerd. Dit vanuit een Do it yourself” “Stay on the grind” mindset. Vanuit de wijdere culturele sector zou dan moeten worden gekeken hoe je het kan integreren, hoe past het bij ons. Vanuit jongeren vaak weinig animo omdat ze denken het zelf te kunnen en geen hulp nodig hebben. Dat is ook goed, maar sommige hebben wel hulp nodig” (Muzieksamensteller van FunX).

Een gevestigde artiest uit de Haagse Urban scene geeft aan dat de Urban scene een cultuur is: “Je moet het leven en begrijpen. Weten wat struggle is, van nul komen. Iedereen is welkom, niemand wordt uitgesloten, je begrijpt het pas wanneer je erin leeft. Ik heb alles zelf gedaan, ik wist niet waar ik in Den Haag heen kon gaan. Via internet heb ik tutorials gevolgd”. Hij vervolgt met de opmerking dat fondsen en subsidies zouden kunnen helpen. “Maar de jongeren moeten we niet pamperen dat haalt de creativiteit weg. Alles zelf doen, de struggles die je dan hebt bepalen wie je bent”.

41

De manieren waarop de Urban scene-participanten momenteel muziek de wereld in brengen is via social media (Instagram, Facebook en Snapchat), online streaming platforms (Spotify, Deezer, en YouTube) en via de aan de scene gelieerde radiostations (FunX en YoungAgga).

FunX wordt voornamelijk genoemd, omdat dit het Urban radiostation van Nederland is. Het idee om een Urban radiostation te beginnen is 15 jaar geleden ontstaan. Het bundelen van lokale stations met een divers publiek. “Het doel was om zich te richten op jong stedelijk publiek, fris en gewaagd anders dan de mainstream” (interview met muzieksamensteller FunX). Welke weer een andere definitie is van Urban.

Het station begon lokaal en kreeg later subsidies vanuit de gemeente om radio te maken, vervolgens werd FunX overgenomen door NPO. FunX is momenteel een landelijk station, daarnaast wordt ook nog lokaal uitgezonden. De grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht hebben op de dag verschillende programma’s die de focus leggen op de eigen stad. “Er is geen ander medium die een stem geeft aan de jongeren, onderwerpen uit de Urban scene die normaal geen aandacht krijgen, krijgt dat wel bij FunX” (Muzieksamensteller FunX).

Op papier hebben de Urban scene-participanten en Urban faciliterende culturele organisaties dezelfde rechten als de mainstream culturele sector. De Urban scene-participanten hebben zoal recht op subsidies, recht op fysieke plekken om de talenten te ontwikkelen en kunstvorm te beoefenen. Dat er gelijke rechten zijn, houdt niet in dat het in de praktijk gebeurt en zichtbaar is.

Een van de dingen die mij is opgevallen tijdens de borrels en debatten was dat de overgrote meerderheid wit was. De meerderheid van mijn respondenten hebben ook aangegeven dat het tijd wordt dat er van bovenaf, het bestuur, verandering moet komen om daadwerkelijk diversiteit in de mainstream culturele sector te bevorderen.

Volgens de eigenaar van een publieke faciliterende organisatie in Den Haag is een tweede emancipatie nodig. In de jaren 60 heeft de popmuziek moeten vechten voor een plek in Den Haag, deze personen van destijds zitten er nog steeds. Vandaar dat de meerderheid blank is. Het is daarom nu tijd voor de personen met etnische achtergronden om te strijden voor hun rechten. In hoofdstuk vier ga ik hier verder op in. In dat hoofdstuk maak ik een analyse omtrent een verandering die nodig is in de cultuur. De vraag is dan wie wil een cultuurverandering? De mainstream culturele sector of de Urban scene? Hier wordt in hoofdstuk 5 dieper op in gegaan.