• No results found

Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030 (SPV 2030)

Het SPV 2030 bevat de nationale visie op het te voeren verkeersveiligheidsbeleid en heeft onder andere de ambitie opgenomen om in 2050 ‘op weg naar nul verkeersslachtoffers’ te zijn. (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat et al., 2018). Deze visie wordt nader uitgewerkt in (regionale) uitvoeringsplannen. Veel van wat in het SPV is opgenomen kan gezien worden als flankerend beleid en heeft geen direct effect op het aantal verkeersslachtoffers op de korte termijn. Het SPV richt zich de komende tien jaar op negen thema’s. In de Verkeersveiligheids-

verkenning 2030 is per SPV-thema aangegeven welke maatregelen genomen kunnen worden.

Ook is, voor zover mogelijk, ingeschat wat de effecten van die maatregelen zijn (zie voor details ook Weijermars et al., 2018c):

1. Veilige infrastructuur: reductie van 40 tot 60 doden en 6.200 tot 7.200 EVG (MAIS2+) in 2030. Naarmate ook verkeersintensiteiten toenemen, zullen deze reducties ten minste gelijk blijven en zelfs toenemen in de jaren tot 2050;

2. Heterogeniteit in het verkeer (flankerend voor 1);

3. Technologische ontwikkelingen – Autonomous Emergency Braking in combinatie met Forward Collision Warning: reductie van 10 tot 90 doden en 200 tot 3.500 EVG (MAIS2+) in 2030; 4. Kwetsbare verkeersdeelnemers – helm voor fietsers en snorfietsers: reductie van 10 tot 100

doden en 100 tot 6.600 EVG (MAIS2+) in 2030;

5. Onervaren verkeersdeelnemers – extra ondersteuning: reductie van 10 doden en 100 tot 300 EVG (MAIS2+) in 2030;

6. Rijden onder invloed (geen effect geschat);

7. Snelheid in het verkeer (geen effect geschat, wel onderdeel van handhaving); 8. Afleiding in het verkeer (doelgroep niet goed bekend, geen schatting); 9. Verkeersovertreders (flankerend beleid, onderdeel van handhaving).

Voertuigautomatisering

Volgens de European Road Transport Research Advisory Council (ERTRAC) zal vanaf 2030 het gemotoriseerd wegverkeer volledig geautomatiseerd gaan worden. De verwachting is dan ook dat zowel binnen als buiten de bebouwde kom gemotoriseerde voertuigen zich volledig

autonoom (zonder inmenging van een menselijke bestuurder) kunnen verplaatsen. Weijermars et al. (2018a) hebben ingeschat dat ontwikkelingen op het gebied van voertuigautomatisering in 2030 kunnen leiden tot een reductie van maximaal 35 doden en 200 MAIS2+ (zie ook Weijermars et al., 2018c). Aangezien de penetratiegraad van automatische voertuigen tussen 2030 en 2050 naar verwachting verder toeneemt, is de verwachting dat dat tot een toenemende reductie in het aantal verkeersslachtoffers zal leiden. Van voertuigautomatisering mag overigens alleen een effect verwacht worden op het aantal ongevallen met gemotoriseerde voertuigen. Op het aantal fietsongevallen zonder motorvoertuigen (een groeiende groep), kan geen effect verwacht worden.

4.3 Conclusies

1. Het aantal verkeersdoden zal eerst nog licht dalen en vervolgens stabiliseren rond de 500 per jaar tot 2040.

2. Het aantal ernstig verkeersgewonden (EVG) neemt toe tot 2040. Het gaat om bijna een verdubbeling van het aantal MAIS3+-gewonden en een circa 50% toename van MAIS2+- gewonden.

3. Deze landelijke ontwikkelingen worden weerspiegeld in de vijf MIRT-landsdelen: tussen de landsdelen worden er geen verschillen verwacht in de ontwikkeling van verkeersdoden en EVG tot 2040.

4. Tot 2040 is een grote toename van verkeersdoden of EVG te verwachten in de volgende groepen:

scootmobiel-berijders toename in verkeersdoden van ca. 160%; ouderen (65+): toename MAIS2+ ca. 110%, MAIS3+ ca. 140%;

fietsers: vooral bij fietsongevallen zonder betrokkenheid van een motorvoertuig; toename

MAIS2+ ca. 80%, MAIS3+ ca. 100%;

berijders van gemotoriseerde tweewielers: toename MAIS2+ ca. 50%, MAIS3+ ca. 110%.

5. Bij elk van deze categorieën wordt er tot 2040 zowel een toename in mobiliteit als in slacht- offerrisico voorzien. Bij veranderingen in het slachtofferrisico kunnen bijvoorbeeld verande- ringen in de mate van kwetsbaarheid van weggebruikers (meer ouderen, waarvan relatief meer 80+) en veranderingen in toekomstig voertuiggebruik (meer fietsen) een rol spelen.

6. Tot 2040 wordt een stijging van ongeveer 50% verwacht van de jaarlijkse maatschappelijke kosten ten gevolge van ongevallen met verkeersdoden en EVG. Deze kosten komen in hun geheel voort uit de toename van het aantal EVG op het onderliggend weggenet.

Naast het huidige bekende verkeersveiligheidsbeleid, het geëxtrapoleerde slachtofferrisico per leeftijd-vervoerswijze-combinatie, de demografische ontwikkeling en de mobiliteitsontwikkeling is in deze prognose geen rekening gehouden met andere (externe) maatregelen en ontwikkelingen die het slachtofferrisico kunnen beïnvloeden.

Het aantal slachtoffers kan bijvoorbeeld worden teruggedrongen door verkeersveiligheids- maatregelen te nemen. De oplossingsrichtingen die in het Strategisch Plan Verkeersveiligheid (SPV) besproken worden, bieden hiervoor aanknopingspunten. Daarnaast kunnen ook ontwikkelingen op het gebied van voertuigautomatisering leiden tot een afname in het aantal verkeersslachtoffers bij ongevallen met gemotoriseerd verkeer. Door deze maatregelen en ontwikkelingen zou het aantal slachtoffers lager kunnen uitvallen dan geschat in deze prognose.

Bos, N.M., Bijleveld, F.D., Decae, R.J. & Aarts, L.T. (2020). Ernstig verkeersgewonden 2019.

Schatting van het aantal ernstig verkeersgewonden in 2019. R-2020-28. SWOV, Den Haag.

Bos, N.M., Decae, R.J., Bijleveld, F.D., Hermens, F., et al. (2019). Ernstig verkeersgewonden 2018.

Schatting van het aantal ernstig verkeersgewonden in 2018. R-2019-23. SWOV, Den Haag.

CPB & PBL (2015). Toekomstverkenning Welvaart en Leefomgeving; Cahier Mobiliteit. PBL- publicatienummer 1686. Centraal Planbureau en Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag. KiM (2019). Mobiliteitsbeeld 2019. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Den Haag.

https://www.kimnet.nl/publicaties/rapporten/2019/11/12/mobiliteitsbeeld-2019-vooral-het- gebruik-van-de-trein-neemt-toe

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat et al. (2018). Veilig van deur tot deur. Het Strategisch

Plan Verkeersveiligheid 2030: Een gezamenlijke visie op aanpak verkeersveiligheidsbeleid.

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Den Haag.

SWOV (2020). Ernstig verkeersgewonden in Nederland. SWOV-Factsheet, december 2020. SWOV, Den Haag.

SWOV (2021). Verkeersdoden in Nederland. SWOV-Factsheet, april 2021. SWOV, Den Haag. Weijermars, W., Schagen, I. van & Aarts, L. (2018a). Verkeersveiligheidsverkenning 2030.

Slachtofferprognoses en beschouwing SPV. R-2018-17. SWOV, Den Haag.

Weijermars, W.A.M., Stipdonk, H.L., Dijkstra, A., Bijleveld, F.D., et al. (2018b).

Verkeersveiligheidsprognoses 2030; Geschat aantal verkeersdoden en ernstig verkeersgewonden zónder Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030. R-2018-17A. SWOV, Den Haag.

Weijermars, W.A.M., Schagen, I.N.L.G. van, Aarts, L.T., Petegem, J.W.H. van, et al. (2018c). Hoe

verkeersveilig kan Nederland zijn in 2030? Mogelijkheden voor reductie in aantallen verkeersslachtoffers. R-2018-17B. SWOV, Den Haag.

Wijlhuizen, G.J., Bijleveld, F.D., Bos, N.M. & Schermers, G. (2020). Verkeersveiligheidsanalyse in

de NMCA, Notitie over toe te passen methodiek. december 2020. SWOV, Den Haag. [Interne

notitie]