• No results found

stoom- stoom-vorm ï ng

In document Maatregelen bij werken in uïtvoerïng (pagina 78-84)

1400

zwart

leftertype: ANWB Ee (verzwaard)

1

wit retroreflecterend

leflerhoogte: 200/750

maten in mm fig.30

78

MATERIEEL, MATERIALEN EN

TE DRAGEN VEILIGHEIDSKLEDING bijlage 2

De bebakeningsmiddelen als genoemd onder atfm d dienen alle uitgevoerd te zijn in retroreflecterend materiaal, minimaal klasse II, volgens CIE-norm a RVV-borden

Voordeinrichting,dekleur,deafmetingenen de materiaal-eisen van verkeers borden wordt verwezen naar:

het Reglement Verkeerregels en Verkeerstekens tRVV) en de nummers van de borden als vermeld in de daarbij behorende bijlage II.

NormbladNEN3387van december 1986, “Verkeerstekens, Algemene voor schriften voor borden”, Nederlands Normalisatie-Instituut.

Voor de plaatsing wordt verwezen naar de Beschikking van de minister van Verkeer en Waterstaat, nr. R 66505 van 5 oktober 1977, de zogenaamde Plaat singsbeschikking, “Plaatsing van verkeerstekens op borden, op het wegdek en ondetborden”, zoals gewijzigd bij diverse latere besluiten.

In afwijking van wat in tabel 1 van deze Plaatsingsbeschikking is gesteld over de afmetingen van de toe te passen verkeersborden moet het bord lOOa (einde rijstrook), indien dit geplaatst is binnen een rood-wit kader, worden uitgevoerd in type II.

De overige toepassingen van bord 1 OOa mogen uit overwegingen van hanteer baarheid en uniformiteit eveneens in type II worden uitgevoerd, ondanks de voorkeur in de Plaatsingsbeschikking voor type III.

b Overige borden en rood-witte kaders

De vormgeving en de afmetingen van de aanduidingsborden welke niet zijn vermeld in het RVV alsmede de details van de rood-witte kaders zijn opgeno men in bijlage 1 behorende bij deze richtlijnen.

c Actiewagen

Het verkeerstechnische gedeelte van de actiewagen omvat:

1. een knipperende pijl;

2. een RVV-bord nr. 16;

3. een rood-wit gestreept kader.

ad 7

De actiewagen is voorzien van een witte, knipperende pijl.

De kleurtemperatuur van het uitgestraalde licht dient tussen 2500 en 3000 graden Kelvin te liggen, uitgaande van de nominale Iampspanning. De lu minantie tL in cd/m2) van de witte pijl dient bij daglicht 5500 â 6000 cd/m2 te bedragen, bij duisternis worden deze waarden gereduceerd tot 10% van de maximale luminantie.

De lichtsterkteverdeling dient zo te worden uitgevoerd dat op+of 3graden ten opzichte van de hartlijn (lo) ten minste de halfwaarde wordt gehaald.

Het reduceren van de lichtsterkte dient automatisch te geschieden, waarbij volstaan kan worden met één trap. Het schakelmoment ligt bij een helderheid van de achtergrond (lucht) van 400 cd/m2.

De pijl knippert met een aan/uit-frequentie van 1.0/1.0 seconde.

Voor de afmetingen van het verlichte gedeelte van de pijl wordt verwezen naar figuur 19 van bijlage 1.

De richting van de pijl kan vanuit het trekkend voertuig worden gewijzigd.

79

MATERIEEL, MATERIALEN EN bijlage 2 TE DRAGEN VEILIGHEIDSKLEDING

ad2

Onder de verlichte pijl is een RVV-bord nr. 16 met een diameter van 1000 mm aangebracht.

De richting van de pijl op het RVV-bord is altijd dezelfde als die van de verlichte pijl en kan eveneens vanuit het trekkend voertuig worden gewijzigd.

ad 3

De verlichte pijl en het RVV-bord zijn omlijst door een rood-wit gestreept kader.

De buitenmaten van het kader bedragen 2,25 x 3,30 m, de breedte is 300 mm.

De breedte van de rode en witte strepen bedraagt 300 mm. Zij maken een hoek van 45 graden met de horizontale as.

d Geleidebakens

Een geleidebaken bestaat uit een voetstuk met daaraan bevestigd één of twee zogenaamde bakenschilden, waarop een afbeelding is bevestigd. De voetplaat heeft een maximale breedte van 0,50 m. De totale hoogte van een geleidebaken mag de 1,25 m niet overschrijden. De onderzijde van de afbeelding bevindt zich op maximaal 0,25 m boven het wegdek.

De afbeelding moet strak van vorm zijn en heeft een oppervlakte van circa 0,25 m2 welke bestaat uit rode en witte strepen die onder een hoek van450 naar het te berijden deel van de weg zijn gericht.

De constructie van het geleidebaken moet zodanig zijn dat dit stabiel blijft staan onder windbelasting of zuiging van het voorbij rijdend verkeer. Boven dien mag de constructie bij aanrijding geen gevaar opleveren, noch voor het wegverkeer noch voor het personeel in het werkvak.

e Verkeerskegels

Verkeerskegels die toegepast worden voor de in deze richtlijnen beschreven werkzaamheden zijn minimaal 0,70 m hoog en hebben een oranje fluoresce rende kleur. De voetplaat van de kegel moet zo geconstrueerd zijn dat de kegel bij omvallen niet gaat rollen.

Alleen kegels die gebruikt worden om te voorkomen dat het verkeer over verse verfstrepen rijdt mogen een geringe hoogte hebben, die echter minimaal 0,45 m moet zijn.

f Topverlichting voor verkeerskegels

De topverlichting moet een diffuus geel licht uitstralen, dat niet verblindend werkt. In die gevallen waarin het licht misleidend zou kunnen zijn voor het verkeer waarvoor de verlichting niet bedoeld is, moet deze eventuele mislei ding door afscherming worden voorkomen.

g Geleidepalen

Een geleidepaal is gemaakt van rubber of kunststof en wel zodanig dat een flexibele constructie is ontstaan, heeft een hoogte van ± 0,60 m, een diameter van ± 7 cm, is opvallend van kleur en is aan beide zijden voorzien van een reflector.

Deze reflectoren moeten voldoen aan de eisen zoals die vermeld zijn in de Richtlijnen voor de Bebakening en Markering van Wegen en de sindsdien daarop verschenen aanvullingen.

Geleidepalen moeten op het wegvak vastgezet kunnen worden.

80

MATERIEEL, MATERIALEN EN

TE DRAGEN VEILIGHEIDSKLEDING bijlage 2

h Tijdelijke marke ringen

Tijdelijke markeringen voorwerken in uitvoering worden toegepast in de vorm van gele plakstrepen/markeringstape, verfstrepen of noppen.

De kleur moet zodanig zijn, dat het kleurpunt ligt binnen het kleurvlak in het CIE-kleurendiagram met de hoekpunten:

kleur as hoekpunten

geel x

y

0,532 0,477 0,468 0,433 De helderheid moet ten minste 45 bedragen.

0,427 0,483

0,465 0,535

Voor al deze materialen gelden voorts de volgende eisen:

gemakkelijk aan te brengen;

niet gaan verschuiven;

weer gemakkelijkte verwijderen zonder dat het wegdek beschadigd wordt.

De noppen zijn circa 2 cm hoog, hebben een doorsnede van circa 12 cm en zijn voorzien van reflectoren.

i Andreasstrips

Deze zijn vervaardigd van rubber of kunststof, hebben een totale hoogte van ongeveer 4 cm, een lengte van ongeveer 2,00 m en zijn wit-retroreflecterend van kleur. De vormgeving is zodanig dat deze strips relatief veilig zijn voor alle categorieën weggebruikers wanneer die, ongeacht hun snelheid, er over heen rijden.

De strips hebben voorts een zodanige massa, gewicht en vastheid dat zij niet van hun plaats schuiven als er overheen gereden wordt.

Rijstrookindicatoren

De bij de signalering toegepaste rijstrookindicatoren moeten voldoen aan de daarvoordoorde Dienst Verkeerskunde van de Rijkswaterstaat gestelde eisen.

k Tijdelijke werkvakverlichting

Onder verwijzing naar wat daarover al gezegd werd in 4.4 onder A moet deze verlichting voldoen aan de eisen zoals nader omschreven in het Hoofdstuk VERLICHTING van de Richtlijnen voor het Ontwerp van Autosnelwegen (de zgn. ROA-richtlijnen).

1 Veiligheidskleding

Voor de technische uitvoering van deze kleding wordt verwezen naar de daar voor geldende voorschriften.

Men moet er rekening mee houden dat de veiligheidskleding op den duur gaat verkleuren en dat gaat dan ten koste van de helderheid.

De veiligheidskleding zal daarom regelmatig vernieuwd moeten worden.

81

.CD 0 CD CD (0 10 CD 10 CD CD CD (0 0 2:1- 0 0) 0) CD

y8y9=B Bx2

ontwerpsnelheidv0=70km/h x,yx,vxyx5y5xyx,yxyx9y

0 m 2

c)

2 0, t 2 m 0, t. It t

148.006.000.0012.000.1018.000.2524.000.5030.000.7536.000.9042.001.0048.001.00 268.008.500.0017.000.1525.500.5034.001.0042.501.5051.001.8559.502.0068.002.00 384.0010.500.0521.000.2531.5008042.001.5052.502.2063.002.7573.502.9584.003.00 496.0012.000.0524.000.3536.001.0548.002.0060.002.9572.003.6584.003.9596.004.00 5108.0013.500.0527.000.4040.501.3054.002.5067.503.7081.004.6094.504.95108.005.00 6118.0014.750.0529.500.5044.251.5559.003.0073.754.4588.505.50103.255.95118.006.00 7127.0014.750.0529.500.6044.251.6059.003.0568.003.9582.755.4097.506.40112.256.95127.007.00 8100÷57.0014.750.0529.500.6044.251.6059.003.05108—2.006—3.05108+12.750—1.60100+27.508—0.60108+42.256—0.051OB+575 ontwerpsnelheidv0=50km/h BLX,Y,XYX,YXYXYXY6X,Y,XYX9Y 134.004.250.008.500.1012.750.2517.000.5021.250.7525.500.9029.751.0034.001.00 246.005.750.0011.500.1517.250.5023.001.0028.751.5034.501.8540.252.0046.002.00 356.007.000.0514.000.2521.000.8028.001.5035.002.2042.002.7549.002.9556.003.00 464.008.000.0516.000.3524.001.0532.002.0040.002.9548.003.6556.003.9564.004.00 572.009.000.0518.000.4027.001.3036.002.5045.003.7054.004.6063.004.9572.005.00 680.009.500.0519.000.4528.501.4038.002.7042.003.3051.504.6061.005.5570.505.9580.006.00 78+40.009.500.0519.000.4528.501.4038.002.70-B+2.006—2.70B+11.500—1.40B+21.00B—0.45B+30.506—0.05B+40.00S

In document Maatregelen bij werken in uïtvoerïng (pagina 78-84)

GERELATEERDE DOCUMENTEN