4. Resultaten
4.3 Stigmatisering ten aanzien van intentie tot condoomgebruik
De mate waarin Koreaanse mannen en vrouwen stigmatiseren, is gemeten aan de hand van 8 items.
Maximale stigmatisering (instemming met 8 stigmatiserende opvattingen) komt in 1% van de
mannen en 0% van de vrouwen voor. De mate van instemming met stigmatiserende opvattingen over
Aidspatiënten is voor mannen en vrouwen gelijk (t (135) = .51, p > .05) (two-tailed). De gemiddelde
man is het met 2.79 stigmatiserende opvattingen eens (SD = 1.54), de gemiddelde vrouw is het met
2.64 stigmatiserende opvattingen eens (SD = 1.83). De mate van score per opvatting is zichtbaar in
tabel 4, deze laat op itemniveau zien in hoeverre mannen, vrouwen en de totale onderzoeksgroep
instemmen met de stigmatiserende opvattingen.
Tabel 4
HIV/Aidsgerelateerde stigmatiserende opvattingen door Koreaanse mannen en vrouwen en de totale
onderzoeksgroep aan de hand van percentage „mee eens‟ (n = 137)
Man
(n = 62)
Vrouw
(n = 75)
Totaal
(n = 137)
Stigmatiserende opvattingen % „mee eens‟ % „mee eens‟ % „mee eens‟
Het is niet veilig wanneer
Aidspatiënten met kinderen
werken
84 77 80
Aidspatiënten moeten beperkt
worden in hun vrijheid
68 68 68
Aidspatiënten moeten geïsoleerd
worden
44 39 41
Aidspatiënten zijn vies 29 33 31
Aidspatiënten mogen niet werken
Aidspatiënten zijn vervloekt
21
16
23
15
22
16
Aidspatiënten moeten zich
schamen
10 7 8
Aidspatiënten hebben een fout
begaan en moeten gestraft
worden
8
Uit tabel 4 blijkt dat op een aantal ernstige stigmatiserende opvattingen hoog wordt gescoord. 80%
van de mannen en vrouwen is van mening dat het niet veilig is als Aidspatiënten met kinderen
werken en 68% van de mannen en vrouwen is het eens met de opvatting dat Aidspatiënten in hun
vrijheid beperkt moeten worden. 44% van de mannen en 39% van de vrouwen vindt dat
Aidspatiënten geïsoleerd moeten worden en bijna één derde van de mannen en vrouwen samen vindt
Aidspatiënten vies. Het is opvallend dat op enkele items zowel door mannen als door vrouwen vrij
gelijk laag wordt gescoord.
Incorrecte overtuigingen over HIV/Aids van Koreaanse mannen en vrouwen
De mate waarin Koreaanse mannen en vrouwen incorrecte overtuigingen hebben over HIV/Aids is
gemeten aan de hand van 8 items. Maximale instemming met inaccurate overtuigingen (instemming
met 8 incorrecte overtuigingen) komt zowel bij mannen als bij vrouwen niet voor. Mannen en
vrouwen hebben een gelijke mate van incorrecte overtuigingen over HIV/Aids (t (135) = .97, p
> .05) (two-tailed). Gemiddeld is een man het met 2.35 incorrecte overtuigingen (onterecht) eens
(SD = 2.00) en een gemiddelde vrouw is het met gemiddeld 2.04 incorrecte overtuigingen (onterecht)
eens (SD = 1.74). De mate van score per incorrecte overtuiging is zichtbaar in tabel 5, deze laat op
itemniveau zien in hoeverre mannen, vrouwen en de totale onderzoeksgroep instemmen met
incorrecte overtuigingen. De percentages representeren de mate van instemming per incorrecte
overtuiging en tegelijkertijd de mate van incorrect beantwoorde items.
Tabel 5
Incorrecte overtuigingen over HIV-transmissie door Koreaanse mannen en vrouwen en de totale
onderzoeksgroep aan de hand van percentage ‟mee eens‟ (n = 137)
Man
(n = 62)
Vrouw
(n = 75)
Totaal
(n = 137)
Incorrecte overtuigingen over HIV % „mee eens‟ % „mee eens‟ % „mee eens‟
HIV is besmettelijk door het delen van eten
(=niet waar)
18 4* 10
HIV is besmettelijk door gebruik van
hetzelfde toilet (=niet waar)
10 20 15
HIV is besmettelijk door gebruik van
hetzelfde bestek (=niet waar)
13 11 12
HIV is besmettelijk door gebruik van
hetzelfde bad (=niet waar)
13 25 20
HIV is besmettelijk via speeksel
(=niet waar)
31 17 23
HIV is besmettelijk via zoenen
(=niet waar)
29 23 25
HIV is besmettelijk via muggenbeten
(=niet waar)
55 49 52
HIV is besmettelijk via gebruik van dezelfde
tandenborstel of scheermes (=niet waar)
73 61 66
* p < .05.