de trekken van het aristokratisch, als van het landelijk karakter van het oord; zoowel
iets grootsch als iets vriendelijks heeft het, met zijn breede trappen en zijn
overhangend dak. Ruime restauratiezalen en kleiner vertrekken voor gezelschappen,
breede veranda's en terrassen, eene afzonderlijke Bierhalle met een uitgestrekt
omrasterd terrein er om heen, geven aan talrijke bezoekers gelegenheid, zich vóór
de wandeling het hart te sterken, of na den togt van de vermoeijenis te herstellen. En
ook wie niet onmiddellijk belang hebben bij aankomende of vertrekkende treinen,
slaan er gaarne het gewoel van de gaanden en komenden gade, terwijl ter afwisseling
het oog over de boschpartijen in het rond en over de villa's van het A m a l i a - p a r k
kan gaan. Zooals ieder fatsoenlijk kind der 19
deeeuw beginnen wij hier onzen togt.
Baarn zelf mogen wij niet onbezocht laten; wij zouden anders wel in verzoeking
komen, terstond het bosch maar in te gaan, want het bosch is in onze onmiddellijke
nabijheid en het dorp is nog op eenigen afstand. Dat geldt ten minste van het eigenlijke
Baarn, van het o u d e 2Baarn, want de plaats bestaat uit twee
138
afzonderlijke, ofschoon zamenhangende deelen, waarvan het meest westelijke
N i e u w - B a a r n heet. Daartoe behoort ook het Amalia-park, dat onmiddelijk aan
het stationsplein grenst. Het is een gedeelte van het bosch, verdeeld in perceelen,
door Z.K.H. prins Hendrik aan verschillende personen in erfpacht uitgegeven.
Onderscheidene villa's werden er gebouwd en kostbare plantsoenen aangelegd, terwijl
het geheel versierd werd door een bijzonder fraai ijzeren hek, naar 't ontwerp van
den architect N. R e d e k e r B i s d o m . Door of langs het Amalia-park zoeken wij
de sparrenlaan op, waarin de straatweg van Hilversum op Baarn loopt en waar wij
den spitsen toren regt voor ons hebben. Verschillende lanen kruisen dien weg en
voeren regts en links in het hout. Een aantal buitenverblijven zijn er langs verrezen.
Wij zien er, die door eenvoud en smaak een' aangenamen indruk maken. Wij zien
er, die van weelde en rijkdom getuigen. Wij vinden er een enkel in onmogelijken
stijl, een half Italiaansch, half Zwitsersch huis, met gekanteelden toren en ornamenten
die aan Egypte herinneren. Wij vinden er ook een soort van middeleeuwschen burgt,
met smaakvolle torens, die een niet onaardige vertooning maakt, al is 't hier misschien
ook minder eigenaardig. Dit alles is gansch nieuw, vrolijk, frisch. Bloemen in
overvloed, hier en daar oude boomen en het statige bosch voor de deur. Ter zijde
van het huis P e k i n g , met zijn prachtige beuken, loopt de kortste weg regtuit. Kiezen
wij een der zijpaden regts, dan komen wij voor P e k i n g langs en voorbij K a n t o n
in het dorp. Zooals duizenden weten, en wie het niet weten, ligtelijk vermoeden, zijn
Peking en Kanton twee aanzienlijke heerenhuizen in Chineschen trant. Zij behooren
tot de eigenaardigheden van Baarn. Met hun grillige daken, hun heldere, scherp
afstekende kleuren, - rood en wit en groen vooral, - hun vergulde klokjes en spitsjes,
hun wonderlijke versieringen, kunnen zij der kritiek stof genoeg geven, maar zooveel
is zeker, dat zij er regt levendig uitzien. Aan het hooge, zware hout in de tuinen, die
hen omringen, is het wel te zien, dat zij niet tot het nieuwe deel behooren. Deze
schoone bruine beuk, deze
forsche accacia, dit prachtexemplaar derzelfde sierlijke boomsoort, met zijn acht
eerwaardige stammen, zij tellen reeds vrij wat jaren. Peking en Kanton dagteekenen
dan ook uit het begin dezer eeuw. Door Reinhard Scherenberg zijn zij gebouwd. Joan
Melchior Kemper had jaren lang het eerste, het fraaiste en gunstigst gelegene, in
huur. En nu zijn wij ook spoedig in het dorp zelf, en door een paar straten komen
wij aan het middelpunt, het lindenplein, dat nog als van ouds den naam van d e n
B r i n k draagt. Zulke brinken, meest driehoekige, met rijen boomen beplante pleinen,
waarom de voornaamste huizen zijn geschaard, en waarop verschillende straten, of
liever wegen, uitloopen, treft men in meer dan één dorp van Eem- en Gooiland aan,
ten bewijze van de stamverwantschap der oudste bewoners met de bevolking van
Drenthe en Twentherland. Hier is ook zeker het oudste gedeelte van o u d - B a a r n .
Die naam moet ons evenwel niet in den waan brengen, dat wij veel ouds zullen zien.
Het oudst is zeker de kerk der Hervormden, die in de hoofdzaak uit het einde der
15
deeeuw afkomstig is. Een deftig heerenhuis daarnevens vertoont den stijl der vorige
eeuw. Misschien schuilt hier of daar een enkel geveltje of muurtje, dat een aantal
jaren telt. Overigens is alles nieuw, of ziet er ten minste door pleister, cement en
verw nieuw en goed onderhouden uit. Het groote hotel Ve l a a r s aan den Brink
beslaat een aanmerkelijke ruimte, met zijn voorplein vol gasten. Talrijke families
logeren hier; talrijke families huren ook optrekjes of kamers bij particulieren. Een
krans van buitenplaatsen omringt het dorp en ten deele dringen de plantsoenen zelfs
tot tusschen de rijen der woningen door. Wij doorkruisen de nette straten, wij werpen
door de rasters of door de ijzeren hekken een' blik in de rijke bloemtuinen en sierlijke
parken, - hadden wij ruimte van tijd, dan wandelden wij ook nog eens naar de herberg
aan de Eem, om ons te verkwikken met het altijd aantrekkelijke gezigt op het frissche
water en de welige weiden, - en wij bezoeken de schoone, in 1862 gebouwde, R.C.
kerk. Dit bedehuis is alleszins bezienswaardig om zijn verdienstelijke fresco's, zijn
uitstekend op gouden grond
140
in Byzantijnschen stijl geschilderde beelden op het koor, waaronder vooral een
In document
Jacobus Craandijk, Wandelingen door Nederland met pen en potlood. Deel 4 · dbnl
(pagina 145-148)